https://www.imkerpedia.nl/wiki/api.php?action=feedcontributions&user=Bart+Kimmel&feedformat=atom Imkerpedia - Gebruikersbijdragen [nl] 2024-03-28T13:41:39Z Gebruikersbijdragen MediaWiki 1.35.5 https://www.imkerpedia.nl/wiki/index.php?title=Ambrosius&diff=6995 Ambrosius 2012-07-08T13:10:43Z <p>Bart Kimmel: </p> <hr /> <div>[[Bestand:Ambrosius3_strokorf1800.jpg|left|thumb|300px|Ambrosius afgebeeld in een strokorf uit het begin van de 19e eeuw. staf, mijter en korf behoren tot de gebruikelijke attributen.]]<br /> __NOTOC__<br /> =Ambrosius patroon van de imkers=<br /> (oorspronkelijke tekst: Oude Essink)<br /> <br /> <br /> 7 december is de naamdag van Sint Ambrosius; op die dag in het jaar 370 werd hij gedoopt én bisschop gewijd.<br /> <br /> Als Romeins gezagsdrager had hij het bestuur over Milaan en omgeving en zowel heidenen als christenen hadden groot ontzag voor hem. Toen er in de jonge Christengemeenschap een heftige strijd losbrandde over een leerstelling en men elkaar te vuur en te zwaard ging bestrijden, deed men een beroep op Ambrosius; deze nam het ambt van bisschop op zich, schonk zijn niet onaanzienlijke bezittingen aan de armen en kreeg als kerkvader een enorme invloed op de jonge christengemeente.<br /> <br /> Zijn relatie met bijen dankt hij aan zijn dichterlijke welsprekendheid. In het denken van de oudheid zijn het de bijen, die de dichterlijke inspiratie als geschenk van de goden naar de mensen overbrengen. Ambrosius was alom vermaard om zijn preken en hymnen, die tot de dag van vandaag gezongen en gelezen worden.<br /> <br /> <br /> [[Bestand:Ambrosius2_mozaiek.jpg|thumb|right|130px|Ambrosius op een Romeins mozaïek.]]<br /> ==Ambrosius; historie en mythe.==<br /> Wie was Ambrosius en waarom is hij de patroon van de imkers?<br /> <br /> <br /> ===1. Generaalszoon uit Trier; Romeins bestuurder werd bisschop in Milaan.===<br /> <br /> Wij schrijven het jaar 374 na Chr. In Milaan, residentie van de Romeinse keizers in het Westrijk, kwam bisschop Auxentius te overlijden; hij was een fel aanhanger van de leer van het Arianisme, dat in die dagen het jonge christendom verscheurde; Jezus, zoon van God zou volgens Arius niet zelf ook God zijn maar een sterfelijk mens. De tegenstellingen waren groot en bedreigden zelfs de maatschappelijke verhoudingen, want ook de Romeinse keizer hing het Arianisme aan en ruimde in zijn omgeving iedereen uit de weg die het tegendeel durfde beweren.<br /> <br /> De keuze van de opvolger van bisschop Auxentius leidde tot heftige uitbarstingen tussen de Arianen en de Orthodoxen, die de goddelijkheid van Christus aanhingen. Beide groepen wilden te vuur en te zwaard een nieuwe bisschop van hun zienswijze. Men kwam er niet uit en besloten werd de bemiddeling in te roepen van de Romeinse stadhouder ter plaatse. <br /> <br /> Sinds 370 werd het district Milaan bestuurd door Ambrosius, &quot;de Onsterfelijke&quot;, een hooggeplaatste Romein, geboren rond 340 in het ons naburige Trier, als zoon van de generaal van de keizerlijke troepen aldaar. Een wijs en beminnelijk mens die al snel carrière gemaakt had in de keizerlijke hierarchie en nu met de hoogste rang van consul zijn district met groot gezag bestuurde.<br /> <br /> Consul Ambrosius ging in op het verzoek te bemiddelen en aanhoorde met groot geduld de uitzichtloze discussies van de twistende partijen, tot tijdens een fel debat een jongetje, aan de hand van zijn vader meegekomen, luidkeels riep: &quot;maak Ambrosius bisschop!&quot;.<br /> Grote stilte; het was alsof Salomon zelf gesproken had. De partijen waren het eens en benoemden Ambrosius tot hun nieuwe bisschop. Ambrosius verzette zich aanvankelijk tegen de benoeming maar stemde uiteindelijk toch in. In diezelfde week nog werd hij gedoopt, priester gewijd, bisschop gewijd: 7 december 370: zijn toekomstige naamdag.<br /> <br /> Als de wiedeweerga legde Ambrosius zich toe op de studie van de theologie; hij gaf zijn bezittingen aan de armen en ging een sober bestaan leiden. <br /> <br /> Al snel kreeg hij grote vermaardheid als zielzorger, predikant en schrijver. Van verre kwam men naar hem luisteren en las men zijn geschriften; de mooiste kerkelijke hymnen staan op zijn naam.<br /> <br /> Hij stierf op 4 april 397; het Arianisme was naar het tweede plan verschoven. Al spoedig na zijn dood werd hij heilig (&quot;sanctus&quot;) verklaard en wordt zijn naam met vroom respect genoemd: Sanctus (Sint) Ambrosius.<br /> <br /> <br /> [[Bestand:Ambrosius1_hout.jpg|thumb|left|127px|Een houtfiguur van sint Ambrosius uit Beieren; 70 cm. hoog.]]<br /> ===2. Ambrosius, Patroon van de Imkers.===<br /> <br /> Was Ambrosius een imker? Nee, dat was hij niet. Waarom dan strijkt een [[natuurzwerm|bijenzwerm]] neer- zoals de geschiedenis wil- op de lippen van de zojuist in het generaalkwartier in Trier geboren Ambrosius?<br /> <br /> Om dit te begrijpen gaan wij terug naar het geloof, de mythen en sagenwereld van onze verre voorvaderen, overgeleverd van stam naar stam, van geslacht naar geslacht, vanaf de oorsprong van de oeroude Indo-Europese mens. Geboorte, liefde, angst,vreugde,schoonheid, het mysterie van leven en dood, het Noodlot waar je geen greep op hebt, alles wordt in die wereld vanuit goede en kwade machten ervaren en verklaard.<br /> <br /> &quot;Alles is vol goden&quot; verzucht een oude Griekse wijsgeer en zo voelde men het. Goden, schimmen van gestorvenen, elfen, nimfen en muzen, zij allen spelen hun rol. In dit denken nemen BIJEN een veelomvattende plaats in. Uit holen en spleten worden zij door Moeder Aarde naar ons gezonden om ons te doen delen in Haar Vruchtbaarheid. &quot;Bijen hebben deel aan de Goddelijke Geest en de Hemelse Bezieling&quot; zegt [[Vergilius]] en zij zijn er de overbrengers en toedelers van.<br /> <br /> [[Bestand:Ambrosius4_korf.jpg|right|150px|thumb|Een door Jan Engelberts gevlochten [[ambrosiuskorf]].]]<br /> Kreta was de bakermat van een oeroude beschaving: De jonge Zeus wordt er verborgen gehouden voor zijn niets ontziende vader Kronos; hij wordt er gevoed en grootgebracht met de door goden bezorgde honingspijs; zijn voedsters zijn twee nimfen; de ene heet &quot;Melissa&quot; (&quot;honingbij&quot;), hun vader was &quot;Melisseus&quot; ofwel &quot;bijenkoning&quot;of &quot;honingkoning&quot;. Op Kreta werd de bij vereerd als de brengster van de goddelijke Inspiratie, de bezielende Vervoering die ons boven het materiële verheft en goddelijk maakt.<br /> <br /> Ook de drie voedsters van Apollo, de orakelgod van Delphi, zijn bijen. Bij Homerus heten zij &quot;Drie zusters met snelle vleugels, bestrooid met wit meel (stuifmeel; vergelijk onze witte wieven), huizend in een kloof; zij doen zich tegoed aan de honingraat; als zij van de honing eten, raken zij in vervoering en spreken de waarheid; blijft de zoete spijs haar ontzegt, dan zwermen zij onrustig rond en raaskallen onzin.&quot;<br /> <br /> Ook de muzen zelf zijn bijen die de goddelijke inspiratie overbrengen naar profeten, dichters, redenaars en schrijvers. Als muzen zijn de bijen daarom ook schenksters van zang en muziek.<br /> <br /> &#039;&#039;EEN BIJ, NEERSTRIJKEND OP DE LIPPEN VAN EEN DICHTER, GEEFT AAN, DAT DEZE OVER EEN UITZONDERLIJKE GODDELIJKE INSPIRATIE BESCHIKT.&#039;&#039;<br /> <br /> Grote schrijvers en dichters uit de oudheid werden met de goddelijke honingspijs gevoed: Homerus, Sophocles (zelf een bij genoemd), [[Vergilius]]. De Romeinse schrijver Cicero meldt dat bijen zich neerzetten op de lippen van Plato, toen deze als zuigeling lag te slapen in zijn wieg.<br /> <br /> En dan weten wij waarom in deze denkwereld een bijenzwerm de goddelijke inspiratie kwam aanreiken aan de zuigeling Ambrosius, de latere welsprekende vertolker van goddelijk zaken.<br /> <br /> In handboeken vindt men onder de term AMBROSIUS als toelichting vaak &quot;Als klein kind zou, aldus de legende, een bijenzwerm op zijn gezicht zijn neergestreken om even later zonder hem te steken weer weg te vliegen&quot;. Dit is wel erg mager en dan moet de conclusie zijn, dat in onze tijd voor het denken in mythen en sagen geen begrip meer is overgebleven.</div> Bart Kimmel https://www.imkerpedia.nl/wiki/index.php?title=Kuntzschbeute&diff=6994 Kuntzschbeute 2012-07-08T13:04:28Z <p>Bart Kimmel: </p> <hr /> <div>__NOTOC__<br /> ==Omschrijving==<br /> [[image:Kuntzschbeute02.jpg|thumb|178px|left|Kuntzschbeute voor één volk]]<br /> [[image:Kuntzschbeute04.gif|thumb|146px|right|Kuntzschbeute voor twee volken]]<br /> <br /> Het grootste deel van onderstaande omschrijving is gebaseerd op enkele artikelen uit 1931 in het Maandschrift van de [[VBBN]] &lt;ref name=groentje1&gt;Joh.A. Joustra, &quot;IETS OVER HET KUNTZSCHBEDRIJF&quot;, Maandschrift voor bijenteelt (VBBN), 1931, april, zie [http://www.bijen.info/maandblad/jaargang.asp het Groentjesarchief]&lt;/ref&gt; :<br /> <br /> <br /> Deze van oorsprong Duitse kast (ook wel &#039;&#039;&#039;Kuntzsch-Zwilling&#039;&#039;&#039; genoemd) is vanaf 1912 ontwikkeld door [[Kuntzsch|Max Kuntzsch]] als [[achterbehandelingskast]]. Het had van oorsprong een trapeziumvormige raammaat, maar kreeg later een rechthoekige raammaat van 330 x 250mm.<br /> <br /> <br /> In 1931 had een fabriek na 10 jaar zelfs al 10.000 kuntzschkasten geproduceerd, terwijl er in Duitsland meerdere fabrieken waren die Kuntzschkasten produceerden.&lt;ref name=groentje1/&gt;<br /> <br /> <br /> De kuntzschkast betreft meestal een tweelingkast waarin twee volken onafhankelijk van elkaar hun arbeid kunnen verrichten. Er bestaan echter ook kuntzschkasten voor slechts één volk.<br /> <br /> <br /> [[image:Kuntzschbeute01.gif|thumb|400px|right|A = Honingkamer, B = 6-raams broedkamer, C = 3-raams zijafdeling]]<br /> De Kuntzsch-Zwilling betreft een kast uit één stuk van 630mm x 770mm x 590mm (hxbxd) &lt;ref&gt;http://www.imkerhomepage.de/die_imkerei/beutenvielfalt/beutenvielfalt.html&lt;/ref&gt; die door twee kruisende middenschotten (één verticaal en één horizontaal) in 4 delen wordt verdeeld. De kast wordt van achteren gesloten door twee deuren, waarvan de ene naar boven en de andere naar beneden kan worden opengeklapt. Hierbij kan de onderste klapdeur als werktafel dienst doen omdat deze zodanig aan een ketting is bevestigd dat het met de onderkant een horizontaal vlak vormt, dus de bodemplank naar achteren verlengt.<br /> <br /> Aldus kan deze kast 2 onafhankelijke volken bevatten met ieder:<br /> * een honingkamer in [[warmbouw]] bovenin met gedeeltelijk uit te halen ramen, en<br /> * een broedruimte in [[koudbouw]] op een slede onderin. Elke broedruimte is door een scheidingswand ook nog weer in 2 gedeelten verdeeld, een grotere (6 raams broedkamer) en een kleinere (3 raams zijafdeling).<br /> <br /> <br /> Max Kuntzsch ontwikkelde deze kast voor zijn volgende [[imkermethoden|bedrijfsmethode]]:<br /> <br /> <br /> [[inwinteren|Overwintering]] van het bijenvolk gebeurt in de honingkamer. De bijen kunnen dan via een klimraam in de broedkamer beneden komen, en via een voorportaal naar buiten. Al met al kunnen de bijen in de honingkamer niet direct het buitenlicht zien waardoor ze in de winter ook niet bij veel zonlicht (evt. in combinatie met sneeuw) naar buiten worden gelokt. Het boven overwinteren waarborgt aldus een rustige winterzit, met bovendien geen gevaar voor [[muizen]] en [[vogels|mezen]], geen vocht en geen al te grote afkoeling.<br /> <br /> <br /> Na de uitwintering wordt het eerste broednest eveneens boven gevormd en blijft daar totdat de imker het nodig oordeelt de [[koningin|moer]] met een raampje naar beneden naar de 6 raams broedkamer te hangen (en de honingkamer via een [[moerrooster]] af te sluiten). Hierna zal vrij spoedig die vrij kleine 6 raams broedkamer zijn volgebouwd. Ter voorkoming van [[zwermen]] kan dan een raampje gesloten [[broed]] worden geruild met een nog leeg raampje uit de honingkamer. Dit kan worden volgehouden totdat er een stevige dracht is (die de honingkamer doet vollopen en tevens de [[zwermneiging|zwermdrift]] in toom houdt).<br /> <br /> <br /> [[image:Kuntschbeute-stal.jpg|left|thumb|400px|Bijenstal met Kuntzsch-Zwilling kasten]]<br /> Mocht stevige dracht te lang op zich laten wachten, zodat sterker ingegrepen zou moeten worden, dan bewijst de 3 raams zijafdeling zijn dienst. Men plaatst het raampje waarop de moer zit met een paar raampjes voorzien van [[kunstraat]], of desnoods één met en één zonder kunstraat in de 3 raams zijafdeling, en het scheidingsplankje tussen het 6 en het 3 raams gedeelte wordt verwisseld met een moerrooster. In deze kleine ruimte kan de moer niet veel meer beginnen en krijgt een poosje gedeeltelijke vakantie, terwijl in de ruimte naast en boven deze afdeling het broed gelegenheid heeft uit te lopen en de cellen gereed gemaakt worden voor de hoofddracht die nu toch wel spoedig zal komen.<br /> <br /> <br /> Wil men later uit de bovenste verdieping de honing wegnemen, dan kan men dit doen, zonder door de bijen te worden lastig gevallen en wat meer zegt, zonder roverij uit te lokken. De kast is namelijk zó geconstrueerd, dat men op het moerrooster een dun plankje kan leggen en tevens een vlieggat van de honingkamer kan openen. De zich in die ruimte bevindende bijen kunnen dus alleen door dit vlieggat de woning verlaten en voegen zich daarna in de onderruimte. Aldus loopt de honingkamer dus langzaam leeg leeg en kunnen de [[raat|honingraten]] zonder dat het volk het bemerkt, uit de woning worden verwijderd.<br /> <br /> <br /> [[image:Kuntzschbeute03.gif|thumb|400px|right|Op dit plaatje de kast, maar tevens een andere vinding van Kuntzsch, de &#039;Wabenzange&#039; (ramentang)]]<br /> Door in de honingkamer steeds een leeg bouwraampje aanwezig te hebben (achterin, en daardoor dus na het openen van de kast direct zichbaar), kan men vlot een mening omtrent het volk vormen: zien of er bouwlust aanwezig is, of (in welke mate) er [[darrenraat]] wordt gebouwd. Het bouwraampje laat het volk de vrije teugel:<br /> <br /> &#039;&#039;&quot;Wil het fijn werk bouwen, best, wil het darrenwerk aanzetten, óók goed. Maar. . . . . . .aan òns te beoordeelen hoever we dit spelletje zullen laten spelen. Eens in de week wordt het bouwraampje onder handen genomen en van de aangezette raat en het darrenbroed!! ontdaan. Dat kan geen kwaad, omdat immers dit darrenbroed nu zoowat 8 dagen oud is, dus op het punt staat gesloten te worden en dus alleen nog maar warm gehouden zou moeten worden. Op deze wijze gewerkt, verhinderen we darrenaanzet niet, doch voorkomen we, dat er darren geboren worden, het volk blijft aan het werk en aan de natuurlijke driften wordt geen geweld gedaan. Wie het niet kan schelen of zijn volk weinig of veel darren voortbrengt, of hij, die het juist van een rijke darrenfamilie wil hebben, kan eenvoudig achter het te verzegelen bouwraampje opnieuw een bouwraampje hangen enz.&#039;&#039;<br /> <br /> &#039;&#039;Het bouwraampje heeft nog iets voor. Het is n.l. de verklikker van het zieleleven van het volk. Als er gebouwd zal worden, wordt het raampje in gebruik genomen en gewoonlijk darrenraat aangezet. Is de kast nog niet vol, m.a.w. kunnen er nog raampjes bij, dan neemt men het bouwraampje even weg en geeft eerst een raam met kunstraat, om vervolgens weer het bouwraampje in te brengen. Dit raampje sluit dus steeds het broednest af en kunnen we niet missen, daar het als het ware de thermometer van het volk is en ons daardoor onschatbare diensten bewijst.&#039;&#039;&quot; &lt;ref&gt;Joh.A. Joustra, &quot;IETS OVER HET KUNTZSCHBEDRIJF (deel II)&quot;, Maandschrift voor bijenteelt (VBBN), 1931, mei, zie [http://www.bijen.info/maandblad/jaargang.asp het Groentjesarchief]&lt;/ref&gt;<br /> <br /> <br /> Naar de huidige maatstaven is de bedrijfsmethode van Kuntzsch een zeer arbeidsintensieve bedrijfswijze in een te kleine kast.&lt;ref&gt;Geert Staemmler. Artikel &quot;Imker ABC&quot;. in Die Neue Bienezucht (Norddeutsche Imkerzeiting), 1 juni 2004. blz 207&lt;/ref&gt;<br /> <br /> <br /> ==Datering en voorkomen==<br /> Vanaf 1912. De kast wordt ook heden ten dage nog wel sporadisch in Duitsland toegepast.<br /> <br /> <br /> ==Voetnoten==<br /> &lt;references /&gt;<br /> <br /> <br /> ==Navigatie==<br /> * [[Bijenkasten|Naar andere bijenkasten]]<br /> * [[Bijen-behuizingen|Naar alle bijen-behuizingen]]</div> Bart Kimmel https://www.imkerpedia.nl/wiki/index.php?title=Kuntzschbeute&diff=6993 Kuntzschbeute 2012-07-08T12:49:53Z <p>Bart Kimmel: </p> <hr /> <div>__NOTOC__<br /> ==Omschrijving==<br /> [[image:Kuntzschbeute02.jpg|thumb|178px|left|Kuntzschbeute voor één volk]]<br /> [[image:Kuntzschbeute04.gif|thumb|146px|right|Kuntzschbeute voor twee volken]]<br /> <br /> Het grootste deel van onderstaande omschrijving is gebaseerd op enkele artikelen uit 1931 in het Maandschrift van de [[VBBN]] &lt;ref name=groentje1&gt;Joh.A. Joustra, &quot;IETS OVER HET KUNTZSCHBEDRIJF&quot;, Maandschrift voor bijenteelt (VBBN), 1931, april, zie [http://www.bijen.info/maandblad/jaargang.asp het Groentjesarchief]&lt;/ref&gt; :<br /> <br /> <br /> Deze van oorsprong Duitse kast (ook wel &#039;&#039;&#039;Kuntzsch-Zwilling&#039;&#039;&#039; genoemd) is vanaf 1912 ontwikkeld door [[Kuntzsch|Max Kuntzsch]] als [[achterbehandelingskast]]. Het had van oorsprong een trapeziumvormige raammaat, maar kreeg later een rechthoekige raammaat van 330 x 250mm.<br /> <br /> <br /> In 1931 had een fabriek na 10 jaar zelfs al 10.000 kuntzschkasten geproduceerd, terwijl er in Duitsland meerdere fabrieken waren die Kuntzschkasten produceerden.&lt;ref name=groentje1/&gt;<br /> <br /> <br /> De kuntzschkast betreft meestal een tweelingkast waarin twee volken onafhankelijk van elkaar hun arbeid kunnen verrichten. Er bestaan echter ook kuntzschkasten voor slechts één volk.<br /> <br /> <br /> [[image:Kuntzschbeute01.gif|thumb|400px|right|A = Honingkamer, B = 6-raams broedkamer, C = 3-raams zijafdeling]]<br /> De Kuntzsch-Zwilling betreft een kast uit één stuk van 630mm x 770mm x 590mm (hxbxd) &lt;ref&gt;http://www.imkerhomepage.de/die_imkerei/beutenvielfalt/beutenvielfalt.html&lt;/ref&gt; die door twee kruisende middenschotten (één verticaal en één horizontaal) in 4 delen wordt verdeeld. De kast wordt van achteren gesloten door twee deuren, waarvan de ene naar boven en de andere naar beneden kan worden opengeklapt. Hierbij kan de onderste klapdeur als werktafel dienst doen omdat deze zodanig aan een ketting is bevestigd dat het met de onderkant een horizontaal vlak vormt, dus de bodemplank naar achteren verlengt.<br /> <br /> Aldus kan deze kast 2 onafhankelijke volken bevatten met ieder:<br /> * een honingkamer in [[warmbouw]] bovenin met gedeeltelijk uit te halen ramen, en<br /> * een broedruimte in [[koudbouw]] op een slede onderin. Elke broedruimte is door een scheidingswand ook nog weer in 2 gedeelten verdeeld, een grotere (6 raams broedkamer) en een kleinere (3 raams zijafdeling).<br /> <br /> <br /> Max Kuntzsch ontwikkelde deze kast voor zijn volgende [[imkermethoden|bedrijfsmethode]]:<br /> <br /> <br /> [[inwinteren|Overwintering]] van het bijenvolk gebeurt in de honingkamer. De bijen kunnen dan via een klimraam in de broedkamer beneden komen, en via een voorportaal naar buiten. Al met al kunnen de bijen in de honingkamer niet direct het buitenlicht zien waardoor ze in de winter ook niet bij veel zonlicht (evt. in combinatie met sneeuw) naar buiten worden gelokt. Het boven overwinteren waarborgt aldus een rustige winterzit, met bovendien geen gevaar voor [[muizen]] en [[vogels|mezen]], geen vocht en geen al te grote afkoeling.<br /> <br /> <br /> Na de uitwintering wordt het eerste broednest eveneens boven gevormd en blijft daar totdat de imker het nodig oordeelt de [[koningin|moer]] met een raampje naar beneden naar de 6 raams broedkamer te hangen (en de honingkamer via een [[moerrooster]] af te sluiten). Hierna zal vrij spoedig die vrij kleine 6 raams broedkamer zijn volgebouwd. Ter voorkoming van [[zwermen]] kan dan een raampje gesloten [[broed]] worden geruild met een nog leeg raampje uit de honingkamer. Dit kan worden volgehouden totdat er een stevige dracht is (die de honingkamer doet vollopen en tevens de [[zwermneiging|zwermdrift]] in toom houdt).<br /> <br /> <br /> [[image:Kuntschbeute-stal.jpg|left|thumb|400px|Bijenstal met Kuntzsch-Zwilling kasten]]<br /> Mocht stevige dracht te lang op zich laten wachten, zodat sterker ingegrepen zou moeten worden, dan bewijst de 3 raams zijafdeling zijn dienst. Men plaatst het raampje waarop de moer zit met een paar raampjes voorzien van [[kunstraat]], of desnoods één met en één zonder kunstraat in de 3 raams zijafdeling, en het scheidingsplankje tussen het 6 en het 3 raams gedeelte wordt verwisseld met een moerrooster. In deze kleine ruimte kan de moer niet veel meer beginnen en krijgt een poosje gedeeltelijke vakantie, terwijl in de ruimte naast en boven deze afdeling het broed gelegenheid heeft uit te lopen en de cellen gereed gemaakt worden voor de hoofddracht die nu toch wel spoedig zal komen.<br /> <br /> <br /> Wil men later uit de bovenste verdieping de honing wegnemen, dan kan men dit doen, zonder door de bijen te worden lastig gevallen en wat meer zegt, zonder roverij uit te lokken. De kast is namelijk zó geconstrueerd, dat men op het moerrooster een dun plankje kan leggen en tevens een vlieggat van de honingkamer kan openen. De zich in die ruimte bevindende bijen kunnen dus alleen door dit vlieggat de woning verlaten en voegen zich daarna in de onderruimte. Aldus loopt de honingkamer dus langzaam leeg leeg en kunnen de [[raat|honingraten]] zonder dat het volk het bemerkt, uit de woning worden verwijderd.<br /> <br /> <br /> [[image:Kuntzschbeute03.gif|thumb|400px|right|Op dit plaatje de kast, maar tevens een andere vinding van Kuntzsch, de &#039;Wabenzange&#039; (ramentang)]]<br /> Door in de honingkamer steeds een leeg bouwraampje aanwezig te hebben (achterin, en daardoor dus na het openen van de kast direct zichbaar), kan men vlot een mening omtrent het volk vormen: zien of er bouwlust aanwezig is, of (in welke mate) er [[darrenraat]] wordt gebouwd. Het bouwraampje laat het volk de vrije teugel:<br /> <br /> &#039;&#039;&quot;Wil het fijn werk bouwen, best, wil het darrenwerk aanzetten, óók goed. Maar. . . . . . .aan òns te beoordeelen hoever we dit spelletje zullen laten spelen. Eens in de week wordt het bouwraampje onder handen genomen en van de aangezette raat en het darrenbroed!! ontdaan. Dat kan geen kwaad, omdat immers dit darrenbroed nu zoowat 8 dagen oud is, dus op het punt staat gesloten te worden en dus alleen nog maar warm gehouden zou moeten worden. Op deze wijze gewerkt, verhinderen we darrenaanzet niet, doch voorkomen we, dat er darren geboren worden, het volk blijft aan het werk en aan de natuurlijke driften wordt geen geweld gedaan. Wie het niet kan schelen of zijn volk weinig of veel darren voortbrengt, of hij, die het juist van een rijke darrenfamilie wil hebben, kan eenvoudig achter het te verzegelen bouwraampje opnieuw een bouwraampje hangen enz.&#039;&#039;<br /> <br /> &#039;&#039;Het bouwraampje heeft nog iets voor. Het is n.l. de verklikker van het zieleleven van het volk. Als er gebouwd zal worden, wordt het raampje in gebruik genomen en gewoonlijk darrenraat aangezet. Is de kast nog niet vol, m.a.w. kunnen er nog raampjes bij, dan neemt men het bouwraampje even weg en geeft eerst een raam met kunstraat, om vervolgens weer het bouwraampje in te brengen. Dit raampje sluit dus steeds het broednest af en kunnen we niet missen, daar het als het ware de thermometer van het volk is en ons daardoor onschatbare diensten bewijst.&#039;&#039;&quot; &lt;ref&gt;Joh.A. Joustra, &quot;IETS OVER HET KUNTZSCHBEDRIJF (deel II)&quot;, Maandschrift voor bijenteelt (VBBN), 1931, mei, zie [http://www.bijen.info/maandblad/jaargang.asp het Groentjesarchief]&lt;/ref&gt;<br /> <br /> <br /> Naar de huidige maatstaven is de bedrijfsmethode van Kuntzsch een zeer arbeidsintensieve bedrijfswijze in een te kleine kast.&lt;ref&gt;Geert Staemmler. Artikel &quot;Imker ABC&quot;. in Die Neue Bienezucht (Norddeutsche Imkerzeiting), 1 juni 2004. blz 207&lt;/ref&gt;<br /> <br /> <br /> ==Datering en Voorkomen==<br /> Vanaf 1912. De kast wordt ook heden ten dage nog wel sporadisch in Duitsland toegepast.<br /> <br /> <br /> ==Voetnoten==<br /> &lt;references /&gt;<br /> <br /> <br /> ==Navigatie==<br /> * [[Bijenkasten|Naar andere bijenkasten]]<br /> * [[Bijen-behuizingen|Naar alle bijen-behuizingen]]</div> Bart Kimmel https://www.imkerpedia.nl/wiki/index.php?title=Swammerdam&diff=6992 Swammerdam 2012-07-08T12:43:24Z <p>Bart Kimmel: </p> <hr /> <div>&#039;&#039;&#039;Jan Jaczn. Swammerdam&#039;&#039;&#039; (1637 - 1680) (eerste versie: Oude Essink)<br /> <br /> Een beroemde Nederlander die een essentiële bijdrage leverde aan onze inzichten in de biologie van de honingbij.<br /> Hij maakte korte metten met [[Aristoteles]] en 20 eeuwen &quot;bijenonderzoek&quot;.<br /> <br /> [[Bestand:swamm_portret.jpg|left]]<br /> &#039;&#039;Jan Swammerdam was geen imker in de strikte zin; hij had een grote belangstelling voor insecten en honingbijen in het bijzonder. Met zijn onderzoekingen maakte hij een einde aan eeuwenoude mythen rond het bijenvolk. Is dit een echt portret van Swammerdam?&#039;&#039;<br /> <br /> <br /> <br /> <br /> <br /> <br /> Jan Swammerdam werd geboren in 1637 in Amsterdam als zoon van een welvarend Apotheker. Zijn vader hield er een natuurhistorisch rariteitenkabinet op na. Als kind al vergaapte zoon Jan zich aan de wel 3000 soorten insecten, die pa verzameld had en hij ontwikkelde , zeer tot misnoegen van zijn vader, een ongekende passie voor die diertjes.<br /> Zijn strenge en dominante vader was een rasecht Calvinist, die in het vuur van na de 80jarige oorlog tegen het Roomse Spanje, zijn zoon graag op de kansel had gezien. Toen dat niets werd, stuurde hij hem naar de beroemde medische faculteit in Leiden; hij moest dan maar als dokter in zijn levensonderhoud voorzien. In het medische laboratorium in Leiden raakte zoon Jan zeer onder de indruk van de mogelijkheden van de microscoop en hij stortte zich op het onderzoek in plaats van een dokterspraktijk te beginnen.<br /> <br /> [[Bestand:swamm_micr.jpg|left]]<br /> &#039;&#039;De microscoop, die Swammerdam hanteerde bestond uit één enkele lens, die hij zelf sleep. Met één hand hield hij de lens vast, met de andere hanteerde hij het te bestuderen object. Op de afbeelding staat de lens gericht op een buisje met bloed;. Hij bracht aanzienlijke verbeteringen aan in het prepareren van zijn materiaal en hij ontwierp allerlei verfijnde instrumenten om secties te verrichten en zijn minuscuul kleine onderwerpen vast te zetten.&#039;&#039;<br /> <br /> <br /> <br /> <br /> <br /> <br /> <br /> <br /> <br /> <br /> [[Bestand:mug.jpg|left]]<br /> <br /> Hij gebruikte alleen daglicht en zo toog hij al vroeg in de morgen als de zon scheen naar buiten met zijn apparatuur. Bij avond, in de winter en bij slecht weer werd er met de microscoop niet gewerkt Van zijn bevindingen maakte hij uiterst fijne tekeningen. Hier de tekening van een mug. Zijn het de muggen, die hem fataal zouden worden?<br /> Op de medische faculteit maakte hij al snel naam met zijn uitvindingen over de werking van hart, longen en spieren; hij is degene die de rode bloedlichaampjes vond. De laatste tien jaren van zijn korte bestaan deed hij vooral onderzoek naar insecten, zijn oude passie, en vooral bijen kregen daarin een centrale plaats. Met zijn boek over &quot;De Algemene Verhandeling van de bloedeloose dierkens&quot; uit 1669 werd hij de stichter van de Entomologie.<br /> Door de eeuwen heen sinds Aristoteles werd de sociale structuur van het bijenvolk gezien als hét grote model hoe een ideale staatsvorm eruit moest zien. Geslachtelijk verkeer had men bij de bijen nooit waargenomen; haar oorsprong was zeer onduidelijk; in ieder geval ongeslachtelijk en ontsproten uit het rottend vlees van een heilig dier of spontaan uit het niets; bijen waren rein en heilig, van goddelijke oorsprong. De moer werd daarbij gezien als de veldheer/koning van het volk; hoe immers had een vrouw de rol van staatshoofd kunnen vervullen? Bovendien had deze koning een angel evenals zijn volgelingen; verdedigingswapens kwamen alleen mannen toe. Jan Swammerdam maakte een resoluut einde aan deze idylle. De omslag in de visie op het wezen van een bijenvolk was rigoureus en heeft veel pijn gekost; maar ook heeft het de bijenteelt een essentiële sprong voorwaarts gebracht.<br /> <br /> <br /> [[Bestand:abdomen.jpg]]<br /> <br /> De onderzoekingen onder de microscoop van het abdomen van de moer en die van de dar brachten Swammerdam tot het inzicht hoe biologisch het systeem in elkaar stak. Hij ontdekte, dat een paar eierstokken nagenoeg het hele achterlijf van de &quot;Koning&quot; bezetten en dat zij het was, die met haar eitjes het volk in stand hield; Het achterlijf van de pasgeboren dar bestond nagenoeg geheel uit twee testikels, die weliswaar kleiner werden als de dar volwassen werd, maar die de zaadjes leverden om de eitjes van de moer te bevruchten. Geen spontane generatie dus maar een systeem dat volledig dat van de andere levende wezens volgde. Hoe de bevruchting van de eitjes plaats vond, zou nog een eeuw lang onderwerp van gissingen blijven; ruim een eeuw later zou de blinde [[Huber]] de bruidsvlucht ontdekken.<br /> <br /> <br /> [[Bestand:stadium1.jpg]] [[Bestand:stadium2.jpg]]<br /> <br /> Swammerdam ontdekte, dat bij de ontwikkeling vanaf het ei, via stadia van vervellingen en verpoppingen, naar de volwassen bij de organen dezelfde waren als die van de grote dieren; al vanaf het eerste begin aanwezig, konden alleen nog wijzigingen in de rangschikking ontstaan. Hier als voorbeeld de ademhaling: tien openingen bij de jonge eendagslarve en tracheeën die de zuurstof verspreiden; de bij krijgt er twee terug in het borststuk om de vleugelspieren van zuurstof te voorzien; de overige acht in het abdomen. Zo kun je ook voorbeelden geven van de spijsvertering, de bloedsomloop, het zenuwstelsel. (de afbeeldingen zijn uiteraard niet van Swammerdam; zij verraden een moderne microscoop.)<br /> <br /> Jan Swammerdam leefde in voortdurende onmin met zijn vader; hij kreeg blijvende ruzie met zijn zuster en zijn financiële problemen waren groot. Zijn religieuze bestaan had afwijkende mystieke trekjes; voor zijn wetenschappelijke ontdekkingen had hij een bijna religieuze devotie, alsof hij God zelf in zijn opengesneden diertjes vond; meerdere maanden heeft zijn werk stil gelegen omdat hij zich had aangesloten bij een mysterieuze sekte.<br /> In zijn kamer onderhield hij een wirwar van insecten, waarvan hij het sociale gedrag en de ontwikkelingsgang onderzocht; vlooien, luizen en muggen liet hij op zijn lichaam toe en aan deze dieren dankte hij waarschijnlijk zijn vroege Malaria, waaraan hij al op 43 jarige leeftijd , in 1680, overleed: onbekend, omdat hij aanbiedingen uit het buitenland systematisch afwees en omdat hij zijn werk niet in het toen gangbare Latijn schreef.<br /> Publicatie van zijn werk zal pas veel later plaats vinden door complicaties over zijn nalatenschap en vertaalproblemen. In 1737 is het Herman Boerhaave die voor de Latijnse versie zorgt (&quot;Biblia Naturae&quot;) naderhand in het Engels als &quot;The Book of Nature&quot;.<br /> <br /> [[Bestand:Swammerdamswoning.jpg]]<br /> <br /> Op de gevel van Swammerdam´s huis aan de Oude Schans nr. 18 in Amsterdam werd in 1880 een plaquette aangebracht ter herdenking van zijn 200-jarige sterfdag.<br /> <br /> Jan Swammerdam<br /> <br /> <br /> [[Bestand:swamm_portret.jpg|left]]<br /> &#039;&#039;Artikelen over Jan Swammerdam gaan doorgaans vergezeld van deze afbeelding maar men kan zich afvragen, of het een levensecht portret betreft.<br /> Het portret is afkomstig van een litho uit 1851 gemaakt door von Berghaus, die ervan uitging dat hij zich baseerde op een portret dat Rembrandt van Jan Swammerdam maakte.&#039;&#039;<br /> <br /> Hij ontnam de litho aan het volgende olieverfschilderij:<br /> <br /> <br /> <br /> <br /> <br /> <br /> <br /> <br /> [[Bestand:swamm_portret2.jpg]]<br /> <br /> &#039;&#039;Dit nu zou het schilderij geweest zijn, dat Rembrandt maakte van Jan Swammerdam.&#039;&#039;<br /> <br /> De onderzoeker heeft in zijn hand een publicatie die handelt over een eendagsvlieg; de publicatie stamt uit het jaar 1675. Rembrandt overleed zes jaar eerder in 1669 en kan het schilderij dus niet gemaakt hebben. Het schilderij is van een derderangs-schilder, ene Jan Stolker die leefde van 1724 - 1785. Toen hij het maakte was Swammerdam al meer dan een halve eeuw dood.<br /> Waar haalde Stolker zijn portret vandaan, waarvan hij beweert, dat het Swammerdam is?<br /> [[Bestand:swamm_portret3.jpg|left]]<br /> &#039;&#039;Hij pikte de kop van een beroemd schilderij van Rembrandt, dat de anatomieles van dr.Tulp voorstelt; het schilderij is van 1632, toen Swammerdam nog niet geboren was.&#039;&#039;<br /> <br /> <br /> <br /> <br /> <br /> <br /> Als Jan Swammerdam bij leven bekend en beroemd was geweest en bovendien over de financiële middelen had beschikt, hadden wij een mooi portret van hem kunnen hebben. Nu moeten wij het met een onecht surrogaat doen.<br /> <br /> <br /> [[Bestand:instituut.jpg]]<br /> <br /> In april van het jaar 2004 werd een begin gemaakt met de sloop van het beroemde Jan Swammerdam instituut in de Eerste Constantijn Huygensstraat in Amsterdam; het gebouw bevat veel asbest en de gemeente wil het verplaatsen richting Bijlmer. Het nieuwe gebouw, dat ervoor in de plaats komt, zal Furore (razernij) heten en woonhuizen en Psychiatrische onderkomens krijgen.<br /> Met de bouw van het instituut werd indertijd begonnen in 1961.<br /> Is het niet merkwaardig, dat het instituut dezelfde leeftijd haalde als zijn beroemde naamgever: 43 jaar?</div> Bart Kimmel https://www.imkerpedia.nl/wiki/index.php?title=Snelgrovemethode&diff=6991 Snelgrovemethode 2012-07-08T12:33:07Z <p>Bart Kimmel: </p> <hr /> <div>__TOC__<br /> [[image:Snelgrove.JPG|thumb|300px|right|L.E. Snelgrove met bijenbaard. Deze foto sierde ook de voorkaft van zijn boek &#039;Swarming, its control and prevention&#039;]]<br /> ==Introductie==<br /> In 1933 verscheen de eerste editie van L.E.Snelgrove&#039;s boek over beperking en [[zwermverhindering|verhindering van het zwermen]] &lt;ref&gt;L.E. Snelgrove. Swarming, its control and prevention. M. A., M. Sc. Bleadon, Westonsuper-Mare, England&lt;/ref&gt;, en ook in Nederland was zijn methode van zwermverhindering al snel bekend &lt;ref&gt;F.Sparenberg. De zwermverhindering (methode Snelgrove). Maandschrift bijenteelt, januari 1936.&lt;/ref&gt;.<br /> <br /> De kern van Snelgrove&#039;s methode betreft het scheiden van de jonge [[voedsterbij|voedsterbijen]] enerzijds en de [[vliegbijen]] anderzijds. Bij voorkeur gebeurt dit met een zogeheten [[snelgrovebord]], maar Snelgrove heeft de methode ook zonder snelgrovebord beschreven.<br /> <br /> <br /> ==Planning==<br /> Deze methode moet worden toegepast voordat er sprake is van [[zwermneiging|zwermdrift]] &lt;ref&gt;Snelgrove heeft ook een methode ontwikkeld voor volken die al wel [[zwermneiging]] hebben: [[Methode Snelgrove indien zwermneiging]]&lt;/ref&gt;en kan worden toegepast zodra een volk in het voorjaar zo&#039;n 7 of 8 ramen broed heeft. Zodra dat broed uitkomt zal het volk verdubbelen en bij ruimtegebrek gaan zwermen. Dat moet je dus voor zijn. Een andere planningsoverweging is dat deze methode één volk met een overmaat aan vliegbijen oplevert zodat het eveneens handig is om deze methode toe te passen gedurende (of eigenlijk vlak voor) een goede dracht.<br /> <br /> <br /> ==Werkwijze met snelgrovebord==<br /> Op dag 1 worden de twee [[broedkamer|broedkamers]] uit elkaar gehaald. De ene komt onder de [[honingkamer]], en de andere komt er boven. In de onderste broedkamer&lt;ref&gt;Indien er is ingewinterd op 1 broedkamer dan kan in plaats van een &#039;onderste broedkamer&#039; ook gebruik worden gemaakt van een &#039;onderste nieuwe broedkamer met kunstraat&#039;.&lt;/ref&gt; komen alle raten zonder [[broed]], met uitzondering van één raat met een klein stukje [[open broed]] &lt;ref&gt;Zonder dat stukje open broed komt het voor dat het onderste volk zwermt. Dat stukje open broed houdt het volk in de kast. Bij een onderste kast met vooral kunstraat is dat nog eens extra belangrijk.&lt;/ref&gt;en de koningin. Hierop het [[moerrooster]], waarboven de honingkamer en daarop de bovenste broedkamer met nagenoeg alle broed. Als het moeilijk blijkt om de koningin te vinden dan kun je natuurlijk ook simpelweg alle bijen afslaan in de onderste broedkamer zodat de koningin daar automatisch bij zit.<br /> <br /> [[image:Snelgrovebord-schematisch1.JPG|thumb|300px|left|Schematische voorstelling van een snelgrovebord van boven- of onderaf gezien]]<br /> Op dag 2 zullen inmiddels alle voedsterbijen naar het broed in de bovenste broedkamer zijn verhuisd (op een klein gedeelte na, dat beneden blijft om de koningin te verzorgen). Nu wordt het snelgrovebord tussen de bovenste broedkamer en de honingkamer geplaatst. Hierdoor zijn de bijen in de bovenste broedkamer afgesloten van die in de onderste, maar door het gaas van het snelgrovebord is er nog wel onderling contact en uitwisseling van geuren zodat de bijen geen vreemden voor elkaar worden.<br /> [[image:Snelgrovebord-schematisch2.JPG|thumb|300px|right|Schematische voorstelling van snelgrovebord dwarsdoorsnede A-zijde]]<br /> De nog in de bovenste broedkamer voorkomende vliegbijen zullen op een zeker moment door een bovenste vliegopening (&#039;&#039;&#039;A-boven&#039;&#039;&#039;) van het snelgrovebord vertrekken en zich bij thuiskomst via de reguliere vliegopening bij het onderste volk voegen.<br /> <br /> De koningin in de onderste broedkamer gaat door met leggen, maar bij gebrek aan voldoende voedsterbijen gaat dit langzamer dan voorheen. Doordat de onderbak een overdaad aan vliegbijen heeft en er tevens minder [[honing]] nodig is voor het weinige broed, wordt er veel honing opgeslagen.<br /> <br /> Het volk in de bovenste broedkamer zal zich moerloos gaan voelen en [[redcellen]] gaan optrekken. Deze worden door de imker met een gerust hart ongemoeid gelaten. Door het vele broed worden er in de bovenste broedkamer grote aantallen jonge bijen geboren waarvan vele zich binnen een week versneld tot vliegbijen ontwikkelen. Om het zwermen van de bovenste broedkamer te verhinderen, en om deze vliegbijen deel te laten nemen aan de vulling van de honingkamer, is het gewenst dat deze vliegbijen bij het onderste volk worden gevoegd.<br /> <br /> Op dag 7 of 8 wordt daarom vliegopening &#039;A-boven&#039; gesloten en een vliegopening er enkele millimeters onder geopend (te weten &#039;&#039;&#039;A-onder&#039;&#039;&#039;, die naar het onderste volk leidt). Aan de andere kant van het snelgrovebord wordt voor het bovenste volk een nieuwe bovenste vliegopening geopend (&#039;&#039;&#039;B-boven&#039;&#039;&#039;). De haalbijen zullen nu via B-boven vertrekken, maar zullen bij terugkomst op de voormalige vliegopening (A-boven) aanvliegen. Deze is echter gesloten zodat ze de vliegopening er vlak onder zullen nemen en zo bij het onderste volk terecht komen. Dit onderste volk wordt dus opnieuw versterkt, en weer is het bovenste volk zonder vliegbijen.<br /> <br /> Op dag 14 is het [[13e dag|13 dagen]] geleden dat het snelgrovebord werd geplaatst en de bijen redcellen gingen optrekken. Op dag 14 zal er dus een jonge koningin in het volk rond lopen. Omdat deze pas 3 dagen na haar geboorte voor het eerst op [[oriënteren|oriëntatievluchten]] zal gaan, is het mogelijk om ook op dag 15 nog vliegbijen naar beneden te leiden.<br /> <br /> Op dag 15 zullen er weer nieuwe vliegbijen van het bovenste volk op opening B-boven zijn georiënteerd. Om ook deze weer bij het onderste volk te voegen wordt B-boven gesloten, B-onder geopend, en C-boven geopend. Hierdoor herhaalt zich hetzelfde als bij de vorige keer (alleen betreffende andere vliegopeningen). Door het afvliegen van alle vliegbijen wil het bovenvolk niet meer zwermen en zal het slechts 1 koningin handhaven (de andere worden verwijderd). Deze jonge moer zal via vliegopening C-boven op oriëntatie- en [[bruidsvlucht|bruidsvluchten]] gaan en daarna een nieuw broednest vormen. Het spreekt vanzelf, dat het bovenste volk gevoerd moet worden.<br /> <br /> Openingen A-onder en B-onder kunnen na verloop van tijd gesloten worden maar mogen (als extra ventilatie handig is) ook een tijd open blijven. Vliegopening C-onder is dicht gebleven, maar kan (zo nodig) gebruikt worden om na afloop van de bruidsvluchten van de koningin het onderste volk nogmaals te versterken op de inmiddels bekende manier (met hergebruik van A-boven of B-boven, waarbij A-onder en B-onder dan inmiddels al wel een tijdje gesloten moeten zijn geweest).<br /> <br /> <br /> ==Werkwijze zonder snelgrovebord==<br /> Op dag 1 worden dezelfde acties uitgevoerd als bij de [[#Werkwijze met snelgrovebord|werkwijze mèt snelgrovebord]].<br /> <br /> Op dag 2 wordt de bovenste broedkamer op een eigen bodemplank gezet, vlak naast de onderste. De vliegbijen keren dan terug bij het onderste volk en de voedsterbijen in de verplaatste bak zullen redcellen aanzetten.<br /> <br /> Op dag 14 wordt de voormalig bovenste broedkamer op enige afstand gezet. De vliegbijen bedelen zich (bij gebrek aan de eigen verplaatste kast) in bij het niet verplaatste volk in de onderste bak, die men een stukje in de richting van de lege plaats kan verschuiven. Noch het verplaatste, noch het niet verplaatste volk zullen nog zwermen, terwijl de laatste wel zeer sterk wordt en veel nectar kan halen.<br /> <br /> <br /> ==Indien er wel sprake is van zwermdrift==<br /> In geval van zwermdrift is de &#039;methode Snelgrove&#039; gedoemd te mislukken. De kans is groot dat het volk in de onderste broedkamer (met koningin, maar nog slechts weinig broed) zal gaan zwermen.<br /> <br /> Het is echter lang niet altijd duidelijk te onderkennen dat een volk reeds zwermdrift heeft. De kenmerken treden soms ineens op zodat je het niet (tijdig) onderkend. Het dagelijks controleren op zwermdrift is echter bezwaarlijk omdat:<br /> * dit nogal wat tijd van de imker vergt (helemaal als deze veel volken heeft), en omdat<br /> * het zeer storend voor de bijen is.<br /> <br /> Snelgrove heeft deze bezwaren waarschijnlijk ook ondervonden aangezien hij ook een &quot;[[Methode Snelgrove indien zwermneiging]]&quot;<br /> heeft uitgedacht. <br /> <br /> <br /> ==Twee leggende koninginnen boven elkaar. Wat nu?==<br /> Als alles goed gaat dan zal de moer in het bovenste volk ergens na dag 21 aan de leg gaan (ook buiten de kast is dat herkenbaar doordat er ineens veel meer [[stuifmeel]] wordt gehaald). Hierna zijn er meerdere opties:<br /> * Je kunt de oude moer door de nieuwe moer vervangen:<br /> ** Vervang eerst het snelgrovebord door een moerrooster zodat de bijen door elkaar kunnen lopen maar de koninginnen elkaar niet kunnen bereiken. Verwijder vervolgens na een paar dagen de moer uit het onderste volk en voeg de broednesten weer bij elkaar. Als je de oude moer niet vindt: na het samenvoegen van de broednesten zal meestal de jonge moer overwinnen.<br /> * Je kunt het bovenste volk afnemen en in een bijenstal die op een afstand staat van 2 maal de [[Actieradius van de haalbij]]:<br /> ** zelfstandig op een eigen bodem plaatsen, of<br /> ** [[verenigen]] met een ander volk.<br /> <br /> <br /> ==Voetnoten==<br /> &lt;references /&gt;</div> Bart Kimmel https://www.imkerpedia.nl/wiki/index.php?title=Snelgrovemethode&diff=6990 Snelgrovemethode 2012-07-08T12:31:33Z <p>Bart Kimmel: </p> <hr /> <div>__TOC__<br /> [[image:Snelgrove.JPG|thumb|300px|right|L.E. Snelgrove met bijenbaard. Deze foto sierde ook de voorkaft van zijn boek &#039;Swarming, its control and prevention&#039;]]<br /> ==Introductie==<br /> In 1933 verscheen de eerste editie van L.E.Snelgrove&#039;s boek over beperking en [[zwermverhindering|verhindering van het zwermen]] &lt;ref&gt;L.E. Snelgrove. Swarming, its control and prevention. M. A., M. Sc. Bleadon, Westonsuper-Mare, England&lt;/ref&gt;, en ook in Nederland was zijn methode van zwermverhindering al snel bekend &lt;ref&gt;F.Sparenberg. De zwermverhindering (methode Snelgrove). Maandschrift bijenteelt, januari 1936.&lt;/ref&gt;.<br /> <br /> De kern van Snelgrove&#039;s methode betreft het scheiden van de jonge [[voedsterbij|voedsterbijen]] enerzijds en de [[vliegbijen]] anderzijds. Bij voorkeur gebeurt dit met een zogeheten [[snelgrovebord]], maar Snelgrove heeft de methode ook zonder snelgrovebord beschreven.<br /> <br /> <br /> ==Planning==<br /> Deze methode moet worden toegepast voordat er sprake is van [[zwermneiging|zwermdrift]] &lt;ref&gt;Snelgrove heeft ook een methode ontwikkeld voor volken die al wel [[zwermneiging]] hebben: [[Methode Snelgrove indien zwermneiging]]&lt;/ref&gt;en kan worden toegepast zodra een volk in het voorjaar zo&#039;n 7 of 8 ramen broed heeft. Zodra dat broed uitkomt zal het volk verdubbelen en bij ruimtegebrek gaan zwermen. Dat moet je dus voor zijn. Een andere planningsoverweging is dat deze methode één volk met een overmaat aan vliegbijen oplevert zodat het eveneens handig is om deze methode toe te passen gedurende (of eigenlijk vlak voor) een goede dracht.<br /> <br /> <br /> ==Werkwijze met snelgrovebord==<br /> Op dag 1 worden de twee [[broedkamer|broedkamers]] uit elkaar gehaald. De ene komt onder de [[honingkamer]], en de andere komt er boven. In de onderste broedkamer&lt;ref&gt;Indien er is ingewinterd op 1 broedkamer dan kan in plaats van een &#039;onderste broedkamer&#039; ook gebruik worden gemaakt van een &#039;onderste nieuwe broedkamer met kunstraat&#039;.&lt;/ref&gt; komen alle raten zonder [[broed]], met uitzondering van één raat met een klein stukje [[open broed]] &lt;ref&gt;Zonder dat stukje open broed komt het voor dat het onderste volk zwermt. Dat stukje open broed houdt het volk in de kast. Bij een onderste kast met vooral kunstraat is dat nog eens extra belangrijk.&lt;/ref&gt;en de koningin. Hierop het [[moerrooster]], waarboven de honingkamer en daarop de bovenste broedkamer met nagenoeg alle broed. Als het moeilijk blijkt om de koningin te vinden dan kun je natuurlijk ook simpelweg alle bijen afslaan in de onderste broedkamer zodat de koningin daar automatisch bij zit.<br /> <br /> [[image:Snelgrovebord-schematisch1.JPG|thumb|300px|left|Schematische voorstelling van een snelgrovebord van boven- of onderaf gezien]]<br /> Op dag 2 zullen inmiddels alle voedsterbijen naar het broed in de bovenste broedkamer zijn verhuisd (op een klein gedeelte na, dat beneden blijft om de koningin te verzorgen). Nu wordt het snelgrovebord tussen de bovenste broedkamer en de honingkamer geplaatst. Hierdoor zijn de bijen in de bovenste broedkamer afgesloten van die in de onderste, maar door het gaas van het snelgrovebord is er nog wel onderling contact en uitwisseling van geuren zodat de bijen geen vreemden voor elkaar worden.<br /> [[image:Snelgrovebord-schematisch2.JPG|thumb|300px|right|Schematische voorstelling van snelgrovebord dwarsdoorsnede A-zijde]]<br /> De nog in de bovenste broedkamer voorkomende vliegbijen zullen op een zeker moment door een bovenste vliegopening (&#039;&#039;&#039;A-boven&#039;&#039;&#039;) van het snelgrovebord vertrekken en zich bij thuiskomst via de reguliere vliegopening bij het onderste volk voegen.<br /> <br /> De koningin in de onderste broedkamer gaat door met leggen, maar bij gebrek aan voldoende voedsterbijen gaat dit langzamer dan voorheen. Doordat de onderbak een overdaad aan vliegbijen heeft en er tevens minder [[honing]] nodig is voor het weinige broed, wordt er veel honing opgeslagen.<br /> <br /> Het volk in de bovenste broedkamer zal zich moerloos gaan voelen en [[redcellen]] gaan optrekken. Deze worden door de imker met een gerust hart ongemoeid gelaten. Door het vele broed worden er in de bovenste broedkamer grote aantallen jonge bijen geboren waarvan vele zich binnen een week versneld tot vliegbijen ontwikkelen. Om het zwermen van de bovenste broedkamer te verhinderen, en om deze vliegbijen deel te laten nemen aan de vulling van de honingkamer, is het gewenst dat deze vliegbijen bij het onderste volk worden gevoegd.<br /> <br /> Op dag 7 of 8 wordt daarom vliegopening &#039;A-boven&#039; gesloten en een vliegopening er enkele millimeters onder geopend (te weten &#039;&#039;&#039;A-onder&#039;&#039;&#039;, die naar het onderste volk leidt). Aan de andere kant van het snelgrovebord wordt voor het bovenste volk een nieuwe bovenste vliegopening geopend (&#039;&#039;&#039;B-boven&#039;&#039;&#039;). De haalbijen zullen nu via B-boven vertrekken, maar zullen bij terugkomst op de voormalige vliegopening (A-boven) aanvliegen. Deze is echter gesloten zodat ze de vliegopening er vlak onder zullen nemen en zo bij het onderste volk terecht komen. Dit onderste volk wordt dus opnieuw versterkt, en weer is het bovenste volk zonder vliegbijen.<br /> <br /> Op dag 14 is het [[13e dag|13 dagen]] geleden dat het snelgrovebord werd geplaatst en de bijen redcellen gingen optrekken. Op dag 14 zal er dus een jonge koningin in het volk rond lopen. Omdat deze pas 3 dagen na haar geboorte voor het eerst op [[oriënteren|oriëntatievluchten]] zal gaan, is het mogelijk om ook op dag 15 nog vliegbijen naar beneden te leiden.<br /> <br /> Op dag 15 zullen er weer nieuwe vliegbijen van het bovenste volk op opening B-boven zijn georiënteerd. Om ook deze weer bij het onderste volk te voegen wordt B-boven gesloten, B-onder geopend, en C-boven geopend. Hierdoor herhaalt zich hetzelfde als bij de vorige keer (alleen betreffende andere vliegopeningen). Door het afvliegen van alle vliegbijen wil het bovenvolk niet meer zwermen en zal het slechts 1 koningin handhaven (de andere worden verwijderd). Deze jonge moer zal via vliegopening C-boven op oriëntatie- en [[bruidsvlucht|bruidsvluchten]] gaan en daarna een nieuw broednest vormen. Het spreekt vanzelf, dat het bovenste volk gevoerd moet worden.<br /> <br /> Openingen A-onder en B-onder kunnen na verloop van tijd gesloten worden maar mogen (als extra ventilatie handig is) ook een tijd open blijven. Vliegopening C-onder is dicht gebleven, maar kan (zo nodig) gebruikt worden om na afloop van de bruidsvluchten van de koningin het onderste volk nogmaals te versterken op de inmiddels bekende manier (met hergebruik van A-boven of B-boven, waarbij A-onder en B-onder dan inmiddels al wel een tijdje gesloten moeten zijn geweest).<br /> <br /> <br /> ==Werkwijze zonder snelgrovebord==<br /> Op dag 1 worden dezelfde acties uitgevoerd als bij de [[#Werkwijze met snelgrovebord|werkwijze mèt snelgrovebord]].<br /> <br /> Op dag 2 wordt de bovenste broedkamer op een eigen bodemplank gezet, vlak naast de onderste. De vliegbijen keren dan terug bij het onderste volk en de voedsterbijen in de verplaatste bak zullen redcellen aanzetten.<br /> <br /> Op dag 14 wordt de voormalig bovenste broedkamer op enige afstand gezet. De vliegbijen bedelen zich (bij gebrek aan de eigen verplaatste kast) in bij het niet verplaatste volk in de onderste bak, die men een stukje in de richting van de lege plaats kan verschuiven. Noch het verplaatste, noch het niet verplaatste volk zullen nog zwermen, terwijl de laatste wel zeer sterk wordt en veel nectar kan halen.<br /> <br /> <br /> ==Indien er wel sprake is van zwermdrift==<br /> In geval van zwermdrift is de &#039;methode snelgrove&#039; gedoemd te mislukken. De kans is groot dat het volk in de onderste broedkamer (met koningin, maar nog slechts weinig broed) zal gaan zwermen.<br /> <br /> Het is echter lang niet altijd duidelijk te onderkennen dat een volk reeds zwermdrift heeft. De kenmerken treden soms ineens op zodat je het niet (tijdig) onderkend. Het dagelijks controleren op zwermdrift is echter bezwaarlijk omdat:<br /> * dit nogal wat tijd van de imker vergt (helemaal als deze veel volken heeft), en omdat<br /> * het zeer storend voor de bijen is.<br /> <br /> Snelgrove heeft deze bezwaren waarschijnlijk ook ondervonden aangezien hij ook een &quot;[[Methode snelgrove indien zwermneiging]]&quot;<br /> heeft uitgedacht. <br /> <br /> <br /> ==Twee leggende koninginnen boven elkaar. Wat nu?==<br /> Als alles goed gaat dan zal de moer in het bovenste volk ergens na dag 21 aan de leg gaan (ook buiten de kast is dat herkenbaar doordat er ineens veel meer [[stuifmeel]] wordt gehaald). Hierna zijn er meerdere opties:<br /> * Je kunt de oude moer door de nieuwe moer vervangen:<br /> ** Vervang eerst het snelgrovebord door een moerrooster zodat de bijen door elkaar kunnen lopen maar de koninginnen elkaar niet kunnen bereiken. Verwijder vervolgens na een paar dagen de moer uit het onderste volk en voeg de broednesten weer bij elkaar. Als je de oude moer niet vindt: na het samenvoegen van de broednesten zal meestal de jonge moer overwinnen.<br /> * Je kunt het bovenste volk afnemen en in een bijenstal die op een afstand staat van 2 maal de [[Actieradius van de haalbij]]:<br /> ** zelfstandig op een eigen bodem plaatsen, of<br /> ** [[verenigen]] met een ander volk.<br /> <br /> <br /> ==Voetnoten==<br /> &lt;references /&gt;</div> Bart Kimmel https://www.imkerpedia.nl/wiki/index.php?title=20/30_minuten&diff=6989 20/30 minuten 2012-07-08T12:24:48Z <p>Bart Kimmel: </p> <hr /> <div>__NOTOC__<br /> &#039;&#039;&#039;Onderstaand een weergave van de voordracht van Roger Depuydt te Aalter op 19 oktober 2007.&#039;&#039;&#039;&lt;ref&gt;Overgenomen van http://home.base.be/marcodepauw/Archief/20%20minutenmethode/de_20.htm &lt;/ref&gt;<br /> <br /> <br /> ==Introductie==<br /> Sinds 1997 testen zo’n 600 imkers uit een vijftiental landen een [[bedrijfsmethode]] uit waarbij 20 à 60 minuten arbeid per jaar en per volk voldoende zijn om tot een deugdelijk resultaat te komen. De man achter het hele project is de Zwitser Rudolf von Schumacher. Zijn werkwijze is in de eerste plaats bestemd voor kasten met gelijke rompen zoals bijvoorbeeld de [[simplexkast|simplex]].<br /> <br /> Von Schumacher vat de oogmerken van zijn methode, die nog altijd in ontwikkeling is, als volgt samen:<br /> * Maximalisering van de opbrengst per arbeidsuur.<br /> * Eenvoud: enkel bewerkingen met hele rompen; vrijwel geen ingrepen op individuele ramen.<br /> * Geen verplaatsing van kasten op en naar de stand met uitzondering van de honinghoogsels en de rompen voor [[broedaflegger]]s.<br /> * Naargelang de gekozen variante maximaal 20 of 30 minuten werk per volk en per jaar –varroabestrijding niet inbegrepen- met een hogere opbrengst dan bij gewone bedrijfsmethoden.<br /> * Systematisch vervanging van [[raat]] en [[moer]]en zonder drastische ingrepen in de volken en zonder opzoeken van de moer.<br /> <br /> <br /> ==Werkmethode==<br /> [[image:20-30-1.GIF|thumb|left|543px|Overzicht van alle stappen.]]<br /> De methode bestaat uit vier of zes stappen volgens de keuze van de imker voor de 20 minuten, of de 30 minuten methode.<br /> # Omzetten [[broedkamer|broedrompen]];<br /> # Omzetten broedrompen;<br /> # Omzetten broedrompen;<br /> # [[Honing slingeren|slingeren]] lenteoogst en [[zwermverhindering]];<br /> # Slingeren zomeroogst en uitbreiden met [[vlieger]];<br /> # Volken [[verenigen]].<br /> <br /> Bij de 20 minuten methode vallen stappen 1 en 6 weg, zoals op het overzichtsschema is te zien. Het schema geeft ook de ouderdom van de wasraat en eventueel die van de moer weer, als deze aanwezig is.<br /> <br /> Een donkere romp: raat en moer zijn 2 jaar oud. Een lichtgrijze romp: raat en moer zijn 1 jaar oud. Een witte romp: verse raat en een jonge moer.<br /> <br /> <br /> <br /> ==De uit te voeren stappen in de juiste volgorde.==<br /> <br /> [[image:20-30-2.GIF|280px|thumb|right|Stap 6: na de eerste koudeprik.]]<br /> ===Stap 6: na de eerste koudeprik===<br /> Bij de eerste koude zonder vlucht van bijen in het najaar:<br /> * twee volken op elkaar plaatsen, gescheiden door en bijendicht gaas;<br /> * het volk met de nieuwste raten en de jongste moer moet boven staan;<br /> * ieder volk moet een eigen vlieggat hebben. (een [[separator]] met vlieggat kan hier in gebruik genomen worden of men gebruikt enkel de twee gaten in de bovenste rompen als vlieggat).<br /> <br /> <br /> <br /> <br /> [[image:20-30-3.GIF|left|thumb|280px|Stap 1: na de eerste reinigingsvlucht]]<br /> ===Stap 1: na de eerste reinigingsvlucht===<br /> Deze ingreep wordt uitgevoerd na de eerste reinigingsvlucht. Intussen zijn we in een nieuw jaar aanbeland en verandert de<br /> leeftijd van moer en was. In de voorstellingen worden de witte rompen lichtgrijs en de lichtgrijze donkergrijs.<br /> <br /> Nu moet het volgende uitgevoerd worden:<br /> * de rompen van in het najaar ontstane volk omwisselen;<br /> * het bijendichte gaas vervangen door een [[moerrooster]];<br /> * de [[Voorjaarsinspectie|voorjaarscontrole]] uitvoeren;<br /> * het vlieggat van romp 3 openen, alle andere sluiten.<br /> <br /> <br /> <br /> <br /> [[image:20-30-4.GIF|280px|thumb|right|Stap 2: tien dagen voor de lentedracht.]]<br /> ===Stap 2: tien dagen voor de lentedracht.===<br /> Handelingen:<br /> * omwisselen van de rompen;<br /> * wegnemen van de moerrooster;<br /> * openen van het bovenste vlieggat;<br /> * sluiten van het onderste vlieggat;<br /> * inbreng van twee bouwramen in het midden van romp 1 met een uitgebouwd raam ertussen;<br /> * normaal overleeft de beste moer (= de jongste).<br /> <br /> Door het verwijderen van het moerrooster bij het omwisselen van de rompen worden de twee volken nu werkelijk verenigd. Deze stap is met het oog op stap 3 van het grootste belang. Om enig succes van stap 3 te waarborgen is het nodig dat de moer tussen stap 2 en 3 haar broednest aanlegt in de rompen 1 en twee, want rompen 3 en 4 worden in stap 3 honingzolders. De ervaring leerde dat het sluiten van het vlieggat onderaan ent het openen van het boorgat in romp 1 ertoe bijdroeg om de moer naar deze romp te lokken. Het aanbrengen van de waswafels en de lege raat verhogen nog die kans. Ook [[rook]] blazen in het onderste vlieggat helpt om de moer naar boven te krijgen.<br /> <br /> <br /> <br /> <br /> [[image:20-30-5.GIF|thumb|left|280px|Stap 3: begin van de lentedracht.]]<br /> ===Stap 3: begin van de lentedracht.===<br /> Handelingen:<br /> * rompen omwisselen zodat ze terug staan zoals op het einde van stap1;<br /> * moerrooster leggen tussen rompen 2 en 3;<br /> * het onderste vlieggat opnieuw openen;<br /> * de bovenste rompen worden honingrompen;<br /> * boorgat in romp 4 openen om darren een uitgang te geven.<br /> <br /> Mogelijk probleem: beide moeren overleven of de moer zit toch in de honingrompen.<br /> Als beide moeren overleven wordt de moerrooster terug verwijderd omdat we mogen aannemen dat, door de te verwachten erg hoge honingoogst van een volk met twee moeren het broednest vanzelf naar beneden gedrukt zal worden. Als er één moer overleeft, maar in een honingromp zit, worden de rompen opnieuw omgezet naar begintoestand van stap 3.<br /> <br /> <br /> <br /> <br /> [[image:20-30-6.GIF|right|thumb|280px|Stap 4: slingeren en zwermverhindering.]]<br /> ===Stap 4: slingeren en zwermverhindering.===<br /> Handelingen uit te voeren op alle volken en bij goed vliegweer als er bij één [[zwermtekenen|zwermverschijnselen]] zichtbaar worden:<br /> * een vlieger maken;<br /> * op de plaats waar het volk stond, komt er een lege romp (op een bodem met vliegplank en vlieggat);<br /> * in het midden komen er twee raten met open broed zonder moer;<br /> * aanvullen met waswafels; geen voedselraten geven;<br /> * de in het hoofdvolk weggenomen raten vervangen door waswafels;<br /> * alle vlieggaten van volk C sluiten, uitgezonderd het boorgat aan de achterkant van de onderste romp;<br /> * alle vliegbijen komen in de vlieger terecht: de [[zwermneiging|zwermdrift]] is gebroken;<br /> * in de vlieger kan men een moer laten geboren worden of een geselecteerde moer inbrengen;<br /> * romp 4 van volk C slingeren, eventueel restsuiker uitsnijden, daarna de raten smelten.<br /> <br /> <br /> <br /> <br /> [[image:20-30-7.GIF|left|thumb|280px|Stap 5: laatste oogst, uitbreiding vlieger met romp 6.]]<br /> ===Stap 5: laatste oogst, uitbreiding vlieger met romp 6.===<br /> [[image:20-30-8.JPG|thumb|right|280px|Twee aangezogen larfjes, aangebracht op de raat.]]<br /> Voor het testen van de waarde van de voorgestelde bedrijfsmethode is deze stap niet echt van belang. Het komt er uitsluitend op aan om de situatie te creëren die stap 6 mogelijk maakt. Uiteraard is het noodzakelijk de laatste oogst tijdig af te sluiten en de varroa onmiddellijk te bestrijden.<br /> <br /> Toch nog even over het aspect moervernieuwing dat met stap 5 wordt ingeleid. Als we de bijen laten betijen, zullen ze [[redcel]]len aantrekken en zal daaruit de nieuwe moer geboren worden.<br /> <br /> Een betere oplossing is:<br /> * tussen de 5de en 10de dag alle redcellen breken en een nieuwe, bevruchte of onbevruchte moer invoeren, in een gewoon invoerkooitje met een suikerdeegstop of er een rijpe moercel inhangen.<br /> * Bij de overlarver twee aangezogen larfjes bestellen (twee per vlieger) en deze aanbrengen op de raat, zoals te zien op bijgaande foto.<br /> <br /> <br /> == Extra informatie ==<br /> De boorgaten hebben een doormeter van 19 tot 24 mm.<br /> <br /> Andere voordelen zijn:<br /> * de geoogste honing is over het algemeen droger;<br /> * het [[ventileren|waaieren]] door de [[haalbijen]] aan het vlieggat valt bijna volledig weg, dat geeft een zekere energiebesparing en er zijn meer haalbijen actief;<br /> * minder beschimmelde raten in de winter.<br /> <br /> <br /> == Ervaringen uit de praktijk. ==<br /> [[image:20-30-4.GIF|280px|left|thumb|Stap 2.]]<br /> [[image:20-30-5.GIF|280px|right|thumb|Stap 3.]]<br /> Stap 2 en stap 3 moeten op elkaar afgestemd zijn.<br /> * Stap 2: Omwisselen en wegnemen van de moerrooster tien dagen voor de lentedracht om tot één volk te komen. Kritiek punt: de overlevende moer moet na de ingreep direct in rompen 1 en 2 gaan leggen.<br /> * Stap 3: De broedkamers uit stap 2 worden [[honingkamer]]s.<br /> <br /> <br /> Stap 2 moet 10 dagen voor het begin van de voorjaarsdracht worden uitgevoerd met het oog op de ontwikkeling van de volken, de verhouding vliegbijen/[[voedsterbij]]en wordt op die wijze optimaal. Het dubbelvolk heeft immers vliegbijen van twee moeren maar slechts voedsterbijen van één moer.<br /> <br /> Om meer zekerheid in te bouwen om de moer in romp 1 te laten leggen werd bij uitvoeren stap 2 het onderste vlieggat gesloten en het boorgat van romp 1 geopend omdat aangenomen wordt dat de bijen hun [[broednest]] zo dicht mogelijk het vlieggat aanleggen. Daarnaast werd er in romp 1 twee bouwramen en een uitgebouwd raam gehangen om de moer vlugger in de bovenste romp te krijgen.<br /> <br /> Daarnaast was er het feit dat soms beide moeren overleefden. Dan werd de moerrooster terug verwijderd, in de veronderstelling dat de te verwachten honingopbrengst van een volk met twee moeren groter dan de gemiddelde opbrengst zou zijn met als gevolg dat het broednest automatisch naar beneden gedrukt zou worden.<br /> <br /> In het geval dat de moer in de honingkamers aan de leg was, werd ze vastgezet in de onderste rompen door omwisseling.<br /> <br /> Alhoewel de [[zwermverhindering|zwermbeheersing]] niet maximaal onder controle is bleek toch, na herhaalde jaren gebruik van de methode, dat er geen beter alternatief bestond dan het werken op basis van vlieger.<br /> <br /> Deze bedrijfsmethode is uiterst geschikt voor imkers in een gebied van vroege dracht en die beschikken over kasten met gelijke rompen. Voor oudere imkers en voor mensen met weinig tijd is het systeem ideaal.<br /> <br /> In uitstekende drachtgebieden is het zeker nodig regelmatig 95% verzegelde honingraten te vervangen door waswafels of lege raten. Ook het regelmatig plaatsen en uitsnijden van [[darrenraat]] ter bestrijding van [[varroa]]mijten is noodzakelijk.<br /> <br /> <br /> Onze dank aan Roger voor de voordracht en de toelating om deze verkorte versie te publiceren. De<br /> volledige versie is verschenen in de maandbladen van de KOIV van maart en april 2007.<br /> <br /> <br /> ==Voetnoten==<br /> &lt;references /&gt;</div> Bart Kimmel https://www.imkerpedia.nl/wiki/index.php?title=Propolis&diff=6988 Propolis 2012-07-08T12:21:55Z <p>Bart Kimmel: geen HL, sp</p> <hr /> <div>__NOTOC__<br /> [[Onze honingbij]] gebruikt &#039;&#039;&#039;propolis&#039;&#039;&#039; als een verdedigingslinie tegen kou en ziektes. Ze maken de propolis uit harsachtige stoffen die ze (zoals [[Huber|Francois Huber]] ontdekte) verzamelen van bomen&lt;ref name=reeb&gt;Onze honingbij haalt de harsachtige stoffen voor propolis vooral van kers, Spaanse aak, klimop, hazelaar, appel, populier, peer, lindeboom en kastanje. Bron: Le Traité Rustica de l&#039;Apiculture (meerdere auteurs). Éditions Rustica, Paris, Derde editie, augustus 2009. Het hoofdstuk van Catherine Reeb/&lt;/ref&gt;. Ze vermengen die harsen met [[stuifmeel]], [[enzymen|bepaalde enzymen]] en andere bestanddelen om het vervolgens te gebruiken voor het dichten van kieren en spleten, maar vooral vanwege zijn desinfecterende werking. Zo krijgen bijvoorbeeld ook alle [[broed|broedcellen]] een vliesdun laagje propolis om het broed tegen infecties te beschermen.<br /> <br /> In onderstaand filmpje zie je de bijen propolis gebruiken om kieren te dichten&lt;ref&gt;Normaal gesproken zit op deze [[Warnholz&#039; Simplex Segeberger]]-kasten een passend deksel, maar voor het voeren van [[suikerwater]] wordt hier een dekplank gebruikt die niet helemaal afsluit.&lt;/ref&gt;.<br /> &lt;VideoFlv&gt;/movies/propolis.flv&lt;/VideoFlv&gt;<br /> <br /> <br /> ==Geschiedenis van propolis== <br /> Propolis komt uit het Grieks en betekent &#039;&#039;&#039;Pro&#039;&#039;&#039;= voor &#039;&#039;&#039;Polis&#039;&#039;&#039;= stad, hetgeen zich laat vertalen als bescherming voor de stad of beschermer van de stad. Met de stad wordt hier bedoeld de stad van de bijen ofwel de bijenwoning. In deze &quot;stad&quot; speelt propolis een belangrijke rol. <br /> <br /> Propolis beschermt het bijenvolk tegen elk gevaar van buitenaf alsook tegen de verspreiding van infecties van binnenuit. Propolis verschaft bet bijenvolk haar immuunsysteem, hieruit kunnen we opmaken hoe belangrijk propolis kan zijn voor de mens, waar ons eigen immuunsysteem steeds slechter is opgewassen tegen vele moderne ziektes.<br /> <br /> De Grieken ontdekten de geneeskrachtige eigenschappen van Propolis bij het behandelen van zowel wonden als &quot;ongeneeslijke ziekten&quot;. <br /> <br /> Hippocrates zelf, de vader van de moderne geneeskunde, schreef Propolis voor ter genezing van wonden en zweren, zowel inwendig als uitwendig.<br /> <br /> Voor de Egyptenaren had de bij een religieuze betekenis, en was zij een symbool van moed en waardigheid. Propolis werd door de Egyptenaren als medicijn gebruikt voor allerlei ziekten.<br /> <br /> De Romeinen vereerden de bij ook en gebruikten Propolis op grote schaal. <br /> Volgens de legende heeft de Romeinse God Jupiter zelfs de mooie Melissa getransformeerd in een bij zodat zij het wonderbaarlijke geneesmiddel Propolis kon produceren. <br /> <br /> Plinius de Romeinse historicus heeft over propolis gezegd:<br /> <br /> &quot;De huidige artsen gebruiken propolis als medicijn omdat het steken, splinters etc. die zich in het bindweefsel hebben vastgezet verwijdert. Propolis reduceert zwellingen, verzacht eeltplekken en spierpijn en het geneest wonden die schijnbaar niet meer te helen zijn.&quot;<br /> <br /> De Europese interesse voor propolis bleek uit John Gerard’s beroemde History of Plants uit 1579. <br /> <br /> Hierin wordt verwezen naar propolis als een stof die een snelle en effectieve genezing biedt voor vele aandoeningen.<br /> <br /> Nicolas Culpeper vertelt ons in zijn Compleat Herbal dat &quot;propolis buitengewoon goed is tegen koorts en ontstekingen in vele lichaamsdelen en verkoeling biedt bij brandende wonden&quot;.<br /> <br /> De ontwikkeling van de moderne geneeskunde is echter vaak voorbijgegaan aan de waarde van propolis en andere natuurlijke geneesmiddelen. <br /> <br /> Eigenlijk is het pas in de laatste 20-30 jaren dat de moderne geneeskunde, vooral in Oost-Europa, propolis weer als geneeskundig middel is gaan gebruiken, bestuderen en de geneeskrachtige eigenschappen ervan is gaan waarderen.<br /> <br /> <br /> [[image:prop2.gif|250px|right|thumb| Bij bij thuiskomst met verzamelde propolis in de stuifmeelkorfjes van haar achterpoten.]]<br /> ==Wat is propolis ==<br /> <br /> Het belangrijkste enkelvoudige ingrediënt van propolis (iets meer dan de helft) is hars, gewonnen uit planten en bomen&lt;ref name=reeb/&gt;. De andere helft bestaat uit was (30%), etherische oliën (10%) en pollen (5%). <br /> <br /> In propolis vindt u ook een grote verscheidenheid aanvullende bestanddelen waaronder organische- en aminozuren, vitaminen, mineralen en zeer belangrijk: bioflavonoiden, tegenwoordig beschouwd als het werkzame bestanddeel bij het genezingsproces. <br /> <br /> Al deze ingrediënten zijn bewerkt en gemengd door de bij. Zo ontstaat wat we noemen kithars ofwel propolis. <br /> <br /> Propolis is een kleverige substantie die de bijen gebruiken om de korf of kast te dichten, om het zo te beschermen tegen invloeden van buiten. <br /> <br /> De bijen bedekken ook de hele oppervlakte aan de binnenkant van de behuizing met een laag propolis en poetsen het op deze wijze tot één van de meest steriele omgevingen die de natuur kent. <br /> <br /> Naast het vervullen van een puur functionele rol van het dichten en het versterken van de korf, vervult propolis ook de rol van auto-immuunsysteem voor het bijenvolk als een gecombineerde anti­biotische, antivirale en desinfecterende substantie. <br /> <br /> &#039;&#039;&#039;Een ware beschermer van het bijenvolk.&#039;&#039;&#039; <br /> <br /> <br /> ==Wetenschappelijk en medisch onderzoek== <br /> <br /> In de laatste twintig jaar is veel wetenschappelijk en medisch onderzoek verricht naar propolis zowel in Engeland als in Amerika en Oost-Europa, waar het medisch gebruik van propolis heel gebruikelijk is. <br /> <br /> Dit onderzoek heeft uitgewezen dat propolis heel effectief is bij de behandeling van onder andere:<br /> * &#039;&#039;&#039;BLOEDSTOORNISSEN&#039;&#039;&#039;<br /> ** Chinese onderzoekers ontdekten het effect ervan bij de behandeling van hypertensie, arteriosclerosis en problemen met hart- en bloedvaten. De Europese wetenschapper V. Balalykin leert ons dat propolis de witte bloedcellen helpt bij het wegspoelen en verteren van bacteriën en andere afvalstoffen in het bloed.<br /> * &#039;&#039;&#039;STOORNISSEN IN HET MAAG/DARM KANAAL&#039;&#039;&#039;<br /> ** Wetenschappers en artsen uit de Sovjet Unie hebben aangetoond dat propolis de vorming van zweren en abcessen kan voorkomen, alsook het genezingsproces kan bespoedigen.<br /> * &#039;&#039;&#039;HUIDPROBLEMEN&#039;&#039;&#039;<br /> ** Onderzoeken in Amerika, Polen en Rusland hebben aangetoond dat acne, allergieën, herpes en andere dermatologische aandoeningen allemaal reageerden op behandeling met propolis.<br /> * &#039;&#039;&#039;VROUWENVRIEND&#039;&#039;&#039; <br /> ** Propolis is bekend geworden als &quot;vrouwenvriend . Aangetoond is dat het helpt bij pijnlijke menstruaties als ook bij vaginale infecties.<br /> <br /> Propolis wordt geprezen als een natuurlijk antibioticum zonder de bekende bijverschijnselen. <br /> <br /> Recent onderzoek bij het Nationale Hart en Long Instituut in Londen heeft aangetoond dat de bioflavonoiden in propolis zelfs sommige bacteriën kunnen vernietigen die tegenwoordig resistent zijn tegen moderne synthetische antibiotica. <br /> <br /> <br /> ==Toepassingen en gebruik == <br /> <br /> Vroeger werd propolis opgelost in alcohol, als verf voor houtwerk en bij de vioolbouw gebruikt. <br /> <br /> Het werd verwerkt in rookstaafjes en de Egyptenaren gebruikten het voor het balsemen van hun doden. Ofschoon de werkzaamheid bij de behandeling van wonden en zweren al van oudsher bekend was, is men in de medische wereld pas sinds de laatste jaren opnieuw aandacht aan propolis gaan besteden. <br /> <br /> Kithars heeft een duidelijke aangetoonde antibiotische werking, waardoor zijn nut bij de wondbehandeling verklaard is.<br /> <br /> Tincturen en preparaten van propolis worden voor de ontsmetting van de mondholte en de bestrijding van paradontosis gebruikt. <br /> <br /> Bij de tandbehandeling hebben ze een licht verdovende werking. Kauwen van kithars schijnt de ademhalingswegen te verruimen. <br /> <br /> Ook wordt succes vermeld bij behandelingen met propolis tegen virusgriep, maag- en darmontstekingen en eczema&#039;s van verschillende aard. <br /> <br /> &#039;&#039;&#039;Als een voedingssupplement:&#039;&#039;&#039;<br /> <br /> Propolis kan gebruikt worden als een veilig, non-toxisch voedingssupplement en blijkt nuttig voor bescherming tegen verkoudheid, hoesten, griep en andere virussen. <br /> <br /> &#039;&#039;&#039;Het blijkt ook effectief te zijn bij:&#039;&#039;&#039;<br /> <br /> Keelpijn: Neem een paar druppels propolis op volkoren brood of gebruik het als gorgeldrank. <br /> <br /> Ademhalingsproblemen: hoestbuien, verkoudheid, astma, bronchitis, verstopte holten. Neem de druppels of 2 gr. capsules / tabletten per dag.<br /> <br /> Ontstoken lippen/tandvlees/tanden/kiezen en andere mondverzorging- problemen: gebruik de druppels als een gorgeldrank, of drink het met kruidenthee (desgewenst met toevoeging van honing).<br /> <br /> Huidbehandeling: smeer het gebied direct in met propolisdruppels of gebruik de crème. Goed tegen acne. Kan nuttig zijn voor de behandeling van eczeem, herpes, psoriasis.<br /> <br /> Kneuzingen en Brandwonden: de ontsmettende en genezende kwaliteiten van propolis hebben een genezend effect op wonden en brandplekken. Breng een beetje crème aan op de pijnlijke plek of gebruik een paar druppels propolis.<br /> <br /> Artritis en Reumatische aandoeningen: In de laatste jaren wordt propolis zeer succesvol gebruikt voor de behandeling van artritis e.a. reumatische aandoeningen. Neem om te beginnen 2 gr. capsules / tabletten per dag gedurende twee weken.<br /> <br /> <br /> ==Enkele waarschuwingen== <br /> Aangaande het gebruik van propolis zijn echter enkele waarschuwingen op zijn plaats:<br /> * Ongeveer één op de 2000 mensen is allergisch voor propolis. Dit kan dus beter vooraf getest worden door wat propolis op een stukje dunne huid te doen (bijvoorbeeld de holte van de elleboog), en dan te bekijken of die plek rood en branderig wordt. Als dat het geval is dan kun je propolis dus beter niet gebruiken.<br /> * Propolis kan de werking van medicinale bloedverdunnende middelen versterken. Het is dus verstandig om dat te (laten) controleren.<br /> <br /> &#039;&#039;&#039;Raadpleeg in twijfelgevallen altijd een arts of specialist!!!&#039;&#039;&#039;<br /> <br /> <br /> ==Propoliskeuring==<br /> De &quot;Nederlandse Commissie voor Bijenproducten&quot; heeft aangaande de door bijen gemaakte producten keuringsreglementen opgesteld. <br /> <br /> Propolis valt onder klasse 16 ruwe propolis (tinctuur en andere afgeleiden vallen dus niet onder deze keuringen, en dat is ook logisch want daar zijn 1001 varianten op te verzinnen, en hoe keur je dan).<br /> <br /> <br /> == Externe links aangaande het gebruik van propolis: ==<br /> * http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/natuurgeneeswijze/2928-antibioticum-propolis-bijenbalsem.html<br /> * http://people.zeelandnet.nl/ahdewilde/propolis.html<br /> <br /> <br /> ==Voetnoten==<br /> &lt;references /&gt;</div> Bart Kimmel https://www.imkerpedia.nl/wiki/index.php?title=Apis_mellifera_sicula&diff=6987 Apis mellifera sicula 2012-07-08T12:15:33Z <p>Bart Kimmel: spelling</p> <hr /> <div>[[image:Apis-mellifera-sicula.jpg|thumb|right|500px|De Siciliaanse honingbij heeft een rustige raatzit.]]<br /> Het eiland Sicilië is door &#039;Straat van Messina&#039; afgescheiden van de rest van Italië. Deze zeestraat is op zijn smalst slechts 3 kilometer breed is, maar toch is deze &quot;geringe&quot; natuurlijke barrière duizenden jaren voldoende geweest om op Sicilië een eigen ondersoort&lt;ref&gt;Binnen Imkerpedia onderscheiden we [[soorten, ondersoorten (rassen), stammen en lijnen]].&lt;/ref&gt; van de &#039;westerse honingbij&#039; (&#039;&#039;[[Apis Mellifera]]&#039;&#039;) te laten ontstaan met duidelijk eigen kenmerken: de &#039;&#039;&#039;Apis mellifera sicula&#039;&#039;&#039; (Montagano 1911).<br /> <br /> De &#039;&#039;Apis mellifera sicula&#039;&#039; wordt ook wel aangeduid als &#039;&#039;Apis mellifera siciliana&#039;&#039; (Grassi 1881). In het Nederlands noemen we deze honingbij de &#039;&#039;&#039;Siciliaanse honingbij&#039;&#039;&#039;.<br /> <br /> <br /> De Siciliaanse honingbij hoort bij de donkere ondersoorten, en de verschillen tussen de Siciliaanse honingbij en de nabije noordelijke meer gele buurman, de [[Italiaanse honingbij]], zijn groot te noemen. De Siciliaanse- en Italiaanse honingbij zijn ongeveer even groot, maar de Siciliaanse honingbij is veel donkerder. Dit ondanks dat de borstbeharing van de werksters en de darren niet grijs of bruin, maar vaalgeel zijn. De Siciliaanse honingbij heeft bovendien een kortere tong, kortere beharing, kleinere vleugels, en een lagere [[cubitaal index]] dan de Italiaanse honingbij.<br /> <br /> Het brede achterlijf van de Siciliaanse honingbij lijkt veel meer op die van de Noord-Afrikaanse [[tellbij]], en zo er zijn meer overeenkomsten met de tellbij. De Siciliaanse honingbij is alleen wat groter, iets lichter van kleur, en de cubitaal index is wat kleiner dan die van de tellbij. Ook uit genetisch onderzoek is gebleken dat de voorouders van de Siciliaanse honingbij vooral ten zuiden van Sicilië moeten worden gezocht. Deze voorouders zijn vanaf Afrika op Sicilië terecht gekomen toen de tijdens de laatste ijstijd de zeespiegel veel lager, en Sicilië verbonden met Afrika, was&lt;ref&gt;Via Sicilië kwamen de honingbijen vanuit Afrika toen ook op het toen aan Sicilië verbonden Malta terecht: de eveneens verwante [[Maltezer honingbij]].&lt;/ref&gt;.<br /> <br /> De voorouders van de Italiaanse honingbij hebben de rest van Italië pas veel later via een Europese route gekoloniseerd.<br /> <br /> <br /> De Siciliaanse honingbij heeft zich aangepast aan een Middellandse Zeeklimaat met warme zomers en zachte regenrijke winters. Aan de kusten van Sicilië is de gemiddelde temperatuur &#039;s zomers 26 °C en &#039;s winters 10 °C. In het zuiden kan de temperatuur stijgen tot 40 °C door de Sirocco die hete lucht uit de Sahara naar het noorden voert. In het binnenland is het in vergelijking met de kustgebieden koeler. Hier liggen de gemiddelde temperaturen rond de 19 °C in de zomer en 5° C in de winter. In de hete periode van mei tot september valt er, op enkele stortbuien na, nauwelijks neerslag op Sicilië. Van oktober tot februari valt de meeste neerslag, voornamelijk in de noordelijke gebergten. Sicilië kent 2 bloeiperioden: direct na de regens van februari, en bij aanvang van de regens in oktober. Dit zijn ook de perioden waarin de Siciliaanse honingbij (evenals de tellbij) een broedpiek heeft. De drachten variëren van citrusaanplantingen in de kuststreken, tijmvelden in het drogere binnenland in de zomer, en de Johannesbroodboom in de herfst.<br /> <br /> <br /> De Siciliaanse honingbij blijft zelfs bij temperaturen boven de 40° Celsius actief, ze tolereert grote temperatuursveranderingen, en verbruikt vergeleken met andere ondersoorten (en zeker vergeleken met de Italiaanse honingbij) per honingbij maar weinig honing. Mede hierdoor is het een zeer vitale honingbij: ook een heel klein zwermpje is in staat om binnen een jaar een groot volk te worden. Deze grote bijenproductie gaat echter wel ten koste van de honingoogst.<br /> <br /> De Siciliaanse honingbij is tamelijk zachtaardig maar verdedigd zichzelf buitengewoon goed tegen [[roverij]]. Ze heeft ook een rustige raatzit. <br /> <br /> <br /> In de lage gebieden broedt de Siciliaanse honingbij het gehele jaar rond. In de gebieden boven de 600 meter kent de Siciliaanse honingbij in de winter een broedstop. Deze &quot;geringe&quot; vaardigheid tot broedstop is (proefondervindelijk) voldoende gebleken om ook in Noord-Duitsland te kunnen overwinteren. Dit is echt een groot verschil met de tellbij, want die kan dat echt niet. De Siciliaanse honingbij kan echter alleen met menselijke hulp in Noordelijker streken overleven, want de koningin legt na december ongeacht de omstandigheden al snel te veel eitjes. Te veel om in Noorden succesvol te kunnen zijn. <br /> <br /> <br /> [[image:Bijenstal-Ferulakasten.jpg|thumb|400px|left|Bijenstand met ferulakasten.]]<br /> De snelle groei van een Siciliaanse honingbijvolk gaat gepaard aan een grote zwermlustigheid (zeker als ze is gehuisvest in de traditionele [[ferulakast]]) en eind februari kunnen de eerste darren al weer rondvliegen. Het zwermgedrag wijkt daarnaast behoorlijk af van wat wij in de Lage landen met [[onze honingbij]] gewend zijn. Net als de Noord-Afrikaanse tellbij zet de Siciliaanse honingbij in de zwermperiode wel zo&#039;n 60 - 800 [[zwermcellen]] aan!<br /> <br /> De Siciliaanse honingbij kent meestal geen eerste zwerm met de oude koningin die vertrekt zodra de eerste moerdop wordt gesloten. Oftewel, de Siciliaanse honingbij kent niet onze [[voorzwerm]].<br /> <br /> Bij de Siciliaanse honingbij vertrekt de eerste zwerm pas zodra de eerste jonge koninginnen al zijn geboren (!), en deze eerste zwerm is meestal niet groter dan zo&#039;n 15.000 bijen. Deze eerste zwerm (en ook volgende) bevat dan meestal meerdere jonge koninginnen. De oude koningin kán hier ook bij zitten, maar dat is niet vanzelfsprekend&lt;ref&gt;De oude koningin kan ook in de oude nestplaats zijn gebleven of al voorafgaand aan het zwermen zijn gedood. De oude koningin kan ook (zowel in de eerste zwerm, als op de de oude nestplaats gebleven) pas worden gedood zodra er weer een nieuwe bevruchte jonge koningin is.&lt;/ref&gt; Zo&#039;n zwerm met meerdere koninginnen kan zich vervolgens opdelen naar kleinere eenheden met elk minder koninginnen, maar ook kan een zwerm met weinig jonge koninginnen weer terugkeren naar de oude nestplaats. Zwermen kunnen zich ook samenvoegen met andere zwermen.<br /> <br /> Na de eerste zwerm kan het oude volk ook nog volgende zwermen produceren van zo&#039;n 2.000 tot 10.000 bijen.<br /> <br /> Een volk kan ook &quot;slechts&quot; zo&#039;n 100 moerdoppen hebben en vervolgens helemaal niet zwermen, maar de oude moer vervangen zodra er een nieuwe bevruchte jonge moer is.<br /> <br /> Aangezien de zwermen pas vertrekken zodra er jonge koninginnen zijn geboren kan de Siciliaanse imker het zwermen uitstellen door alle moerdoppen te breken.<br /> <br /> <br /> Overtallige jonge koninginnen kunnen vrij in het volk rondlopen of worden door de werkbijen bij elkaar gedreven en kunnen dan nog zo&#039;n twee tot drie dagen overleven. Soms vertrekken/vluchten er jonge koninginnen die als ze geluk hebben een [[moerloos]] of een [[darrenbroedig]] volk vinden. Zo worden er op Sicilië menigmaal al afgeschreven volken aangetroffen waarin alsnog een jonge koningin aan de leg blijkt te zijn.<br /> <br /> <br /> Er wordt vanuit gegaan dat de Siciliaanse honingbij resistenter tegen de [[varroamijt]] is vanwege haar warmere broednest (zo&#039;n 2 graden warmer dan andere ondersoorten), haar zwermgedrag en vanwege haar 2-piekse broedritme.<br /> <br /> <br /> Mede vanwege buitenlandse interesse voor de kwaliteiten van de Siciliaanse honingbij werd deze in de 1950-er en 1960-er nog door de Italiaanse imker Mariano Alber geteeld, maar al sinds 1930 werden er ook niet-Siciliaanse koninginnen in Sicilië ingevoerd. Dit gebeurde eerst alleen/vooral in het oosten van Sicilië (in de provincies Catania en Syracuse), maar sinds pakweg 1970 versneld ook in de rest van Sicilië. Veel Siciliaanse imkers stopten toen met de traditionele imkerij in ferulakasten, en vervingen hun Siciliaanse koninginnen door Italiaanse honingbijen, [[carnica]]&#039;s, [[caucasica]]&#039;s of [[buckfast]] omdat deze ondersoorten met hun grotere honingoogsten gemakkelijker commercieel konden worden gehouden.<br /> <br /> De overstap op uitheemse ondersoorten werd vervolgens bevordert doordat de bijenvolken van Siciliaanse imkers die niet met geïmporteerde koninginnen werkten hybridiseerden, agressiever werden, steeds minder op de specifiek Siciliaanse omstandigheden aangepast werden, en een steeds grotere vervuiling van de raat lieten zien waardoor de gevoeligheid voor kwalen toenam. Oftewel: de sterke punten van de Siciliaanse honingbij verdwenen waardoor de overstap naar uitheemse ondersoorten steeds aantrekkelijker werd. In 2002 viel echter op dat met name in het oosten van Sicilië, waar de invloed van uitheemse ondersoorten het grootst is, de meeste bijenvolken stierven.<br /> <br /> <br /> [[image:Goedaardige-Siciliaanse-honingbijen.jpg|thumb|350px|right|Imker Carlo Amodeo controleert een volk met Siciliaanse honingbijen.]]<br /> Al in 1988 bestond de pure Siciliaanse honingbij niet meer. Het is geheel aan de Siciliaanse entomoloog Pietro Genduso (1922- 1999) en vooral diens student Carlo Amodeo te danken dat de Siciliaanse honingbij voor uitsterven is behoed. Pietro Genduso bestudeerde de Siciliaanse honingbij (en diens neergang) met buitengewone belangstelling en hij bracht zijn passie voor deze honingbij over op Carlo Amodeo. Startend in 1988 zocht Carlo Amodeo volken met een hoog percentage Siciliaans &quot;bloed&quot;.&lt;ref&gt;Voor de vaststelling in hoeverre een volk nog Siciliaans was, maakte Carlo Amodeo gebruik van zowel elektroforetische als biometrische analyse van die volken.&lt;/ref&gt;. Uit deze volken wist hij de Siciliaanse honingbij in zijn pure vorm terug te telen, en op nabij gelegen eilanden in zijn pure vorm te behouden.<br /> <br /> <br /> Gelukkig wordt het belang van het voortbestaan van de Siciliaanse honingbij inmiddels in brede kring en ook door de overheid erkend. Op 14 januari 2012 waren zo&#039;n 150 imkers van over hele eiland aanwezig bij de presentatie/start van een 3-jarig project ter herintroductie van de Siciliaanse honingbij op Sicilië. De herintroductie zal starten in het noordwesten van het eiland (in de provincies Palermo, Trapani en Agrigento). Daar is de invloed van uitheemse ondersoorten nog steeds het kleinst.<br /> <br /> Gaandeweg het project hoopt en denkt men aan te tonen dat de ziekteresistentie van de Siciliaanse honingbij ruimschoots opweegt tegen een geringere honingproductie. <br /> <br /> <br /> Onderstaand een filmpje met Carlo Amodeo en de Siciliaanse honingbij.<br /> &lt;VideoFlv&gt;/movies/Siciliaanse-honingbij.flv&lt;/VideoFlv&gt; <br /> <br /> <br /> ==Literatuur==<br /> * A.Schotanus. Over bijensoorten, -rassen, -stammen en lijnen, paragraaf 1.11. Maandblad Vlaamse Imkersbond, 1998, nummer 11.<br /> * De internetsite van de imkerij van Carlo Amodeo: http://www.amodeocarlo.com/index.asp<br /> * Etienne Bruenau. Voyage: Des ruchers anciens - Apis mellifica sicula - Vins, miels enrichis, monofloraux. Abeilles &amp; Cie. nr 114, 2006, blz. 22-28.<br /> <br /> <br /> ==Voetnoten==<br /> &lt;references /&gt;</div> Bart Kimmel https://www.imkerpedia.nl/wiki/index.php?title=Mendel&diff=6986 Mendel 2012-07-08T12:11:58Z <p>Bart Kimmel: </p> <hr /> <div>[[Image:Gregor-Johann-Mendel.jpg|thumb|350px|right|Gregor Johann Mendel.]]<br /> Gregor Johann Mendel (1822-1884) heeft vooral bekendheid gekregen vanwege zijn experimenten met de tuinerwt. Het is veel minder bekend dat hij ook bijen hield en aan rassenteelt deed. Zonder zijn enthousiast voorwerk en zijn erfelijkheidswetten is de moderne bijenteelt ondenkbaar.<br /> <br /> Johann Mendel werd op 22 juli 1822 geboren te Hyncice, in het huidige Tsjechië. hij was de enige zoon van een eenvoudige pachtboer, die als hobby fruitbomen kweekte. Later zal Mendel honderden kruisingen met fruitbomen uitproberen. Op de plaatselijke scholen viel hij op door zijn bijzondere intellectuele begaafdheid en belangstelling voor alles wat met natuur te maken had.<br /> <br /> [[image:Abdij-Brno.JPG|thumb|350px|left|De abdij te Brno. De kloosterkerk stamt nog uit de tijd van Mendel. Sinds 1350 was de abdij een centrum van wetenschap en cultuur. Mendel trof er inspirerende collega´s, een allesomvattende bibliotheek, een botanische tuin, een herbarium en een behoorlijke bijenstand aan. Mendel werd zelf abt van het klooster in 1868. Zijn voorganger maakte hem zijn omvangrijke werk mogelijk en stimuleerde hem. Vanuit rivaliteit en jaloezie zal zijn opvolger al zijn niet gepubliceerde geschriften vernietigen.]]<br /> Een hogere opleiding kon zijn vader echter niet bekostigen en zoals dat ging in die jaren kwam hij op 21 jarige leeftijd als novice terecht in de Thomas Abdij van de paters Augustijnen in het oude Brünn (het tegenwoordige Tsjechische Brno). Mendel was een vroom man en voelde zich snel thuis in het klooster. Na zijn studie theologie wordt hij priester gewijd in 1848 en kiest als kloosternaam: Gregor (Gregorius).<br /> <br /> Na enig pastoraal werk koos Mendel al snel voor het onderwijs en gaf hij wiskunde en natuurwetenschappen op de plaatselijke middelbare school. Hij zakte echter voor zijn leraarsexamen.<br /> <br /> [[image:Pisum-sativum.jpg|thumb|350px|right|van 1854 to 1865 test Mendel 34 varianten van de tuinerwt; deze plant kan uit zichzelf niet kruisbestuiven en is daarom voor hem bijzonder geschikt. Hij ontwikkelt een techniek om de bestuiving te regelen en nu gaat het om duizenden kruisingen per jaar, tien jaar lang; een gigantische klus die uiterste nauwkeurigheid vereist en goede aantekeningen. Pijn in zijn rug en aan zijn ogen houdt hij eraan over, maar hij staat nu wel aan de basis van de genetica.]]<br /> Zijn abt liet hem naar Wenen gaan (1851-1853) waar hij aan de universiteit leerde hoe je experimenten moest opzetten en statistiek en wiskunde kon toepassen. Hij zal dit later bij zijn baanbrekende biologische (botanie en bijenteelt) experimenten gebruiken. Voor zijn examen evenwel zakte hij opnieuw.<br /> <br /> In 1854 is hij terug in Brünn. Wederom als leraar, waar hij bij zijn leerlingen zeer geliefd is. Nu bereidt hij zich voor op de experimenten die hij in zijn hoofd heeft. Opnieuw bereidt hij zich voor op zijn examen in 1856, maar als het moment daar is, stort hij in en meldt zich ziek. Einde leraarsbaan en begin van zijn wetenschappelijk werk.<br /> <br /> Het was Mendel opgevallen dat erwten een klein aantal specifieke eigenschappen vertoonden: <br /> * zaadvorm (glad of gerimpeld)) <br /> * zaadlobkleur (groen of geel) <br /> * zaadhuidkleur <br /> * peulvorm <br /> * peulkleur <br /> * plaats van de peul aan de stengel <br /> * de lengte van de stengel (kort of lang)<br /> [[image:Mendel-en-Nachtschone.jpg|thumb|left|447px|De Nachtschone ontwikkelt vanuit het raszuivere rood en wit een mooie variatie aan kleuren; de bastaard van de twee zuivere kleuren is roze. Mendel ontdekte dat terugkruisen opnieuw het raszuivere rood en wit opleverde, volgens vaste schema´s en wetten. Het roze is geen vermenging van de kleuren rood en wit, zoals men sinds Aristoteles dacht, Darwin incluis, maar het resultaat van dikwijls onzichtbare erffactoren die in onveranderde vorm worden doorgegeven aan het nageslacht. In onze tijd noemen wij die erffactoren genen.]]<br /> Uit kruisingsexperimenten bleek hem er een vaste regelmaat te vinden was in hoe de geselecteerde eigenschappen terug te vinden waren in de nakomelingen. Hij merkte op dat er geen tussenvormen van de geselecteerde eigenschappen ontstonden maar dat er een duidelijk verband bestond tussen de dominante eigenschappen en de recessieve: de wetten van Mendel.<br /> <br /> [[image:Mendel-Pflanzen-hybriden.jpg|thumb|336px|right|Mendel kreeg op eigen verzoek zelf 40 gedrukte exemplaren van zijn &quot;Pflanzen-Hybriden&quot;. Hij stuurde deze naar collega biologen. Hij kreeg er nauwelijks reacties op.]]<br /> In 1865 heeft Mendel zijn eerste onderzoekingen met de tuinerwt afgerond; zij hebben tot opzienbarende conclusies geleid. Op de avonden van 8 februari en 8 mei brengt Mendel verslag uit van zijn onderzoekingen aan de plaatselijke &quot;Vereniging voor Natuuronderzoek, Brünn&quot;. Beleefd, maar met onbegrip werden de uiteenzettingen aangehoord. Statistiek en wiskunde toegepast op de biologie: onzinnig vond men. De lezingen van Mendel werden opgenomen in de &quot;Verhandelingen&quot; van de vereniging; In 1866 gingen afzonderlijk gedrukte exemplaren hiervan naar 133 secretariaten van &quot;Natur Vereine&quot; en naar de grote bibliotheken en universiteiten van West Europa. <br /> <br /> Mendel´s publicatie leverde hem een koele correspondentie op met Nÿgeli, professor Botanie aan de universiteit van München; deze geloofde niet in overerving van constante erffactoren en vond de proefnemingen met de 34 erwtvarianten van Mendel onvoldoende bewijs. Hij ried Mendel aan zijn proeven te herhalen maar nu met het [[Havikskruid]]. Mendel ging erop in en beleefde de teleurstelling van zijn leven: de plant vertoont een afwijkend seksueel gedrag en erft alleen langs de vrouwelijke lijn over. Wat Mendel ook probeerde, hij kreeg met die plant geen bevestiging van zijn wetten. Nÿgeli lachte in zijn vuistje. Mendel liet zich niet ontmoedigen en zocht troost in de fruitteelt, de akkerbouw en de bijenteelt. Nu hij weet, dat combinaties van erffactoren een vaste wetmatigheid volgen, probeert hij tot nieuwe varianten in de soort te komen. Meer dan 500 kruisingen op fruitbomen probeerde hij uit. Maar het is vooral de bijenteelt die hem bijzonder boeit. <br /> <br /> In zijn tijd nam het importeren van vreemde bijenrassen juist een hoge vlucht, en ook Mendel bleef hierin niet achter. Uit heel Duitsland, Italië, Egypte en Amerika haalde hij volken binnen. In 1862 had [[Dzierzon]] met von Siebold de theorie van de Parthenogenese geïntroduceerd op het grote Duitse imkercongres. Mendel was hierdoor uitermate geboeid en verzamelde bewijzen voor die theorie.<br /> <br /> [[image:Mendel-bisschop-wapen.jpg|left|378px|thumb|&#039;&#039;Links&#039;&#039;: Mendel met bisschopskruis. De abt van een Augustijnenklooster was als zodanig ook bisschop. &#039;&#039;Rechts&#039;&#039;: Mendel´s wapenschild als abt/bisschop. De grote hoed met franjes duiden op de kerkvorst; links een lelie, eronder ineengevouwen handen; rechts onder het kruis een ploeg; daaronder Alpha en Omega: Begin en Eind.]]<br /> In 1868, twee jaar na de Pflanzen-Hybriden, sterft de abt van het klooster. De paters kiezen uit hun midden de nieuwe abt. Mendel kwam in aanmerking met nog een collega. Voor Mendel was het duidelijk, dat zijn wetenschappelijke arbeid, als hij abt zou zijn, &quot;op een laag pitje&quot; zou komen. Maar hij was, wat men in Roomse kringen noemt, een &quot;nederig&quot; mens en gehoorzaam. Met algemene stemmen in de tweede ronde ging hij eraan; hij kreeg één stem tegen: zijn eigen!<br /> <br /> De nieuwe functie slokte veel van zijn tijd op, maar had als voordeel dat hij van niemand afhankelijk was wat zijn werk met name in de bijenteelt betrof. De Kerk van Rome begon zich inmiddels tegen allerlei nieuwe inzichten te verzetten. Het boek van Christian Sprenger uit 1793, waarin deze de seksualiteit van bloemen had aangetoond en zijn tweede boek waarin hij op de noodzaak van bijenteelt had gewezen bij deze processen, waren al niet goed gevallen. De verrichtingen van Dzierzon en Mendel, beide toch geestelijken, en daarbovenop nog Darwin met zijn evolutietheorie, haalden teveel overhoop en stuitten op fel verzet. Dzierzon legde hierop in 1869 zijn ambt neer, maar Mendel viel als Augustijner abt niet onder de jurisdictie van Rome en kon in functie gewoon doorgaan en hij had de waarheid lief. <br /> <br /> In 1870 verscheen in de reeds genoemde &quot;Verhandelingen&quot; een uiteenzetting van Mendel´s ervaringen met de Havikskruid-Hybriden. <br /> <br /> In 1871 opent Mendel een nieuwe bijenstand met zo&#039;n 50 volken. In hetzelfde jaar wordt hij vice- president van de &quot;Mÿhrische Bienenzuchtverein&quot;, een vereniging met meer dan 1400 leden, die samen 70.000 bijenvolken hebben. Hier houdt hij voordrachten over zijn teeltproeven. Van deze voordrachten zijn helaas geen schriftelijke verslagen voorhanden.<br /> <br /> Mendel bekleedde de functie van abt 16 jaar lang. In 1883 kreeg hij hartproblemen en functioneerden zijn nieren niet goed meer. Op 6 januari 1884 stierf hij, ook voor zijn tijd veel te jong, in de vroege ochtend, op 62 jarige leeftijd. Volgens tijdgenoten had hij te stevig gerookt met zijn 20 sigaren per dag.<br /> <br /> Na hem werd zijn rivaal van 16 jaar geleden als opvolger benoemd. De eerste daad van de nieuwe abt was het vernietigen van alle geschriften die niet aan publikatie door Mendel waren toegekomen. Was het jaloezie of bekrompen onderdanigheid aan het kerkelijk vermaan?<br /> <br /> [[image:Electrapis.JPG|thumb|425px|right|50 miljoen jaren geleden werd deze &quot;Electrapis&quot; (barnsteenbij) door boomhars ingesloten aan de kust van de Oostzee. In 2006 werd in een mijn in de Hukawng-vallei in Myanmar (Birma) een fossiele bij in barnsteen gevonden die zelfs al 100 miljoen jaar oud was (ze werd de &#039;Melittosphex burmensis&#039; gedoopt). Zij zijn de verre voorouders van onze hommel, honingbij en angelloze bij. Voor Darwin een evolutie op basis van natuurlijke selectie; voor Mendel een soort naast andere soorten met eigen vaste erfeigenschappen. Voor de moderne bioloog mutanten ontstaan bij de chromosoomoverdracht en goed aangeslagen in de natuurlijke omgeving. Zo komen Mendel en Darwin bij elkaar.]]<br /> Onderzoekingen in de bibliotheek van Brünn door Mendel´s biograaf Vitéezslav Orel eind vorige eeuw, brachten belangrijke extra fragmenten aan het licht, die recht doen aan Mendel als een van de grootste biologen.<br /> <br /> <br /> Pas als in 1900, onafhankelijk van elkaar, de Nederlander Hugo de Vries, de Duitser Karl Correns, de Oostenrijker Erich von Tschermark Mendel &quot;herontdekken&quot; wordt de onschatbare betekenis van zijn werk duidelijk.<br /> <br /> Op 1 mei 1918 hield Ludwig Armbruster, bijenprofessor aan de Universiteit in Berlijn, een voordracht op de grote conferentie voor Bijenteeltleraren (lees koninginnentelers) over rassenteelt en alles wat daarmee samenhing. Hij was gepromoveerd op een proefschrift over Chromosoomverhoudingen bij solitaire Apiden; kende als geen ander de erfelijkheidswetten van Mendel, (&quot;de enige echte wetenschapper!&quot;) en diens toepassing ervan op de bijenteelt. De aanwezigheid van de Duitse herontdekker van Mendel´s genetica, Karl Correns, was erbij en maakte de conferentie tot een zeer bijzondere gebeurtenis. Armbruster zelf gaf een verslag uit van het theoretische deel van zijn voordracht&lt;ref&gt;J.van Dyck verzorgde voor internet de volledige (duitse) tekst van het Armbruster verslag uit 1919 met vele verhelderende afbeeldingen: http://perso.fundp.ac.be/~jvandyck/homage/books/armbr/LA1919/part1819de.html#19 &lt;/ref&gt;.<br /> <br /> <br /> Gedurende zijn leven, maar zelfs tot op heden, moet Mendel echter vaak de erkenning missen die hem toekomt. Hier zijn de volgende oorzaken voor te noemen:<br /> # Mendel was een bescheiden en terughoudend mens. In een openbaar optreden kwam hij niet tot zijn recht. Hij heeft derhalve nooit &quot;aan de weg getimmerd&quot;, zoals bijvoorbeeld Dzierzon deed. Toen hij abt was, werd hij overspoeld door administratieve rompslomp en politieke beslommeringen, die hem verhinderden zijn werk af te maken. Zijn vroegtijdige dood en de vernietiging van zijn nog niet gepubliceerde geschriften droegen er ook niet toe bij om het geniale van zijn werk naar buiten te brengen.<br /> # De tijdsgeest had hij tegen. Mendel kende het werk van Darwin. Hij had er enerzijds grote bewondering voor, anderzijds ergerde hem het weinig exacte en het te speculatieve erin. Zijn tijdgenoten echter dweepten met de evolutietheorieën van Darwin en zagen niets in het &quot;monnikenwerk&quot; van Mendel met diens statistische rekenkunst.<br /> # Ideologische weerstanden: Van Kerkelijke zijde was de weerstand tegen alle biologische nieuwlichterij groot. Van die zijde had Mendel slechts antipropaganda te verwachten. Veel erger nog was de ideologische uitsluiting die hem in het hele Oostblok te beurt viel. De infame leider van het Moskou instituut voor genetica, Trofin Lysenco, had zijn biologie aangepast aan het Stalinistisch/ Marxistische wereldbeeld : &quot;De mens wordt niet gemaakt door erfelijke eigenschappen maar door de gemeenschap. Aanpassingen in het sociale bestel zou in één generatie een nieuw type mens creëren.&quot; Openlijk spreken over Mendel eindigde doorgaans in Siberië; zo ging het ook in het communistische Tsjecho-Slowakije, waar de abdij stond. Pas rond 1960 komt hier kentering in.<br /> # De propagandamachine van Nazi-Duitsland besmeurde op indringende wijze Mendel´s reputatie. De erfelijkheidswetten werden weerzinwekkend misbruikt om het &quot;Duitse Ras&quot; door kruisingen te verbeteren en te zuiveren van &quot;vreemd materiaal&quot;; fokprogramma´s en vernietigingskampen, ja zelfs de naam Mengele brachten Mendel in diskrediet. <br /> <br /> <br /> ==Bronnen==<br /> * [http://www.bijenhouden.nl/pagina/kopstukken/mendel.html Hennie Oude Essink. Kopstukken uit de imkerij: Mendel]<br /> * [http://nl.wikipedia.org/wiki/Brno Brno (Duits:Brünn) op Wikipedia]<br /> <br /> <br /> ==Voetnoten==<br /> &lt;references /&gt;</div> Bart Kimmel https://www.imkerpedia.nl/wiki/index.php?title=Geschiedenis_van_de_gemeente_Hoogeveen&diff=6985 Geschiedenis van de gemeente Hoogeveen 2012-07-08T12:10:40Z <p>Bart Kimmel: </p> <hr /> <div>Deze pagina geeft een gedeelte weer over de geschiedenis van Hoogeveen m.b.t. de bijenteelt uit het boek van de heer &#039;&#039;&#039;L.Huizing&#039;&#039;&#039;, &#039;&#039;&#039;dr. J. Wattel&#039;&#039;&#039; e.a. <br /> <br /> &#039;&#039;&#039;&#039;&#039;Uit: Hoogeveen, oorsprong en ontwikkeling 1625-1813.&#039;&#039;&#039;&#039;&#039;<br /> <br /> <br /> <br /> ==Inleiding.== <br /> De ontwikkeling van Hoogeveen stond lange tijd in nauw verband met de turfgraverij. <br /> Het steken van turf is in twee opzichten een nuttige bezigheid: enerzijds produceert men turf voor de energievoorziening, anderzijds maakt men dalgrond vrij, die gebruikt kan worden als cultuurgrond. <br /> <br /> In het zo gevormde cultuurlandschap kunnen nederzettingen ontstaan en zo&#039;n nederzetting is Hoogeveen. <br /> <br /> In 1625 was er alleen nog maar 6200 hectare woest en onbegaanbaar hoogveen, waarin een paar grote meren lagen&#039;; omstreeks 1813 was al meer dan de helft van dit hoogveen afgegraven. <br /> Op het afgegraven deel lag een bloeiende veenkolonie met ongeveer 4500 inwoners. <br /> Dit betekende, dat Hoogeveen de grootste plaats van Drenthe was geworden, waar in de Franse Tijd tien procent van alle Drenten woonden. <br /> De nieuwe nederzetting was Meppel in bevolkingsomvang voorbijgestreefd; Coevorden had het al eerder achter zich gelaten. <br /> Assen was nog maar een onbeduidende vlek, ook al had koning Lodewijk Napoleon het in 1809 tot stad verheven. <br /> <br /> De cijfers bewijzen het: <br /> <br /> Hoogeveen: 4500 inwoners <br /> <br /> Meppel: 3798 inwoners <br /> <br /> Coevorden: 1669 inwoners <br /> <br /> Assen: 621 inwoners <br /> <br /> geheel Drenthe 41154 inwoners <br /> <br /> <br /> De voorspoedige ontwikkeling van Hoogeveen was vooral te danken aan het feit, dat het vanaf haar ontstaan door een vaarwater met de buitenwereld was verbonden. De ligging aan een vaarwater was vroeger voor een nederzetting een voorrecht, waarvan het belang moeilijk kan worden overschat. Het wegtransport was in de periode vôôr 1813 van beperkte betekenis. De meeste Drentse dorpen lagen aan zandwegen, die een groot deel van het jaar moeilijk begaanbaar waren4. In deze dorpen was de verbouw van rogge het belangrijkste middel van bestaan. <br /> Maar Hoogeveen stond door een gekanaliseerd stroompje met Meppel in verbinding.<br /> Vanuit de Hoogeveensche Vaart konden pramen via het Meppelerdiep naar Zwartsluis varen. <br /> Vanaf Zwartsluis voeren grotere pramen over de Zuiderzee naar Amsterdam, waar Hoogeveen een afzetmarkt voor haar producten vond. <br /> De waterweg tussen Hoogeveen en Meppel was speciaal aangelegd voor de afvoer van turf, maar kon ook gebruikt worden voor het vervoer van agrarische producten, zoals honing en boter. <br /> Door de aansluiting op het net van waterwegen verschilde het karakter van de Hoogeveense samenleving sterk van dat van de rest van Drenthe. <br /> Hoe heeft de ontwikkeling van Hoogeveen zich in de periode 1625-1813 voltrokken? <br /> Men kan zich daarvan een beeld vormen, wanneer de bestaanswijze van de verschillende beroepsgroepen bij het onderzoek wordt betrokken. <br /> Het eigen karakter van Hoogeveen blijkt uit de beroepsstructuur. In andere hoofdstukken van dit boek staan de turfgraverij en de turfschipperij centraal.<br /> In deze bijdrage wordt aandacht geschonken aan de agrarische activiteiten van de Hoogeveners. <br /> Ook in dit hoofdstuk treden, naast de boeren, de veenarbeiders en de turfschippers weer voor het voetlicht. <br /> Maar nu valt de nadruk op het agrarische deel van hun bestaanswijze. <br /> Bij de veenarbeiders is dat de verbouw van boekweit op het nog te verturven veen. <br /> Ook turfschippers, kooplui, winkeliers, ambachtslui en andere groepen hadden een aandeel in de agrarische productie. Daarom kunnen we ons niet beperken tot de bestudering van de betrekkelijk kleine groep boeren. <br /> Geen enkele beroepsgroep moet bij voorbaat uitgesloten worden. <br /> Met behulp van bronnen, die veel bevolkingsgegevens bevatten, kan de ontwikkeling van de verschillende beroepsgroepen tussen 1764 en 1813 worden gereconstrueerd. <br /> De bronnen uit de periode 1625-1764 vermelden daarentegen heel wat minder cijfers. <br /> Het zijn meestal processtukken omtrent belastinggeschillen. <br /> Daaruit komt het belang van de verbouw van boekweit op het veen en van de bijenhouderij duidelijk naar voren. <br /> Deze werden uitgeoefend op het veen, voordat de boeren en burgers van Hoogeveen zich op de dalgrond vestigden ten einde zich bezig te houden met landbouw en nijverheid. Om deze volgorde aan te houden zullen we beginnen met de verbouw van boekweit op het veen en de bijenhouderij. <br /> Daarna kunnen we ons bezighouden met de agrarische en ambachtelijke bedrijfsvormen, waarmee de Hoogeveners op het afgegraven gedeelte naar welvaart streefden.<br /> <br /> <br /> ==Boekweit en bijen==<br /> <br /> &#039;&#039;&#039;Verbouw van boekweit op het veen&#039;&#039;&#039;<br /> <br /> Er zijn twee soorten boekweit: veenboekweit en zandboekweit. In 1838 besloeg in Hoogeveen de zandboekweit een oppervlakte van slechts vier hectare, de veenboekweit niet minder dan 246 hectare. In 1811 en 1812 was de totale oppervlakte boekweit 206 hectare. Een onderverdeling werd voor deze jaren niet gegeven, maar waarschijnlijk werd ook toen bijna uitsluitend veenboekweit verbouwd. Dat ligt voor de hand, want voor de verbouw van zandboekweit heeft men zand- of dalgrond nodig. Naarmate in de loop van de tijd meer veen werd weg gegraven, nam de oppervlakte dalgrond toe. Bovendien is voor de verbouw van zandboekweit een kleine hoeveelheid natuurlijke mest nodig. <br /> <br /> In Hoogeveen moest mest dikwijls van elders aangevoerd worden, want op de schrale dalgronden was er altijd gebrek aan. Daardoor was mest duur en werden de dalgronden doorgaans niet ontgonnen. In Hoogeveen lag vóór 1850 de nadruk op het afgraven van veen, en niet op het klaarmaken van cultuurgrond. Geld, verdiend met de productie van turf, werd gebruikt voor het aan snee brengen van volgende stukken veen. Voor ontginning van dalgrond was minder belangstelling. De veenbazen hadden veel belang bij de verbouw van boekweit op het veen, want het was een onmisbaar onderdeel van het verveningsproces. Veen kan op twee manieren worden geëxploiteerd: door de verbouw van veenboekweit en door productie van turf. Het ging de veenbazen eigenlijk alleen om de turf. De bovenste laag van het veen was echter niet of nauwelijks geschikt om tot turf te worden verwerkt. Hoe dieper men graaft in het veen, hoe beter de turf wordt. De bovenlaag moest daarom eerst verwijderd worden, voordat men met de eigenlijke turfgraverij kon beginnen. Dit moest op een zo goedkoop mogelijke manier geschieden, anders zouden de kosten teveel op de winsten van de turfgraverij drukken. Door de verbouw van boekweit op het veen sloeg men echter twee vliegen in éen klap. Het bovenste laagje onnut veen ging eenvoudig in rook en as op bij het veenbranden, dat aan de verbouw van veenboekweit voorafging. Op lange termijn was het afbranden nadelig voor de ontwikkeling van de landbouw, want het kon niet meer gebruikt worden bij het in het cultuur brengen van de dalgrond. Maar het ging de veenbazen in Hoogeveen er voornamelijk om dat het te verturven veen werd blootgelegd. Voor de veenarbeiders was de werkgelegenheid, die de boekweitteelt opleverde, een belangrijk middel om de kosten van levensonderhoud te drukken. Zolang &quot;de lepel nog in de brijpot&quot; met boekweitpap stond, hadden zij minder reden ontevreden te zijn. Dat de lonen in de turfgraverij niet hoger waren, was daardoor wat makkelijker te dragen. Nadat er een zestal jaren boekweit was verbouwd, was de bovenlaag opgebrand. Dan lag het veen gereed om tot turf vergraven te worden. Het was echter ook mogelijk het &quot;uitgeboekweite&quot; veen een lange periode braak te laten liggen, waarna het opnieuw voor de boekweitteelt kon worden gebruikt. De verbouw van boekweit door de veenarbeiders bracht de veenbazen nog een meer direct voordeel op: omdat zij hun veen voor de boekweitverbouw beschikbaar stelden, hadden zij dikwijls recht op een derde of een vierde deel van de opbrengst.<br /> <br /> <br /> &#039;&#039;&#039;Teeltmethode van veenboekweit&#039;&#039;&#039;<br /> <br /> De veencompagnieën getroostten zich veel moeite liefhebbers te vinden voor het verbouwen van boekweit op hun venen. In de notulen van de vergadering van de Compagnie van 5000 Morgen op 6 oktober 1636 kan men lezen hoe een stuk veen in de buurt van Albers Holtien aan de meiers werd uitgegeven. Twee derde van dit veengebied was al voor de boekweitteelt klaargemaakt. Voor het overige deel, dat reeds begreppeld was, moesten de meiers zelf zorgen. Zij konden de compagnie daarvoor geen kosten in rekening brengen. Evenmin kregen zij een vergoeding voor het inzaaien. Het eerste jaar zou de gehele opbrengst aan de meiers ten goede komen, het tweede jaar zouden zij 25% van de opbrengst aan de Hollandse compagnie moeten afstaan, en in de jaren daarna een derde deel. Door op regelmatige afstanden ondiepe greppels te graven werd het te beboekweiten veen aan de oppervlakte drooggelegd. De greppels verdeelden het veen in smalle, regelmatige rechthoeken. Deze percelen werden, om ze droog en brandbaar te maken, eerst oppervlakkig met de hak bewerkt. Daarna volgde het veenbranden. Altijd dreigde er teveel veen in de as te worden gelegd, vooral wanneer er een harde, droge wind waaide. Het vuur kon dan gemakkelijk overslaan op de begroeiing van veen, dat nog niet aan de beurt was. Ook veen, dat al aan snee was, vormde voedsel voor het vuur. Omdat er brandbare objecten genoeg waren (turfbulten, veenketen, enzovoort), kon grote schade worden aangericht. Om dat te voorkomen moesten een paar regels in acht worden genomen. <br /> <br /> Een veenakker moest zo in brand gestoken worden, dat het vuur, om de hele akker af te branden, tegen de wind in moest worstelen. Bovendien mocht de bodem van de greppels, die de veenakkers begrensden, nooit geheel droog zijn. Dit alles vormde echter geen absoluut veilige garantie tegen de risico&#039;s. In 1693 bijvoorbeeld kon dokter Petrus Calkoen het vuur niet onder controle houden. Daardoor werden de turftbulten van Jan en Willem Andries de Vriese door de vlammen verteerd. De schade bedroeg niet minder dan 4000 Caroliguldens. Dergelijke ongelukken werden dikwijls veroorzaakt door het onverwacht draaien van de wind. Dat er toch betrekkelijk weinig grote rampen hebben plaats gehad, is waarschijnlijk te danken aan het feit, dat er in Hoogeveen altijd veel aandacht is besteed aan de voorkoming van brand..<br /> <br /> <br /> &#039;&#039;&#039;Een kwetsbaar gewas&#039;&#039;&#039;<br /> <br /> Jaarlijks werd er ongeveer 200 hectare veen afgebrand voor de boekweitteelt In goede jaren kon van zo&#039;n oppervlakte wel 2800 hectoliter boekweit worden geoogst. De Hoogeveners hadden ieder jaar 1200 hectoliter nodig voor het bereiden van pap en pannenkoeken voor eigen gebruik. Met het overschot werd een groot aantal varkens vetgemest. Dit was natuurlijk van groot belang voor de veenarbeiders, die bijvoorbeeld in 1807 ongeveer 40% van de werkende bevolking van Hoogeveen uitmaakten. Lang niet altijd werd een opbrengst van 14 hectoliter per hectare gehaald. In slechte jaren kon het voorkomen dat de boekweitteelt bijna niets opleverde, zoals in 1812. In het voorjaar regende het onophoudelijk. De bovenlaag van het veen werd daardoor niet voldoende droog, het veenbranden mislukte gedeeltelijk. In het begin van september stond de boekweit er nog redelijk bij, want het weer was in augustus vrij goed geweest. Maar in de loop van september traden enige nachtvorsten op die de boekweit geheel vernielden. De opbrengst beperkte zich tot 1 ,07 hectoliter per hectare. Dientengevolge kwam Hoogeveen in 1812 ongeveer 900 hectoliter boekweit te kort, dat niet van elders kon worden aangevuld. Ook in de wijde omgeving was de boekweitoogst mislukt. <br /> <br /> Daarom werden er in 1812 minder varkens vetgemest dan gewoonlijk. De veenarbeiders trachtten zich met brood en aardappels in leven te houden. Maar de aardappeloogst bleef dat jaar ook flink onder de maat: 45 in plaats van 150 hectoliter per hectare. En het brood was door de voedselschaarste extra duur. Op de invloed van de mislukking van de boekweit zullen wij later terugkomen.<br /> <br /> <br /> &#039;&#039;&#039;Bijenhouderij&#039;&#039;&#039;<br /> <br /> De bijenhouderij was vroeger een belangrijke tak van bedrijvigheid in Hoogeveen. Voor de boekweitteelt was de bijenhouderij onmisbaar. De [[boekweit]] kon immers geen opbrengst leveren, wanneer er geen bijen waren om dit gewas in de bloeitijd te bestuiven. Zo is het te begrijpen dat Hoogeveen als centrum van boekweitcultuur ook een belangrijke plaats voor de bijenhouderij is geweest. De bijen kunnen echter bij boekweit alleen niet leven. Dit gewas staat maar enkele weken per jaar in bloei. De [[heide]] bloeit alleen in augustus en september. De bijen hadden ook planten nodig, die in het voorjaar bloeien, zoals [[klaver]] en [[koolzaad]]. Maar in 1811 werd in Hoogeveen maar twee hectare koolzaad verbouwd, wat voor de bijenhouderij lang niet genoeg was. Blijkbaar werd ook niet voldoende klaver verbouwd, want de iemkers uit Hoogeveen brachten in het voorjaar hun bijen naar de vette klaverweiden in Fries1and. Dit gebeurde met paarden en wagens, waarschijnlijk ook wel met vaartuigen. Er is zelfs sprake van dat bijen over de Zuiderzee naar Holland werden gebracht om daar de klaverweiden te bestuiven. De iemkers waren wel gedwongen in het voorjaar met hun bijen naar Friesland te trekken, anders zouden hun bijen, die de winter overleefd hadden, in het voorjaar van de honger omkomen. Op de klaver werden de bijen weer krachtig en er vormden zich door zwermen nieuwe volken. De bijen verzamelden op de boekweit en op de heide de meeste en beste honing. Daarom brachten de iemkers hun bijen naar Drenthe, zodra de heide en de boekweit hier gingen bloeien. De iemkers waren dus eigenlijk rondtrekkende nomaden, al zullen velen het er thans moeilijk mee hebben bijen als vee te beschouwen.<br /> <br /> <br /> &#039;&#039;&#039;Uitheemse iemkers&#039;&#039;&#039;<br /> <br /> In augustus en september bevonden alle bijen van de iemkers uit Hoogeveen zich op de boekweitakkers en heidevelden in de naaste omgeving. <br /> <br /> Er was voor deze bijen voedsel in overvloed. <br /> <br /> &#039;&#039;&#039;Naam iemker, aantal zwermen , Topjaar&#039;&#039;&#039; <br /> <br /> Hendrik Bosman 50 1764<br /> <br /> Klaas Botter 44 1760 <br /> <br /> Hendrik Jans Bos 42 1761 <br /> <br /> Albert van Laer 38 1769 <br /> <br /> Jan Thomas Smit 37 1761 <br /> <br /> Geert Baker 36 1767 <br /> <br /> Jans Adams 35 1761 <br /> <br /> Berent Jans 34 1764 <br /> <br /> Albert Peggeman 30 1761 <br /> <br /> Klaas Backer 30 1762 <br /> <br /> Reijnder Woeringe 30 1765 <br /> <br /> Wolter Jans 29 1760<br /> <br /> <br /> Een beschrijving over het gemeentewapen van [[Hoogeveen| Hoogeveen]] met daarin een bijenkorf met bijen is ook de ontstaans geschiedenis van Hoogeveen beschreven.</div> Bart Kimmel https://www.imkerpedia.nl/wiki/index.php?title=Drachtplanten&diff=6984 Drachtplanten 2012-07-08T12:08:42Z <p>Bart Kimmel: </p> <hr /> <div>Drachtplanten zijn planten met speciale betekenis voor [[onze honingbij]] omdat ze [[nectar]] en/of pollen (=[[stuifmeel]]) leveren. Let wel, ook een hoge kwaliteit drachtplant levert pas [[dracht]] als er sprake is van een grote hoeveelheid bloemen. [[Speurbijen]] rapporteren kwaliteit alleen als er ook voldoende kwantiteit is.<br /> <br /> In de onderstaande lijst van zo&#039;n 1200 planten is per plant onder andere de [[nectarwaarde]] en de [[pollenwaarde]] te zien (op een schaal van 0 - 5).<br /> <br /> De kolomnamen SB en EB staan respectievelijk voor &#039;&#039;&#039;S&#039;&#039;&#039;tart &#039;&#039;&#039;B&#039;&#039;&#039;loeiperiode en &#039;&#039;&#039;E&#039;&#039;&#039;ind &#039;&#039;&#039;B&#039;&#039;&#039;loeiperiode, waarbij de cijfers in die kolommen verwijzen naar maanden (1 = januari ... 12 = december).<br /> <br /> Als de Latijnse naam van de plant in blauw staat dan kun je daar op klikken voor meer informatie.<br /> <br /> Met behulp van de blokjes naast de kolomnamen kan de lijst op elke &#039;&#039;&#039;andere volgorde&#039;&#039;&#039; worden gezet.<br /> <br /> Met behulp van uw toetsenbord, de toetscombinatie &#039;&#039;&#039;&quot;Ctrl f&quot;&#039;&#039;&#039;&lt;ref&gt;De Ctrl-toets en de f-toets dan wel &#039;&#039;&#039;gelijktijdig&#039;&#039;&#039; indrukken!&lt;/ref&gt;, en het daarna intypen van de door u gezochte plant, is elke in deze lijst opgenomen plant goed te vinden (maar soms duurt het even).<br /> <br /> &lt;center&gt;<br /> &lt;div style=&quot;width:100%; border:1px black solid; padding:2px; font-size:100%; height:350px; overflow:auto; float:left; background-color:Beige; <br /> <br /> display:table-cell; text-align:left;&quot;&gt;<br /> <br /> {| class=&quot;toccolours sortable&quot; border=&quot;1&quot; style=&quot;margin: 1em auto 1em auto&quot; width=&quot;95%&quot; <br /> ! style=&quot;background:#ffdead;&quot; | Latijnse naam<br /> ! style=&quot;background:#ffdead;&quot; | Nederlandse naam<br /> ! style=&quot;background:#ffdead;&quot; | Voorkomen<br /> ! style=&quot;background:#ffdead;&quot; | Stuifmeelkleur<br /> ! style=&quot;background:#ffdead;&quot; | Nectarwaarde<br /> ! style=&quot;background:#ffdead;&quot; | Pollenwaarde<br /> ! style=&quot;background:#ffdead;&quot; | SB<br /> ! style=&quot;background:#ffdead;&quot; | EB<br /> |-<br /> | [[Abelia|Abelia schumannii]] || Abelia || struik || ? || N 3 || P 0 || 8 || 9 <br /> |-<br /> | Abutilon x hybridum || Chinese lantaarn || kuipplant/struik || ? || N 4 || P 0 || 5 || 10 <br /> |-<br /> | [[Acacia]] || Acacia || boom || - || N - || P - || - || - <br /> |-<br /> | Acanthus mollis || Zachte acanthus || vast || ? || N 0 || P 0 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | [[Esdoorn|Acer campestre]] || Spaanse aak / Veldesdoorn || boom/struik || Geel/geelachtig || N 5 || P 5 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | [[Esdoorn|Acer capillipes]] || Slangenesdoorn || boom/struik || Geel/geelachtig || N 5 || P 5 || 5 || 5 <br /> |-<br /> | [[Esdoorn|Acer cappadocicum]] || Colchische esdoorn || boom || Geel/geelachtig || N 5 || P 5 || 5 || 5 <br /> |-<br /> | [[Esdoorn|Acer cissifolium]] || Cissusbladige esdoorn || boom/struik || Geel/geelachtig || N 5 || P 5 || 5 || 5 <br /> |-<br /> | [[Esdoorn|Acer griseum]] || Dwergesdoorn || boom/struik || Geel/geelachtig || N 5 || P 5 || 5 || 5 <br /> |-<br /> | [[Esdoorn|Acer macrophyllum]] || Esdoorn || boom || Geel/geelachtig || N 5 || P 5 || 4 || 4 <br /> |-<br /> | [[Esdoorn|Acer monspessulanum]] || Montpellier esdoorn || boom/struik || Geel/geelachtig || N 5 || P 5 || 4 || 5 <br /> |-<br /> | [[Esdoorn|Acer negundo]] || Vederesdoorn || boom/struik || Geel/geelachtig || N 1 || P 1 || 3 || 4 <br /> |-<br /> | [[Esdoorn|Acer opalus]] || Italiaanse esdoorn || boom || Geel/geelachtig || N 5 || P 5 || 4 || 4 <br /> |-<br /> | [[Esdoorn|Acer palmatum]] || Japanse esdoorn || struik || Geel/geelachtig || N 1 || P 1 || 5 || 5 <br /> |-<br /> | [[Esdoorn|Acer pensylvanicum]] || Esdoorn || struik || Geel/geelachtig || N 5 || P 5 || 5 || 5 <br /> |-<br /> | [[Esdoorn|Acer platanoides]] || Noorse esdoorn || boom || Geel/geelachtig || N 5 || P 5 || 4 || 5 <br /> |-<br /> | [[Esdoorn|Acer pseudoplatanus]] || Gewone esdoorn / Bergesdoorn || boom || Geel/geelachtig || N 5 || P 5 || 4 || 5 <br /> |-<br /> | [[Esdoorn|Acer rubrum]] || Rode esdoorn || boom || Geel/geelachtig || N 5 || P 5 || 3 || 4 <br /> |-<br /> | [[Esdoorn|Acer saccharinum]] || Zilver- of Witte esdoorn || boom || Geel/geelachtig || N 5 || P 5 || 3 || 3 <br /> |-<br /> | [[Esdoorn|Acer saccharum]] || Suikeresdoorn || boom || Geel/geelachtig || N 5 || P 5 || 4 || 4 <br /> |-<br /> | [[Esdoorn|Acer spicatum]] || Esdoorn || struik || Geel/geelachtig || N 5 || P 5 || 6 || 6 <br /> |-<br /> | [[Esdoorn|Acer tataricum subsp.ginnala]] || Esdoorn || struik || Geel/geelachtig || N 5 || P 5 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Achillea filipendulina || Geel duizendblad || vast || ? || N 1 || P 1 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | Achillea millefolium || Gewoon duizendblad || vast || ? || N 1 || P 1 || 6 || 10 <br /> |-<br /> | Achyranthes aspera var. Sicula || Amarant || 1-jarig || ? || N 4 || P 0 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | [[Blauwe monnikskap|Aconitum napellus]] || Blauwe monnikskap || vast || ? || N 0 || P 0 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | Aconitum vulparia || Gele monnikskap || vast || ? || N 1 || P 1 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | Adoxa moschatellina || Muskuskruid || vast || ? || N 1 || P 0 || 4 || 5 <br /> |-<br /> | Adonis aestivalis || Zomeradonis || 1-jarig || ? || N 0 || P 1 || 5 || 7 <br /> |-<br /> | Aegopodium podagraria || Zevenblad || vast || ? || N 3 || P 3 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Aesculus flava || Amerikaanse kastanje || boom || Rood || N 5 || P 5 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Aesculus glabra || Gladde pavia || boom || Rood || N 5 || P 5 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | [[Witte paardenkastanje|Aesculus hippocastanum]] || Witte paardenkastanje || boom || Rood || N 5 || P 5 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Aesculus parviflora || Kleinbloemige kastanje || struik || ? || N 4 || P 4 || 7 || 8 <br /> |-<br /> | [[Rode paardenkastanje|Aesculus x carnea]] || Rode paardenkastanje || boom || Rood || N 5 || P 5 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Agapanthus campanulatus || Agapanthus || kuipplant || ? || N 3 || P 0 || 7 || 8 <br /> |-<br /> | Agastache foeniculum || Dropplant || vast/1-jarig || ? || N 2 || P 2 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Agastache pringlei || Dropplant || vast || ? || N 2 || P 2 || 8 || 10 <br /> |-<br /> | Agastache rugosa || Dropplant || vast || ? || N 2 || P 2 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Agastache scrophulariifolia || Dropplant / Reuzenhyssop || vast || ? || N 3 || P 3 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Ailanthus altissima || Hemelboom || boom || ? || N 5 || P 5 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Ajuga pyrimidalis || Piramidezenegroen || vast || ? || N 1 || P 0 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Ajuga reptans || Kruipend zenegroen || vast || ? || N 3 || P 3 || 4 || 6 <br /> |-<br /> | Alisma lanceolatum || Slanke waterweegbree || water/moeraspl. || ? || N 2 || P 2 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Alisma plantago-aquatica || Grote waterweegbree || water/moeraspl. || ? || N 1 || P 1 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Alliaria petiolata || Look zonder look || 2-jarig || ? || N 3 || P 3 || 4 || 6 <br /> |-<br /> | [[Ui|Allium cepa]] || Ui || bol || ? || N 5 || P 5 || 7 || 8 <br /> |-<br /> | Allium cernuum || Look || bol || ? || N 1 || P 0 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Allium fistulosum || Grof bieslook / Pijplook || bol || ? || N 2 || P 2 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Allium giganteum || Reuzenlook || bol || ? || N 4 || P 4 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Allium molly || Goudvinkje || bol || ? || N 3 || P 3 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Allium oleraceum || Moeslook || bol || ? || N 1 || P 1 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | Allium porrum || Prei || bol || ? || N 3 || P 3 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | Allium schoenoprasum || Bieslook || bol || ? || N 3 || P 0 || 5 || 7 <br /> |-<br /> | Allium scorodoprasum || Slangenlook || bol || ? || N 3 || P 3 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Allium senescens || - || bol || ? || N 5 || P 5 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Allium tuberosum || Chinese bieslook / Knoflookbieslook || bol || ? || N 3 || P 0 || 8 || 9 <br /> |-<br /> | Allium ursinum || Daslook || bol || ? || N 2 || P 2 || 4 || 5 <br /> |-<br /> | Alnus glutinosa || Zwarte els || boom || Geel || N 0 || P 1 || 2 || 3 <br /> |-<br /> | Aloysia triphilla || Citroenverbena || kuip/vast || ? || N 1 || P 0 || 8 || 9 <br /> |-<br /> | Althaea americana || Heemst || vast || purperrood || N 1 || P 1 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Althaea officinalis || Echte heemst || vast || ? || N 3 || P 3 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Althaea rosea || Stokroos || vast || wit/witachtig || N 3 || P 3 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Alyssum montanum || Bergschildzaad || vast || ? || N 1 || P 1 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Alyssum repens || Liggend schildzaad || vast || ? || N 4 || P 4 || 4 || 5 <br /> |-<br /> | [[Krentenboompje|Amelanchier lamarckii]] || Amerikaans krentenboompje || struik || ? || N 2 || P 2 || 4 || 5 <br /> |-<br /> | Ammobium alatum || Ammobium || 1-jarig || ? || N 0 || P 1 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Amni majus || Groot akkerscherm || 1-jarig || ? || N 1 || P 0 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Amni visnaga || Fijn akkerscherm || 1-jarig || ? || N 1 || P 0 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Amorpha fruticosa || Indigobloem || struik || geel || N 3 || P 3 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | Ampelopsis aconitifolia || Wingerd || klimpl.hout || ? || N 3 || P 0 || 8 || 9 <br /> |-<br /> | Amsinckia menziesii || Amsinckia || 1-jarig || ? || N 1 || P 1 || 5 || 7 <br /> |-<br /> | Anchusa arvensis || Kromhals || 1-jarig || ? || N 1 || P 1 || 5 || 10 <br /> |-<br /> | Anchusa azurea || Ossentong || 2-jarig / vast || ? || N 3 || P 3 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Anchusa officinalis || Gewone ossentong || 2-jarig || ? || N 3 || P 3 || 5 || 9 <br /> |-<br /> | Anemone apennina || Blauwe anemoon || vast/knol || ? || N 0 || P 1 || 3 || 4 <br /> |-<br /> | Anemone blanda || Oosterse anemoon || vast/knol || ? || N 0 || P 1 || 3 || 4 <br /> |-<br /> | Anemone coronaria || Tuinanemoon || knol || ? || N 0 || P 1 || 3 || 5 <br /> |-<br /> | Anemone hupensis || Herfstanemoon || knol || geel || N 0 || P 4 || 8 || 10 <br /> |-<br /> | Anemone japonica (hybride) || Japanse anemoon || vast || Geel || N 0 || P 2 || 8 || 10 <br /> |-<br /> | Anemone nemorosa || Bosanemoon || vast || lichtgeel || N 0 || P 2 || 3 || 5 <br /> |-<br /> | Anemone ranunculoides || Gele anemoon || vast || lichtgeel || N 0 || P 1 || 3 || 5 <br /> |-<br /> | Anemone sylvestris || - || vast || ? || N 0 || P 1 || 4 || 5 <br /> |-<br /> | Anethum graveolens || Dille || 1-jarig || ? || N 3 || P 3 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Angelica archangelica || Grote engelwortel || 2-3-jarig || ? || N 3 || P 3 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Angelica sylvestris || Gewone engelwortel || 2-3-jarig || ? || N 3 || P 3 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Anisodontea capensis || Kaapse malva || Kuipplant || wit || N 5 || P 5 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Anoda cristata || Straalvrucht || 1-jarig || ? || N 1 || P 0 || 7 || 10 <br /> |-<br /> | Anthemis tinctoria || Gele kamille || vast || ? || N 1 || P 1 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Anthericum liliago || Grote graslelie || bol || ? || N 3 || P 3 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Anthriscus caucalis || Fijne kervel || 1-jarig || vuilwit-crèmeachtig || N 1 || P 1 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Anthriscus cerefolium || Kervel || 1-jarig || vuilwit-crèmeachtig || N 1 || P 1 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Anthriscus sylvestris || Fluitenkruid || vast || vuilwit-crèmeachtig || N 2 || P 2 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Anthyllis barba-jovis || Witte struikwondklaver || struik || ? || N 1 || P 0 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Anthyllis vulneraria || Wondklaver || vast || ? || N 1 || P 1 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Aquilegia vulgaris || Wilde akelei || vast || ? || N 0 || P 3 || 5 || 7 <br /> |-<br /> | Arabis blepharophylla || Randjesbloem / Rijstebrij || vast || ? || N 1 || P 1 || 3 || 5 <br /> |-<br /> | [[Kaukasische scheefkelk|Arabis caucasica]] || Randjesbloem / Rijstebrij / Kaukasische scheefkelk || vast || geel-groenig || N 3 || P 3 || 3 || 4 <br /> |-<br /> | Arabis hirsuta ssp. hirsuta || Ruige scheefkelk || 2-jarig || ? || N 1 || P 1 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Arabis hirsuta ssp. sagittata || Pijlscheefkelk || 2-jarig || ? || N 1 || P 1 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Arabis procurrens || Arabis || vast || ? || N 3 || P 3 || 2 || 5 <br /> |-<br /> | Aralia california || Aralia || struik || ? || N 1 || P 1 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | Aralia elata (japonica) || Aralia || struik || ? || N 3 || P 3 || 8 || 9 <br /> |-<br /> | Arctium lappa || Grote klit || 2-jarig || ? || N 3 || P 3 || 7 || 8 <br /> |-<br /> | Arctium minus || Gewone klit || 2-jarig || ? || N 3 || P 3 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Arenaria montana || Zandmuur / Bergzandmuur || vast || ? || N 1 || P 0 || 6 || 6 <br /> |-<br /> | Argemone grandiflora || stekelpapaver || 1-jarig || ? || N 3 || P 0 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Armeria maritima || Engels gras || vast || ? || N 1 || P 1 || 5 || 9 <br /> |-<br /> | Arnebia pulchra || Profetenbloem || vast || ? || N 1 || P 0 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | Arnica montana || Valkruid || vast || ? || N 1 || P 0 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Artemisia dracunculus || Dragon || vast || ? || N 0 || P 1 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Aruncus dioicus || Geitenbaard || vast || witachtig || N 5 || P 5 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Asclepias curassavica || Rode zijdeplant || vast || ? || N 3 || P 3 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Asclepias incarnata || Zijdeplant || vast || ? || N 3 || P 0 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Asclepias rubra || Rode zijdeplant || vast || ? || N 3 || P 0 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Asclepias syriaca || Zijdeplant || vast || ? || N 3 || P 0 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | Asclepias tuberosa || Knolzijdeplant || vast || ? || N 3 || P 0 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | [[Asperge|Asparagus officinalis ssp. officinalis]] || Tuinasperge / Asperge || vast || oranje || N 4 || P 4 || 5 || 7 <br /> |-<br /> | [[Asperge|Asparagus officinalis ssp. prostratus]] || Liggende asperge || vast || oranje || N 3 || P 3 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Asphodeline lutea || Gele affodil || vast || ? || N 1 || P 0 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | [[Aster|Aster ageratoides]] || Herfstaster || vast || ? || N 5 || P 5 || 8 || 10<br /> |-<br /> | [[Aster|Aster amellus]] || Bergaster / Italiaanse aster|| vast || ? || N 3 || P 3 || 7 || 10<br /> |-<br /> | [[Aster|Aster azureus]] || Hemelaster || vast || geel.geel-oranje || N 2 || P 2 || 7 || 10<br /> |-<br /> | [[Aster|Aster lanceolatus]] || Smalle aster || vast || ? || N 3 || P 3 || 8 || 10<br /> |-<br /> | [[Aster|Aster sedifolius]] || Aster || vast || geel.geel-oranje || N 2 || P 2 || 8 || 9<br /> |-<br /> | [[Aster|Aster shortii]] || Aster / Short&#039;s aster || vast || geel.geel-oranje || N 2 || P 2 || 9 || 10<br /> |-<br /> | [[Aster|Aster tradescantii]] || Kleine aster || vast || geel.geel-oranje || N 2 || P 2 || 8 || 10<br /> |-<br /> | [[Zulte|Aster tripolium]] || Zulte || 2-jarig / vast || oranjegeel || N 5 || P 5 || 6 || 9<br /> |-<br /> | Astilbe chinensis (var. Pumila) || Astilbe / Pluimspirea || vast || roze || N 2 || P 2 || 7 || 10 <br /> |-<br /> | Astilbe japonica || Astilbe / Pluimspirea || vast || ? || N 2 || P 2 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Astilbe rivularis || - || vast || ? || N 2 || P 2 || 7 || 7 <br /> |-<br /> | [[Zeeuws knoopje|Astrantia major]] || Zeeuws knoopje / Groot sterrenscherm || vast || ? || N 2 || P 2 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Atropa bella-donna || Wolfskers || vast || ? || N 1 || P 0 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | Aubrietia deltoidea || Aubrietia || vast || ? || N 3 || P 0 || 4 || 6 <br /> |-<br /> | Aucuba japonica || Aucuba || struik || ? || N 1 || P 1 || 4 || 4 <br /> |-<br /> | Ballota nigra ssp. foetida || Stinkende ballote || vast || ? || N 3 || P 3 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Baptisia australis || Wilde indigo / Valse indigo / Indigolupine || vast || ? || N 3 || P 3 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Barbarea vulgaris || Gewoon barbarakruid || 2-jarig || ? || N 1 || P 1 || 4 || 6 <br /> |-<br /> | Begonia semperflorens hybr. || Begonia || 1-jarig || geel || N 3 || P 3 || 5 || 9 <br /> |-<br /> | [[Madeliefje|Bellis perennis]] || Madeliefje || vast || ? || N 1 || P 1 || 4 || 9 <br /> |-<br /> | [[Berberis|Berberis aquifolium / Mahonia aquifolium]] || Mahonie || struik || citroengeel || N 5 || P 5 || 4 || 5 <br /> |-<br /> | [[Berberis|Berberis bealei / Mahonia bealei]] || Mahonie|| struik || citroengeel || N 4 || P 4 || 3 || 4 <br /> |-<br /> | [[Berberis|Berberis japonica / Mahonia japonica]] || Mahonie|| struik || citroengeel || N 4 || P 4 || 1 || 4 <br /> |-<br /> | [[Berberis|Berberis julianae]] || Zuurbes || struik || ? || N 5 || P 5 || 5 || 5 <br /> |-<br /> | [[Berberis|Berberis thunbergii]] || Zuurbes || struik || ? || N 5 || P 5 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | [[Berberis|Berberis vulgaris]] || Zuurbes || struik || ? || N 5 || P 5 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Bergenia cordifolia || Schoenlappersplant || vast || ? || N 3 || P 3 || 4 || 5 <br /> |-<br /> | Bergenia purpurascens || Schoenlappersplant || vast || ? || N 3 || P 3 || 4 || 5 <br /> |-<br /> | Berteroa incana || Grijskruid || 1-jarig || ? || N 3 || P 3 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Betula pendula || Ruwe berk || boom || geel || N 0 || P 1 || 4 || 5 <br /> |-<br /> | Bidens aurea || Tandzaad || 1-jarig || ? || N 3 || P 3 || 8 || 9 <br /> |-<br /> | Bidens ferulifolia || Eenjarig tandzaad || 1-jarig || ? || N 3 || P 3 || 6 || 10 <br /> |-<br /> | Bidens pilosa || Tandzaad || 1-jarig || ? || N 2 || P 2 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Boisduvalia densiflora || - || 1-jarig || ? || N 1 || P 1 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | [[Bernagie|Borago officinalis]] || Bernagie / Komkommerkruid || 1-jarig || lichtgeel / witachtig || N 5 || P 5 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Borago pygmaea || Kleine Bernagie || 1-jarig / vast|| ? || N 3 || P 3 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Brachyscome iberidifolia || Brachyscome || 1-jarig || ? || N 1 || P 1 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Brassica napus ssp.oleofera || Nootzoetraapzaad || 1-jarig || ? || N 5 || P 5 || 5 || 10 <br /> |-<br /> | [[Koolzaad|Brassica napus]] || Koolzaad || 2-jarig || Geel || N 5 || P 5 || 4 || 8 <br /> |-<br /> | [[Zwarte mosterd|Brassica nigra]] || Zwarte mosterd || 1-jarig || Geel || N 5 || P 5 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Brassica oleracea || Kool || 1-jarig || Geel || N 5 || P 5 || 5 || 9 <br /> |-<br /> | [[Raapzaad|Brassica rapa]] || Raapzaad || 2-jarig || Geel || N 5 || P 5 || 4 || 8 <br /> |-<br /> | Brugmansia arborea || Engelentrompet || kuipplant || ? || N 0 || P 1 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Brunnera macrophylla || Brunerra || vast || ? || N 3 || P 0 || 4 || 5 <br /> |-<br /> | Bryonia dioica (Bryonia cretica) || Heggenrank || vast/klimplant || Oranjegeel || N 3 || P 3 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Buddleja albiflora || Vlinderstruik / Herfstsering || struik || ? || N 1 || P 0 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Buddleja alternifolia || Vlinderstruik / Herfstsering || struik || ? || N 3 || P 0 || 6 || 6 <br /> |-<br /> | Buddleja crispa || Vlinderstruik / Herfstsering || struik || ? || N 1 || P 0 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Buddleja davidii || Vlinderstruik / Herfstsering || struik || ? || N 2 || P 0 || 7 || 10 <br /> |-<br /> | Buddleja globosa || Vlinderstruik / Herfstsering || struik || ? || N 5 || P 0 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Buddleja x weyeriana || Vlinderstruik / Herfstsering || struik || ? || N 3 || P 0 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Bunias orientalis || Grote hardvrucht || 2-jarig || ? || N 1 || P 1 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Buphthalmum salicifolium || Koeieoog || vast || ? || N 3 || P 3 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Butomus umbellatus || Zwanenbloem || water-/moerasplant || Geel-oranje || N 3 || P 3 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Buxus sempervirens || Palmboompje / buksboom || struik || Geel || N 5 || P 5 || 3 || 4 <br /> |-<br /> | Caiophora lateritea || - || vast/1-jarig || ? || N 3 || P 0 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Cakile maritima || Zeeraket || 1-jarig || ? || N 1 || P 1 || 6 || 10 <br /> |-<br /> | Calendula officinalis || Goudsbloem / Tuingoudsbloem || 1-jarig || oranje || N 3 || P 3 || 5 || 10 <br /> |-<br /> | Callicarpa bodinieri || Bezemstruik || struik || ? || N 4 || P 4 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Callicarpa japonica || Bezemstruik || struik || ? || N 4 || P 4 || 7 || 7 <br /> |-<br /> | [[Aster|Callistephus chinensis]] || Zomeraster / Reinmargriet / Chinese aster || 1-jarig || geel || N 3 || P 3 || 7 || 8 <br /> |-<br /> | [[Heide|Calluna vulgaris]] || Struikheide / Bezemheide || dwergstruik || Grijsbruin || N 5 || P 5 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Caltha palustris ssp. araneosa || Spindotterbloem || vast/moeras || ? || N 3 || P 3 || 4 || 5 <br /> |-<br /> | Caltha palustris ssp. palustris || Gewone dotterbloem || vast || ? || N 3 || P 3 || 4 || 5 <br /> |-<br /> | Camelina sativa || Huttentut || 1-jarig || ? || N 5 || P 0 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | [[Klokje|Campanula carpatica]] || Karpatenklokje || vast || wit/witachtig || N 3 || P 3 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | [[Klokje|Campanula cochleariifolia]] || Zodeklokje || vast || wit/witachtig || N 3 || P 3 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | [[Klokje|Campanula fenestrellata]] || - || vast || lichtblauw || N 1 || P 1 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | [[Klokje|Campanula glomerata]] || Kluwenklokje || vast || wit/witachtig || N 3 || P 3 || 6 || 10 <br /> |-<br /> | [[Klokje|Campanula lactiflora]] || Celtisbladklokje || vast || wit/witachtig || N 3 || P 3 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | [[Klokje|Campanula latifolia]] || Breedbladig klokje || vast || wit/witachtig || N 3 || P 3 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | [[Klokje|Campanula media]] || Mariëtteklokje || 2-jarig || lichtgeel || N 3 || P 3 || 5 || 7 <br /> |-<br /> | [[Klokje|Campanula patula]] || Weideklokje || vast || wit/witachtig || N 3 || P 3 || 5 || 7 <br /> |-<br /> | [[Klokje|Campanula persicifolia]] || Prachtklokje || vast || wit/witachtig || N 3 || P 3 || 5 || 8 <br /> |-<br /> | [[Klokje|Campanula portenschlagiana]] || Klokje || vast || wit/witachtig || N 3 || P 3 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | [[Klokje|Campanula poscharskyana]] || Kruipklokje / Servisch klokje / Poscharsky&#039;s klokje || vast || wit/witachtig || N 3 || P 3 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | [[Klokje|Campanula rapunculoides]] || Akkerklokje || vast || wit/witachtig || N 3 || P 3 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | [[Klokje|Campanula rapunculus]] || Rapunzelklokje || 2-jarig || wit/witachtig || N 3 || P 3 || 5 || 9 <br /> |-<br /> | [[Klokje|Campanula rotundifolia]] || Grasklokje || vast || wit/witachtig || N 3 || P 3 || 6 || 10 <br /> |-<br /> | [[Klokje|Campanula trachelium]] || Ruig klokje || vast || wit/witachtig || N 4 || P 4 || 7 || 8 <br /> |-<br /> | Campsis radicans || Trompetbloem || klimplant || ? || N 3 || P 3 || 7 || 8 <br /> |-<br /> | Campsis tagliabuana || Trompetbloem (cultivar) || klimplant || ? || N 3 || P 3 || 7 || 8 <br /> |-<br /> | Canna indica (hybride) || Bloemriet || vast || ? || N 1 || P 0 || 6 || 10 <br /> |-<br /> | Cannabis sativa || Hennep || 1-jarig || ? || N 0 || P 1 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Capsella bursa-pastoris || Gewoon herderstasje || 1-jarig || ? || N 3 || P 3 || 3 || 12<br /> |-<br /> | [[Erwtenstruik|Caragana arborescens]] || Erwtenstruik || struik || ? || N 3 || P 0 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Cardamine flexuosa || Bosveldkers || 1-jarig || ? || N 1 || P 1 || 4 || 8 <br /> |-<br /> | Cardamine pratensis || Pinksterbloem || vast || ? || N 3 || P 3 || 4 || 6 <br /> |-<br /> | Carduus acanthoides || Langstekelige distel || 2-jarig || ? || N 3 || P 3 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Carduus crispus || Kruldistel || 2-jarig || ? || N 3 || P 3 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Carduus nutans || Knikkende distel || 2-jarig || ? || N 1 || P 0 || 7 || 8 <br /> |-<br /> | Carlina acaulis || Driedistel / Zilverdistel || vast || ? || N 1 || P 0 || 7 || 10 <br /> |-<br /> | Carum carvi || Karwij || 2-jarig || ? || N 5 || P 5 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Carthamus tinctorius || Saffloer || 1-jarig || ? || N 1 || P 1 || 7 || 8 <br /> |-<br /> | [[Blauwbaard|Caryopteris clandonensis]] || Blauwbaard / Blauwe spirea || struik || ? || N 5 || P 0 || 9 || 10<br /> |-<br /> | [[Blauwbaard|Caryopteris incana]] || Blauwbaard / Blauwe spirea || struik || ? || N 5 || P 0 || 8 || 9<br /> |-<br /> | [[Tamme kastanje|Castanea sativa]] || Tamme kastanje || boom || Geelachtig || N 5 || P 5 || 6 || 6 <br /> |-<br /> | Catalpa bignonioides || Trompetboom || boom || wit || N 0 || P 3 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Ceanothus americanus || Amerikaanse sering || struik || ? || N 4 || P 0 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Ceanothus caeruleus || - || struik || ? || N 4 || P 0 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Ceanothus thyrsiflorus cv. Repens || Kruipende herfstsering || struik/dwergstr. || ? || N 5 || P 0 || 4 || 8 <br /> |-<br /> | Ceanothus x delilianus || - || struik || ? || N 4 || P 0 || 8 || 9 <br /> |-<br /> | Ceanothus x pallidus || - || struik || ? || N 4 || P 0 || 8 || 9 <br /> |-<br /> | Celastrus orbiculatus || Boomwurger || klimplant || ? || N 4 || P 4 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Celastrus scandens || Boomwurger || klimplant || ? || N 4 || P 4 || 4 || 5 <br /> |-<br /> | Centaurea cyanus || Korenbloem || 1-jarig || Wit || N 5 || P 5 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | Centaurea dealbata || Perzische korenbloem || vast || ? || N 1 || P 0 || 7 || 8 <br /> |-<br /> | Centaurea jacea || Gewoon Knoopkruid || vast || Grijsachtigwit || N 3 || P 3 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Centaurea montana || Bergcentaurie || vast || ? || N 3 || P 3 || 5 || 9 <br /> |-<br /> | Centaurea pulcherrima || ? || 1-jarig || ? || N 1 || P 0 || 7 || 8 <br /> |-<br /> | Centaurea scabiosa || Grote centaurie || vast || wit || N 3 || P 3 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | Cephalanthus occidentalis || Kogelbloem || struik || ? || N 4 || P 0 || 7 || 8 <br /> |-<br /> | Cephalaria gigantea || Reuzenscabiosa || vast || ? || N 4 || P 0 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Ceratocapnos claviculata / Corydalis claviculata || Rankende helmbloem || 1-jarig || ? || N 1 || P 1 || 5 || 10 <br /> |-<br /> | Cercis canadensis || Amerikaanse judasboom || struik/boom || ? || N 4 || P 0 || 4 || 5 <br /> |-<br /> | Cercis siliquastrum || Judasboom || struik || ? || N 3 || P 0 || 4 || 5 <br /> |-<br /> | Cestrum elegans || Cestrum || kuipplant || ? || N 1 || P 0 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | Chaenomeles japonica || Japanse sierkwee / dwergkwee / Japanse kweepeer || struik || ? || N 5 || P 5 || 3 || 4 <br /> |-<br /> | Chaenorhinum minus || Kleine leeuwenbek || 1-jarig || ? || N 1 || P 0 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Chaenorhinum origanifolium || marjoleinbekje || vast || ? || N 1 || P 0 || 5 || 8 <br /> |-<br /> | Chaerophyllum bulbosum || Knolribzaad || 2-jarig || ? || N 1 || P 1 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Chaerophyllum temulum || Dolle kervel || 2-jarig || ? || N 1 || P 1 || 5 || 8 <br /> |-<br /> | [[Wilgenroosje|Chamerion angustifolium]] || Wilgenroosje || vast || Blauwgrijs || N 5 || P 5 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | [[Stinkende gouwe|Chelidonium majus]] || Stinkende gouwe || 2-jarig || geel || N 0 || P 3 || 5 || 10 <br /> |-<br /> | Chelone obliqua || (Rode) Schildpadbloem || vast || ? || N 0 || P 1 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Choisya ternata || Mexicaanse oranjebloesem || kuipplant || ? || N 1 || P 1 || 5 || 9 <br /> |-<br /> | Chrysanthemum carinatum || Bonte ganzebloem || 1-jarig || ? || N 1 || P 1 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | Chrysanthemum segetum || Gele ganzebloem || 1-jarig || geel || N 3 || P 3 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Chrysogonum virginianum || Gouden ster || vast || ? || N 0 || P 1 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Chrysopsis mariana || Gouden aster || vast || ? || N 1 || P 1 || 7 || 8 <br /> |-<br /> | Cichorium endivia || Andijvie || 1-jarig || ? || N 1 || P 1 || 7 || 8 <br /> |-<br /> | Cichorium intybus || Wilde cichorei || vast || Wit || N 3 || P 3 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Cimicifuga racemosa || Zilverkaars || vast || ? || N 0 || P 3 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Circaea lutetiana || Groot heksenkruid || vast || ? || N 1 || P 1 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | [[Akkerdistel|Cirsium arvense]] || Akkerdistel || vast || wit || N 5 || P 5 || 6 || 9<br /> |-<br /> | Cirsium dissectum || Spaanse ruiter || vast || ? || N 1 || P 1 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Cirsium oleraceum || Moesdistel || vast || ? || N 1 || P 1 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Cirsium palustre || Kale jonker || 2-jarig || ? || N 3 || P 3 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Cirsium rivulare || Oeverdistel || vast || ? || N 0 || P 0 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Cirsium vulgare || Speerdistel || 2-jarig || ? || N 1 || P 1 || 7 || 8 <br /> |-<br /> | Cistus albidus || Cistusroos / rotsroos || struik || ? || N 0 || P 4 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Cistus incanus || Cistusroos / rotsroos || struik || ? || N 0 || P 1 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | Cistus psilosepalus || Cistusroos / rotsroos || struik || oranjegeel || N 0 || P 4 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | Citrus sinensis || Citroen || struik || ? || N 3 || P 0 || 4 || 5 <br /> |-<br /> | Cladastris kentukea / Cladastris lutea || Geelhout || boom || ? || N 3 || P 0 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Claucium flavum || Hoornpapaver || 1-jarig/vast || ? || N 0 || P 1 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | Clarkia amoena || Zomerazalia || 1-jarig || ? || N 1 || P 1 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | Claytonia siberica || Roze winterpostelein || 1-jarig || ? || N 2 || P 2 || 5 || 8 <br /> |-<br /> | Cleome spinosa || Kattensnor || 1-jarig || ? || N 1 || P 1 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Clematis alpina || - || klimpl.(hout.) || ? || N 0 || P 1 || 4 || 6 <br /> |-<br /> | Clematis integrifolia || - || vast || ? || N 0 || P 4 || 7 || 8 <br /> |-<br /> | Clematis montana || - || klimpl.(hout.) || ? || N 0 || P 1 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Clematis recta || - || vast || ? || N 0 || P 1 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | Clematis tangutica || - || klimpl.(hout.) || ? || N 0 || P 1 || 8 || 9 <br /> |-<br /> | Clematis vitalba || Bosrank || klimpl.hout. || wit || N 0 || P 3 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | Clematis x jouiniana || - || klimpl.hout. || ? || N 0 || P 1 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Clethra alnifolia || Schijnels || struik || ? || N 2 || P 0 || 8 || 9 <br /> |-<br /> | Clethra monostachya || Schijnels || struik || ? || N 2 || P 0 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Clinopodium acinos || Kleine steentijm || 1-jarig || ? || N 1 || P 1 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Clinopodium calamintha || Kleine bergsteentijm || vast || ? || N 4 || P 4 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Clinopodium vulgare || Borstelkrans || vast || ? || N 3 || P 3 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Cochlearia officinalis ssp. off || Echt lepelblad || 2-jarig || ? || N 3 || P 3 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Codonopsis ovata || - || vast || ? || N 5 || P 0 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | [[Muurbloemmosterd|Coincya monensis ssp. recurvata]] || Muurbloemmosterd || 2-jarig || ? || N 3 || P 3 || 6 || 10 <br /> |-<br /> | Colchicum autumnale || Herfsttijloos || knol || ? || N 3 || P 3 || 9 || 10 <br /> |-<br /> | Collinsia grandiflora || - || vast || ? || N 1 || P 1 || 5 || 9 <br /> |-<br /> | Colutea arborescens || Europese blazenstruik || struik || ? || N 3 || P 3 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Commelina coelestis / Commelina tuberosa || Kleinbloemige eendagsbloem / Spinkruid || vast / knol || ? || N 1 || P 1 || 7 || 10 <br /> |-<br /> | [[Coniferen|Coniferae]] || Coniferen || divers || ? || divers || divers || - || - <br /> |-<br /> | Consolida ajacis || Valse ridderspoor || 1-jarig || ? || N 1 || P 0 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | Consolida regalis || Wilde riderspoor || 1-jarig || ? || N 1 || P 0 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | Convallaria majalis || Lelietje-van-dalen || vast || ? || N 2 || P 2 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Convolvulus arvensis || Akkerwinde || vast || wit || N 3 || P 3 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Convolvus sepium (Calystegia sepium) || Haagwinde || vast || wit || N 3 || P 3 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Convolvus soldanella (Calystegia soldanella) || Zeewinde || vast || ? || N 1 || P 1 || 5 || 8 <br /> |-<br /> | Coreopsis grandiflora || Meisjesogen || vast || ? || N 3 || P 3 || 7 || 8 <br /> |-<br /> | Coreopsis lanceolata || Meisjesogen || vast || ? || N 3 || P 3 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | Coreopsis verticillata || Meisjesogen || vast || ? || N 3 || P 3 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Cornus alba || Witte kornoelje || struik || Geel || N 1 || P 1 || 4 || 5 <br /> |-<br /> | Cornus controversa || Reuzenkornoelje || struik || Vuilgeel || N 5 || P 5 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Cornus mas || Gele kornoelje || boom/struik || Geel || N 4 || P 4 || 2 || 3 <br /> |-<br /> | Cornus sanguinea || Rode kornoelje || struik || Geel || N 1 || P 1 || 6 || 6 <br /> |-<br /> | Corydalis cava || Holwortel || bol/knol || ? || N 1 || P 1 || 3 || 5 <br /> |-<br /> | Corydalis solida || Vingerhelmbloem || bol/knol || ? || N 2 || P 2 || 3 || 4 <br /> |-<br /> | [[Schijnhazelaar|Corylopsis pauciflora]] || Schijnhazelaar || struik || ? || N 3 || P 0 || 2 || 4 <br /> |-<br /> | [[Schijnhazelaar|Corylopsis sinensis]] || Schijnhazelaar || struik || ? || N 3 || P 0 || 3 || 4 <br /> |-<br /> | [[Schijnhazelaar|Corylopsis spicata]] || Schijnhazelaar || struik || ? || N 3 || P 0 || 3 || 3 <br /> |-<br /> | [[Hazelaar|Corylus avellana]] || Hazelaar || struik || groengeel || N 0 || P 1 || 1 || 3 <br /> |-<br /> | Cosmos bipinnatus || Cosmea || 1-jarig || Geel || N 5 || P 5 || 7 || 10 <br /> |-<br /> | Cosmos sulphureus || Cosmea || 1-jarig || ? || N 3 || P 3 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Cotinus coggygria || Puikenboom || struik || ? || N 4 || P 4 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | [[Dwergmispel|Cotoneaster congestus]] || Dwergmispel || struik || ? || N 4 || P 4 || 9 || 10 <br /> |-<br /> | [[Dwergmispel|Cotoneaster franchetii]] || Dwergmispel || struik || ? || N 1 || P 1 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | [[Dwergmispel|Cotoneaster frigidus]] || Dwergmispel || struik || ? || N 5 || P 5 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | [[Dwergmispel|Cotoneaster horizontalis]] || Vlakke dwergmispel || struik || ? || N 5 || P 5 || 5 || 7 <br /> |-<br /> | [[Dwergmispel|Cotoneaster lacteus]] || Dwergmispel || struik || ? || N 5 || P 5 || 7 || 7 <br /> |-<br /> | [[Dwergmispel|Cotoneaster salicifolius]] || Dwergmispel || struik || ? || N 4 || P 4 || 6 || 6 <br /> |-<br /> | Crambe cordifolia || Hartbladige zeekool || vast || ? || N 3 || P 3 || 5 || 7 <br /> |-<br /> | Crambe maritima || Zeekool || vast || ? || N 3 || P 3 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Crataegus crus-galli || Hanenspoormeidoorn || boom || ? || N 1 || P 1 || 5 || 5 <br /> |-<br /> | Crataegus laciniata || Veerbladige meidoorn || struik || ? || N 1 || P 1 || 5 || 5 <br /> |-<br /> | Crataegus laevigata || Tweestijlige meidoorn || struik || ? || N 1 || P 1 || 5 || 5 <br /> |-<br /> | Crataegus monogyna || Eenstijlige meidoorn || struik/boom || ? || N 1 || P 1 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Crataegus pinnatifida || Meidoorn || boom || ? || N 1 || P 1 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Crepis biennis || Groot streepzaad || 2-jarig || Geelachtig || N 0 || P 2 || 5 || 8 <br /> |-<br /> | Crepis capillaris || Klein streepzaad || 1-jarig || Geelachtig || N 0 || P 3 || 6 || 11 <br /> |-<br /> | Crepis paludosa || Moerasstreepzaad || vast || Oranje || N 0 || P 1 || 6 || 6 <br /> |-<br /> | Crepis tectorum || Smal streepzaad || vast || Geelachtig || N 0 || P 1 || 5 || 10 <br /> |-<br /> | Crepis vesicaria ssp. taraxacifol. || Paardebloemstreepzaad || vast || Geelachtig || N 0 || P 1 || 5 || 8 <br /> |-<br /> | [[Krokus|Crocus biflorus]] || Krokus || bol.knol || hel oranje || N 5 || P 5 || 2 || 3 <br /> |-<br /> | [[Krokus|Crocus flavus (Crocus x stellaris)]] || Gele krokus || bol.knol || hel oranje || N 5 || P 5 || 2 || 4<br /> |-<br /> | [[Krokus|Crocus kolschyanus]] || Najaarskrokus || bol.knol || hel oranje || N 5 || P 5 || 9 || 10 <br /> |-<br /> | [[Krokus|Crocus sieberi]] || Krokus || bol.knol || hel oranje || N 5 || P 5 || 3 || 4 <br /> |-<br /> | [[Krokus|Crocus tommasinianus]] || Boerenkrokus || bol.knol || hel oranje || N 5 || P 5 || 2 || 3 <br /> |-<br /> | [[Krokus|Crocus vernus]] || Bonte krokus || bol.knol || hel oranje || N 5 || P 5 || 2 || 4 <br /> |-<br /> | Cucumis sativus || Komkommer || 1-jarig || ? || N 5 || P 5 || 5 || 9 <br /> |-<br /> | Cucurbita melo || Meloen || 1-jarig || ? || N 3 || P 3 || 5 || 9 <br /> |-<br /> | Cuphea hyssopifolia || Mexicaanse heide || dwergstruik || ? || N 5 || P 0 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Cuphea ignea || Lucifersplant || dwergstruik || ? || N 1 || P 1 || 8 || 10 <br /> |-<br /> | Cuphea lanceolata || Cuphea || dwergstruik || ? || N 4 || P 0 || 7 || 10 <br /> |-<br /> | Cuphea llavea || Cuphea || dwergstruik || ? || N 4 || P 0 || 8 || 10 <br /> |-<br /> | Cydonia oblonga || Kwee / Kweepeer || boom || ? || N 3 || P 0 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Cymbalaria muralis || Muurleeuwenbek || vast || ? || N 1 || P 0 || 5 || 9 <br /> |-<br /> | Cynara cardunculus || Kardoen || vast || wit || N 3 || P 3 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Cynoglossum amabile || Chinees vergeet-mij-nietje || 1-2-jarig || ? || N 3 || P 3 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Cynoglossum officinale || Veldhondstong || 2-jarig || ? || N 3 || P 3 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | [[Brem|Cytisus praecox]] || Brem / Geitenklaver || struik || Oranjeachtig || N 0 || P 5 || 4 || 5 <br /> |-<br /> | [[Brem|Cytisus scoparius]] || Gewone brem / Bezembrem || struik || Oranjeachtig || N 0 || P 5 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Dactylorhiza incarnata || Vleeskleurige orchis || vast || ? || N 1 || P 1 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Dactylorhiza majalis ssp. praetermissa || Rietorchis || vast || ? || N 1 || P 1 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Dactylorhiza majalis ssp. majalis || Brede orchis || vast || ? || N 1 || P 1 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Dahlia || Dahlia || Knol || geel/Oranjeachtig || N 5 || P 5 || 7 || 10 <br /> |-<br /> | Daphne mezereum || Rood peperboompje || dwergstruik || ? || N 1 || P 0 || 2 || 4 <br /> |-<br /> | Daucus carota || Peen || 2-jarig || ? || N 4 || P 4 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Deutzia gracilis || Bruidsbloem || struik || ? || N 4 || P 4 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Deutzia x rosea || Bruidsbloem || struik || ? || N 4 || P 4 || 6 || 6 <br /> |-<br /> | Dianthus barbatus || Duizendschoon || vast/kortlevend || ? || N 1 || P 1 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | Dianthus plumarius || Grasanjer || vast || ? || N 1 || P 1 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | Dicranostigma leptopodum || Drakenbloem || 1-jarig || ? || N 1 || P 1 || 7 || 8 <br /> |-<br /> | Diervilla sessilifolia || Amerikaanse weigelia || struik || ? || N 5 || P 5 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | Diplotaxis tenuifolia || Grote zandkool || vast || Geelachtig || N 3 || P 3 || 6 || 10 <br /> |-<br /> | Dipsacus fullonum || Grote kaardenbol || 2-jarig || witachtig || N 3 || P 3 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Dipsacus pilosus || Kleine kaardenbol || 2-jarig || witachtig || N 3 || P 3 || 7 || 8 <br /> |-<br /> | Doronicum pardalianches || Hartbladzonnebloem || vast || ? || N 1 || P 1 || 6 || 6 <br /> |-<br /> | Doronicum plantagineum || Weegbreezonnebloem || vast || ? || N 1 || P 1 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Dracocephalum moldavica || Drakekop || 1-jarig || ? || N 4 || P 0 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Dracopis amplexicaulis || Stengelomvattende kegelbloem || 1-jarig || ? || N 3 || P 3 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Echinacea purpurea || Rode zonnehoed || vast || lichtoranje || N 3 || P 2 || 7 || 10 <br /> |-<br /> | [[Beklierde kogeldistel|Echinops sphaerocephalus]] || Beklierde kogeldistel || vast || Vuilwit || N 3 || P 3 || 7 || 8 <br /> |-<br /> | Echium plantagineum || Slangenkruid || 1-2-jarig || ? || N 4 || P 4 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | Echium vulgare || Slangenkruid || 2-jarig || Blauwachtig || N 4 || P 4 || 5 || 9 <br /> |-<br /> | Elaeagnus angustifolia || Smalle olijfwilg || struik || ? || N 5 || P 5 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Elaeagnus multiflora || Olijfwilg || struik || ? || N 4 || P 4 || 5 || 5 <br /> |-<br /> | Elaeagnus pungens || Stekelige olijfwilg || struik || ? || N 4 || P 4 || 10 || 11 <br /> |-<br /> | Eleutherococcus sieboldianus || Krachtwortel/Stekelstruik || vast || ? || N 1 || P 1 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Elsholtzia stauntonii || Muntstruik || vast || ? || N 3 || P 3 || 8 || 10 <br /> |-<br /> | Enkianthus campanulatus || Pronkklokje || struik || ? || N 1 || P 1 || 5 || 5 <br /> |-<br /> | Epilobium ciliatum || Beklierde basterdwederik || vast || ? || N 1 || P 1 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | [[Harig wilgenroosje|Epilobium hirsutum]] || Harig wilgenroosje || vast || wit || N 3 || P 3 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Epilobium roseum || Bleke basterdwederik || vast || ? || N 1 || P 1 || 7 || 8 <br /> |-<br /> | Epipactis palustris || Moeraswespenorchis || vast || ? || N 1 || P 1 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | [[Winterakoniet|Eranthis hyemalis]] || Winterakoniet || knol || geel || N 3 || P 3 || 2 || 3 <br /> |-<br /> | [[Heide|Erica arborea]] || Boomheide || struik || ? || N 1 || P 1 || 3 || 4 <br /> |-<br /> | [[Heide|Erica carnea]] || Voorjaarsheide / Sneeuwheide || dwergstruik || Zeer donker || N 5 || P 5 || 1 || 5 <br /> |-<br /> | [[Heide|Erica cineria]] || Rode dophei || dwergstruik || ? || N 5 || P 5 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | [[Heide|Erica darleyensis]] || Winterheide || dwergstruik || ? || N 3 || P 3 || 2 || 4 <br /> |-<br /> | [[Heide|Erica tetralix]] || Gewone dophei || dwergstruik || ? || N 5 || P 5 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | [[Heide|Erica vagans]] || Zwerfheide || dwergstruik || ? || N 3 || P 3 || 8 || 9 <br /> |-<br /> | Erigeron acer || Scherpe fijnstraal || 2-jarig || ? || N 1 || P 1 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | Erigeron annuus || Zomerfijnstraal || 1-2-jarig || ? || N 0 || P 1 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Eriogonum umbellatum || Zwavelduizendknoop || Halfheester || geel || N 1 || P 1 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Erodium manescavii || Grootbloemige reigersbek || vast || ? || N 1 || P 1 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Erophila verna || Vroegeling || 1-jarig || ? || N 2 || P 2 || 2 || 5 <br /> |-<br /> | Eruca sativa || Rucola / Raketsla / Zwaardherik || 1-jarig || ? || N 5 || P 5 || 5 || 8 <br /> |-<br /> | Eryngium agavifolium || Krabbescheerkruisdistel || vast || ? || N 1 || P 0 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | Eryngium campestre || Echte kruisdistel || vast || ? || N 3 || P 3 || 7 || 8 <br /> |-<br /> | Eryngium maritimum || Blauwe zeedistel || vast || ? || N 5 || P 5 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | Eryngium planum || Kruisdistel || vast || ? || N 1 || P 1 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Erysimum allionii || Muurbloem || vast || ? || N 5 || P 5 || 4 || 6 <br /> |-<br /> | Erysimum cheiranthoides || Gewone steenraket || 1-jarig || ? || N 1 || P 1 || 5 || 10 <br /> |-<br /> | Erysimum cheiri (Cheiranthus cheiri) || Muurbloem || vast || ? || N 5 || P 5 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Erysimum linifolium || Steenraket || vast || ? || N 5 || P 5 || 5 || 8 <br /> |-<br /> | Escallonia bifida || - || struik || ? || N 3 || P 3 || 8 || 9 <br /> |-<br /> | Escallonia langleyensis || - || struik || ? || N 2 || P 2 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | Escallonia rubra || - || struik || ? || N 3 || P 3 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Eschscholzia californica || Slaapmutsje || 1-jarig || oranje || N 3 || P 3 || 6 || 10 <br /> |-<br /> | Eucomis comosa || Kuiflelie / Ananasplant || bol || ? || N 0 || P 1 || 7 || 10 <br /> |-<br /> | Eucryphia milliganii || - || struik || ? || N 4 || P 0 || 7 || 8 <br /> |-<br /> | Euonymus europaeus || Wilde kardinaalsmuts / kardinaalshoed || struik || ? || N 4 || P 0 || 5 || 8 <br /> |-<br /> | Euonymus fortunei || Kruipende kardinaalsmuts / kardinaalshoed || struik / klimplant || ? || N 3 || P 0 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | [[Koninginnenkruid|Eupatorium cannabinum]] || Koninginnenkruid / Hennepachtig leverkruid|| vast || ? || N 3 || P 3 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | [[Koninginnenkruid|Eupatorium purpureum]] || Koninginnenkruid || vast || ? || N 3 || P 3 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Euphorbia amygdaloides || Amandelwolfsmelk || vast || ? || N 1 || P 0 || 4 || 5 <br /> |-<br /> | Euphorbia cyparissias || Cipreswolfsmelk || vast || ? || N 1 || P 1 || 4 || 5 <br /> |-<br /> | Euphorbia griffithii || Wolfsmelk || vast || ? || N 4 || P 0 || 6 || 6 <br /> |-<br /> | Euphorbia polychroma || Kleurige wolfsmelk || vast || ? || N 1 || P 0 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Euphrasia stricta || Stijve ogentroost || 1-jarig || ? || N 3 || P 0 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | [[Aster|Eurybia divaricata (Aster divaricatus)]] || Bosaster || vast || ? || N 3 || P 0 || 7 || 10<br /> |-<br /> | [[Boekweit|Fagopyrum esculentum]] || Boekweit || 1-jarig || geel || N 5 || P 5 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | Fallopia baldschuanica || Chinese bruidssluier || klimplant || ? || N 2 || P 2 || 7 || 8 <br /> |-<br /> | Fallopia convolvulus || Zwaluwtong || 1-jarig || ? || N 1 || P 0 || 7 || 10 <br /> |-<br /> | Fallopia japonica || Japanse duizendknoop || vast || ? || N 3 || P 3 || 8 || 9 <br /> |-<br /> | Felicia amoena || Blauw madeliefje || 1-jarig || geel || N 0 || P 1 || 7 || 10 <br /> |-<br /> | Filipendula palmata || Spirea || vast || witachtig || N 0 || P 5 || 7 || 8 <br /> |-<br /> | Filipendula ulmaria || Moerasspirea || vast || witachtig || N 0 || P 3 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Filipendula vulgaris || Knolspirea || vast || wit || N 0 || P 3 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Foeniculum vulgare || Venkel || vast || ? || N 3 || P 3 || 7 || 10 <br /> |-<br /> | Fontanesia phillyreoides || - || struik || ? || N 1 || P 1 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Fragaria chiloensis Frel || Sieraardbei || vast || ? || N 4 || P 4 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Fragaria moschata || Grote bosaardbei || vast || ? || N 1 || P 1 || 5 || 7 <br /> |-<br /> | Fragaria vesca || Bosaardbei || vast || ? || N 1 || P 1 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Fragaria x ananassa || Aardbei || vast || ? || N 0 || P 1 || 5 || 7 <br /> |-<br /> | Fraxinus excelsior || Gewone es || boom || ? || N 0 || P 1 || 4 || 5 <br /> |-<br /> | [[Keizerskroon|Fritillaria imperialis]] || Keizerskroon || bol || ? || N 1 || P 1 || 4 || 5 <br /> |-<br /> | [[Kievitsbloem|Fritillaria meleagris]] || Wilde kievitsbloem || bol || ? || N 1 || P 1 || 4 || 5 <br /> |-<br /> | [[Fuchsia|Fuchsia magellanica]] || Fuchsia || struik || ? || N 5 || P 5 || 7 || 11 <br /> |-<br /> | [[Fuchsia|Fuchsia microphylla]] || Fuchsia || struik/kuipplant || ? || N 1 || P 0 || 8 || 9 <br /> |-<br /> | [[Fuchsia|Fuchsia paniculata]] || Struikfuchsia || struik/kuipplant || ? || N 4 || P 0 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | [[Sneeuwklokje|Galanthus nivalis]] || Gewoon sneeuwklokje || bol || Oranje || N 3 || P 3 || 2 || 3 <br /> |-<br /> | Galeopsis segetum || Bleekgele hennepnetel || 1-jarig || ? || N 1 || P 1 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Galeopsis speciosa || Dauwnetel || 1-jarig || ? || N 1 || P 1 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Galeopsis tetrahit || Gewone hennepnetel || 1-jarig || ? || N 1 || P 1 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Galinsoga parviflora || Kaal knopkruid || 1-jarig || ? || N 1 || P 1 || 6 || 10 <br /> |-<br /> | Galium odoratum || Lievevrouwebedstro || vast || ? || N 1 || P 1 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Galtonia candicans || Zomerhyacint || bol || geel || N 4 || P 4 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Gaura lindheimeri || Prachtkaars || vast || Vuilgeel || N 5 || P 5 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Gazania splendens / Gazania rigens || Gazania / Middaggoud || 1-jarig || oranje || N 0 || P 2 || 6 || 10 <br /> |-<br /> | [[Brem|Genista anglica]] || Stekelbrem || dwergstr. || ? || N 0 || P 1 || 4 || 6 <br /> |-<br /> | [[Brem|Genista pilosa]] || Kruipbrem || dwergstr. || ? || N 0 || P 0 || 4 || 7 <br /> |-<br /> | [[Brem|Genista tinctoria]] || Verfbrem || dwergstr. || ? || N 1 || P 1 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | Gentiana asclepiadae || Zijdeplantgentiaan || vast || ? || N 1 || P 1 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Geranium cinereum || Grijsbladige ooievaarsbek || vast || wit || N 3 || P 3 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Geranium clarkei || Clark&#039;s ooievaarsbek || vast || ? || N 1 || P 1 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | Geranium cv Ann Folkard || Ooievaarsbek || vast || ? || N 3 || P 0 || 5 || 10 <br /> |-<br /> | Geranium dissectum || Slipbladige ooievaarsbek || 1-jarig || ? || N 1 || P 1 || 5 || 9 <br /> |-<br /> | Geranium endressii || Ooievaarsbek || vast || ? || N 3 || P 3 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Geranium macrorrhizum || Rotsooievaarsbek || vast || ? || N 5 || P 5 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Geranium molle || Zachte ooievaarsbek || 1-2-jarig || ? || N 1 || P 1 || 5 || 10 <br /> |-<br /> | Geranium nodosum || Knopige ooievaarsbek || vast || ? || N 3 || P 3 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Geranium phaeum || Donkere ooievaarsbek || vast || ? || N 3 || P 3 || 5 || 9 <br /> |-<br /> | Geranium platypetalum || Ooievaarsbek || vast || ? || N 3 || P 3 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | Geranium pratense || Beemdooievaarsbek || vast || ? || N 3 || P 3 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Geranium pylzowianum || Ooievaarsbek || vast || ? || N 3 || P 3 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Geranium pyrenaicum || Bermooievaarsbek || vast || ? || N 3 || P 3 || 4 || 9 <br /> |-<br /> | Geranium renardii || Ooievaarsbek || vast || ? || N 1 || P 1 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Geranium riversleaianum || Ooievaarsbek || vast || ? || N 1 || P 1 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Geranium robertianum || Robertskruid || 1-2-jarig || ? || N 3 || P 3 || 5 || 10 <br /> |-<br /> | Geranium sanguineum || Bloedooievaarsbek || vast || ? || N 3 || P 3 || 5 || 8 <br /> |-<br /> | Geranium silvaticum || Bosooievaarsbek || vast || ? || N 3 || P 3 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Geranium wlassovianum || Ooievaarsbek || vast || ? || N 3 || P 3 || 7 || 8 <br /> |-<br /> | Geranium x cantabrigiense || Ooievaarsbek || vast || ? || N 3 || P 3 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Geum rivale || Knikkend nagelkruid || vast || ? || N 1 || P 1 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Geum urbanum || Geel nagelkruid || vast || ? || N 1 || P 1 || 5 || 9 <br /> |-<br /> | Gilia achilleifolia || Duizendblad gilia || 1-jarig || ? || N 1 || P 1 || 5 || 9 <br /> |-<br /> | Gilia capitata || Hoofdjesgilia || 1-jarig || ? || N 1 || P 1 || 5 || 9 <br /> |-<br /> | Gilia trocolor || Driekleurige gilia || 1-jarig || ? || N 1 || P 1 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | Glaucium flavum || Gele hoornpapaver || vast/1-jarig || ? || N 0 || P 1 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | Glechoma hederacea || Hondsdraf || vast || ? || N 3 || P 0 || 4 || 5 <br /> |-<br /> | [[Valse christusdoorn|Gleditsia triacanthos]] || Valse christusdoorn || boom || geel || N 5 || P 5 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Grindelia squarrosa || Gomplant || vast || ? || N 3 || P 3 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Gymnocladus dioicus || Doodsbeenderenboom || boom || ? || N 1 || P 0 || 5 || 7 <br /> |-<br /> | Gypsophila paniculata || Bruidssluier || vast || ? || N 3 || P 0 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Halesia carolina || Sneeuwklokjesboom || struik || ? || N 2 || P 2 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | [[Toverhazelaar|Hamamelis japonica]] || Japanse toverhazelaar || struik || ? || N 0 || P 3 || 1 || 3 <br /> |-<br /> | [[Toverhazelaar|Hamamelis mollis]] || Chinese toverhazelaar|| struik || ? || N 1 || P 1 || 1 || 2<br /> |-<br /> | [[Toverhazelaar|Hamamelis virginana]] || Amerikaanse toverhazelaar / Virginische toverhazelaar || struik || ? || N 1 || P 1 || 10 || 3<br /> |-<br /> | [[Toverhazelaar|Hamamelis x intermedia]] || Toverhazelaar|| struik || ? || N 1 || P 1 || 1 || 3<br /> |-<br /> | Haplopappus reideri || Haplopappus || vast || ? || N 1 || P 0 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Hebe brachysiphon || Struikveronica || struik || ? || N 1 || P 0 || 6 || 6 <br /> |-<br /> | Hebe salicifolia || Struikveronica || struik || ? || N 4 || P 0 || 7 || 8 <br /> |-<br /> | Hebe x andersonii || Struikveronica || Kuip/struik || ? || N 4 || P 0 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Hebenstretia dentata || - || 1-jarig || ? || N 5 || P 5 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | [[Klimop|Hedera helix]] || Klimop || klimplant || Oker || N 5 || P 5 || 9 || 11 <br /> |-<br /> | Hedysarum multijugum || - || struik || ? || N 4 || P 4 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | [[Zonnekruid|Helenium autumnale]] || Zonnekruid || vast || geel/oranje geel || N 5 || P 5 || 8 || 9 <br /> |-<br /> | [[Zonnekruid|Helenium-hybryden]] || Zonnekruid || vast || geel/oranje geel || N 1 || P 1 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | [[Geel zonneroosje|Helianthemum nummularium]] || Geel zonneroosje / Gestippeld zonneroosje || vast || oranje || N 0 || P 3 || 5 || 9 <br /> |-<br /> | [[Zonnebloem|Helianthus annuus]] || Zonnebloem || 1-jarig || diepgeel || N 5 || P 5 || 7 || 10 <br /> |-<br /> | Helianthus debilis || Zonnebloem || 1-jarig || ? || N 3 || P 3 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | [[Stijve zonnebloem|Helianthus laetiflorus]] || Stijve zonnebloem || vast || ? || N 3 || P 3 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Helianthus tuberosus || Aardpeer || vast || ? || N 3 || P 3 || 10 || 11 <br /> |-<br /> | Helichrysum arenarium || Strobloem || vast || ? || N 1 || P 1 || 7 || 10 <br /> |-<br /> | Helichrysum bracteatum || Strobloem / Goudsstrobloem|| 1-jarig || ? || N 1 || P 1 || 7 || 10 <br /> |-<br /> | Heliopsis helianthoides || Zonneogen || vast || ? || N 1 || P 1 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Heliotropium arborescens (=peruvianum) || Heliotroop / Vanillebloem || kuipplant || ? || N 1 || P 4 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Helleborus argutifolius || Corsicaanse kerstroos || vast || ? || N 3 || P 3 || 2 || 4 <br /> |-<br /> | Helleborus foetidus || Stinkend nieskruid || vast || ? || N 1 || P 1 || 1 || 5 <br /> |-<br /> | [[Kerstroos|Helleborus niger]] || Kerstroos || vast || ? || N 1 || P 1 || 1 || 3 <br /> |-<br /> | Helleborus viridis ssp. occidentalis || Wrangwortel || vast || ? || N 1 || P 1 || 3 || 4 <br /> |-<br /> | Heptacodium miconioides || Zevenbloem || heester || ? || N 1 || P 0 || 9 || 10 <br /> |-<br /> | [[Berenklauw|Heracleum mantegazzianum]] || Perzische- of Reuzenberenklauw || vast || Geelachtig/vuilgeel || N 4 || P 4 || 6 || 9<br /> |-<br /> | [[Berenklauw|Heracleum sphondylium]] || Gewone berenklauw || vast || Geelachtig/vuilgeel || N 3 || P 3 || 6 || 10<br /> |-<br /> | Hesperis matronalis || Damastbloem || 2-jarig || ? || N 3 || P 3 || 5 || 7 <br /> |-<br /> | Heuchera americana || - || vast || ? || N 1 || P 0 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Heuchera micrantha || - || vast || ? || N 3 || P 0 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Heuchera sanguinea || - || vast || ? || N 3 || P 0 || 5 || 7 <br /> |-<br /> | Heuchera x brizoides || - || vast || ? || N 1 || P 0 || 5 || 7 <br /> |-<br /> | Hibiscus syriacus || Althaeastruik || struik || ? || N 1 || P 1 || 8 || 10 <br /> |-<br /> | Hieracium amplexicaule || Stengelomvattend havikskruid || vast || Geel/geelachtig || N 1 || P 1 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Hieracium aurantiacum || Oranje havikskruid || vast || Geel/geelachtig || N 1 || P 1 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Hieracium caespitosum || Weidehavikskruid || vast || Geel/geelachtig || N 1 || P 1 || 6 || 6 <br /> |-<br /> | Hieracium laevigatum || Stijf havikskruid || vast || Geel/geelachtig || N 3 || P 3 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Hieracium maculatum || Gevlekt havikskruid || vast || Geel/geelachtig || N 1 || P 1 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | Hieracium pilosella || Muizenoor || vast || Geel/geelachtig || N 1 || P 1 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Hieracium praealtum || Grijs havikskruid || vast || Geel/geelachtig || N 1 || P 1 || 5 || 8 <br /> |-<br /> | Hieracium sabaudum || Boshavikskruid || vast || Geel/geelachtig || N 1 || P 1 || 8 || 10 <br /> |-<br /> | Hieracium umbellatum || Schermhavikskruid || vast || Geel/geelachtig || N 1 || P 1 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Hieracium vulgatum || Dicht havikskruid || vast || Geel/geelachtig || N 1 || P 1 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Hippocrepis comosa || Paardenhoefklaver || vast || ? || N 1 || P 1 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Hippophae rhamnoides || Duindoorn || struik || ? || N 0 || P 1 || 4 || 5 <br /> |-<br /> | Holodiscus discolor || Pluimspirea || struik || ? || N 1 || P 1 || 7 || 8 <br /> |-<br /> | Hovenia dulcis || Japanse rozijnenboom || boom || ? || N 1 || P 1 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | Hoya carnosa || Wasbloem || vast || ? || N 1 || P 0 || 5 || 9 <br /> |-<br /> | Humulus lupulus || Hop || klimplant || ? || N 0 || P 1 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Hyacinthus orientalis || Hyacint || bol || ? || N 3 || P 3 || 4 || 5 <br /> |-<br /> | Hydrangea anomala ssp. petiolaris || Klimhortensia || klimplant || vuilwit || N 3 || P 3 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Hydrangea aspera || Hortensia || struik || ? || N 1 || P 0 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | Hydrangea paniculata || Pluimhortensia || struik || vuilwit-geelachtig || N 3 || P 3 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Hydrangea sargentiana || Hortensia || struik || ? || N 1 || P 1 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | Hydrangea serrata || Hortensia || struik || ? || N 1 || P 1 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Hypericum androsaemum || Mansbloed || dwergstruik || geelachtig || N 0 || P 3 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Hypericum calycinum || Grootbloemig hertshooi || dwergstruik || geelachtig || N 0 || P 3 || 7 || 10 <br /> |-<br /> | Hypericum densiflorum || Struikhertshooi / Sint-janskruid || vast || geelachtig || N 0 || P 4 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Hypericum dubium || Kantig hertshooi || vast || geelachtig || N 0 || P 1 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Hypericum forrestii || Struikhypericum / hertshooi || struik || geelachtig || N 0 || P 4 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Hypericum hircinum || Stinkend hertshooi || dwergstruik || geelachtig || N 0 || P 3 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Hypericum inodorum || Struikhypericum || struik || geelachtig || N 0 || P 3 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Hypericum kalmianum || Struikhypericum || struik || geelachtig || N 0 || P 4 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Hypericum montanum || Berghertshooi || vast || geelachtig || N 0 || P 1 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Hypericum olympicum || Rotshertshooi || dwergstruik || geelachtig || N 0 || P 3 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | Hypericum perforatum || Sint-Janskruid || vast || geelachtig || N 0 || P 3 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Hypericum tetrapterum || Gevleugeld hersthooi || vast || geelachtig || N 0 || P 1 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Hypericum uralum || Struikhypericum || struik || geelachtig || N 0 || P 3 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Hypochaeris radicata || Gewoon biggekruid || vast || geel || N 0 || P 1 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Hyssopus officinalis || Hyssop || vast || ? || N 1 || P 0 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Iberis amara || Bittere scheefbloem || 1-jarig || ? || N 1 || P 1 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Iberis sempervirens || Groenblijvende scheefbloem || halfheester || ? || N 1 || P 0 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Iberis umbellata || Schermscheefbloem || 1-jarig || ? || N 1 || P 1 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | [[Hulst|Ilex aquifolium]] || Hulst || vast || Geelgroen || N 5 || P 5 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | [[Hulst|Ilex crenata]] || Japanse Hulst || vast || ? || N 1 || P 1 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | [[Hulst|Ilex verticillata]] || Hulst / Winterbes || vast || ? || N 1 || P 1 || 5 || 5 <br /> |-<br /> | [[Reuzenbalsemien|Impatiens glandulifera]] || Reuzenbalsemien || 1-jarig || Wit || N 3 || P 3 || 7 || 10<br /> |-<br /> | [[Balsemien|Impatiens noli-tangere]] || Grootspringzaad || 1-jarig || wit || N 1 || P 1 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | [[Balsemien|Impatiens parviflora]] || Klein springzaad || 1-jarig || ? || N 1 || P 0 || 6 || 10 <br /> |-<br /> | Impatiens scabrida || Springzaad || 1-jarig || ? || N 1 || P 1 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Impatiens walleriana || Vlijtig liesje || 1-jarig || ? || N 2 || P 2 || 6 || 10 <br /> |-<br /> | Indigofera amblyantha || - || struik || ? || N 4 || P 0 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Indigofera heterantha || Indigostruik || struik || ? || N 4 || P 0 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Indigofera kirilowii || - || dwergstruik || ? || N 4 || P 0 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Inula britannica || Engelse alant || vast || Geel || N 1 || P 1 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Inula conyzae || Donderkruid || vast || Geel || N 1 || P 1 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Inula ensifolia || Kleine alant || vast || Geel || N 1 || P 1 || 7 || 8 <br /> |-<br /> | Inula helenium || Griekse alant || vast || ? || N 1 || P 1 || 7 || 8 <br /> |-<br /> | Inula magnifica / Inula afghanica || Alant || vast || ? || N 1 || P 0 || 8 || 9 <br /> |-<br /> | Inula orientalis || Oosterse alant || vast || ? || N 1 || P 1 || 7 || 8 <br /> |-<br /> | Inula salicina || Wilgallant || vast || ? || N 1 || P 1 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | Iris pseudacorus || Gele lis || vast || ? || N 1 || P 1 || 5 || 7 <br /> |-<br /> | Itea virginica || Bloemwilg || struik || ? || N 5 || P 0 || 7 || 8 <br /> |-<br /> | Jasione montana || Zandblauwtje || 1-jarig || witachtig || N 3 || P 3 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | Jussiaea grandiflora || Waterteunisbloem || vast || Geel || N 3 || P 3 || 6 || 10 <br /> |-<br /> | Kalimeris incisa || Zomeraster || vast || ? || N 1 || P 0 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | Kalmia angustifolia || Lepelboom || struik || ? || N 1 || P 0 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Kerria japonica || Ranonkelstruik / Kerriestruik || struik || ? || N 1 || P 1 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Kitaibela vitifolia || - || vast || ? || N 1 || P 0 || 7 || 8 <br /> |-<br /> | Knautia arvensis || Beemdkroon || vast || Lila-achtig || N 3 || P 3 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Knautia macedonia || Beemdkroon || vast || ? || N 1 || P 0 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Kniphofia || Vuurpijl || vast || ? || N 3 || P 3 || 7 || 8 <br /> |-<br /> | [[Gele zeepboom|Koelreuteria paniculata]] || Gele zeepboom / Chinese vernisboom / Lampionboom / Koelruit / Blazenboom || boom || ? || N 4 || P 4 || 7 || 8 <br /> |-<br /> | Kolkwitzia amabilis || Koninginnestruik || struik || ? || N 5 || P 5 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | [[Goudenregen|Laburnum anagyroides]] || Goudenregen / Gouden regen || boom / struik || Bruinig geel || N 1 || P 1 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Lactuca tatarica || Strandsla || vast || ? || N 1 || P 1 || 7 || 10 <br /> |-<br /> | Lamiastrum galeobdolon || Gele dovenetel || vast || ? || N 1 || P 1 || 4 || 6 <br /> |-<br /> | Lamiastrum galeobdolon ssp. argentatum || Bonte gele dovenetel || vast || ? || N 1 || P 1 || 4 || 6 <br /> |-<br /> | Lamium album || Witte dovenetel || vast || ? || N 2 || P 0 || 4 || 9 <br /> |-<br /> | Lamium amplexicaule || Hoenderbeet || 1-jarig || ? || N 1 || P 1 || 4 || 9 <br /> |-<br /> | Lamium maculatum cv. var. || Gestreepte dovenetel || vast || ? || N 1 || P 1 || 4 || 9 <br /> |-<br /> | Lamium purpureum || Paarse dovenetel || 1-2-jarig || rood || N 3 || P 3 || 3 || 10 <br /> |-<br /> | Lantana camara || Wisselbloem || || ? || N 3 || P 0 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Lappula deflexa || Stekelzaad || 1-2-jarig || ? || N 1 || P 1 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | Lapsana communis || Akkerkool || 1-jarig || ? || N 1 || P 1 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Lathyrus latifolius || Brede lathyrus || vast || ? || N 1 || P 1 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | Lathyrus palustris || Moeraslathyrus || vast || ? || N 1 || P 1 || 5 || 8 <br /> |-<br /> | Lathyrus pratensis || Veldlathyrus || vast || ? || N 3 || P 3 || 7 || 8 <br /> |-<br /> | Lathyrus sylvestris || Boslathyrus || vast || ? || N 1 || P 1 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | Lathyrus tuberosus || Aardaker || vast || ? || N 3 || P 3 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | [[Lavendel|Lavandula]] || Lavendel (geslachtsnaam) || dwergstr. || - || N - || P - || - || - <br /> |-<br /> | [[Spijklavendel|Lavandula angustifolia]] || Spijklavendel / Echte lavendel || dwergstruik || ? || N 5 || P 0 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | [[Kuiflavendel|Lavandula stoechas]] || Kuiflavendel / Franse lavendel / Vlinderlavendel || dwergstr. || ? || N 3 || P 0 || 7 || 8 <br /> |-<br /> | [[Struikmalva|Lavatera olbia]] || Struikmalva || struik || Wit || N 3 || P 3 || 7 || 11 <br /> |-<br /> | Lavatera trimestris || Bekermalva || 1-jarig || Wit || N 1 || P 0 || 7 || 10 <br /> |-<br /> | Leonurus cardiaca || Hartgespan || vast || ? || N 3 || P 3 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Leonurus sibiricus || Siberisch Hartgespan / Marihuanilla / Kleine marihuana || 1-2-jarig || ? || N 3 || P 3 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | Leontodon autumnalis || Vertakte leeuwentand || vast || ? || N 1 || P 1 || 7 || 10 <br /> |-<br /> | Leontodon hispidus || Ruige leeuwentand || vast || ? || N 1 || P 1 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Leontodon saxatilis || Kleine leeuwentand || 2-jarig || ? || N 1 || P 1 || 6 || 10 <br /> |-<br /> | Lepidium sativum || Tuinkers || 1-jarig || ? || N 1 || P 1 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Lespedeza thunbergii || Struikklaver / Bosklaver || struik || ? || N 1 || P 1 || 7 || 8 <br /> |-<br /> | Leucanthemum maximum || Reuzenmargriet || vast || ? || N 3 || P 3 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Leucanthemum paludosum || Kleine margriet || 1-jarig || ? || N 3 || P 3 || 4 || 7 <br /> |-<br /> | Leucanthemum vulgare || Gewone margriet || vast || ? || N 3 || P 3 || 5 || 8 <br /> |-<br /> | Leucojum aestivum || Zomerklokje || bol || ? || N 1 || P 1 || 4 || 6 <br /> |-<br /> | Leucojum vernum || Lenteklokje || bol || ? || N 1 || P 1 || 2 || 4 <br /> |-<br /> | Levisticum officinale || Lavas || vast || ? || N 1 || P 1 || 7 || 8 <br /> |-<br /> | Liatris spicata || Lampepoetser || vast || ? || N 3 || P 3 || 8 || 9 <br /> |-<br /> | Ligularia dentata || Kruiskruid || vast || ? || N 3 || P 3 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Ligularia przewalskii || Tongkruiskruid || vast || ? || N 1 || P 1 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | [[Liguster|Ligustrum lucidem]] || Glimmende liguster || struik || Licht geel || N 1 || P 1 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | [[Liguster|Ligustrum ovalifolium]] || Haagliguster || struik || Licht geel || N 4 || P 4 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | [[Liguster|Ligustrum vulgare]] || Wilde liguster || struik || Licht geel || N 4 || P 4 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | [[Moerasbloem|Limnanthes douglasii]] || Geelwitte moerasbloem / Spiegeleitjes || 1-jarig || Oker-geel || N 5 || P 5 || 5 || 9 <br /> |-<br /> | Limonium latifolium || Zeelavendel / Lamsoor / Statice || vast || ? || N 3 || P 3 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | Limonium vulgare || Lamsoor || vast || ? || N 5 || P 5 || 7 || 10 <br /> |-<br /> | Linaria purpurea || Paarse leeuwenbek || vast || ? || N 1 || P 0 || 5 || 8 <br /> |-<br /> | Linaria repens || Gestreepte leeuwenbek || vast || ? || N 3 || P 0 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Linaria vulgaris || Vlasbekje || vast || ? || N 1 || P 1 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Linum flavum || Geel vlas || vast || ? || N 3 || P 0 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | Linum usitatissimum || Vlas || 1-jarig || ? || N 1 || P 1 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | Liriodendron tulipifera || Tulpenboom || boom || ? || N 3 || P 3 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Lithospermum officinale || Glad parelzaad || vast || ? || N 3 || P 3 || 5 || 7 <br /> |-<br /> | Lobelia erinus || Tuinlobelia || 1-jarig || ? || N 3 || P 0 || 6 || 10 <br /> |-<br /> | Lobelia fulgens || Lobelia || vast || ? || N 1 || P 0 || 8 || 10 <br /> |-<br /> | Lobelia x gerardii || Lobelia || vast || ? || N 1 || P 0 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Lobelia x speciosa || Lobelia || vast || ? || N 1 || P 0 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Lobularia maritima || Zilverschildzaad || 1-jarig || ? || N 1 || P 0 || 5 || 9 <br /> |-<br /> | Lochroma coccineum || Lochroma || struik/kuipplant || ? || N 4 || P 0 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Lonicera alpigena || Alpenkamperfoelie || struik || ? || N 1 || P 1 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Lonicera caprifolium || Tuinkamperfoelie || struik || ? || N 1 || P 1 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Lonicera henryi || Groenblijvende kamperfoelie || klimplant || ? || N 3 || P 0 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Lonicera japonica || Kamperfoelie || klimplant || ? || N 1 || P 0 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Lonicera nitida || Kamperfoelie || struik || ? || N 5 || P 5 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Lonicera periclymenum || Wilde kamperfoelie || klimplant || ? || N 1 || P 0 || 6 || 10 <br /> |-<br /> | Lonicera pileata || Struikkamperfoelie || struikje || ? || N 1 || P 1 || 4 || 5 <br /> |-<br /> | Lonicera ruprechtiana || - || struik || ? || N 3 || P 0 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Lonicera tatarica || Tartaarse kamperfoelie || struik || ? || N 3 || P 3 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Lonicera xylosteum || Rode kamperfoelie || struik || ? || N 1 || P 1 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Lopezia racemosa || Muskietenbloem || 1-jarig || ? || N 1 || P 0 || 6 || 10 <br /> |-<br /> | Lotus corniculatus var. corniculatus || Gewone rolklaver || vast || ? || N 3 || P 3 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Lotus corniculatus var. sativus || Rechte rolklaver || vast || ? || N 3 || P 3 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Lotus glaber || Smalle rolklaver || vast || ? || N 1 || P 1 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Lotus pedunculatus / Lotus uliginosus || Moerasrolklaver || vast || ? || N 3 || P 3 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | [[Judaspenning|Lunaria annua]] || Judaspenning / Tuinjudaspenning || 2-jarig || ? || N 3 || P 3 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Lupinus luteus || Gele lupine || 1-jarig || ? || N 1 || P 1 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | Lupinus polyphyllus || Vaste lupine || vast || ? || N 3 || P 3 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | Lychnis coronaria || Prikneus || 2-jarig || ? || N 1 || P 1 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | Lychnis flos-cuculi || Echte koekoeksbloem || 2-jarig || ? || N 3 || P 3 || 5 || 9 <br /> |-<br /> | Lycianthes rantonnetii || Blauwe nachtschade / Blauwe aardappelstruik || kuip || geel || N 1 || P 1 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Lycium barbarum || Boksdoorn || struik || ? || N 3 || P 3 || 5 || 10 <br /> |-<br /> | Lycopus europaeus || Wolfspoot || vast || ? || N 3 || P 0 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | Lysimachia clethroides || - || vast || ? || N 1 || P 0 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | Lysimachia nemorum || Boswederik || vast || ? || N 1 || P 1 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | [[Grote kattenstaart|Lythrum salicaria]] || Grote kattenstaart / Gewone kattenstaart|| vast || witachtig || N 5 || P 5 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | [[Grote kattenstaart|Lythrum virgatum]] || Fijne kattenstaart / Roedekattenstaart || vast || witachtig || N 5 || P 5 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Malus Baccata || Siberische sierappel / Kersappel || boom || ? || N 3 || P 3 || 5 || 5 <br /> |-<br /> | [[Appel|Malus domestica]] || Appel || boom || ? || N 3 || P 3 || 4 || 5<br /> |-<br /> | Malus floribunda || Sierappel || struik || ? || N 3 || P 3 || 5 || 5 <br /> |-<br /> | Malus sylvestris || Wilde appel || boom || ? || N 3 || P 3 || 4 || 5<br /> |-<br /> | [[Kaasjeskruid|Malva alcea]] || Vijfdelig kaasjeskruid || vast || ? || N 3 || P 3 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | [[Kaasjeskruid|Malva moschata]] || Muskuskaasjeskruid || vast || witachtig || N 3 || P 3 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | [[Kaasjeskruid|Malva sylvestris]] || Groot kaasjeskruid || 2-jarig || ? || N 3 || P 3 || 6 || 10 <br /> |-<br /> | Marrubium vulgare || Malrove || vast || ? || N 3 || P 3 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Matricaria recutita || Echte kamille || 1-jarig || ? || N 0 || P 3 || 5 || 10 <br /> |-<br /> | Medicago falcata || Sikkelklaver || vast || ? || N 1 || P 1 || 5 || 9 <br /> |-<br /> | Medicago lupulina || Hopklaver || vast/1-jarig || ? || N 3 || P 3 || 4 || 10 <br /> |-<br /> | Medicago sativa || Luzerne || vast || wit || N 4 || P 4 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Medicago x varia || Bonte luzerne || vast || ? || N 1 || P 1 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Melampyrum pratense || Hengel || 1-jarig || ? || N 1 || P 0 || 5 || 8 <br /> |-<br /> | Melilotus albus || Witte honingklaver || vast/2-jarig || Grijsbruin || N 5 || P 5 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Melilotus altissimus || Goudgele honingklaver || vast/2-jarig || ? || N 5 || P 5 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Melilotus officinalis || Citroengele honingklaver || 2-jarig || ? || N 5 || P 5 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Melissa officinalis || Citroenmelisse || vast || ? || N 3 || P 3 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Melittis melissophyllum || Bijenblad || vast || ? || N 0 || P 0 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Mentha aquatica || Watermunt || vast || ? || N 3 || P 3 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Mentha arvensis || Akkermunt || vast || ? || N 3 || P 0 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Mentha longifolia || Hertsmunt || vast || ? || N 1 || P 0 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Mentha pulegium || Polei || vast || ? || N 3 || P 0 || 8 || 9 <br /> |-<br /> | Mentha suaveolens || Witte munt || vast || ? || N 1 || P 0 || 7 || 10 <br /> |-<br /> | Mentha verticillata || Kransmunt || vast || ? || N 1 || P 0 || 7 || 10 <br /> |-<br /> | Mentha x rotundifolia || Wollige munt || vast || ? || N 1 || P 1 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Mesembryanthemum criniflorum || IJsplantje / IJsbloem / IJskruid || 1-jarig || ? || N 1 || P 1 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Mespilus germanica || Mispel || struik || ? || N 3 || P 3 || 5 || 5 <br /> |-<br /> | Minuartia biflora || Tweebloemige muur || 1-jarig || ? || N 1 || P 1 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | Misopates orontium || Akkerleeuwenbek || 1-jarig || ? || N 1 || P 1 || 6 || 10 <br /> |-<br /> | Monarda didyma || Monarda || vast || ? || N 1 || P 0 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Monarda fistulosa || Monarda || vast || ? || N 1 || P 0 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | [[Blauwe druifjes|Muscari botryoides]] || Blauwe druifjes || bol || ? || N 3 || P 0 || 3 || 5 <br /> |-<br /> | [[Vergeet-mij-niet|Myosotis laxa ssp. cespitosa]] || Zompvergeet-mij-nietje || vast || ? || N 1 || P 0 || 5 || 9 <br /> |-<br /> | [[Vergeet-mij-niet|Myosotis ramosissima]] || Ruw vergeet-mij-nietje || 1-jarig || ? || N 1 || P 0 || 4 || 6 <br /> |-<br /> | [[Vergeet-mij-niet|Myosotis scorpioides]] || Moerasvergeet-mij-nietje || vast || ? || N 1 || P 0 || 5 || 8 <br /> |-<br /> | [[Vergeet-mij-niet|Myosotis sylvatica]] || Bosvergeet-mij-nietje || 1-2-jarig || ? || N 3 || P 0 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Myrica gale || Wilde gagel || struik || ? || N 0 || P 1 || 4 || 5 <br /> |-<br /> | Napaea dioica || - || vast || ? || N 1 || P 0 || 8 || 9 <br /> |-<br /> | [[Narcis|Narcissus pseudonarcissus ssp. major]] || Trompetnarcis || bol || geel || N 1 || P 1 || 4 || 5 <br /> |-<br /> | [[Narcis|Narcissus pseudonarcissus ssp. pseudonarcissus]] || Wilde narcis || bol || geel || N 1 || P 1 || 3 || 5 <br /> |-<br /> | Nectaroscordum siculum || Bulgaarse ui || bol || ? || N 3 || P 0 || 6 || 6 <br /> |-<br /> | Nemophila maculata || Gevlekt bosliefje || 1-jarig || ? || N 1 || P 1 || 5 || 10 <br /> |-<br /> | Nemophila menziesii || Blauw bosliefje || 1-jarig || ? || N 5 || P 5 || 5 || 10 <br /> |-<br /> | Nepeta cataria || Wild kattenkruid || vast || ? || N 3 || P 0 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Nepeta nervosa || Kattenkruid || vast || ? || N 1 || P 0 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Nepeta x faassenii || Kattenkruid || vast || ? || N 3 || P 3 || 5 || 9 <br /> |-<br /> | Nicandra physalodes || Zegekruid || 1-jarig || witachtig || N 3 || P 3 || 7 || 10 <br /> |-<br /> | Nicotiniana tabacum || Tabaksplant || 1-jarig || ? || N 1 || P 0 || 7 || 8 <br /> |-<br /> | Nigella arvensis || Juffertje in het groen || 1-jarig || ? || N 1 || P 1 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Nigella damascena || Juffertje in het groen || 1-jarig || ? || N 1 || P 1 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | Nolana humifusa || Klokbloem / Valse klokwinde || 1-jarig || ? || N 5 || P 0 || 6 || 10 <br /> |-<br /> | Nolana paradoxa || Chileense klokbloem || 1-jarig || ? || N 0 || P 0 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Nuphar lutea || Gele plomp || water/moerasplant || ? || N 1 || P 1 || 5 || 8 <br /> |-<br /> | Nymphaea alba || Witte waterlelie || water/moerasplant || ? || N 0 || P 1 || 5 || 8 <br /> |-<br /> | Nymphoides peltata || Watergentiaan || water/moerasplant || ? || N 3 || P 3 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Ocimum basilicum || Basilicum || 1-jarig || ? || N 3 || P 0 || 6 || 10 <br /> |-<br /> | Odontites vernus ssp. serotines || Rode ogentroost || 1-jarig || ? || N 3 || P 0 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Odontites vernus ssp. vernus || Rode ogentroost || 1-jarig || ? || N 3 || P 0 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | [[Teunisbloem|Oenothera biennis]] || Middelste teunisbloem || 2-jarig || geelwit || N 3 || P 3 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | [[Teunisbloem|Oenothera erythrosepala]] || Grote teunisbloem || 2-jarig || geelachting || N 1 || P 1 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | [[Teunisbloem|Oenothera parviflora]] || Kleine teunisbloem || 2-jarig || Geel || N 1 || P 1 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Olearia x haastii || Olearia || struik || ? || N 1 || P 1 || 7 || 8 <br /> |-<br /> | [[Guldenroede|Oligoneuron (Solidago) rigidum]] || Guldenroede || vast || Geel || N 4 || P 4 || 8 || 9 <br /> |-<br /> | Onobrychis viciifolia || Esparcette || vast || Bruinachtig || N 5 || P 5 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Ononis repens ssp. repens || Stalkruid || vast || ? || N 1 || P 0 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Ononis repens ssp. spinosa || Kattendoorn || vast || ? || N 3 || P 0 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Onopordum acanthium || Wegdistel || 2-jarig || ? || N 1 || P 1 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Origanum laevigatum || Marjolein || vast || ? || N 5 || P 5 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Origanum majorana || Echter marjolein || vast/1-jarig || ? || N 1 || P 0 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Origanum onites || Marjolein || vast || ? || N 5 || P 0 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Origanum vulgare || Wilde marjolein || vast || Grijsachtig || N 5 || P 5 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Orlaya grandiflora || Straalscherm || vast || ? || N 1 || P 1 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | Ornithogalum nutans || Knikkende vogelmelk || bol || ? || N 1 || P 1 || 4 || 5 <br /> |-<br /> | Ornithogalum umbellatum || Gewone vogelmelk || bol || ? || N 1 || P 1 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Ornithopus perpusillus || Klein vogelpootje || 1-jarig || ? || N 1 || P 1 || 5 || 8 <br /> |-<br /> | Ornithopus sativus || Seradelle || 1-jarig || ? || N 1 || P 1 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | Osmanthus burkwoodii || Schijnhulst || struik || ? || N 1 || P 1 || 4 || 5 <br /> |-<br /> | Oxalis articulata || Roze klaverzuring || vast || ? || N 1 || P 0 || 5 || 9 <br /> |-<br /> | Oxalis valdiviensis || klaverzuring || vast || ? || N 5 || P 0 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | Oxycoccus macrocarpos (Vaccinum macrocarpos) || Cranberry / Grote veenbes || dwergstruik || ? || N 5 || P 5 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Oxycoccus palustris (Vaccinum palustris) || Kleine veenbes || dwergstruik || ? || N 3 || P 3 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Oxydendrum arboreum || Zuurboom || struik || ? || N 1 || P 1 || 8 || 9 <br /> |-<br /> | Pachysandra terminalis || Pachysandra || vast || ? || N 0 || P 1 || 4 || 5 <br /> |-<br /> | Paeonia officinalis || Boerenpioen / Pioenroos || vast || ? || N 3 || P 3 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Papaver argemone || Ruige klaproos || 1-jarig || blauwzwart || N 0 || P 3 || 5 || 7 <br /> |-<br /> | Papaver croceum || IJslandse papaver || 2-jarig || geel || N 0 || P 1 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Papaver dubium || Bleke klaproos || 1-jarig || ? || N 0 || P 5 || 5 || 8 <br /> |-<br /> | Papaver orientale || Oosterse klaproos || vast || ? || N 0 || P 5 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Papaver rhoeas || Grote klaproos || 1-jarig || donkerblauw/zwart || N 0 || P 5 || 5 || 7 <br /> |-<br /> | Papaver somniferum || Slaapbol || 1-jarig || wit || N 0 || P 5 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | Paradisea liliastrum || Paradijslelie / St. Brunolelie || vast || ? || N 1 || P 0 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | [[Wingerd|Parthenocissus inserta]] || Valse wingerd || klimpl.hout || ? || N 1 || P 0 || 7 || 8 <br /> |-<br /> | [[Wingerd|Parthenocissus quinquefolia]] || Wilde wingerd || klimpl.hout || ? || N 3 || P 0 || 5 || 5 <br /> |-<br /> | [[Wingerd|Parthenocissus tricuspidata]] || Oosterse (wilde) wingerd || klimpl.hout. || ? || N 3 || P 0 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Passiflora caerulea || Blauwe passiebloem || Kuip/klim || ? || N 4 || P 4 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Pastinaca sativa || Pastinaak || 2-jarig || ? || N 2 || P 2 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Paulownia tomentosa || Anna Paulownaboom || boom || ? || N 1 || P 1 || 5 || 5 <br /> |-<br /> | Penstemon barbatus || Schildpadbloem || vast || ? || N 1 || P 0 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Pentaglottis sempervirens || Overblijvende ossentong || vast || ? || N 5 || P 5 || 4 || 10 <br /> |-<br /> | Perovskia atriplicifolia || Perovskia || struik || ? || N 4 || P 0 || 8 || 9 <br /> |-<br /> | Persicaria amphibia || Veenwortel || vast || ? || N 1 || P 1 || 6 || 10 <br /> |-<br /> | Persicaria amplexicaulis || - || vast || ? || N 5 || P 0 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | [[Adderwortel|Persicaria bistorta]] || Adderwortel || vast || grijs-wit || N 3 || P 3 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Persicaria capitata || Kruipende duizendknoop || 1-jarig || ? || N 4 || P 0 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Persicaria hydropiper || Waterpeper || 1-jarig || ? || N 1 || P 0 || 7 || 10 <br /> |-<br /> | Persicaria lapathifolia || Beklierde duizendknoop || 1-jarig || ? || N 1 || P 1 || 6 || 10 <br /> |-<br /> | Persicaria macrophylla || - || vast || ? || N 1 || P 0 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Persicaria maculosa || Perzikkruid || 1-jarig || ? || N 2 || P 2 || 6 || 10 <br /> |-<br /> | Persicaria mites || Zachte duizendknoop || 1-jarig || ? || N 1 || P 0 || 7 || 10 <br /> |-<br /> | Persicaria orientalis || Oosterse duizendknoop || 1-jarig || ? || N 3 || P 3 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Petasites albus || Wit hoefblad || vast || ? || N 3 || P 3 || 2 || 3 <br /> |-<br /> | [[Groot hoefblad|Petasites hybridus]] || Groot hoefblad || vast || wit || N 3 || P 3 || 3 || 4 <br /> |-<br /> | Petasites japonicus || Japans hoefblad || vast || ? || N 3 || P 3 || 3 || 4 <br /> |-<br /> | Phacelia tanacetifolia || Phacelia || 1-jarig || Blauw/paarsachtig || N 5 || P 5 || 5 || 9 <br /> |-<br /> | Phalaris arundinacea || Rietgras || vast || ? || N 5 || P 5 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Phellodendro amurense || Kurkboom || boom || ? || N 3 || P 0 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Philadelphus coronarius || Welriekende jasmijn / Boernjasmijn || struik || ? || N 1 || P 1 || 6 || 6 <br /> |-<br /> | Phlox paniculata || Vlambloem || vast || ? || N 2 || P 0 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Photinia davidiana || Glansmispel || struik || ? || N 2 || P 2 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Photinia villosa || Glansmispel || struik || ? || N 4 || P 4 || 5 || 5 <br /> |-<br /> | Phuopsis stylosa || Perzische kruisjesplant || vast || ? || N 3 || P 0 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Physocarpus opulifolius || Blaasspirea || struik || ? || N 3 || P 0 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Physostegia virginiana || Scharnierbloem || vast || ? || N 1 || P 1 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Phyteuma spicatum ssp.nigrum || Zwarte rapunzel || vast || ? || N 1 || P 1 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Phyteuma spicatum ssp.spicatum || Witte rapunzel || vast || ? || N 1 || P 1 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Phytolacca esculenta || Oosterse karmozijnbes || vast || vuilwit || N 1 || P 1 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | Picris hieracioides || Echt bitterkruid || 2-jarig/vast || Geel || N 3 || P 3 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Pileostegia viburnoides || Pileostegia || klimstruik || ? || N 4 || P 0 || 8 || 9 <br /> |-<br /> | Pimpinella major || Grote bevernel || vast || ? || N 3 || P 0 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Pimpinella saxifraga || Kleine bevernel || vast || ? || N 3 || P 0 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Pittosporum tenuifolium || Kleefzaad || struik/kuip || Oranjeachtig || N 1 || P 1 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Pittosporum tobira || Kleefzaad / Australische laurier || struik/kuip || ? || N 3 || P 3 || 8 || 8 <br /> |-<br /> | Plantago arenaria || Zandweegbree || 1-jarig || ? || N 0 || P 1 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Plantago lanceolata || Smalle weegbree || vast || ? || N 0 || P 3 || 5 || 9 <br /> |-<br /> | Plantago major || Grote weegbree || vast || ? || N 0 || P 3 || 5 || 10 <br /> |-<br /> | Plantago media || Ruige weegbree || vast || ? || N 0 || P 3 || 5 || 7 <br /> |-<br /> | Plectranthus ornatus || Plectrantus || vast || ? || N 0 || P 1 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Polemonium caeruleum || Jacobsladder || vast || oranje || N 3 || P 3 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Polemonium reptans || Kruipende jabobsladder || vast || ? || N 3 || P 0 || 4 || 6 <br /> |-<br /> | Polygonatum multiflorum || Gewone salomonszegel / Veelbloemige salomonszegel || vast || ? || N 1 || P 1 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Polygonatum odoratum || Welriekende salomonszegel || vast || ? || N 1 || P 1 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Polygonum aviculare || Gewoon varkensgras || 1-jarig || ? || N 1 || P 0 || 5 || 11 <br /> |-<br /> | Potentilla aurea || Goudgele ganzerik || vast || ? || N 1 || P 0 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Potentilla erecta / Potentilla tormentilla / Tormentilla erecta || Tormentil || vast || ? || N 0 || P 1 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | [[Heester ganzerik|Potentilla fruticosa]] || Heester ganzerik / Struik ganzerik || struik || grijsbruin || N 3 || P 3 || 6 || 10 <br /> |-<br /> | Potentilla grandiflora || Grootbloemige ganzerik || vast || ? || N 4 || P 4 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | Potentilla norvegica || Noorse ganzerik || 1-jarig || ? || N 0 || P 1 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Potentilla palustris || Moerasaardbei / Wateraardbei || water/moeras || ? || N 1 || P 1 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | [[Rechte ganzerik|Potentilla recta]] || Rechte ganzerik / Zwavelvijfblad || vast || geel || N 0 || P 1 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | Prenanthes purpurea || Hazensla || vast || ? || N 1 || P 1 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | [[Sleutelbloem|Primula elatior]] || Slanke sleutelbloem || vast || ? || N 0 || P 1 || 3 || 5 <br /> |-<br /> | [[Sleutelbloem|Primula veris]] || Gulden sleutelbloem || vast || ? || N 0 || P 1 || 4 || 5 <br /> |-<br /> | [[Sleutelbloem|Primula vulgaris]] || Stengelloze sleutelbloem || vast || ? || N 0 || P 1 || 3 || 5 <br /> |- <br /> | prostanthera cuneata || Muntstruik || dwergstruik || ? || N 1 || P 0 || 5 || 8 <br /> |-<br /> | Prunella grandiflora || Grote brunel || vast || ? || N 1 || P 0 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Prunella vulgaris || Gewone brunel || vast || ? || N 3 || P 3 || 5 || 9 <br /> |-<br /> | Prunus armeniaca || Abrikoos || struik || ? || N 5 || P 5 || 2 || 3 <br /> |-<br /> | Prunus avium || Zoete kers || boom || ? || N 5 || P 5 || 4 || 5 <br /> |-<br /> | Prunus cerasifera || Kerspruim || boom || ? || N 5 || P 5 || 3 || 4 <br /> |-<br /> | Prunus cerasus || Morel || boom || ? || N 5 || P 5 || 4 || 5 <br /> |-<br /> | [[Pruim|Prunus domestica]] || Pruim (ssp. insititia: Kroosjes) || boom || bleekgroen || N 5 || P 5 || 4 || 5 <br /> |-<br /> | Prunus dulcis || Amandel || boom || ? || N 3 || P 3 || 3 || 4 <br /> |-<br /> | [[Laurierkers|Prunus laurocerasus]] || Laurierkers || struik || grijzig || N 3 || P 3 || 5 || 5 <br /> |-<br /> | Prunus lusitanica || Portugese laurierkers || struik || ? || N 3 || P 3 || 6 || 6 <br /> |-<br /> | Prunus mahaleb || Weichselboom / Weichselkers || boom || ? || N 5 || P 5 || 5 || 5 <br /> |-<br /> | Prunus nigra || Wilde pruim / Zwarte pruim || boom/struik || ? || N 5 || P 5 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Prunus padus || Vogelkers || boom || ? || N 3 || P 3 || 4 || 5 <br /> |-<br /> | Prunus persica || Perzik || boom || ? || N 5 || P 5 || 4 || 4 <br /> |-<br /> | Prunus serotina || Amerikaanse vogelkers || boom || ? || N 3 || P 3 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Prunus serrulata || Japanse kers || boom || ? || N 3 || P 3 || 4 || 5 <br /> |-<br /> | Prunus spinosa || Sleedoorn || struik || ? || N 3 || P 3 || 2 || 5 <br /> |-<br /> | Prunus subhirtella || Voorjaarskers || boom/struik || ? || N 3 || P 3 || 11 || 4 <br /> |-<br /> | Pseudofumaria alba / Corydalis alba || Geelwitte helmbloem || vast || ? || N 1 || P 1 || 6 || 10 <br /> |-<br /> | Pseudofumaria lutea / Corydalis lutea || Gele helmbloem || vast || ? || N 1 || P 1 || 5 || 10 <br /> |-<br /> | Ptelea trifoliata || Lederboom || struik/boom || ? || N 5 || P 0 || 6 || 6 <br /> |-<br /> | Pteridium aquilinum || Adelaarsvaren || vast || ? || N 1 || P 0 || 7 || 8 <br /> |-<br /> | Pterostyrax corymbosa || Epaulettenboom || boom/struik || ? || N 4 || P 4 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Pterostyrax hispida || Epaulettenboom || boom/struik || ? || N 1 || P 1 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Pulicaria dysenterica || Heelblaadjes || vast || Geel || N 0 || P 3 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Pulmonaria longifolia || Langbladig longkruid || vast || ? || N 1 || P 1 || 3 || 5 <br /> |-<br /> | Pulmonaria montana || Smal longkruid || vast || ? || N 1 || P 1 || 3 || 5 <br /> |-<br /> | Pulmonaria officinalis || Gevlekt longkruid || vast || ? || N 1 || P 1 || 3 || 5 <br /> |-<br /> | Pulsatilla vulgaris || Wildemanskruid || vast || ? || N 0 || P 1 || 3 || 5 <br /> |-<br /> | [[Saffierhyacinth|Puschkinia scilloides var. libanotica]] || saffierhyacinth || bol || lichtoranje || N 3 || P 3 || 2 || 4 <br /> |-<br /> | Pycnanthemum flexuosum || Ranke bergmunt || vast || ? || N 1 || P 0 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Pycnanthemum muticum || Grootbladige bergmunt / Amerikaanse bergmunt || vast || ? || N 1 || P 0 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Pycnanthemum pilosum || Harige bergmunt || vast || ? || N 1 || P 0 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Pycnanthemum tenuifolium || Bergmunt || vast || ? || N 1 || P 0 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Pyracantha coccinea || Vuurdoorn || struik/klimplant || ? || N 5 || P 5 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Pyrus calleryana || Sierpeer || boom || ? || N 3 || P 3 || 4 || 5 <br /> |-<br /> | Pyrus communis || Peer || boom || ? || N 5 || P 5 || 4 || 5 <br /> |-<br /> | Pyrus salicifolia || Wilgpeer (var. Pendula: Treurpeer) || boom || ? || N 3 || P 3 || 4 || 5 <br /> |-<br /> | Pyrus ussuriensis || Chinese peer || boom || ? || N 3 || P 3 || 4 || 5 <br /> |-<br /> | Quercus petraea || Wintereik || boom || ? || honingdauw || P 0 || 5 || 5 <br /> |-<br /> | Quercus robur || Zomereik || boom || ? || honingdauw || P 0 || 5 || 5 <br /> |-<br /> | [[Scherpe boterbloem|Ranunculus acris]] || Scherpe boterbloem || vast || Geel || N 1 || P 1 || 4 || 10 <br /> |-<br /> | Ranunculus bulbosus || Knolboterbloem || vast || geel || N 0 || P 1 || 4 || 6 <br /> |-<br /> | [[Speenkruid|Ranunculus ficaria]] || Speenkruid || vast || geel || N 2 || P 2 || 3 || 5 <br /> |-<br /> | Ranunculus repens || Kruipende boterbloem || vast || geel || N 0 || P 2 || 5 || 7 <br /> |-<br /> | Raphanus raphanistrum || Knopherik || 1-jarig || Geel || N 5 || P 5 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | Raphanus sativus || Radijs / Bladramanus || 1-jarig || geel || N 5 || P 5 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Reseda alba || Witte reseda || 2-jarig || ? || N 5 || P 5 || 6 || 10 <br /> |-<br /> | Reseda lutea || Wilde reseda || vast || ? || N 5 || P 5 || 5 || 9 <br /> |-<br /> | Reseda luteola || Wouw || 2-jarig || ? || N 5 || P 5 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Reseda odorata || Welriekende reseda / Tuinreseda || 1-jarig || ? || N 5 || P 5 || 7 || 10 <br /> |-<br /> | Rhamnus cathartica || Wegedoorn || struik || ? || N 5 || P 5 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | [[Vuilboom|Rhamnus frangula]] || Vuilboom / Sporkehout || struik || ? || N 5 || P 5 || 5 || 9 <br /> |-<br /> | Rhodiola wallichiana || Rozenrood || vast || ? || N 1 || P 0 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Rhododendron catawbiense || Rhododendron || struik || ? || N 1 || P 1 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Rhododendron fastigiatum || Rhododendron || struik || ? || N 4 || P 4 || 4 || 5 <br /> |-<br /> | Rhododendron micranthum || Kleinbloemige rhododendron || struik || ? || N 1 || P 1 || 5 || 5 <br /> |-<br /> | [[Pontische rhododendron|Rhododendron ponticum]] || Pontische rhododendron || struik || ? || N 1 || P 1 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | [[Fluweelboom|Rhus typhina]] || Azijnboom / Fluweelboom || struik || ? || N 5 || P 5 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Ribes alpinum || Alpenbes || struik || ? || N 3 || P 3 || 4 || 5 <br /> |-<br /> | Ribes aureum / Ribes odoratum || Gele ribes || struik || ? || N 3 || P 3 || 4 || 5 <br /> |-<br /> | Ribes nigrum || Zwarte bes || struik || Grijsachtig groen || N 5 || P 5 || 4 || 5 <br /> |-<br /> | Ribes rubrum || Aalbes || struik || Grijsachtig groen || N 5 || P 5 || 4 || 5 <br /> |-<br /> | Ribes sanguineum || Rode bes || struik || ? || N 3 || P 3 || 4 || 5 <br /> |-<br /> | Ribes uva-crispa || Kruisbes || struik || Grijsachtig groen || N 5 || P 5 || 4 || 4 <br /> |-<br /> | Richardia scabra || Mexicaanse klaver || 1-jarig || ? || N 1 || P 0 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Ricinus communis || Wonderboom / Christuspalm || vast/1-jarig || ? || N 1 || P 1 || 7 || 8 <br /> |-<br /> | Robinia hispida (incl. ssp. fertilis) || Ruwe acacia / Rode regen || struik || ? || N 4 || P 4 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Robinia luxurians || Robinia || struik || ? || N 4 || P 4 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | [[Robinia|Robinia pseudoacacia]] || Robinia / Valse acacia || boom || ? || N 5 || P 5 || 6 || 7<br /> |-<br /> | Rodgersia aesculifolia || Schout-bij-nacht || vast || ? || N 1 || P 1 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Rodgersia podophylla || Schout-bij-nacht || vast || ? || N 1 || P 1 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Rorippa amphibia || Gele waterkers || vast || ? || N 3 || P 3 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Rorippa austriaca || Oostenrijkse (water)kers || vast || ? || N 1 || P 1 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | Rorippa microphylla || Slanke waterkers || vast || ? || N 1 || P 1 || 5 || 9 <br /> |-<br /> | Rorippa sylvestris || Akkerkers || vast || ? || N 1 || P 1 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Rosa arvensis || Bosroos || struik || lichtgeel || N 0 || P 5 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Rosa &#039;Bobby James&#039; Ramblertype || - || klimplant || lichtgeel || N 0 || P 5 || 6 || 6 <br /> |-<br /> | Rosa canina || Hondsroos || struik || lichtgeel || N 0 || P 5 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Rosa corymbifera || Heggenroos || struik || lichtgeel || N 0 || P 5 || 6 || 6 <br /> |-<br /> | Rosa filipes cv. Kiftsgate Ramblertype || - || klimplant || lichtgeel || N 0 || P 5 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Rosa gallica || Franse roos || struik || lichtgeel || N 0 || P 5 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Rosa glauca || Bergroos || struik || lichtgeel || N 0 || P 5 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Rosa majalis || Kaneelroos || struik || lichtgeel || N 1 || P 1 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Rosa moyesii || - || struik || lichtgeel || N 0 || P 5 || 6 || 6 <br /> |-<br /> | Rosa multibracteata || - || struik || lichtgeel || N 0 || P 5 || 6 || 6 <br /> |-<br /> | Rosa multiflora || Veelbloemige roos || struik || lichtgeel || N 0 || P 5 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | Rosa pimpinellifolia || Duinroos || struik || lichtgeel || N 0 || P 5 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Rosa polyantha || - || struik || lichtgeel || N 0 || P 3 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Rosa rubiginosa || Egelantier || struik || lichtgeel || N 0 || P 5 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | [[rimpelroos|Rosa rugosa]] || Rimpelroos / Japanse bottelroos|| struik || lichtgeel || N 5 || P 5 || 6 || 10 <br /> |-<br /> | Rosa sericea || - || struik || lichtgeel || N 0 || P 5 || 5 || 5 <br /> |-<br /> | Rosa tomentosa || Viltroos || struik || lichtgeel || N 0 || P 5 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Rosa villosa || Bottelroos || struik || lichtgeel || N 0 || P 5 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | [[Rozemarijn|Rosmarinus officinalis]] || Rozemarijn || struik || ? || N 1 || P 0 || 4 || 6 <br /> |-<br /> | Rubus caesius || Dauwbraam || struik || Wit || N 4 || P 4 || 5 || 8 <br /> |-<br /> | Rubus fruticosus || Gewone braam || struik || Wit-geelachtig || N 5 || P 5 || 5 || 8 <br /> |-<br /> | [[Framboos|Rubus idaeus]] || Framboos (zomer) || struik || Wit/grijswit || N 5 || P 5 || 5 || 7 <br /> |-<br /> | [[Framboos|Rubus idaeus]] || Framboos (herfst) || struik || Wit/grijswit || N 5 || P 5 || 8 || 10 <br /> |-<br /> | Rubus laciniatus || Braam || struik || Wit || N 5 || P 5 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Rubus odoratus || Welriekende braam || struik || ? || N 1 || P 1 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | Rubus phoeniculasius || Japanse wijnbes || struik || ? || N 1 || P 0 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Rubus spectabilis || Prachtframboos || struik || ? || N 5 || P 5 || 3 || 5 <br /> |-<br /> | Rudbeckia fulgida || Rudbeckia / Gele zonnehoed|| vast || geel/oranjegeel || N 1 || P 0 || 7 || 10 <br /> |-<br /> | Rudbeckia hirta || Ruige rudbeckia || vast || geel/oranjegeel || N 5 || P 0 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Rudbeckia laciniata || Slipbladige rudbeckia || vast || geel/oranjegeel || N 3 || P 3 || 7 || 10 <br /> |-<br /> | Rudbeckia nitida || Rudbecia nitida || vast || geel/oranjegeel || N 3 || P 3 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Rudbeckia triloba || Rudbeckia triloba || vast || ? || N 2 || P 0 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Ruta graveolens || Wijnruit || halfheester || ? || N 3 || P 3 || 7 || 8 <br /> |-<br /> | Sagina nodosa || Sierlijke vetmuur || vast || ? || N 1 || P 0 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Sagina subulata || Priemvetmuur || vast || ? || N 3 || P 0 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | [[Wilg|Salix alba]] || Schietwilg || boom || geel || N 5 || P 5 || 4 || 5 <br /> |-<br /> | [[Wilg|Salix aurita]] || Geoorde wilg || struik || geel || N 5 || P 5 || 4 || 5 <br /> |-<br /> | [[Wilg|Salix babylonica]] || Chinese treurwilg / Krulwilg / Kronkelwilg || boom || geel || N 5 || P 5 || 4 || 5 <br /> |-<br /> | [[Wilg|Salix caprea]] || Boswilg || boom || geel || N 5 || P 5 || 3 || 4 <br /> |-<br /> | [[Wilg|Salix cinerea]] || Grauwe wilg || struik || geel || N 5 || P 5 || 3 || 4 <br /> |-<br /> | [[Wilg|Salix daphnoides]] || Berijpte wilg || boom/struik || geel || N 5 || P 5 || 3 || 4 <br /> |-<br /> | [[Wilg|Salix dasyclados]] || Duitse lot || boom || geel || N 5 || P 5 || 3 || 4 <br /> |-<br /> | [[Wilg|Salix fragilis]] || Kraakwilg || boom || geel || N 5 || P 5 || 4 || 5 <br /> |-<br /> | [[Wilg|Salix pentandra]] || Laurierwilg || struik/boom || geel || N 5 || P 5 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | [[Wilg|Salix purpurea]] || Bittere wilg || struik || geel || N 5 || P 5 || 4 || 4 <br /> |-<br /> | [[Wilg|Salix repens]] || Kruipwilg || struik || geel || N 5 || P 5 || 4 || 5 <br /> |-<br /> | [[Wilg|Salix sachalinensis]] || Bandwilg || boom || geel || N 5 || P 5 || 3 || 4 <br /> |-<br /> | [[Wilg|Salix triandra]] || Amandelwilg || struik || geel || N 5 || P 5 || 4 || 5 <br /> |-<br /> | [[Wilg|Salix viminalis]] || Katwilg || struik || geel || N 5 || P 5 || 3 || 4 <br /> |-<br /> | Salvia argentea || Zilversalie || 2-jarig || ? || N 1 || P 0 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Salvia farinacea || Meelsalie || 1-jarig || ? || N 1 || P 1 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Salvia glutinosa || Kleverige salie || vast || Geel || N 1 || P 1 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Salvia horminum || Bonte salie || 1-jarig || ? || N 3 || P 3 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | Salvia nemorosa || Bossalie || vast || ? || N 3 || P 0 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Salvia officinalis || Echte salie || vast || ? || N 1 || P 1 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Salvia pratensis || Veldsalie || vast || ? || N 1 || P 1 || 5 || 7 <br /> |-<br /> | Salvia splendens || Vuursalie || 1-jarig || ? || N 1 || P 0 || 6 || 10 <br /> |-<br /> | Salvia uliginosa || Moeras salie || vast || ? || N 1 || P 0 || 8 || 9 <br /> |-<br /> | Salvia verticillata || Kranssalie || vast || ? || N 1 || P 1 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Sambucus nigra || Gewone vlier || struik || ? || N 0 || P 1 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Sanguisorba canadensis || Pimpernel || vast || ? || N 4 || P 4 || 7 || 8 <br /> |-<br /> | Sanguisorba minor || Kleine pimpernel || vast || ? || N 3 || P 3 || 5 || 7 <br /> |-<br /> | Sanguisorba officinalis || Grote pimpernel || vast || ? || N 3 || P 3 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Sanguisorba tenuifolia || Pimpernel || vast || ? || N 3 || P 3 || 7 || 8 <br /> |-<br /> | Sanvitalia procumbens || Kruipende zinnia || 1-jarig || ? || N 1 || P 1 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Saponaria officinalis || Zeepkruid || vast || ? || N 1 || P 0 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | [[Vleesbes|Sarcococca hookeriana (var. hookeriana, humilis, digyna)]] || vleesbes || struik || ? || N 5 || P 5 || 1 || 3 <br /> |-<br /> | [[Vleesbes|Sarcococca confusa]] || vleesbes || struik || ? || N 5 || P 5 || 2 || 4 <br /> |-<br /> | Satureja hortensis || Bonenkruid || 1-jarig || ? || N 1 || P 0 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Satureja montana || Winterbonenkruid / Steentijm / Bergsteentijm || vast || ? || N 1 || P 0 || 7 || 8 <br /> |-<br /> | Saxifraga granulata || Knolsteenbreek || vast || ? || N 1 || P 1 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Saxifraga rotundifolia || Rondbladige steenbreek || vast || ? || N 3 || P 3 || 5 || 9 <br /> |-<br /> | Saxifraga umbrosa || Schildersverdriet || vast || ? || N 3 || P 3 || 6 || 6 <br /> |-<br /> | Satureja montana || Winterbonenkruid / Steentijm || vast || ? || N 1 || P 0 || 7 || 8 <br /> |-<br /> | Scabiosa caucasica || Schurftkruid || vast || ? || N 1 || P 0 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Scabiosa columbaria || Duifkruid || vast || Witachtig || N 3 || P 3 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Scabiosa ochroleuca || Geel duifkruid || vast || ? || N 3 || P 3 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Scaevola aemula || Waaierbloem || vast || ? || N 1 || P 0 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Schinus molle || Callifornische peper || kuipplant || ? || N 1 || P 0 || 5 || 8 <br /> |-<br /> | [[Sterhyacint|Scilla bifolia]] || Vroege sterhyacint || bol || blauw || N 3 || P 3 || 3 || 4 <br /> |-<br /> | [[Sterhyacint|Scilla (of Hyacinthoides) hispanica]] || Wilde hyacint || bol || blauw || N 3 || P 3 || 4 || 5 <br /> |-<br /> | [[Sterhyacint|Scilla (of Hyacinthoides) non-scripta]] || Wilde hyacint || bol || blauw || N 3 || P 3 || 4 || 5 <br /> |-<br /> | [[Sterhyacint|Scilla siberica]] || Oosterse sterhyacint || bol || ? || N 3 || P 3 || 3 || 4 <br /> |-<br /> | [[Sterhyacint|Scilla (of Chionodoxa) siehei]] || Grote sneeuwroem || bol || ? || N 3 || P 3 || 3 || 4 <br /> |-<br /> | Scrophularia auriculata || Geoord helmkruid || vast || ? || N 1 || P 0 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Scrophularia nodosa || Knopig helmkruid || vast || ? || N 1 || P 0 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Scrophularia umbrosa || Gevleugeld helmkruid || vast || ? || N 1 || P 0 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Scrophularia vernalis || Voorjaarshelmkruid || 2-jarig || ? || N 1 || P 1 || 4 || 6 <br /> |-<br /> | Securigera varia / Coronilla varia || Bont kroonkruid / Kroonwikke || vast || ? || N 1 || P 1 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | [[Vetkruid|Sedum acre]] || Muurpeper || vast || ? || N 3 || P 3 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | [[Vetkruid|Sedum aizoon]] || Sedum || vast || ? || N 5 || P 0 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | [[Vetkruid|Sedum album]] || Wit vetkruid || vast || ? || N 3 || P 3 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | [[Vetkruid|Sedum kamtschaticum / Sedum middendorffianum]] || Kamtsjatka-muurpeper || vast || geel || N 3 || P 3 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | [[Vetkruid|Sedum reflexum]] || Tripmadam || vast || Geel || N 3 || P 3 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | [[Vetkruid|Sedum sexangulare]] || Zacht vetkruid || vast || ? || N 3 || P 3 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | [[Vetkruid|Sedum spathulifolium]] || Sedum || vast || ? || N 3 || P 3 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | [[Vetkruid|Sedum spectabile]] || Roze hemelsleutel / Roze vetkruid / Herfstfreude || vast || ? || N 4 || P 0 || 8 || 9 <br /> |-<br /> | [[Vetkruid|Sedum telephium]] || Hemelsleutel || vast || ? || N 5 || P 0 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Sempervivum tectorum || Donderblad / Huislook || vast || ? || N 1 || P 1 || 7 || 8 <br /> |-<br /> | Senecio aquaticus || Waterkruiskruid || 2-jarig || geelachtig || N 1 || P 1 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | Senecio cineraria || Wit askruid || vast || Geel/geelachtig || N 1 || P 1 || 7 || 8 <br /> |-<br /> | Senecio erucifolius || Viltig kruiskruid || vast || Geel/geelachtig || N 3 || P 3 || 8 || 9 <br /> |-<br /> | Senecio fluviatilis || Rivierkruiskruid || vast || Geel/geelachtig || N 1 || P 1 || 8 || 9 <br /> |-<br /> | Senecio inaequidens || Bezemkruiskruid || vast || Geel/geelachtig || N 3 || P 3 || 6 || 12 <br /> |-<br /> | Senecio jacobaea || Jacobskruiskruid || 2-jarig || Geel/geelachtig || N 3 || P 3 || 6 || 10 <br /> |-<br /> | Senecio ovatus || Schaduwkruiskruid || vast || Geel/geelachtig || N 1 || P 1 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Senecio paludosus || Moeraskruiskruid || vast || Geel/geelachtig || N 3 || P 3 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | Senecio squalidus || Glanzend kruiskruid || 1-jarig || Geel/geelachtig || N 1 || P 1 || 5 || 9 <br /> |-<br /> | Senecio vulgaris || Klein kruiskruid || 1-jarig || Geel/geelachtig || N 1 || P 1 || 1 || 12 <br /> |-<br /> | Sida hermaphrodita || Virginische malva || vast || ? || N 4 || P 0 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Sidalcea malviflora || Wilde stokroos / Griekse malva || vast || ? || N 3 || P 3 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | Silphium perfoliatum || Zonnekroon || vast || Oranjegeel || N 3 || P 3 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Silybum marianum || Mariadistel || 1-2-jarig || ? || N 3 || P 3 || 7 || 8 <br /> |-<br /> | [[Gele mosterd|Sinapis alba]] || Gele mosterd || 1-jarig || Geel || N 5 || P 5 || 5 || 7 <br /> |-<br /> | Sinapis arvensis || Herik || 1-jarig || Geel || N 5 || P 5 || 5 || 9 <br /> |-<br /> | Sisymbrium officinale || Gewone raket || 1-jarig || ? || N 1 || P 1 || 5 || 9 <br /> |-<br /> | [[Skimmia|Skimmia japonica]] || Skimmia || struik || ? || N 5 || P 5 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | [[Skimmia|Skimmia reevesiana]] || Skimmia || struik || ? || N 5 || P 5 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Solanum dulcamara || Bitterzoet || vast/klim || ? || N 5 || P 5 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Solanum nigrum ssp. nigrum || Zwarte nachtschade || 1-jarig || ? || N 1 || P 1 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | [[Guldenroede|Solidago caesia]] || Guldenroede || vast || geel || N 1 || P 1 || 8 || 10 <br /> |-<br /> | [[Guldenroede|Solidago canadensis]] || Canadese guldenroede || vast || geel || N 1 || P 1 || 8 || 9 <br /> |-<br /> | [[Guldenroede|Solidago flexicaulis]] || Guldenroede || vast || geel || N 1 || P 1 || 7 || 10 <br /> |-<br /> | [[Guldenroede|Solidago gigantea]] || Late guldenroede || vast || geel || N 2 || P 2 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | [[Guldenroede|Solidago graminifolia]] || Grasbladige guldenroede || vast || geel || N 4 || P 4 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | [[Guldenroede|Solidago nemoralis]] || Grijze guldenroede || vast || geel || N 4 || P 4 || 8 || 9 <br /> |-<br /> | [[Guldenroede|Solidago rigida (Oligoneuron rigidus)]] || Stijve guldenroede || vast || geel || N 1 || P 1 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | [[Guldenroede|Solidago speciosa]] || Guldenroede || vast || geel || N 4 || P 4 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | [[Guldenroede|Solidago virga aurea]] || Echte guldenroede || vast || geel || N 3 || P 3 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Sonchus arvensis || Akkermelkdistel || vast || ? || N 3 || P 3 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Sonchus asper || Gekroesde melkdistel || 1-jarig || ? || N 0 || P 3 || 6 || 10 <br /> |-<br /> | Sonchus oleraceus || Gewone melkdistel || 1-jarig || ? || N 0 || P 3 || 6 || 10 <br /> |-<br /> | Sonchus palustris || Moerasmelkdistel || vast || ? || N 0 || P 3 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | [[Honingboom|Sophora japonica]] || Honingboom / Snoerboom || boom || ? || N 5 || P 5 || 7 || 8 <br /> |-<br /> | Sorbaria sorbifolia || Lijsterbesspirea || struik || ? || N 3 || P 3 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Sorbaria tomentosa || Lijsterbesspirea || struik || ? || N 1 || P 1 || 7 || 8 <br /> |-<br /> | Sorbus aria || Meelbes || boom || witachtig || N 3 || P 3 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Sorbus aucuparia || Wilde lijsterbes || boom/struik || witachtig || N 3 || P 3 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Sorbus x thuringiaca || Gedeelde meelbes || boom || witachtig || N 3 || P 3 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Spergula arvensis || Gewone spurrie || 1-jarig || ? || N 1 || P 1 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Sphaeralcea fendleri || Kogelmalva || halfheester || ? || N 1 || P 0 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Sphaeralcea munroana || Kogelmalva || vast || ? || N 1 || P 0 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Spilanthes oleracea || Huzarenknoop || 1-jarig || ? || N 4 || P 0 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Spiraea canescens || Spirea || struik || witgeel || N 1 || P 1 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Spiraea douglasii || Douglasspirea || struik || ? || N 1 || P 1 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Spiraea japonica || Spiraea || struik || grijsviolet || N 3 || P 3 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Spiraea salicifolia || Theeboompje || struik || ? || N 1 || P 1 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | Spiraea x vanhouttei || Spirea || struik || ? || N 1 || P 1 || 4 || 5 <br /> |-<br /> | Stachys arvensis || Akkerandoorn || 1-jarig || ? || N 1 || P 1 || 7 || 10 <br /> |-<br /> | Stachys bysantina || Ezelsoor || vast || ? || N 1 || P 1 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | Stachys officinalis || Betonie || vast || ? || N 1 || P 1 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | Stachys palustris || Moerasandoorn || vast || ? || N 3 || P 0 || 7 || 8 <br /> |-<br /> | [[Bosandoorn|Stachys sylvatica]] || Bosandoorn / Stinknetel / Bosnetel || vast || ? || N 1 || P 0 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | Staphylea pinnata || Pimpernoot || struik || ? || N 1 || P 1 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Staphylea trifolia || Pimpernoot || struik || ? || N 1 || P 1 || 5 || 5 <br /> |-<br /> | Stellaria graminea || Grasmuur || vast || ? || N 1 || P 1 || 5 || 8 <br /> |-<br /> | Stellaria holostea || Grote muur || vast || ? || N 1 || P 1 || 4 || 6 <br /> |-<br /> | [[Vogelmuur|Stellaria media]] || Vogelmuur || 1-jarig || helgeel || N 3 || P 3 || 1 || 12 <br /> |-<br /> | Stellaria nemorum || Bosmuur || vast || ? || N 1 || P 1 || 5 || 7 <br /> |-<br /> | Stephanandra incisa || Kransspirea || struik || ? || N 5 || P 0 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Stephanandra incisa (var. Crispa)|| Kransspirea || dwergstruik || ? || N 3 || P 0 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Strobilanthes atropurpurea || Acanthus || vast || ? || N 2 || P 0 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | [[Honingboom|Styphnolobium japonicum]] || Honingboom / Snoerboom || boom || ? || N 5 || P 5 || 7 || 8 <br /> |-<br /> | Styrax japonicus || Storaxboom || boom/struik || ? || N 1 || P 1 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Succisa pratensis || Blauwe knoop || vast || ? || N 2 || P 2 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Sutera campanulata || Bacopa || 1-jarig || ? || N 1 || P 0 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Sutera coradata || Bacopa || 1-jarig || ? || N 1 || P 1 || 7 || 8 <br /> |-<br /> | Symphoricarpos albus || Sneeuwbes || struik || ? || N 5 || P 5 || 7 || 8 <br /> |-<br /> | Symphoricarpos chenaultii || Sneeuwbes || struik || ? || N 5 || P 5 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Symphoricarpos occidentalis || Sneeuwbes || struik || ? || N 1 || P 1 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | Symphoricarpos orbiculatus || Sneeuwbes || struik || ? || N 5 || P 5 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | [[Aster|Symphyotrichum dumosum (Aster dumosus)]] || Bossige aster || vast || geel.geel-oranje || N 2 || P 2 || 9 || 11<br /> |-<br /> | [[Aster|Symphyotrichum ericoides (Aster ericoides)]] || Sluieraster || vast || geel.geel-oranje || N 1 || P 1 || 8 || 10<br /> |-<br /> | [[Aster|Symphyotrichum laeve (Aster laevis)]] || Gladde aster || vast || ? || N 3 || P 3 || 9 || 10<br /> |-<br /> | [[Aster|Symphyotrichum lateriflorum (Aster lateriflorus)]] || Kleine aster || vast || geel.geel-oranje || N 1 || P 1 || 9 || 10<br /> |-<br /> | [[Aster|Symphyotrichum novae-angliae (Aster nove-angliae)]] || Nieuw Engelse aster || vast || geel.geel-oranje || N 2 || P 2 || 9 || 11<br /> |-<br /> | [[Aster|Symphyotrichum novi-belgii (Aster novi-belgii)]] || Nieuw-Nederlandse aster || vast || geel.geel-oranje || N 2 || P 2 || 9 || 10<br /> |-<br /> | Symphytum officinale || Gewone smeerwortel || vast || ? || N 3 || P 3 || 4 || 9 <br /> |-<br /> | Syringa vulgaris || Sering || vast || ? || N 1 || P 0 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Tagetes erecta || Grootafrikaantje || 1-jarig || ? || N 3 || P 3 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Tagetes patula || Afrikaantje || 1-jarig || ? || N 3 || P 0 || 7 || 10<br /> |-<br /> | Tagetes tenuifolia || Sterafrikaantje || 1-jarig || ? || N 3 || P 3 || 6 || 10 <br /> |-<br /> | Tanacetum corymbosum || Tuilmargriet || vast || ? || N 1 || P 1 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Tanacetum parthenium || Moederkruid || 1-2-jarig || ? || N 1 || P 1 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | [[Boerenwormkruid|Tanacetum vulgare]] || Boerenwormkruid / Reinvaren / Wormkruid / Wormzaad || vast || Oranje || N 3 || P 3 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | [[Gewone paardenbloem|Taraxacum officinale]] || Gewone paardenbloem || vast || Oranjegeel || N 5 || P 5 || 3 || 5 <br /> |-<br /> | Gewone paardenbloem || Gewone paardenbloem (2e bloei) || vast || Oranjegeel || N 5 || P 5 || 9 || 11 <br /> |-<br /> | Taxus baccata || Taxus || boom/struik || geel || N 0 || P 3 || 3 || 5 <br /> |-<br /> | Telekia speciosa || Telekia (niet koeienoog)|| vast || ? || N 1 || P 1 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Tephroseris palustris || Moerasandijvie || 2-jarig || ? || N 5 || P 5 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | [[Bijenboom|Tetradium daniellii]] || Stink es / Bijenboom || boom/heester || ? || N 5 || P 5 || 9 || 9<br /> |-<br /> | Teucrium chamaedrys || Echte gamander || vast || ? || N 5 || P 0 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Teucrium lucidrys || Gamander || dwergstruik || ? || N 5 || P 0 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Teucrium scorodonia || Valse salie || vast || ? || N 3 || P 3 || 7 || 8 <br /> |-<br /> | Thalictrum aquilegifolium || Akeleiruit || vast || ? || N 0 || P 3 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Thalictrum delavayi || Ruit / Chinese ruit || vast || ? || N 0 || P 3 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | Thalictrum flavum || Poelruit || vast || ? || N 0 || P 3 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Thalictrum lucidum || - || vast || geelachtig || N 5 || P 5 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Thalictrum minus || Kleine ruit || vast || ? || N 0 || P 3 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Thalictrum polygamum || - || vast || ? || N 0 || P 3 || 7 || 8 <br /> |-<br /> | Thlaspi arvense || Witte krodde || 1-jarig || ? || N 1 || P 1 || 5 || 9 <br /> |-<br /> | Thlaspi caerulescens || Zinkboerenkers / Bosboerenkers || 2-jarig || ? || N 1 || P 1 || 4 || 7 <br /> |-<br /> | [[Tijm|Thymus praecox]] || Kruiptijm || vast || ? || N 3 || P 0 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | [[Tijm|Thymus pulegioides]] || Grote tijm || vast || ? || N 3 || P 3 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | [[Tijm|Thymus serpyllum]] || Wilde tijm || vast || ? || N 3 || P 3 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | [[Tijm|Thymus vulgare]] || Echte tijm || dwergstruik || ? || N 3 || P 0 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | [[Linde|Tilia americana]] || Amerikaanse linde || boom || lichtgeel/groengeel || N 5 || P 5 || 7 || 8 <br /> |-<br /> | [[Linde|Tilia cordata]] || Winterlinde || boom || lichtgeel/groengeel || N 5 || P 5 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | [[Linde|Tilia platyphyllos]] || Zomerlinde || boom || lichtgeel/groengeel || N 5 || P 5 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | [[Linde|Tilia tomentosa]] || Zilverlinde || boom || lichtgeel/groengeel || N 5 || P 5 || 7 || 8 <br /> |-<br /> | [[Linde|Tilia x europaea]] || Hollandse linde || boom || lichtgeel/groengeel || N 5 || P 5 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Trachelium caeruleum || Halskruid || vast || ? || N 1 || P 1 || 7 || 8 <br /> |-<br /> | [[Eendagsbloem|Tradescantia virginiana]] || Eendagsbloem / Vaderplant / mozes-in-de-biezen || vast || geel || N 0 || P 3 || 6 || 10 <br /> |-<br /> | Tragopogon pratensis s. pratensis || Gele morgenster || 2-jarig || ? || N 1 || P 1 || 5 || 7 <br /> |-<br /> | Tragopogon pratensis s.orientalis || Oosterse morgenster || 2-jarig || ? || N 1 || P 1 || 5 || 7 <br /> |-<br /> | [[Klaver|Trifolium arvense]] || Hazenpootje || 1-jarig || ? || N 3 || P 0 || 7 || 10 <br /> |-<br /> | [[Klaver|Trifolium campestre]] || Liggende klaver / Middelste klaver || 1-jarig || ? || N 3 || P 0 || 5 || 9 <br /> |-<br /> | [[Klaver|Trifolium dubium]] || Kleine klaver || 1-jarig || ? || N 3 || P 0 || 5 || 9 <br /> |-<br /> | [[Klaver|Trifolium fragiferum]] || Aardbeiklaver || vast || ? || N 3 || P 0 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | [[Klaver|Trifolium incarnatum]] || Incarnaat klaver || 1-jarig || ? || N 5 || P 5 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | [[Klaver|Trifolium pratense]] || Rode klaver || vast/2-jarig || Bruinachtig || N 1 || P 1 || 5 || 10 <br /> |-<br /> | [[Klaver|Trifolium repens]] || Witte klaver || vast || Bruinachtig || N 5 || P 5 || 5 || 10 <br /> |-<br /> | Tripleurospermum maritimum || Reukeloze kamille || 1-2-jarig || ? || N 0 || P 1 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Trochodendron aralioides || Wielboom / Radboom || boom || ? || N 4 || P 4 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Trollius europaeus || Kogelbloem || vast || ? || N 0 || P 1 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Tropaeolum majus || Oostindische kers || 1-jarig || oranjegeel || N 1 || P 1 || 7 || 9<br /> |-<br /> | [[Botanische tulp|Tulipa tarda]] || Botanische tulp || bol.knol || ? || N 1 || P 1 || 4 || 5 <br /> |-<br /> | Tulipa sylvestris || Bostulp || bol || ? || N 1 || P 1 || 4 || 5 <br /> |-<br /> | Tussilago farfara || Klein hoefblad || vast || oranjegeel || N 3 || P 3 || 2 || 4 <br /> |-<br /> | Ulex europaeus || Gaspeldoorn || struik || Bruinachtig || N 3 || P 3 || 3 || 5 <br /> |-<br /> | Utricularia vulgaris || Groot blaasjeskruid || waterplant || ? || N 1 || P 1 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Vaccinium corymbosum || Blauwe bes || struik || Creme || N 5 || P 5 || 5 || 7 <br /> |-<br /> | Vaccinium myrtillus || Blauwe bosbes || dwergstruik || ? || N 5 || P 5 || 4 || 6 <br /> |-<br /> | Vaccinium uliginosum || Rijsbes || struik || ? || N 1 || P 1 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Vaccinium vitis-idaea || Rode bosbes || dwergstruik || ? || N 3 || P 3 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Valeriana dioica || Kleine valeriaan || vast || ? || N 1 || P 1 || 4 || 5 <br /> |-<br /> | Valeriana officinalis || Echte valeriaan || vast || ? || N 3 || P 3 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Verbascum blattaria || Mottekruid || 2-jarig || ? || N 0 || P 3 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | [[Stalkaars|Verbascum densiflorum]] || Stalkaars || 2-jarig || ? || N 0 || P 3 || 7 || 10 <br /> |-<br /> | Verbascum lychnitis || Melige toorts || 2-jarig || ? || N 0 || P 3 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Verbascum nigrum || Zwarte toorts || vast || bruinachtig || N 0 || P 3 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Verbascum phlomoides || Keizerskaars || 2-jarig || ? || N 0 || P 3 || 7 || 8 <br /> |-<br /> | Verbascum thapsus || Koningskaars || 2-jarig || ? || N 0 || P 3 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | [[IJzerhard|Verbena bonariensis]] || IJzerhard || vast,kortlev. || ? || N 3 || P 0 || 7 || 10 <br /> |-<br /> | [[IJzerhard|Verbena hastata]] || IJzerhard || vast,kortlev. || ? || N 3 || P 0 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | [[IJzerhard|Verbena officinalis]] || IJzerhard / IJzerkruid / Strooikruid || vast || bruinoranje || N 3 || P 3 || 6 || 10 <br /> |-<br /> | Verbesina alternifolia || ? || vast || ? || N 5 || P 0 || 8 || 9 <br /> |-<br /> | Veronica arvensis || Veldereprijs || 1-jarig || ? || N 1 || P 0 || 4 || 9 <br /> |-<br /> | Veronica austriaca ssp. teucrium || Brede ereprijs || vast || ? || N 1 || P 1 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Veronica chamaedrys || Gewone ereprijs || vast || ? || N 3 || P 3 || 4 || 6 <br /> |-<br /> | Veronica filiformis || Draadereprijs || vast || ? || N 3 || P 3 || 4 || 5 <br /> |-<br /> | Veronica gentianoides || (Ereprijs) || vast || ? || N 1 || P 1 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Veronica hederifolia || Klimopereprijs || 1-jarig || ? || N 1 || P 1 || 3 || 5 <br /> |-<br /> | Veronica longifolia || Lange ereprijs || vast || oranje || N 3 || P 3 || 7 || 8 <br /> |-<br /> | Veronica officinalis || Mannetjesereprijs || vast || ? || N 2 || P 2 || 5 || 8 <br /> |-<br /> | Veronica persica || Grote ereprijs || 1-jarig || ? || N 1 || P 1 || 3 || 9 <br /> |-<br /> | Veronica spicata || Aar-ereprijs || vast || ? || N 3 || P 3 || 7 || 8 <br /> |-<br /> | Veronicastrum verginicum || Virginische ereprijs || vast || geel || N 3 || P 0 || 7 || 9 <br /> |-<br /> | Viburnum dentatum || Sneeuwbal || struik || ? || N 0 || P 1 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Viburnum henryi || Sneeuwbal || struik || ? || N 0 || P 4 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Viburnum lantana || Wollige sneeuwbal || struik || ? || N 0 || P 1 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Viburnum opulus || Gelderse roos || struik || ? || N 1 || P 1 || 6 || 6 <br /> |-<br /> | [[Lauriersneeuwbal|Viburnum tinus]] || Lauriersneeuwbal || struik || lichtgeel || N 3 || P 3 || 8 || 4 <br /> |-<br /> | Viburnum trilobum || Sneeuwbal || struik || ? || N 1 || P 0 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Vicia cracca || Vogelwikke || vast || ? || N 3 || P 3 || 6 || 9 <br /> |-<br /> | Vicia faba || Tuinboon || 1-jarig || Groenachtig || N 3 || P 3 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Vicia hirsuta || Ringelwikke || 1-jarig || ? || N 3 || P 0 || 5 || 7 <br /> |-<br /> | Vicia sepium || Heggenwikke || vast || ? || N 1 || P 1 || 5 || 8 <br /> |-<br /> | Vicia tenuifolia || Stijve wikke || vast || ? || N 3 || P 3 || 6 || 6 <br /> |-<br /> | Vicia tetrasperma || Vierzadige wikke || 1-jarig || ? || N 1 || P 0 || 5 || 8 <br /> |-<br /> | Vicia villosa || Bonte wikke || 1-jarig || ? || N 3 || P 3 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | Vincetoxicum hirundinaria || Witte engbloem || vast || ? || N 3 || P 0 || 5 || 8 <br /> |-<br /> | Viola cornuta || Hoornviooltje || vast || ? || N 1 || P 1 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Viola hirta || Ruig viooltje || vast || ? || N 1 || P 1 || 4 || 5 <br /> |-<br /> | Viola odorata || Maarts viooltje || vast || ? || N 1 || P 1 || 3 || 5 <br /> |-<br /> | Viola reichenbachiana || Donkersporig bosviooltje || vast || ? || N 1 || P 1 || 4 || 5 <br /> |-<br /> | Viola riviniana || Bleeksporig bosviooltje || vast || ? || N 1 || P 1 || 4 || 5 <br /> |-<br /> | Viola tricolor || Driekleurig viooltje || 1-2-jarig || ? || N 1 || P 1 || 4 || 10 <br /> |-<br /> | Viscum album || Maretak || dwergstruik || ? || N 1 || P 1 || 3 || 5 <br /> |-<br /> | Vitex agnus-castus || Monnikenpeper || struik || ? || N 1 || P 0 || 9 || 10 <br /> |-<br /> | Vitis vinifera || Druif || klimpl.hout || ? || N 2 || P 2 || 6 || 6 <br /> |-<br /> | Waldsteinia ternata || Gele aardbei / Goudaardbei || vast || ? || N 1 || P 1 || 4 || 6 <br /> |-<br /> | Weigelia florida || Weigelia || struik || ? || N 3 || P 3 || 5 || 7 <br /> |-<br /> | Wisteria sinensis || Blauwe regen || klimpl.hout. || ? || N 3 || P 0 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Xeranthemum annuum || Droogbloem || vast || ? || N 2 || P 2 || 7 || 10 <br /> |-<br /> | [[Mais|Zea mays]] || Mais || 1-jarig || Citroengeel || N 0 || P 5 || 6 || 8 <br /> |-<br /> | Zanthoxylum simulans || Kiespijnboom || struik || ? || N 5 || P 5 || 6 || 7 <br /> |-<br /> | Zenobia pulverulenta || Zenobia || struik || ? || N 4 || P 4 || 5 || 6 <br /> |-<br /> | Zinnia haageana || Zinnia || 1-jarig || ? || N 1 || P 1 || 7 || 10 <br /> |}<br /> <br /> <br /> &lt;/div&gt;<br /> &lt;/center&gt;<br /> <br /> <br /> ==Voetnoten==<br /> &lt;references /&gt;</div> Bart Kimmel https://www.imkerpedia.nl/wiki/index.php?title=Tempelman&diff=6983 Tempelman 2012-07-08T12:02:33Z <p>Bart Kimmel: </p> <hr /> <div>[[image:Jan tempelman.jpg|thumb|right|236px|Jan Tempelman]]<br /> Jan Tempelman (1943-2009) is bij de Nederlandstalige bijenhouders vooral bekend geworden door zijn inmiddels [[Verdwenen sites|verdwenen internetsite]]. Hij heeft ook verschillende experimenten uitgevoerd waarover hij dan op die site publiceerde. Zo herbouwde hij bijvoorbeeld de [[Drory Kast]] en bouwde en testte hij een [[kurkkast|bijenkast van kurk]].<br /> <br /> Jan Tempelman is in de jaren negentig secretaris geweest van het Ambrosiusgilde Rotterdam. Hij stond daar aan de basis van veel activiteiten en realiseerde een prachtige educatieve bijenstand in het natuurgebied Nessebos. Hij was in staat om het bijenhouden en de vereniging goed in de publiciteit te brengen en daardoor steeg het ledental van het Ambrosiusgilde in die tijd explosief.<br /> Ook na zijn verhuizing naar Culemborg is Jan zeer actief gebleven bijvoorbeeld als leraar bijenteelt en in het bestuur van de stichting NECTAR.<br /> <br /> Jan was ook een fervent en erkend liefhebber van Bob Dylan.</div> Bart Kimmel https://www.imkerpedia.nl/wiki/index.php?title=Gebruiker:Bart_Kimmel&diff=6956 Gebruiker:Bart Kimmel 2012-05-21T20:58:51Z <p>Bart Kimmel: beter geformuleerd</p> <hr /> <div>Ik heb geen verstand van het houden van bijen maar probeer wat te leren over de honingbij door het bewerken van de artikelen op Imkerpedia. Mijn bijdragen hier betreffen kleine verbeteringen, later zal ik wat meer gaan aanvullen. <br /> <br /> Ik ben ook actief op de Nederlandstalige versie van [[Wikipedia]] en ben voornamelijk geïnteresseerd in reptielen en amfibieën maar ook insecten hebben mijn interesse. Op Wikipedia is onder andere het artikel over de honingbij grotendeels van mijn hand. <br /> <br /> <br /> <br /> ==Zie ook==<br /> *[http://nl.wikipedia.org/wiki/Honingbij Het artikel honingbij op Wikipedia]<br /> *[http://nl.wikipedia.org/wiki/Gebruiker:B_kimmel Mijn gebruikersprofiel op Wikipedia]</div> Bart Kimmel https://www.imkerpedia.nl/wiki/index.php?title=Gebruiker:Bart_Kimmel&diff=6955 Gebruiker:Bart Kimmel 2012-05-20T15:00:09Z <p>Bart Kimmel: </p> <hr /> <div>Ik heb geen verstand van bijen maar probeer wat te leren over de honingbij door het bewerken van de artikelen op Imkerpedia. Mijn bijdragen hier betreffen kleine verbeteringen, later zal ik wat meer gaan aanvullen. <br /> <br /> Ik ben ook actief op de Nederlandstalige versie van [[Wikipedia]] en ben voornamelijk geïnteresseerd in reptielen en amfibieën maar ook insecten hebben mijn interesse. Op Wikipedia is onder andere het artikel over de honingbij grotendeels van mijn hand. <br /> <br /> <br /> <br /> ==Zie ook==<br /> *[http://nl.wikipedia.org/wiki/Honingbij Het artikel honingbij op Wikipedia]<br /> *[http://nl.wikipedia.org/wiki/Gebruiker:B_kimmel Mijn gebruikersprofiel op Wikipedia]</div> Bart Kimmel https://www.imkerpedia.nl/wiki/index.php?title=Wespen&diff=6954 Wespen 2012-05-20T14:53:05Z <p>Bart Kimmel: </p> <hr /> <div>&#039;&#039;&#039;Wespen&#039;&#039;&#039; zijn insecten die behoren tot de [[vliesvleugeligen]] (Hymenoptera). Ook onze honingbij behoort tot deze groep behoort en wespen zijn dan ook sterk verwant. Andere groepen van de vliesvleugeligen zijn de [[mieren]] die behoren tot de familie Formicidae en de [[hommels]] uit geslacht &#039;&#039;Bombus&#039;&#039;. Mieren zijn in feite een kale en vleugelloze versie van een wesp en hommels zijn biologisch gezien sterk behaarde bijen. Wespen leven van andere insecten en de honingbij wordt hier vaak het slachtoffer van. <br /> <br /> Dat betreft dan alleen de werksters van de sociale wespen die samen met een wespenkoningin een volk vormen. In de Lage landen gaat het dan voornamelijk om de &#039;&#039;&#039;gewone wesp&#039;&#039;&#039; (&#039;&#039;Vespula vulgaris&#039;&#039;), en de &#039;&#039;&#039;Duitse wesp&#039;&#039;&#039; (&#039;&#039;Vespula germanica&#039;&#039;), die in de volksmond samen ook wel &#039;&#039;&#039;limonadewespen&#039;&#039;&#039; worden genoemd. Biologen spreken over plooivleugelwespen. <br /> <br /> In het voorjaar en het grootste deel van de zomer zijn deze limonadewespen alleen geïnteresseerd in dode of verzwakte bijen. Hiervan gebruiken ze het gespierde borststuk als voedsel voor hun vleesetende larven.<br /> <br /> Bij de bijenstal kun je deze wespen dan aantreffen terwijl ze druk doende zijn om het achterlijf, de kop, de vleugels en de poten van het borststuk te scheiden.<br /> <br /> De volwassen limonadewespen voorzien in hun energiebehoefte middels zoetstoffen die door de larven worden afgescheiden. In de zomer zie je deze wespen dan ook nauwelijks op de ([[nectar]] van) bloemen foerageren zodat ze dan ook nauwelijks een bijdrage aan [[bestuiving]] leveren. Als opruimers van dode insecten doen wespen (waaronder ook de hoornaars) echter wel degelijk nuttig werk.<br /> <br /> [[image:Bijen-en-wespen.jpg|thumb|600px|right|Dit bijenvolk houdt actief de wespen op afstand.]] <br /> Als het in het najaar steeds kouder wordt worden de wespennesten steeds kleiner. Minder larven leveren uiteraard ook minder zoetstof op, zodat de werksterwespen steeds meer elders in hun energiebehoefte moeten voorzien. Dit is de reden dat ze dan ook steeds opdringeriger richting zoete frisdranken worden. Ze kunnen voor de mens dan zelfs een serieus gevaar opleveren als een wesp per ongeluk met het frisdrank mee naar binnen komt en dan in de mond- of keelholte steekt.<br /> <br /> In deze periode zijn de limonadewespen uiteraard ook geïnteresseerd in de honingvoorraden van [[onze honingbij]]. Een sterk volk dat 1 [[broedkamer]] volledig bezet kan de druk van deze wespen dan wel aan. Een sterk volk dat in het najaar twee broedkamers bezet loopt echter al weer meer risico. Meestal zit dan het broed hoog met (gemakkelijk toegankelijk) voer aan beide zijkanten van het broednest.<br /> <br /> In dat geval kan je beter de vliegopening verkleinen. Dit geldt eigenlijk altijd zodra je constateert dat de wespen de bijenwoning binnen kunnen komen en er niet snel door de bijen worden uitgewerkt. In het najaar zullen de wespen ook graag op late bloeiers, zoals [[klimop]], foerageren. Dan leveren ze dus alsnog een bijdrage aan de bestuiving.<br /> <br /> De inheemse [[hoornaar]] (&#039;&#039;Vespa crabro&#039;&#039;) geeft voor de bijen nauwelijks last omdat hun volken meestal wat geringer in omvang zijn dan die van de limonadewespen.<br /> <br /> In onderstaand filmpje is een wesp bezig met het van het borststuk afknagen van de niet voedzame delen.<br /> &lt;VideoFlv&gt;/movies/wespen.flv&lt;/VideoFlv&gt;<br /> <br /> ==Maatregelen==<br /> Bij overlast van wespen kun je zogeheten wespenvangers plaatsen. Deze zijn in de handel verkrijgbaar, maar kun je ook gemakkelijk zelf maken door de bovenkant van een plastic fles af te snijden en deze omgekeerd op het onderste gedeelte te plaatsen. Om te voorkomen dat je ook bijen vangt doe je er niet alleen een zuivere suikeroplossing in, maar ook een deel alcohol (voorbeeldvulling: een combinatie van bier en grenadine). Bijen komen er dan niet aan, alleen wespen en vliegen.<br /> <br /> &#039;&#039;&#039;Alleen in geval van extreme overlast&#039;&#039;&#039; (waarbij een duidelijke overmaat aan wespen - ondanks het verkleinen van de vliegopening - leidt tot de ondergang van bijenvolken) kun je overgaan tot de volgende eveneens extreme maatregelen: je lokt de wespen enkele dagen met een schotel donker bier met een doek erin zodat ze zeker niet verdrinken. Je wilt dat ze thuis &quot;vertellen&quot; waar dat te verkrijgen is, zodat er juist steeds meer wespen op af komen. Dan doe je er een beetje (bij diverse tuincentra verkrijgbare) vloeibare mierenverdelger bij, dit werkt traag en het wordt dus mee in het nest genomen. Na een paar dagen zullen de nesten van de wespen volledig afgestorven zijn. Maar nogmaals: alleen in geval van extreme overlast die niet op een andere manier is te bestrijden. Ook wespen hebben in de natuur immers een nuttige functie.<br /> <br /> <br /> ==Navigatie==<br /> * Naar [[Bijenziekten en plagen|Overzicht Bijenziekten en plagen]].</div> Bart Kimmel https://www.imkerpedia.nl/wiki/index.php?title=Wespen&diff=6953 Wespen 2012-05-20T14:48:27Z <p>Bart Kimmel: </p> <hr /> <div>&#039;&#039;&#039;Wespen&#039;&#039;&#039; zijn insecten die behoren tot de [[vliesvleugeligen]] (Hymenoptera). Ook onze honingbij behoort tot deze groep behoort en wespen zijn dan ook sterk verwant. Andere groepen van de vliesvleugeligen zijn de [[mieren]] en de [[hommels]]. Mieren zijn in feite een kale en vleugelloze versie van een wesp en hommels zijn biologisch gezien sterk behaarde bijen. Wespen leven van andere insecten en de honingbij wordt hier vaak het slachtoffer van. <br /> <br /> Dat betreft dan alleen de werksters van de sociale wespen die samen met een wespenkoningin een volk vormen. In de Lage landen gaat het dan voornamelijk om de &#039;&#039;&#039;gewone wesp&#039;&#039;&#039; (&#039;&#039;Vespula vulgaris&#039;&#039;), en de &#039;&#039;&#039;Duitse wesp&#039;&#039;&#039; (&#039;&#039;Vespula germanica&#039;&#039;), die in de volksmond samen ook wel &#039;&#039;&#039;limonadewespen&#039;&#039;&#039; worden genoemd. Biologen spreken over plooivleugelwespen. <br /> <br /> In het voorjaar en het grootste deel van de zomer zijn deze limonadewespen alleen geïnteresseerd in dode of verzwakte bijen. Hiervan gebruiken ze het gespierde borststuk als voedsel voor hun vleesetende larven.<br /> <br /> Bij de bijenstal kun je deze wespen dan aantreffen terwijl ze druk doende zijn om het achterlijf, de kop, de vleugels en de poten van het borststuk te scheiden.<br /> <br /> De volwassen limonadewespen voorzien in hun energiebehoefte middels zoetstoffen die door de larven worden afgescheiden. In de zomer zie je deze wespen dan ook nauwelijks op de ([[nectar]] van) bloemen foerageren zodat ze dan ook nauwelijks een bijdrage aan [[bestuiving]] leveren. Als opruimers van dode insecten doen wespen (waaronder ook de hoornaars) echter wel degelijk nuttig werk.<br /> <br /> [[image:Bijen-en-wespen.jpg|thumb|600px|right|Dit bijenvolk houdt actief de wespen op afstand.]] <br /> Als het in het najaar steeds kouder wordt worden de wespennesten steeds kleiner. Minder larven leveren uiteraard ook minder zoetstof op, zodat de werksterwespen steeds meer elders in hun energiebehoefte moeten voorzien. Dit is de reden dat ze dan ook steeds opdringeriger richting zoete frisdranken worden. Ze kunnen voor de mens dan zelfs een serieus gevaar opleveren als een wesp per ongeluk met het frisdrank mee naar binnen komt en dan in de mond- of keelholte steekt.<br /> <br /> In deze periode zijn de limonadewespen uiteraard ook geïnteresseerd in de honingvoorraden van [[onze honingbij]]. Een sterk volk dat 1 [[broedkamer]] volledig bezet kan de druk van deze wespen dan wel aan. Een sterk volk dat in het najaar twee broedkamers bezet loopt echter al weer meer risico. Meestal zit dan het broed hoog met (gemakkelijk toegankelijk) voer aan beide zijkanten van het broednest.<br /> <br /> In dat geval kan je beter de vliegopening verkleinen. Dit geldt eigenlijk altijd zodra je constateert dat de wespen de bijenwoning binnen kunnen komen en er niet snel door de bijen worden uitgewerkt. In het najaar zullen de wespen ook graag op late bloeiers, zoals [[klimop]], foerageren. Dan leveren ze dus alsnog een bijdrage aan de bestuiving.<br /> <br /> De inheemse [[hoornaar]] (&#039;&#039;Vespa crabro&#039;&#039;) geeft voor de bijen nauwelijks last omdat hun volken meestal wat geringer in omvang zijn dan die van de limonadewespen.<br /> <br /> In onderstaand filmpje is een wesp bezig met het van het borststuk afknagen van de niet voedzame delen.<br /> &lt;VideoFlv&gt;/movies/wespen.flv&lt;/VideoFlv&gt;<br /> <br /> ==Maatregelen==<br /> Bij overlast van wespen kun je zogeheten wespenvangers plaatsen. Deze zijn in de handel verkrijgbaar, maar kun je ook gemakkelijk zelf maken door de bovenkant van een plastic fles af te snijden en deze omgekeerd op het onderste gedeelte te plaatsen. Om te voorkomen dat je ook bijen vangt doe je er niet alleen een zuivere suikeroplossing in, maar ook een deel alcohol (voorbeeldvulling: een combinatie van bier en grenadine). Bijen komen er dan niet aan, alleen wespen en vliegen.<br /> <br /> &#039;&#039;&#039;Alleen in geval van extreme overlast&#039;&#039;&#039; (waarbij een duidelijke overmaat aan wespen - ondanks het verkleinen van de vliegopening - leidt tot de ondergang van bijenvolken) kun je overgaan tot de volgende eveneens extreme maatregelen: je lokt de wespen enkele dagen met een schotel donker bier met een doek erin zodat ze zeker niet verdrinken. Je wilt dat ze thuis &quot;vertellen&quot; waar dat te verkrijgen is, zodat er juist steeds meer wespen op af komen. Dan doe je er een beetje (bij diverse tuincentra verkrijgbare) vloeibare mierenverdelger bij, dit werkt traag en het wordt dus mee in het nest genomen. Na een paar dagen zullen de nesten van de wespen volledig afgestorven zijn. Maar nogmaals: alleen in geval van extreme overlast die niet op een andere manier is te bestrijden. Ook wespen hebben in de natuur immers een nuttige functie.<br /> <br /> <br /> ==Navigatie==<br /> * Naar [[Bijenziekten en plagen|Overzicht Bijenziekten en plagen]].</div> Bart Kimmel https://www.imkerpedia.nl/wiki/index.php?title=Wespen&diff=6952 Wespen 2012-05-20T14:45:22Z <p>Bart Kimmel: spelling, layout, inleiding</p> <hr /> <div>&#039;&#039;&#039;Wespen&#039;&#039;&#039; zijn insecten die behoren tot de [[vliesvleugeligen]] (Hymenoptera). Ook onze honingbij behoort tot deze groep behoort en wespen zijn dan ook sterk verwant. Andere groepen van de vliesvleugeligen zijn de [[mieren]] en de [[hommels]]. Mieren zijn in feite een kale en vleugelloze versie van een wesp en hommels zijn biologisch gezien sterk behaarde bijen. Wespen leven van andere insecten en de honingbij wordt hier vaak het slachtoffer van. <br /> <br /> Dat betreft dan alleen de werksters van de sociale wespen die samen met een wespenkoningin een volk vormen. In de Lage landen gaat het dan voornamelijk om de &#039;&#039;&#039;gewone wesp&#039;&#039;&#039; (&#039;&#039;Vespula vulgaris&#039;&#039;), en de &#039;&#039;&#039;Duitse wesp&#039;&#039;&#039; (&#039;&#039;Vespula germanica&#039;&#039;), die in de volksmond samen ook wel &#039;&#039;&#039;limonadewespen&#039;&#039;&#039; worden genoemd. <br /> <br /> In het voorjaar en het grootste deel van de zomer zijn deze limonadewespen alleen geïnteresseerd in dode of verzwakte bijen. Hiervan gebruiken ze het gespierde borststuk als voedsel voor hun vleesetende larven.<br /> <br /> Bij de bijenstal kun je deze wespen dan aantreffen terwijl ze druk doende zijn om het achterlijf, de kop, de vleugels en de poten van het borststuk te scheiden.<br /> <br /> De volwassen limonadewespen voorzien in hun energiebehoefte middels zoetstoffen die door de larven worden afgescheiden. In de zomer zie je deze wespen dan ook nauwelijks op de ([[nectar]] van) bloemen foerageren zodat ze dan ook nauwelijks een bijdrage aan [[bestuiving]] leveren. Als opruimers van dode insecten doen wespen (waaronder ook de hoornaars) echter wel degelijk nuttig werk.<br /> <br /> [[image:Bijen-en-wespen.jpg|thumb|600px|right|Dit bijenvolk houdt actief de wespen op afstand.]] <br /> Als het in het najaar steeds kouder wordt worden de wespennesten steeds kleiner. Minder larven leveren uiteraard ook minder zoetstof op, zodat de werksterwespen steeds meer elders in hun energiebehoefte moeten voorzien. Dit is de reden dat ze dan ook steeds opdringeriger richting zoete frisdranken worden. Ze kunnen voor de mens dan zelfs een serieus gevaar opleveren als een wesp per ongeluk met het frisdrank mee naar binnen komt en dan in de mond- of keelholte steekt.<br /> <br /> In deze periode zijn de limonadewespen uiteraard ook geïnteresseerd in de honingvoorraden van [[onze honingbij]]. Een sterk volk dat 1 [[broedkamer]] volledig bezet kan de druk van deze wespen dan wel aan. Een sterk volk dat in het najaar twee broedkamers bezet loopt echter al weer meer risico. Meestal zit dan het broed hoog met (gemakkelijk toegankelijk) voer aan beide zijkanten van het broednest.<br /> <br /> In dat geval kan je beter de vliegopening verkleinen. Dit geldt eigenlijk altijd zodra je constateert dat de wespen de bijenwoning binnen kunnen komen en er niet snel door de bijen worden uitgewerkt. In het najaar zullen de wespen ook graag op late bloeiers, zoals [[klimop]], foerageren. Dan leveren ze dus alsnog een bijdrage aan de bestuiving.<br /> <br /> De inheemse [[hoornaar]] (&#039;&#039;Vespa crabro&#039;&#039;) geeft voor de bijen nauwelijks last omdat hun volken meestal wat geringer in omvang zijn dan die van de limonadewespen.<br /> <br /> In onderstaand filmpje is een wesp bezig met het van het borststuk afknagen van de niet voedzame delen.<br /> &lt;VideoFlv&gt;/movies/wespen.flv&lt;/VideoFlv&gt;<br /> <br /> ==Maatregelen==<br /> Bij overlast van wespen kun je zogeheten wespenvangers plaatsen. Deze zijn in de handel verkrijgbaar, maar kun je ook gemakkelijk zelf maken door de bovenkant van een plastic fles af te snijden en deze omgekeerd op het onderste gedeelte te plaatsen. Om te voorkomen dat je ook bijen vangt doe je er niet alleen een zuivere suikeroplossing in, maar ook een deel alcohol (voorbeeldvulling: een combinatie van bier en grenadine). Bijen komen er dan niet aan, alleen wespen en vliegen.<br /> <br /> &#039;&#039;&#039;Alleen in geval van extreme overlast&#039;&#039;&#039; (waarbij een duidelijke overmaat aan wespen - ondanks het verkleinen van de vliegopening - leidt tot de ondergang van bijenvolken) kun je overgaan tot de volgende eveneens extreme maatregelen: je lokt de wespen enkele dagen met een schotel donker bier met een doek erin zodat ze zeker niet verdrinken. Je wilt dat ze thuis &quot;vertellen&quot; waar dat te verkrijgen is, zodat er juist steeds meer wespen op af komen. Dan doe je er een beetje (bij diverse tuincentra verkrijgbare) vloeibare mierenverdelger bij, dit werkt traag en het wordt dus mee in het nest genomen. Na een paar dagen zullen de nesten van de wespen volledig afgestorven zijn. Maar nogmaals: alleen in geval van extreme overlast die niet op een andere manier is te bestrijden. Ook wespen hebben in de natuur immers een nuttige functie.<br /> <br /> <br /> ==Navigatie==<br /> * Naar [[Bijenziekten en plagen|Overzicht Bijenziekten en plagen]].</div> Bart Kimmel https://www.imkerpedia.nl/wiki/index.php?title=Gebruiker:Bart_Kimmel&diff=6950 Gebruiker:Bart Kimmel 2012-05-20T14:20:29Z <p>Bart Kimmel: </p> <hr /> <div>Ik heb geen verstand van bijen maar probeer wat te leren over de honingbij door het bewerken van de artikelen op Imkerpedia. Mijn bijdragen hier betreffen kleine verbeteringen, later zal ik wat meer gaan aanvullen. <br /> <br /> Ik ben voornamelijk actief op de Nederlandstalige versie van [[Wikipedia]] en ben voornamelijk geïnteresseerd in reptielen en amfibieën maar ook insecten hebben mijn interesse. Op Wikipedia is onder andere het artikel over de honingbij grotendeels van mijn hand. <br /> <br /> <br /> <br /> ==Zie ook==<br /> *[http://nl.wikipedia.org/wiki/Honingbij Het artikel honingbij op Wikipedia]<br /> *[http://nl.wikipedia.org/wiki/Gebruiker:B_kimmel Mijn gebruikersprofiel op Wikipedia]</div> Bart Kimmel https://www.imkerpedia.nl/wiki/index.php?title=Gebruiker:Bart_Kimmel&diff=6949 Gebruiker:Bart Kimmel 2012-05-20T14:20:13Z <p>Bart Kimmel: </p> <hr /> <div>Ik heb geen verstand van bijen maar probeer wat te leren over de honingbij door het bewerken van de artikelen op Imkerpedia. Mijn bijdragen hier betreffen kleine verbeteringen, later zal ik wat meer gaan aanvullen. <br /> <br /> Ik ben voornamelijk actief op de Nederlandstalige versie van [[Wikipedia]] en ben voornamelijk geïnteresseerd in reptielen en amfibieën maar ook insecten hebben mijn interesse. Op Wikipedia is onder andere het artikel over de honingbij grotendeels van mijn hand. <br /> <br /> <br /> <br /> ==Zie ook==<br /> *[[http://nl.wikipedia.org/wiki/Honingbij Het artikel honingbij op Wikipedia]]<br /> *[[http://nl.wikipedia.org/wiki/Gebruiker:B_kimmel Mijn gebruikersprofiel op Wikipedia]]</div> Bart Kimmel https://www.imkerpedia.nl/wiki/index.php?title=Gebruiker:Bart_Kimmel&diff=6948 Gebruiker:Bart Kimmel 2012-05-20T14:20:02Z <p>Bart Kimmel: Nieuwe pagina aangemaakt met &#039;Ik heb geen verstand van bijen maar probeer wat te leren over de honingbij door het bewerken van de artikelen op Imkerpedia. Mijn bijdragen hier betreffen kleine verbe...&#039;</p> <hr /> <div>Ik heb geen verstand van bijen maar probeer wat te leren over de honingbij door het bewerken van de artikelen op Imkerpedia. Mijn bijdragen hier betreffen kleine verbeteringen, later zal ik wat meer gaan aanvullen. <br /> <br /> Ik ben voornamelijk actief op de Nederlandstalige versie van [[Wikipedia]] en ben voornamelijk geïnteresseerd in reptielen en amfibieën maar ook insecten hebben mijn interesse. Op Wikipedia is onder andere het artikel over de honingbij grotendeels van mijn hand. <br /> <br /> <br /> <br /> ==Zie ook==<br /> [[http://nl.wikipedia.org/wiki/Honingbij Het artikel honingbij op Wikipedia]]<br /> [[http://nl.wikipedia.org/wiki/Gebruiker:B_kimmel Mijn gebruikersprofiel op Wikipedia]]</div> Bart Kimmel https://www.imkerpedia.nl/wiki/index.php?title=Honing&diff=6947 Honing 2012-05-20T13:22:41Z <p>Bart Kimmel: sp, layout (compacter)</p> <hr /> <div>[[image:broodbeleg.jpg|400px|right|thumb|Honing is een ideaal broodbeleg, maar het wordt ook gebruikt in koek, gebak, ijs, vlees-, en visgerechten.]]<br /> &#039;&#039;&#039;Honing&#039;&#039;&#039; is een vloeibare substantie die ontstaat als bijen nectar uit bloemen verzamelen en deze vervolgens omzetten. De nectar wordt zowel door chemische processen (toevoegen van enzymen) als door natuurkundige processen (indikking door verdamping) omgezet naar honing. Door het omzetten van nectar naar honing wordt de vloeistof suikerrijker, voedzamer en is langer houdbaar. Honing bestaat grotendeels uit nectar, maar ook [[honingdauw]] en sappen van rijp fruit kunnen door de bijen worden verzameld en zo in honing terecht komen. <br /> <br /> De [[haalbij]]en zuigen de vochtige grondstoffen naar hun [[honingmaag]] en voegen er daar direct al (vanuit verschillende [[spijsverteringssysteem|speekselklieren in de kop en het borststuk van de bij]]) de eerste [[enzymen]] en [[goede bacteriën]] aan toe. Na thuiskomst wordt de aldus al verrijkte nectar aan de huisbijen afgegeven. Doordat de nectar vervolgens nog meerdere malen door de bijen van elkaar wordt &quot;overgenomen&quot; komen er een steeds meer enzymen in de honing. Dit &quot;overgeven&quot; tussen de werksterbijen gebeurt massaal tijdens het indampen van de nectar. Honing is dus zowel een plantaardig als een dierlijk product. <br /> <br /> Middels [[ventilatie]] wordt de nectar ingedikt van ongeveer 80% vocht, tot een vochtgehalte van circa 16 - 20% vocht. Pas dan wordt de honing [[verzegelen|verzegeld]].<br /> <br /> Gedurende de nog vochtige voorfase zorgen vooral de &#039;goede bacteriën&#039; voor de houdbaarheid, maar daarna bepaalt vooral het lage vochtgehalte de houdbaarheid van de honing:<br /> * 17,4% en &lt; houdbaarheid tenminste 18 maanden<br /> * 17,5 - 18,4 % houdbaarheid tenminste 12 maanden<br /> * 18,5 - 19,4 % houdbaarheid tenminste 6 maanden<br /> * 19,5 - 20 % houdbaarheid 3 maanden.<br /> Het vochtpercentage van [[heide]]honing mag maximaal 23% zijn. Toch is deze zo&#039;n 6 maanden houdbaar.<br /> <br /> Tijdens de verandering van nectar in honing wijzigt naast de vochtigheid ook de zuurgraad. <br /> Bij de rijping van honing wordt de sacharose uit de nectar grotendeels in glucose en fructose omgezet. <br /> Bij het indampen worden de sappen zuurder, en tegelijk zoeter, wat het bederf tegengaat.<br /> De zuurgraad van honing ligt tussen de 3,3 en 4,2 pH op een schaal van 1 tot 14.<br /> De zuurgraad kan worden gemeten met een pH meter in een oplossing van 10gram honing en 40gram gedemineraliseerd water.<br /> Een uitzondering is tamme kastanje met een pH van 5,2.<br /> <br /> Het resultaat wordt in de [[raat|raatcellen]] opgeslagen die boven en achter het [[broednest|broed]] zitten. <br /> <br /> De kleur en de smaak van honing wordt grotendeels bepaald door de oorsprong van de nectar (honing van bijvoorbeeld de [[paardenbloem]] smaakt echt anders dan die van bijvoorbeeld de [[linde]]), maar ook de mate van [[kristallisatie]] is van invloed op de smaaksensatie. <br /> <br /> Naar gelang de oorsprong verschilt dus de precieze samenstelling van honing, maar gemiddeld heeft het de volgende samenstelling:<br /> * 38% fructose (vruchtensuiker),<br /> * 31% glucose (druivensuiker),<br /> * 15-20% [[water]],<br /> * 5-15% meervoudige suikers, en<br /> * 3% overige stoffen zoals enzymen, vitaminen, mineralen en vezels.<br /> <br /> Door analyse van stuifmeelkorrels in de honing kan worden achterhaald welke [[drachtplanten|plant(en)]] de bron van de honing is (zijn) geweest. Als honing voor minstens een bepaald percentage afkomstig is van dezelfde soort plant dan mag de honing daar naar worden vernoemd (voor bijvoorbeeld klaverhoning is dat minimum 45%, maar voor lindehoning en acaciahoning geldt een minimum van 20%). Dergelijke percentages kunnen worden gehaald doordat onze honingbij [[bloemvast]] is.<br /> <br /> Over het algemeen is donkerder honing sterker van smaak. De kleur van honing ligt vast volgens de schaal van Pfund van 0 - 140 mm.<br /> Hierbij is 0 mm Pfund &#039;&#039;water wit&#039;&#039;, acaciahoning ca 12 mm Pfund, en honingdauwhoning ca 90 mm Pfund.<br /> <br /> Herkomst van de honing kan ook worden bepaald door meting van de elektrische geleiding in microSiemens/cm met behulp van een geleidbaarheidsmeter. acaciahoning heeft bv een waarde van 150 en heidehoning omstreeks de 615. &quot;Honing&quot; met een waarde van onder de 100 is geen honing maar vervalste honing. Honing met een waarde boven de 800 microSiemens/cm betreft honingdauwhoning.<br /> Wederom is hier de Tamme Kastanje een uitzondering met een waarde van 1250 microSiemens/cm.<br /> <br /> In een natuurproduct als honing kunnen, net als bij veel groenten, de sporen van de bacterie &#039;&#039;Clostridium botulinum&#039;&#039; aanwezig zijn. De darmflora van kinderen onder de 1 jaar weet nog niet goed met deze bacterie om te gaan waardoor deze sporen bij hen kunnen uitgroeien tot volwassen bacteriën.<br /> <br /> Groente kan worden gekookt, waardoor de sporen worden vernietigd, maar wordt honing niet gekookt omdat dit de kwaliteit van honing zwaar aantast (en het geen honing meer is). honing is daarom niet geschikt voor kinderen onder de 1 jaar.<br /> <br /> Volgens het &#039;&#039;&#039;Warenwetbesluit honing&#039;&#039;&#039;&lt;ref&gt;Het &#039;Warenwetbesluit honing&#039; uit 2003 is [http://www.imkerpedia.nl/downloads/Warenwetbesluit_Honing.pdf hier] te downloaden&lt;/ref&gt; is honing: &#039;&#039;De natuurlijke zoete stof, bereid uit bloemennectar of uit afscheidingsproducten van levende plantendelen of uitscheidingsproducten van plantenzuigende insecten op de levende plantendelen, welke grondstoffen door de bijensoort &#039;&#039;[[Apis mellifera]]&#039;&#039; worden vergaard, verwerkt door vermenging met eigen specifieke stoffen, gedehydreerd en in de honingraten opgeslagen en achtergelaten om te rijpen.&#039;&#039;<br /> <br /> Volgens hetzelfde &#039;warenwetsbesluit honing&#039; kan op het etiket van een honingproduct een van de volgende aanduidingen worden gebezigd:<br /> * Honing, <br /> * Bloemen- of nectarhoning, <br /> * [[Honingdauwhoning]],<br /> * [[Raathoning]], <br /> * [[Brokhoning]], <br /> * Lekhoning, <br /> * [[Slingerhoning]],<br /> * Pershoning, <br /> * Gefilterde honing,<br /> * Bakkershoning.<br /> <br /> Daarnaast vind je in de praktijk ook de volgende aanduidingen:<br /> * [[Crème honing]]<br /> * &quot;..(plantennaam)..&quot; honing die genoemd is naar een plant als minstens een bepaald percentage van de nectar afkomstig is van die plant.<br /> * Voorjaarshoning die tijdens het voorjaar is gewonnen op alle dan bloeiende planten.<br /> * Zomerhoning die tijdens de zomer is gewonnen op alle dan bloeiende planten (en meestal sterker van smaak is dan voorjaarshoning).<br /> <br /> == Verwante onderwerpen: ==<br /> * [[honing slingeren]]<br /> * [http://www.imkerpedia.nl/downloads/Cursusboek-Honingkunde.pdf Cursusboek Honingkunde] uit 2003, met informatie over houdbaarheid, samenstelling, etc.<br /> * [http://www.imkerpedia.nl/downloads/Honingkeuringsreglement.pdf Honingkeuringsreglement] uit 2006<br /> <br /> ==Voetnoten==<br /> &lt;references /&gt;</div> Bart Kimmel https://www.imkerpedia.nl/wiki/index.php?title=Albertkastje&diff=6946 Albertkastje 2012-05-20T13:13:50Z <p>Bart Kimmel: </p> <hr /> <div>__NOTOC__<br /> [[image:Albertkastje01.jpg|right|thumb|640px|Foto 01: Vooraanzicht. Dat vlieggat is niet geheel toevallig 3-hoekig (dit wordt verklaard in foto 10).]]<br /> [[image:Albertkastje02.jpg|right|thumb|640px|Foto 02: Achteraanzicht. De achterkant is verwijderbaar. Vanaf deze kant vinden de meeste werkzaamheden plaats (zie toelichting).]]<br /> [[image:Albertkastje03.jpg|right|thumb|640px|Foto 03: In het deksel zit isolerend piepschuim. Als je dat deksel van het kastje afhaalt dan zitten de bijen nog ongestoord achter plexiglas. Je kunt dan al wel goed zien of ze al raatjes bouwen. Dat bruine plakband zit er op om zo &#039;handgreepjes&#039; te hebben om het plexiglas gemakkelijker uit het kastje op te kunnen tillen.]]<br /> [[image:Albertkastje04.jpg|right|thumb|640px|Foto 04: Het plexiglas rust in het kastje op dezelfde spijkertjes als waarmee de bovenlatjes op hun plaats worden gehouden. Je ziet in het plexiglas nu ook goed het - met een doorzichtig stukje hard plastic afgesloten - gat voor het koninginnenteeltdopje.]]<br /> [[image:Albertkastje05.jpg|right|thumb|640px|Foto 05: Na verwijdering van de achterkant kom je eerst het voerbakje tegen. Als dat leeg is wordt het vervangen door een extra toplatje (zie foto 11). Als er dan later toch nog eventueel moet worden bijgevoerd dan gebeurt dat via de bovenkant (zie foto 14).]]<br /> [[image:Albertkastje06.jpg|right|thumb|640px|Foto 06: Het voerbakje is zo te zien al bijna leeg. Je ziet alleen nog de houtjes tegen verkleven.]]<br /> [[image:Albertkastje07.jpg|right|thumb|640px|Foto 07: Het voerbakje er uit, en je kunt nu 1 kant van dit raatje al goed bekijken. Geen eitjes (niet dat je dat op deze foto kunt zien hoor).]]<br /> [[image:Albertkastje08.jpg|right|thumb|640px|Foto 08: Omdat er ook aan de andere kant geen eitjes zaten wordt het raatje even weg gehangen in een speciaal daartoe gemaakte constructie. Op deze foto zie je toevallig rechts ook de binnenkant van de achterwand waaraan een kromgeslagen spijker zit om het voerbakje op zijn plaats te houden. Dat kan van belang zijn bij eventueel vervoer vanaf de plek waar het kastje met de jonge bijen wordt gevuld.]]<br /> [[image:Albertkastje09.jpg|right|thumb|640px|Foto 09: Helaas ook op het volgende raatje nog geen eitjes.]]<br /> [[image:Albertkastje10.jpg|right|thumb|640px|Foto 10: Het 2e raatje zonder eitjes ook even in de constructie. Op deze foto (en de vorige 2) zie je ook het ventilatiegaas middenin de bodem van het kastje. Doordat de hoeken van de schuine wanden daar weer terug lopen, is de bodem (en dus ook de ventilatieopening) breder dan je zo ziet. Door deze min of meer 3-hoekige bodem heeft ook de hier op uitkomende vliegopening (zie foto 01) een 3-hoekige vorm meegekregen.]]<br /> [[image:Albertkastje13.jpg|right|thumb|640px|Foto 11: Het 3e raatje: eitjes en toevallig ook de moer. Missie geslaagd, kastje kan weer dicht.]]<br /> [[image:Albertkastje11.jpg|right|thumb|640px|Foto 12: Op een latere datum bij een ander albertkastje (oudere versie met een hogere bodem): het voerbakje wordt vervangen door een extra toplatje met een strookje [[kunstraat]]. Dat strookje kunstraat mag overigens veel kleiner zijn dan hier wordt getoond (1 cm is al meer dan genoeg).]]<br /> [[image:Albertkastje12.jpg|right|thumb|640px|Foto 13: Twee dagen later is het in foto 12 toegevoegde toplatje al weer behoorlijk uitgebouwd.]]<br /> [[image:Albertkastje14.jpg|right|thumb|640px|Foto 14: Van 4 plankjes en een stukje plastic is simpel een opzetrandje te maken waaronder gevoerd kan worden. Dit gedeelte maak je voor de bijen toegankelijk door het in foto 04 genoemde gat voor het koninginnenteeltdopje te openen.]]<br /> [[image:Albertkastje15.jpg|right|thumb|640px|Foto 15: De onderkant van het albertkastje. Op de foto is het vlieggat al weer afgesloten met een ventilatiegaasje, zodat het kastje al weer gereed is om in het voorjaar jonge bijen en een jonge koningin te ontvangen.]]<br /> Het &#039;&#039;&#039;albertkastje&#039;&#039;&#039; is een type bijenkast dat is ontworpen door Albert Stoter. Het albertkastje moet niet worden verward met de [[albertikast]].<br /> <br /> ==Omschrijving==<br /> In 2009 werd er op het [[Imkerforum van bijenhouden.nl]] een wedstrijd gehouden omtrent de leukste en/of origineelste bijenkast.<br /> <br /> [[gebruiker:Albert Stoter|Albert Stoter]] zond toen een door hem ontwikkeld (en al een paar jaar door hem gebruikt) [[bevruchtingskastje]] in dat alras werd gedoopt tot het &#039;&#039;&#039;albertkastje&#039;&#039;&#039;. Later bleek dit kastje de wedstrijd te hebben gewonnen. Het albertkastje is gebaseerd op het [[Top Bar Hive]] concept (=alleen toplatjes) van het Keniase type (= schuine binnenwanden).<br /> <br /> In de warmte-isolatie wordt voorzien door piepschuim in het deksel en door piepschuim in de ruimte tussen de schuine binnenwanden en de rechte buitenwanden.<br /> <br /> Het albertkastje is wat groter dan de reguliere bevruchtingskastjes. Hierdoor moeten / kunnen er wat meer jonge bijen in (anderhalf tot twee soeplepels), maar kan een jonge bevruchte moer er ook wat langer in blijven. Ze heeft iets meer ruimte om te leggen.<br /> <br /> De toplatjes worden bewust van vrij dun hout gemaakt (uit hout van een fruitkistje bijvoorbeeld). Hierdoor kunnen de toplatjes desgewenst gemakkelijker aan het eind van het bevruchtingsseizoen naar een grotere kast worden overgezet door ze (bijvoorbeeld met behulp van een [http://nl.wikipedia.org/wiki/Tie-wrap tie-wrap] of een touwtje) onder de toplat van een regulier raam te bevestigen.<br /> <br /> De achterkant van het albertkastje is om verschillende redenen verwijderbaar:<br /> * Bijen bouwen raat wel degelijk aan schuine wanden vast. Via die open achterkant kan dat dan vrij gemakkelijk en netjes van de wand worden losgesneden.<br /> * Soms kun je zo vanaf de achterkant de eitjes al zien zitten (en constateren dat de moer bevrucht is) zonder dat je het betreffende raatjes nog uit het kastje hoeft te halen. Minder verstoring dus. <br /> <br /> ==Werkinstructies zelfbouw==<br /> * Eerst bijgaande foto&#039;s goed bekijken.<br /> * hout van 1,8 cm dik.<br /> * De 2 buitenste zijwanden zijn 13,5 cm hoog x 29 cm lang. In de lengterichting zet je een streep op 2 cm (oftewel 27 cm, net hoe je het bekijkt). Deze streep moet aan de binnenkant van de kast bovenin komen en biedt later een leidraad bij het plaatsen van de schuine zijwanden.<br /> * De voor- en achterwand: 13,5 cm hoog x 18 cm breed (dit is tevens de lengte van de toplatjes, die je dan net iets korter maakt zodat het niet wrikt). Deze voor- en achterwand vallen binnen de zijwanden zodat het plexiglas (29 cm minus (2 x 1,8) =) 25,4 lang x 18 cm breed is.<br /> * De schuine wanden zijn (net zo lang als het plexiglas =) 25,4 cm lang en 13 cm hoog. Deze monteer je zo binnen het kastje dat de bovenkant van de zijwand de streep raakt, en net niet onder de onderkant van het kastje uitsteekt.<br /> * Hierna vul je de ruimte tussen de schuine wanden en de buitenwanden op met isolatiemateriaal, waarna je deze ruimten afsluit met de bodemplankjes.<br /> ** Op foto 15 (van de onderkant van het kastje) kun je zien dat daarbij in het midden een paar dunnere plankjes en een roestvrij ventilatiegaasje worden gemonteerd.<br /> * Voor het maken van het deksel lijkt me geen toelichting nodig. Dat is goed van de foto&#039;s af te leiden. Datzelfde geldt ook voor het uitzagen van de driehoek achterin (en hoe deze weer terug te kunnen plaatsen, hetgeen ook beslist anders zal kunnen).<br /> * De onderlinge afstand tussen de 7 spijkertjes is 3,5 cm. Omdat 6 x 3,5 21 cm is, en de binnenlengte 25,4 cm, is er 4,4 / 2 = 2,2 cm over voor de afstand tussen de voorwand en het eerste spijkertje, respectievelijk tussen de achterwand en het laatste spijkertje.<br /> <br /> ==Navigatie==<br /> * [[Bevruchtingskastje|Naar andere bevruchtingskastjes]]<br /> * [[Bijenkasten|Naar andere bijenkasten]]<br /> * [[Bijen-behuizingen|Naar alle bijen-behuizingen]]</div> Bart Kimmel https://www.imkerpedia.nl/wiki/index.php?title=Albertkastje&diff=6945 Albertkastje 2012-05-20T13:13:40Z <p>Bart Kimmel: sp, layout, inleiding</p> <hr /> <div>__NOTOC__<br /> [[image:Albertkastje01.jpg|right|thumb|640px|Foto 01: Vooraanzicht. Dat vlieggat is niet geheel toevallig 3-hoekig (dit wordt verklaard in foto 10).]]<br /> [[image:Albertkastje02.jpg|right|thumb|640px|Foto 02: Achteraanzicht. De achterkant is verwijderbaar. Vanaf deze kant vinden de meeste werkzaamheden plaats (zie toelichting).]]<br /> [[image:Albertkastje03.jpg|right|thumb|640px|Foto 03: In het deksel zit isolerend piepschuim. Als je dat deksel van het kastje afhaalt dan zitten de bijen nog ongestoord achter plexiglas. Je kunt dan al wel goed zien of ze al raatjes bouwen. Dat bruine plakband zit er op om zo &#039;handgreepjes&#039; te hebben om het plexiglas gemakkelijker uit het kastje op te kunnen tillen.]]<br /> [[image:Albertkastje04.jpg|right|thumb|640px|Foto 04: Het plexiglas rust in het kastje op dezelfde spijkertjes als waarmee de bovenlatjes op hun plaats worden gehouden. Je ziet in het plexiglas nu ook goed het - met een doorzichtig stukje hard plastic afgesloten - gat voor het koninginnenteeltdopje.]]<br /> [[image:Albertkastje05.jpg|right|thumb|640px|Foto 05: Na verwijdering van de achterkant kom je eerst het voerbakje tegen. Als dat leeg is wordt het vervangen door een extra toplatje (zie foto 11). Als er dan later toch nog eventueel moet worden bijgevoerd dan gebeurt dat via de bovenkant (zie foto 14).]]<br /> [[image:Albertkastje06.jpg|right|thumb|640px|Foto 06: Het voerbakje is zo te zien al bijna leeg. Je ziet alleen nog de houtjes tegen verkleven.]]<br /> [[image:Albertkastje07.jpg|right|thumb|640px|Foto 07: Het voerbakje er uit, en je kunt nu 1 kant van dit raatje al goed bekijken. Geen eitjes (niet dat je dat op deze foto kunt zien hoor).]]<br /> [[image:Albertkastje08.jpg|right|thumb|640px|Foto 08: Omdat er ook aan de andere kant geen eitjes zaten wordt het raatje even weg gehangen in een speciaal daartoe gemaakte constructie. Op deze foto zie je toevallig rechts ook de binnenkant van de achterwand waaraan een kromgeslagen spijker zit om het voerbakje op zijn plaats te houden. Dat kan van belang zijn bij eventueel vervoer vanaf de plek waar het kastje met de jonge bijen wordt gevuld.]]<br /> [[image:Albertkastje09.jpg|right|thumb|640px|Foto 09: Helaas ook op het volgende raatje nog geen eitjes.]]<br /> [[image:Albertkastje10.jpg|right|thumb|640px|Foto 10: Het 2e raatje zonder eitjes ook even in de constructie. Op deze foto (en de vorige 2) zie je ook het ventilatiegaas middenin de bodem van het kastje. Doordat de hoeken van de schuine wanden daar weer terug lopen, is de bodem (en dus ook de ventilatieopening) breder dan je zo ziet. Door deze min of meer 3-hoekige bodem heeft ook de hier op uitkomende vliegopening (zie foto 01) een 3-hoekige vorm meegekregen.]]<br /> [[image:Albertkastje13.jpg|right|thumb|640px|Foto 11: Het 3e raatje: eitjes en toevallig ook de moer. Missie geslaagd, kastje kan weer dicht.]]<br /> [[image:Albertkastje11.jpg|right|thumb|640px|Foto 12: Op een latere datum bij een ander albertkastje (oudere versie met een hogere bodem): het voerbakje wordt vervangen door een extra toplatje met een strookje [[kunstraat]]. Dat strookje kunstraat mag overigens veel kleiner zijn dan hier wordt getoond (1 cm is al meer dan genoeg).]]<br /> [[image:Albertkastje12.jpg|right|thumb|640px|Foto 13: Twee dagen later is het in foto 12 toegevoegde toplatje al weer behoorlijk uitgebouwd.]]<br /> [[image:Albertkastje14.jpg|right|thumb|640px|Foto 14: Van 4 plankjes en een stukje plastic is simpel een opzetrandje te maken waaronder gevoerd kan worden. Dit gedeelte maak je voor de bijen toegankelijk door het in foto 04 genoemde gat voor het koninginnenteeltdopje te openen.]]<br /> [[image:Albertkastje15.jpg|right|thumb|640px|Foto 15: De onderkant van het albertkastje. Op de foto is het vlieggat al weer afgesloten met een ventilatiegaasje, zodat het kastje al weer gereed is om in het voorjaar jonge bijen en een jonge koningin te ontvangen.]]<br /> Het &#039;&#039;&#039;albertkastje&#039;&#039; is een type bijenkast dat is ontworpen door Albert Stoter. Het albertkastje moet niet worden verward met de [[albertikast]].<br /> <br /> ==Omschrijving==<br /> In 2009 werd er op het [[Imkerforum van bijenhouden.nl]] een wedstrijd gehouden omtrent de leukste en/of origineelste bijenkast.<br /> <br /> [[gebruiker:Albert Stoter|Albert Stoter]] zond toen een door hem ontwikkeld (en al een paar jaar door hem gebruikt) [[bevruchtingskastje]] in dat alras werd gedoopt tot het &#039;&#039;&#039;albertkastje&#039;&#039;&#039;. Later bleek dit kastje de wedstrijd te hebben gewonnen. Het albertkastje is gebaseerd op het [[Top Bar Hive]] concept (=alleen toplatjes) van het Keniase type (= schuine binnenwanden).<br /> <br /> In de warmte-isolatie wordt voorzien door piepschuim in het deksel en door piepschuim in de ruimte tussen de schuine binnenwanden en de rechte buitenwanden.<br /> <br /> Het albertkastje is wat groter dan de reguliere bevruchtingskastjes. Hierdoor moeten / kunnen er wat meer jonge bijen in (anderhalf tot twee soeplepels), maar kan een jonge bevruchte moer er ook wat langer in blijven. Ze heeft iets meer ruimte om te leggen.<br /> <br /> De toplatjes worden bewust van vrij dun hout gemaakt (uit hout van een fruitkistje bijvoorbeeld). Hierdoor kunnen de toplatjes desgewenst gemakkelijker aan het eind van het bevruchtingsseizoen naar een grotere kast worden overgezet door ze (bijvoorbeeld met behulp van een [http://nl.wikipedia.org/wiki/Tie-wrap tie-wrap] of een touwtje) onder de toplat van een regulier raam te bevestigen.<br /> <br /> De achterkant van het albertkastje is om verschillende redenen verwijderbaar:<br /> * Bijen bouwen raat wel degelijk aan schuine wanden vast. Via die open achterkant kan dat dan vrij gemakkelijk en netjes van de wand worden losgesneden.<br /> * Soms kun je zo vanaf de achterkant de eitjes al zien zitten (en constateren dat de moer bevrucht is) zonder dat je het betreffende raatjes nog uit het kastje hoeft te halen. Minder verstoring dus. <br /> <br /> ==Werkinstructies zelfbouw==<br /> * Eerst bijgaande foto&#039;s goed bekijken.<br /> * hout van 1,8 cm dik.<br /> * De 2 buitenste zijwanden zijn 13,5 cm hoog x 29 cm lang. In de lengterichting zet je een streep op 2 cm (oftewel 27 cm, net hoe je het bekijkt). Deze streep moet aan de binnenkant van de kast bovenin komen en biedt later een leidraad bij het plaatsen van de schuine zijwanden.<br /> * De voor- en achterwand: 13,5 cm hoog x 18 cm breed (dit is tevens de lengte van de toplatjes, die je dan net iets korter maakt zodat het niet wrikt). Deze voor- en achterwand vallen binnen de zijwanden zodat het plexiglas (29 cm minus (2 x 1,8) =) 25,4 lang x 18 cm breed is.<br /> * De schuine wanden zijn (net zo lang als het plexiglas =) 25,4 cm lang en 13 cm hoog. Deze monteer je zo binnen het kastje dat de bovenkant van de zijwand de streep raakt, en net niet onder de onderkant van het kastje uitsteekt.<br /> * Hierna vul je de ruimte tussen de schuine wanden en de buitenwanden op met isolatiemateriaal, waarna je deze ruimten afsluit met de bodemplankjes.<br /> ** Op foto 15 (van de onderkant van het kastje) kun je zien dat daarbij in het midden een paar dunnere plankjes en een roestvrij ventilatiegaasje worden gemonteerd.<br /> * Voor het maken van het deksel lijkt me geen toelichting nodig. Dat is goed van de foto&#039;s af te leiden. Datzelfde geldt ook voor het uitzagen van de driehoek achterin (en hoe deze weer terug te kunnen plaatsen, hetgeen ook beslist anders zal kunnen).<br /> * De onderlinge afstand tussen de 7 spijkertjes is 3,5 cm. Omdat 6 x 3,5 21 cm is, en de binnenlengte 25,4 cm, is er 4,4 / 2 = 2,2 cm over voor de afstand tussen de voorwand en het eerste spijkertje, respectievelijk tussen de achterwand en het laatste spijkertje.<br /> <br /> ==Navigatie==<br /> * [[Bevruchtingskastje|Naar andere bevruchtingskastjes]]<br /> * [[Bijenkasten|Naar andere bijenkasten]]<br /> * [[Bijen-behuizingen|Naar alle bijen-behuizingen]]</div> Bart Kimmel https://www.imkerpedia.nl/wiki/index.php?title=Levensduur&diff=6944 Levensduur 2012-05-20T13:09:22Z <p>Bart Kimmel: sp, compacter</p> <hr /> <div>Bij volwassen insecten worden versleten cellen over het algemeen niet vervangen. Ze sterven daarom zodra de lichaamsdelen versleten zijn. Dit geldt ook voor [[onze honingbij]], waarbij [[werkbijen]], [[darren]], [[koningin]] en bijenvolk een verschillende &#039;&#039;&#039;levensduur&#039;&#039;&#039; hebben.<br /> <br /> __TOC__<br /> <br /> ==De levensduur van de werkbij==<br /> In 1861 constateerde [[Dzierzon]] dat er in een [[kunstzwerm]] van [[donkere bij]]en, waarin hij een gepaarde [[Apis mellifera ligustica|ligustica]]-koningin had ingevoerd, na zes weken alleen nog [[werkbijen]] met ligustica-kenmerken voorkwamen. Hij concludeerde daaruit dat de &#039;&#039;&#039;levensduur&#039;&#039;&#039; van de donkere werkbij in de zomer op zes weken moest worden gesteld. Ook heden ten dage wordt meestal gesteld dat de [[werkbij]] na 3 weken [[binnendienst]] en daarna 3 weken [[buitendienst]] (in totaal dus na 6 weken) versleten is en sterft.<br /> <br /> Op grond van verschillende onderzoeken weten we in inmiddels dat die levensduur van 6 weken in de zomer meestal niet wordt gehaald.<br /> * Volgens onderzoek van Visscher &amp; Dukas &lt;ref&gt;P.K. Visscher and R. Dukas. Survivorship of foraging honey bees. Insectes Sociaux 44 , 1997, 1-5.&lt;/ref&gt; varieert de gemiddelde levensduur van vliegbijen tussen 2 en 17 dagen, met een gemiddelde van 7,7 dagen. Slechts 21% overleeft de periode van 10 dagen.<br /> * Volgens onderzoek van Liebig&lt;ref name=Liebig&gt;G.Liebig. Über das Lebensalter der Bienen. Kurzlebigkeit ist die Grundlage der Bienengesundheit. Deutsches Bienenjournal 10 (2) (2002), 48-50. Berlijn, Duitsland.&lt;/ref&gt; wordt een werkbij na het uitlopen gemiddeld niet ouder dan 2 tot 3 weken.<br /> <br /> Gezien deze resultaten kan het niet anders dan dat ook de binnendienst over het algemeen korter is dan de vaak gestelde 3 weken.<br /> <br /> Echter, [[winterbijen]], en ook bijen in een [[zwerm]], kunnen (veel) langer leven dan 6 weken. Volgens Liebig&lt;ref name=Liebig /&gt; hangt de levensduur van de werkbij vooral af van de hoeveelheid te verzorgen broed: hoe meer broed een werkbij moet verzorgen hoe korter ze leeft. In de verschillende fasen van de ontwikkeling van een bijenvolk, en ook onder invloed van andere omstandigheden, kan de levensduur van [[onze honingbij]] dus veel korter, maar ook veel langer zijn dan 6 weken:<br /> * Na de winter is rond 1 april het bijenvolk op zijn kleinst waarna er normaal gesproken sprake is van een snelle groei. Deze snelle groei vergt veel van de dan levende werkbijen waardoor deze gemiddeld korter leven.<br /> * Naarmate het volk groeit kan de [[koningin]] steeds meer eitjes leggen, maar op een bepaald moment bereikt ze haar maximum dagelijkse eileg. Hierdoor ontstaat er op termijn een situatie dat er gezien de hoeveelheid broed een teveel aan [[voedsterbijen]] is. Die voedsterbijen slijten minder, kunnen langer leven, en staan mede aan de basis van [[zwermneiging]].<br /> * Een groot gedeelte van de bijen in een [[natuurzwerm|zwerm]] komen dus uit een situatie waarin ze niet zo hard hoefden te werken, nauwelijks broed hoefden te verzorgen, en daardoor langer leven. Dit is natuurlijk ook wel nodig om de periode totdat er weer nieuwe bijen worden geboren goed te kunnen overbruggen. In die periode moeten de bijen een nieuwe woning vinden, nieuwe raten bouwen, en bij een [[nazwerm]] moet ook nog eerst de koningin op [[bruidsvlucht]]. Zonder langer levende bijen is zo&#039;n periode niet te overbruggen.<br /> * In het najaar, met het korter worden van de dagen, zal de [[koningin]] steeds minder gaan leggen. De nieuw geboren bijen hebben enerzijds een overvloed aan verzorgers en hoeven anderzijds zelf steeds minder nieuwe geboren bijen te verzorgen. In het najaar is er ook steeds minder dracht waardoor ook de werkzaamheden voor de haalbijen verminderen. Al met al ontstaan zo de [[winterbijen]] die wel tot zo&#039;n 7 maanden kunnen leven.<br /> <br /> <br /> Deze verschillende levensduren worden in hoge mate beïnvloed door de voedselreserves in het lichaam van de werkbij, en dan met name de mate van aanwezigheid van [[vitellogenine]] in de [[vetlichaampjes]] van de werkbij. Zo bevat een bij uit de buitendienst minder vitellogenine dan een bij uit de binnendienst en bepaalt vooral dit &quot;tekort&quot; dat de haalbij niet meer zo lang zal leven. Echter, zelfs een haalbij die nog niet zo lang fourageert lijkt middels de opname van voldoende vitellogenine alsnog tot een langlevende winterbij te kunnen worden getransformeerd&lt;ref&gt;GroVang Amdam and Stig W.Omholt. The Regulatory Anatomy of Honeybee Lifespan. Journal of Theoretical Biology, (2002) 216, 209–228.&lt;/ref&gt;<br /> <br /> <br /> De mate van slijtage / veroudering - als gevolg van de uit te voeren werkzaamheden, en dan dus met name de broedverzorging - geeft dus een bovengrens aan de mogelijke levensduur van een werkbij. Vervolgens is het echter nog allesbehalve zo dat de meeste werkbijen die bovengrens daadwerkelijk halen. Veel werkbijen gaan al eerder dood door een van de volgende oorzaken:<br /> * een (kwantitatief en/of kwalitatief) slecht drachtgebied,<br /> * gevangen en opgegeten door andere dieren (meestal door [[vogels]] of andere insecten zoals bijvoorbeeld de [[bijenwolf]]),<br /> * door parasieten (zoals de [[varroa]] en de [[tracheeënmijt]]),<br /> * door [[schimmels]],<br /> * door bacteriën (zoals [[AVB]]), en<br /> * door virussen.<br /> <br /> Overigens is het daarbij wel zo dat ook hier slijtage / veroudering wel een rol speelt. Oudere - meer versleten - bijen zijn kwetsbaarder voor deze invloeden.<br /> <br /> ==De levensduur van de dar==<br /> De levensduur van een dar is sterk verschillend afhankelijk van de tijd van het jaar, klimatologische (temperatuur en wind) omstandigheden en waarschijnlijk met name de voedselomstandigheden waarin de dar opgroeit. Een sterk verkortend effect op de levensduur is opgegeten worden, wat vooral plaatsvindt wanneer sterk gevlogen wordt&lt;ref name=currie&gt;R.W.Currie. The biology and behaviour of drones. Bee World 1987, 129-143.&lt;/ref&gt;. In verschillende onderzoeken in verschillende maanden en drachtomstandigheden zijn dan ook sterk verschillende levenduren van darren gemeten met een spreiding van 12&lt;ref name=currie /&gt; dagen tot 90&lt;ref&gt;H.Fukuda, T.Ohtani. Survival and lifespan of drone honeybees. Researches on Population Ecology (19, 1977), 51–68.&lt;/ref&gt; dagen.<br /> <br /> Rueppell, Fondrk en Page Jr&lt;ref name=rueppell&gt;Olav Rueppell, M. Kim Fondrk and Robert E. Page Jr. Biodemographic analysis of male honey bee mortality. Aging Cell (2005) &#039;&#039;&#039;4&#039;&#039;&#039;, pp 13–19.&lt;/ref&gt; vonden in hun onderzoek een grote overeenkomst tussen de levensuur van darren en werkbijen uit hetzelfde volk (en dezelfde tijd van het jaar). De levensduur is korter in de zomer dan in het voorjaar en herfst. De levensduur is het kortst in de zwermtijd wanneer darren veel [[bruidsvlucht|paringsvluchten]] maken. Darren waarbij het langer duurt voordat ze voor het eerst vliegen (minder volgroeid zijn?) sterven daarna eerder dan darren die sneller beginnen met vliegen&lt;ref name=rueppell /&gt;. De levensduur van darren kan ook aanzienlijk bekort worden door de werksters. Dat gebeurt bij optredende voedselschaarste en in het najaar bij de [[darrenslacht]].<br /> <br /> ==De levensduur van de koningin==<br /> De bijenkoningin kan vijf tot zes jaar leven. Blijkbaar heeft haar intense reproductieactiviteit geen noemenswaardig slijtage-effect. Meestal leeft een koningin echter korter dan 5 jaar. Zodra ze minder gaat presteren, of zodra ze [[darrenbroedig]] wordt, zullen de bijen haar [[Stille moerwissel|vervangen]].<br /> <br /> De werkbijen wachten de uiteindelijk natuurlijke dood van een steeds slechter presterende koningin niet af aangezien de werkbijen voor het maken van een nieuwe koningin afhankelijk zijn van de eitjes die de slechter presterende koningin nog legt. Als de werkbijen te lang wachten dan lopen ze het risico dat de slechter presterende koningin uiteindelijk wellicht geen bruikbare [[eitjes]] meer legt.<br /> <br /> ==De levensduur van het bijenvolk==<br /> Tenzij het volk wordt getroffen door een catastrofe kan het bijenvolk voortbestaan &#039;tot het einde der tijden&#039;. Het bijenvolk heeft in principe een onbeperkte levensduur. Met het vervangen van de koninginnen verandert natuurlijk wel voortdurende de genetische basis van het volk.<br /> <br /> ==Voetnoten==<br /> &lt;references /&gt;</div> Bart Kimmel https://www.imkerpedia.nl/wiki/index.php?title=De_mondiale_opmars_van_de_Apis_mellifera_ligustica&diff=6943 De mondiale opmars van de Apis mellifera ligustica 2012-05-20T13:07:27Z <p>Bart Kimmel: </p> <hr /> <div>Wellicht zijn er reeds eerder [[Apis mellifera ligustica]]-volken naar buiten Italië geëxporteerd, maar de echte opmars start met de Zwitserse kapitein von Baldenstein.<br /> <br /> Vooral vanwege de (ten opzichte van de zwarte inheemse bij&lt;ref&gt;De tamelijk zwarte Apis mellifera mellifera nigra.&lt;/ref&gt;) tamelijk afwijkende gele kleur van de ligustica, importeert hij in september 1843&lt;ref&gt;Thom. Conrad Baldenstein. Für Freunde der Bienen. Bündnerisches Monatsblatt, zesde jaargang, 1855, blz 6-9.&lt;/ref&gt; een aantal ligustica-volken naar Zwitserland. Hij voorziet dat hij door die afwijkende kleur gemakkelijker conclusies qua afstamming / voortplanting zou kunnen trekken. Dit blijkt terecht. Zo constateert hij onder andere dat de nazaten van die ligustica zich gaandeweg steeds verder richting de inheems Zwitserse bijen ontwikkelen, terwijl de oorspronkelijke moedervolken (dus met de oorspronkelijke koninginnen) tot aan het eind geheel ligistica blijven. Hieruit concludeert hij dat de koningin alleen bij aanvang van haar leven paart.<br /> <br /> Von Baldenstein publiceert zijn bevindingen in 1848 en 1851 in de &#039;Eichstätter Bienenzeitung&#039;. Dit werd ook gelezen door [[Dzierzon|Johannes Dzierzon]] die regelmatig in datzelfde blad publiceert. Dzierzon onderkent direct het belang van de afwijkende kleur van de ligustica voor eigen experimenten, maar reizen van Italië naar Polen betekende toentertijd 14 dagen hobbelen in de stoomtrein en dat met bijen! Dat ziet hij aanvankelijk niet zitten. Dat Dzierzon het in uiteindelijk 1853 toch doet heeft de volgende redenen:<br /> # Een brand en [[vuilbroed]] hadden een deel van zijn volken verwoest, aanvulling van bijenvolken was dus hoe dan ook gewenst.<br /> # Hij krijgt een aanbod om twee ligustica-volken te kopen van Madame Adele von Prollius, een imker afkomstig uit Hannover, die een Ligustica stand te Mira nabij Venetië heeft&lt;ref&gt;Carl Th. Ernst Siebold. On a true parthenogenesis in moths and bees, a contribution to the history of reproduction in animals. London, J. Van Voorst, 1857.&lt;/ref&gt;.<br /> <br /> [[image:Dzierzon.jpg|right|thumb|196px|Johannes Dzierzon.]]<br /> Aldus importeert Dzierzon als eerste een ligustica-volk naar boven de Alpen (i.c. naar Karlsmarkt in Silezië&lt;ref&gt;Silezië ligt thans voor het grootste deel in Polen, maar ten tijde van Dzierzon was het onderdeel van Duitsland&lt;/ref&gt;). Het ministerie van Landbouw van Oostenrijk (dat destijds ook Noord-Italië controleerde) bemiddelt voor Dzierzon. Madame Adele von Prollius levert de bijen in Wenen af, en vandaar gaan ze in 8 dagen per trein naar Polen. Na deze lange reis blijft er van de twee volken maar één volk over. Met veel vakmanschap weet Dzierzon van dit volk te vermeerderen. In de herfst spreekt hij over 27 zuivere ligusticavolken&lt;ref&gt;Waarschijnlijk baseerde hij zich bij deze constatering vooral / alleen op de onderscheidende gele kleur van de ligustica aangezien de [[taxonomie van de honingbij]] pas later goed tot ontwikkeling is gekomen&lt;/ref&gt;.<br /> <br /> Al doende raakt Dzierzon, naast de afwijkende kleur, ook om andere redenen zeer gecharmeerd van de ligustica:<br /> # De door Dzierzon ontwikkelde kast met uitneembare raten maakte op zich meer [[deelmethode|manipulaties met bijen]] mogelijk; de donkere bij laat zich dat met zijn onrustige gedrag echter moeilijk aanleunen. De ligustica past beter bij zijn kasten met uitneembare raten.<br /> # Door veranderingen in de landbouwmethoden veranderen de omstandigheden van het imkeren grondig: met de donkere bij ging men naar de late dracht ([[boekweit]] en [[heide]]), de landbouw gaat echter grote volken vragen op een vroege dracht. Daarvoor blijken de ligustica-volken beter geschikt.<br /> <br /> [[Bestand:Dz11_kaartje.jpg|thumb|left|350px|In 1859 meldt Dzierzon zelf, dat &quot;300 volken zijn uitgezet naar vele Duitse staten; maar ook naar Zwitserland, Frankrijk, Noorwegen, Zweden, Hongarije en zelfs Rusland en Amerika.]] <br /> Dzierzon gaat vervolgens de ligustica actief verder vermeerderen en ook buiten zijn eigen bijenstand verspreiden. Hij verzend naar geheel Duitsland, Europa en vervolgens zelfs mondiaal. In 1859 spreekt hij over 300 volken, en in 1878 zijn het er &quot;duizenden&quot;.<br /> <br /> Zelfs zijn felste tegenstanders (zoals bijvoorbeeld [[Berlepsch]]) geven aan dat Dzierzon zijn ligustica&#039;s raszuiver heeft weten te houden en door selectie zelfs verder heeft weten te verbeteren. Deze prestatie is welhaast onbegrijpelijk, maar niets wijst er op dat Dzierzon buiten dat eerste volk ook nog in latere tijden ligustica&#039;s uit Italië heeft geïmporteerd.<br /> <br /> Dzierzon heeft zelf aangegeven dat hij de raszuivere aanparing bevorderde door het stimuleren van de darrenteelt in de ligustica en het onderdrukken van de darrenteelt in de andere volken. Ongewenste kruisingen werden (bij het ontbreken van de gele pantserkleur) gemakkelijk herkend en uitgeschakeld.<br /> <br /> Waarschijnlijk heeft echter ook de selectieve paringsvoorkeur binnen de ligustica-ondersoort&lt;ref&gt;Binnen Imkerpedia onderscheiden we [[soorten, ondersoorten (rassen), stammen en lijnen]].&lt;/ref&gt;, en een vorm van [[Reproductieve isolatie]]&lt;ref&gt;Zo vliegen ligusticadarren lager dan darren van andere ondersoorten&lt;/ref&gt; een rol gespeeld.<br /> <br /> De verspreiding van de ligustica door Dzierzon wordt enorm bevorderd door diens enorme propaganda mogelijkheid. Door zijn leerstanden en spreekbeurten bereikt Dzierzon enorm veel imkers. Hij had bovendien de wind mee, omdat juist midden 19e eeuw imkerverenigingen zich aaneensloten in nationale en zelfs internationale verbanden. Hij had ook veel tegenstanders maar discussieerde er stevig op los en zo kon het gebeuren, dat de ligustica vooral dankzij Dzierzon binnen luttele jaren de hele wereld overging.<br /> <br /> De onvermijdelijke kruisingen met de tot op dat moment mondiaal verspreide donkere bij leverde echter vaak agressieve hybriden op. Zij zijn er de oorzaak van, dat men de ligustica zuiver wilde houden. Overal ging men er toe over de inheemse donkere bij actief te vervangen.<br /> <br /> De meest verstrekkende verzending was waarschijnlijk die van 30 ligustica-volken (waarvan er slecht 7 de overtocht overleefden) naar New York in 1859. Deze verzending, waarvan [[Langstroth]] de oorspronkelijke initiatiefnemer was, vormde het begin van de totale omschakeling van de Amerikaanse bijenteelt naar de ligustica.<br /> <br /> Tussen 1860 en 1870 beginnen Italiaanse imkers (zoals Lucio Paglia) met het opkopen en naar het buitenland verzenden van ligustica-koninginnen die anders na de honingoogst toch zouden worden afgezwaveld. Deze koninginnen werden verzonden in kleine vlechtwerkkastjes met enkele begeleidende werkbijen en stukjes raat met voer.<br /> <br /> Aan het begin van de 20-ste eeuw ontstaan bij Bologna de grote koninginnentelers Enrico Tortora, Gaetano Piana, en Enrico Penna. Zij bezorgden de Italiaanse koninginnenteelt een grote roem, maar door de bij aanvang ontoereikende organisatie ging de export pas goed van start na 1920.<br /> <br /> Ondanks het bovenstaande heeft de ligustica zich uiteindelijk toch niet in het Europa boven de Alpen kunnen handhaven. Vroeg of laat stapten de imkers er toch weer vanaf. Benoorden de Alpen kost het de ligustica’s gewoon veel moeite om van nature goed stand houden. De ligustica past gewoon niet optimaal in het betreffende ecologische systeem.<br /> <br /> Ook in Noord-Amerika is de populariteit van de ligustica al lang over haar hoogtepunt heen. Naar aanleiding van de [[varroa]] en de [[killer bee]] verdwijnt daar stilaan de methode met [[pakketbijen]] en wordt er steeds meer weer overgegaan naar overwinterende bijen. Ook voor de ecologische omstandigheden in Noord-Amerika is de ligustica minder geschikt.<br /> <br /> Op zijn beurt word de ligustica weer vervangen door [[Apis mellifera carnica|carnica´s]] en andere rassen. <br /> <br /> In de Lage landen hebben wij inmiddels een groot hybridenbestand (een [[Bastaard-honingbij|bastaard]]) overgehouden, waarvan te hopen is dat het ligustica deel zich aan de ecologische omstandigheden zal aanpassen en uiteindelijk een verrijking zal zijn voor onze eigen [[Apis mellifera mellifera|inheemse bij]]. <br /> <br /> De hybride is snel te herkennen aan de versmalde geelbanden op vooral het tweede en derde rugsegment.<br /> <br /> <br /> ==Bronnen==<br /> * A.Schotanus. Over bijensoorten, -rassen, -stammen, en -lijnen. deel 4. Maandblad Vlaamse Imkersbond, 1998, nummer 6<br /> * [http://www.bijenhouden.nl/pagina/kopstukken/dzierzon.html Hennie Oude Essink. Kopstukken uit de imkerij: dr. Johannes Dzierzon]<br /> <br /> ==Voetnoten==<br /> &lt;references /&gt;</div> Bart Kimmel https://www.imkerpedia.nl/wiki/index.php?title=Bevan%27s_Hive&diff=6942 Bevan's Hive 2012-05-20T12:59:04Z <p>Bart Kimmel: sp, inleiding</p> <hr /> <div>__NOTOC__<br /> [[image:Bevan-kast01.jpg|300px|thumb|Edward Bevan&#039;s Hive. Op deze plaatjes rechthoekig getekend, maar lengte en breedte waren gelijk, dus vierkant.|left]]<br /> &#039;&#039;&#039;Bevan&#039;s Hive&#039;&#039;&#039; ofwel &#039;&#039;&#039;bevanskast&#039;&#039;&#039; is een type bijenkast dat werd ontworpen door Edward Bevan.<br /> <br /> ==Omschrijving==<br /> Al in 1827 &lt;ref name=boek&gt;Edward Bevan, M.D.. The honey bee; its natural history, physiology, and management. London, Baldwin, Cradock, and Joy, 1827. (2e uitgave 1838, Amerikaanse uitgave 1843)&lt;/ref&gt; beschreef Edward Bevan (1770-1860) zijn Bevankast die onder meer interessant is omdat dit de kast is waar [[Langstroth]] mee werkte voordat Langstroth met zijn eigen kast met uitneembare ramen kwam. Langstroth is dus waarschijnlijk door deze bevankast beïnvloed&lt;ref&gt;Gene Kritsky. The quest for the perfect bee-hive. blz. 110.&lt;/ref&gt;.<br /> <br /> Qua achterliggend concept vertoont de bevankast veel overeenkomsten met de [[Warré kast]] die van latere datum is. Evenals de Warré kast is de bevankast is een stapelkast met enkel bovenlatjes. De raten worden dus uiteindelijk aan de kastwanden vastgebouwd. Honing oogsten betekent hierdoor per definitie het oogsten van kastdelen. Bevan was echter van oordeel dat kasten met ramen (zoals die van [[Huberkast|Huber]]) te duur waren om nog winst met de bijen te kunnen maken.<br /> <br /> In tegenstelling tot Warré plaatst Bevan afhankelijk van de leeftijd van het volk extra kastdelen niet alleen onder, maar (voor meer zuivere honing) ook wel boven de al bestaande kastdelen. Bij een oud (dus groot) volk plaatst hij boven, en bij een jong volk (zwerm) plaatst hij onder. Ook boven grote volken plaatste hij echter zelden meer dan één kastdeel omdat dit wellicht zou leiden tot uitputting van de honing bij het broednest. Bovendien bestaat er een tijd afstand tussen de honing in die bovenste kast en het volk eronder (de raat moet immers eerst geheel uit zijn gebouwd voordat er weer regelrecht contact tussen de raten boven en onder is). Gedurende de winter is zo&#039;n opstelling funest (want dan kan het volk in de kou de honing niet bereiken). Ook Bevan plaatst dus sneller onder dan boven.<br /> <br /> [[image:Bevan-bodem.jpg|thumb|300px|right|Het vlieggat in de bodem is 102 mm breed en wordt evenals die van de Warré kast bij voorkeur gemaakt door een sleuf schuin uit de bodem te halen. Aan de voorkant ook nog een sleuf voor een sluiting]]<br /> Elk te stapelen kastdeel van de bevankast heeft zowel aan de achterkant als aan de beide zijkanten een glazen venster. Tussen de kastdelen zitten middenplaten (&quot;middle boards&quot;) die buiten de kast 38 mm uitsteken, maar binnen de kast bestaan uit latten die parallel lopen met de toplatten, maar dan 3 mm smaller zijn. De functie van deze middenplaten is waarschijnlijk het gemakkelijker kunnen losmaken van de boven elkaar gestapelde kastdelen. Door zo&#039;n middenplaat zit de onderkant van de raten niet aan de bovenkant van de toplatten van het onderstaande kastdeel vastgebouwd, maar aan deze middenplaat die je dus bij het oogsten van een bovenliggend kastdeel tegelijkertijd meeneemt.<br /> <br /> Bevan adviseert een houtdikte van 1 inch (2,56 cm). Van de voor- en achterwand wordt dan bovenaan de helft weggefreesd zodat er aan de binnenkant van de kast een sponning ontstaat om de toplatten op te kunnen leggen.<br /> <br /> Bovenop het bovenste kastdeel wordt een deksel van eveneens 25 mm vast geschroefd. Bij de randen wordt deze ingevet zodat het latere verwijderen gemakkelijker gaat.<br /> <br /> De losse bodem is eveneens 25 mm dik, maar (net als de middenplaten) aan de zijkanten 38 mm breder dan de er op staande kastdelen.<br /> <br /> [[image:Bevan-kastdeel01.jpg|thumb|right|300px|Een kastdeel met 7 toplatten (uit de Amerikaanse editie dus)]]<br /> In de verschillende uitgaven van zijn boek &lt;ref name=boek /&gt; geeft Edward Bevan de volgende verschillende beschrijvingen:<br /> * 1e editie:<br /> ** kastdelen met binnenmaten van (b x l x h): 305 x 305 x 229 mm<br /> **6 toplatten ([[raatafstand|hart op hart]] 51 mm !)&lt;ref&gt;Bevan was duidelijk nog niet op de hoogte van de juiste te gebruiken raatafstand. Het was [[Dzierzon]] die deze later de juiste raatafstand zou bepalen. Bevan deed in de eerste versie van zijn kast dan ook nog geen pogingen om [[warbouw]] te voorkomen. Hij gebruikte ook nog geen [[starterstrip]]s. Eigenlijk is hier het gebruik van het woord &#039;toplatten&#039; dan ook misleidend.&lt;/ref&gt;<br /> * Amerikaanse editie<br /> ** kastdelen met binnenmaten van (b x l x h): 297 x 297 X 229 mm<br /> ** 7 toplatten (waarbij de middelste dichter bij elkaar liggen dan de buitenste) met een klein beetje raat ter sturing in [[koudbouw]]. Deze toplatten liggen dus aanzienlijk dichter bij elkaar dan de eerste versie.<br /> <br /> <br /> Onderstaande citaten komen uit een bespreking van de bevankast door Jos Smits&lt;ref&gt;Jos Smits. bevankast. [[Imkerforum van bijenhouden.nl]], 16 juni 2011.&lt;/ref&gt;:<br /> <br /> &#039;&#039;Bevan noemt zelf in de 1827 uitgave van zijn boek zijn kast een [[keyskast]] waaraan hij de volgende aanpassingen heeft gedaan. De zes latten die in de Keyskast los zitten heeft hij vastgezet, hij heeft de vliegopeningen in de afzonderlijke bakken vervangen door een vliegopening in de bodemplaat en heeft een middenplaat toegevoegd die tussen twee afzonderlijke bakken werd geplaatst. Alle drie de aanpassingen zijn gedaan om het gebruik van een ‘divider’ te verbeteren. Een divider, al gebruikt door Keys, bestond uit 2 metalen platen die tussen twee bakken moest worden gedrukt en die het mogelijk maakte om een bak toe te voegen zonder de kast echt te hoeven openen. In deze versie van de middenplaat had die middenplaat in het midden een opening van ongeveer 10 bij 15 cm zonder latten. De raat in deze kast werd in warbouw gebouwd. Bevan gebruikte hier dus geen starterstrips. Dat zou in deze kast ook geen zin hebben hebben gehad. In een kast van ruim 30 cm breed met 6 latten zou, ook al zou je starterstrips gebruiken, toch in warbouw gebouwd worden. Volgens het boek van Bevan werd er door andere imkers al wel geëxperimenteerd met latten met starterstrips. Bevan zag daar toen nog niets in. Hij meende toen dat de bijen de raten toch vast aan de wanden zouden bouwen en dat daarom de raten toch niet uit de kast genomen zouden kunnen worden.&#039;&#039;<br /> <br /> &#039;&#039;In de 1843 versie van zijn kast heeft Bevan de volgende aanpassingen tov de versie 1827 gedaan. De kast was wat smaller geworden, was nu iets minder dan 30 cm, en voorzien van zeven losse latten die dus veel dichter bij elkaar zaten dan in de oude versie. Verder werden die latten voorzien van starterstrips. Ook de opening in de middenplanken werd nu voorzien van latten die precies boven de latten van de bak eronder moesten uitkomen. De opening zelf in de middenplank kon nu iedere vorm en grootte hebben. In de beschrijving is onduidelijk waar die latten op de middenplank precies zitten. Ik meen dat die in de opening van die middenplank moesten zitten; als die op of onder die middenplank zouden zitten dan zou de kast niet sluiten. Het is in deze versie duidelijk dat de raat niet meer in warbouw is, maar keurig recht aan de latten.&#039;&#039;<br /> <br /> &#039;&#039;In deze versie is, ondanks de ogenschijnlijk kleine verschillen met de versie 1827, de kast principieel anders dan die versie van 1827. De versie 1827 zou je qua imkermethode nog een keyskast kunnen noemen, terwijl de versie 1843 de echte Bevan kast is. In beginsel waren in deze versie de raten al min of meer mobiel en kan dit worden gezien als voorloper van de ramen van Langstroth. Ik vermoed dat Bevan tot het inzicht was gekomen dat het probleem van het vastmaken van de raat aan de wanden minder groot was dan hij aanvankelijk dacht. Waarschijnlijk gebeurde dat vastmaken aan de wanden vooral in de bovenste bak. (dat is tenminste mijn ervaring met de warrekast. In de bovenste 15 tot 20 cm van de bovenste bak wordt de raat aan de wanden vastgemaakt, in de bak(ken) eronder niet of nauwelijks. Er bestaan foto’s van een glazen warrekast van Marc Gatineau waar dat ook goed op te zien is).&#039;&#039;<br /> <br /> &#039;&#039;Nog een opmerking over de middenplank. Die moest net als de bodemplank ongeveer 2,5 cm dik zijn. De latten waren ongeveer 1,25 cm dik. Indien deze latten in het midden van (de dikte van) die middenplank werden bevestigd dan onstond er een ruimte tussen de latten van deze middenplank en de latten van de bak eronder van ongeveer de bijenruimte! Jammer dat het boek niet vermeldt hoe die latten bevestigd moesten worden.&#039;&#039;<br /> <br /> <br /> ==Voetnoten==<br /> &lt;references /&gt;<br /> <br /> ==Navigatie==<br /> * [[Bijenkasten|Naar andere bijenkasten]]<br /> * [[Bijen-behuizingen|Naar alle bijen-behuizingen]]</div> Bart Kimmel https://www.imkerpedia.nl/wiki/index.php?title=Renson_broedbeperking&diff=6941 Renson broedbeperking 2012-05-20T12:54:01Z <p>Bart Kimmel: spelling, layout</p> <hr /> <div>&#039;&#039;&#039;Renson broedbeperking&#039;&#039;&#039; is een methode voor het houden van bijen en is bedacht door Henri Renson, imker uit Cheratte bij Luik (België).<br /> <br /> Normaal gesproken overwintert een volk met 6 tot hoogstens 8 ramen bijen, en net tegen de tijd dat ze op de voorjaarsdracht staan is er zoveel [[open broed]] aanwezig dat er veel bijen thuis moeten blijven om dit broed te voeden en op temperatuur te houden.<br /> <br /> In de rensonmethode wordt de [[moer]], vanaf de voorjaarsdracht (rond 20 april) tot eind juni, tussen [[moerrooster|moerroosters]] binnen een beperkt aantal broedramen &#039;opgesloten&#039;, zodat er:<br /> # minder eitjes door de moer gelegd kunnen worden, zodat er<br /> # minder [[open broed]] verzorgd hoeft te worden, zodat er<br /> # meer bijen (versneld) [[haalbij]] zullen worden (die bovendien langer leven &lt;ref&gt;Broedverzorging gaat ten koste van het [[vetlichaampjes|eiwit-vetlichaam]] en daardoor ten koste van de [[levensduur]] van de bij. Andersom geredeneerd ontstaat de langlevende [[winterbijen|winterbij]] onder andere juist doordat er in het najaar minder bijen geboren en dus verzorgd hoeven worden&lt;/ref&gt;) , waardoor er<br /> # een grotere [[honing|honingoogst]] binnen komt, en er<br /> # meer (overgebleven) stuifmeel aanwezig is voor de aanmaak van de aanstaande winterbijen.<br /> <br /> Het aantal ramen waarbinnen de moer moet worden opgesloten moet in totaal zo&#039;n 30.000 cellen bevatten. Per gehanteerde raammaat zal dat aantal ramen uiteraard verschillend zijn, maar je kunt het aantal ramen berekenen door uit te gaan van 800 cellen per dm² raat (beide zijden gerekend). Zo bevat een [[simplexkast|simplex]] honingkamerraam (1,2 dm x 3,4 dm x 800 cellen =) 3264 cellen.<br /> <br /> Bijkomende voordelen van deze methode (naast de hogere honingopbrengst):<br /> * de gemakkelijkere controle op [[moerdoppen]], die zich nu beperkt tot de kleine broedruimte, en<br /> * minder [[zwermneiging]] doordat volksgrootte getemperd en stabiel is,<br /> * als er wel gezwermd wordt kan de moer niet mee zodat de zwerm weer terug komt,<br /> * de moer kan langer mee.<br /> <br /> Om tijdig voldoende [[winterbijen]] te hebben moet eind juni de moer weer de normale volle broedruimte worden gegeven en moet de hoeveelheid beschikbaar [[voer]] (eigenlijk zoals altijd) goed in de gaten worden gehouden.<br /> <br /> Als volken op meer 13 ramen uit de winter komen is de rensonmethode niet nodig. Zo&#039;n volk heeft al een mooie verhouding tussen de [[binnendienst|binnen-]] en [[buitendienst]] om een goede honingoogst binnen te halen.<br /> <br /> ==Werkschema Renson&lt;ref&gt;In dit schema wordt gewerkt met een 10-raams [[simplexkast|simplex]] honingkamer (die in totaal zo&#039;n 32640 cellen kan bevatten) als de zogeheten rensonkamer waarbinnen de koningin wordt opgesloten.&lt;/ref&gt;==<br /> &#039;&#039;&#039;Na de reinigings-vlucht bij een temperatuur boven de 12 graden, ergens in 2e helft van februari (liefst pas eind februari):&#039;&#039;&#039;<br /> * Het volk terugzetten op 1 [[broedkamer]]. Dit gebeurt dus nog min of meer tijdens het laatste staartje van de winterzit. Dit terugzetten heeft een positieve invloed op de warmtehuishouding.<br /> ** Er moet op worden gelet dat er géén ramen met veel [[stuifmeel]] worden verwijderd. De stuifmeelvoorraad moet voor de inwintering in de bovenbak worden gehangen zodat het bijenvolk in het voorjaar op het stuifmeel zit en voldoende eiwitten ter beschikking hebben om de jonge larven van voedsel te voorzien <br /> * De [[voederkrans]] boven de middelste 2 broedramen openkrabben. Na 7 tot 10 dagen zijn de 2 ramen links en rechts naast het broednest aan de beurt om de worden open gekrabd. Eventueel 10 dagen later nog eens herhalen. Doel is dus om de onderbak vol met lege cellen te krijgen zonder de stuifmeelvoorraad aan te tasten. <br /> &#039;&#039;&#039;Medio maart wanneer de wilg gaat bloeien:&#039;&#039;&#039;<br /> * Een lage [[honingkamer]] zonder moerrooster op de onderbak plaatsen waardoor de koningin haar broednest naar boven zal uitbreiden.<br /> &#039;&#039;&#039;Omstreeks &lt;ref&gt;Vóór 20 april als het volk naar [[zwermneiging|zwermstemming]] neigt, ná 20 april als het volk nog niet sterk genoeg is.&lt;/ref&gt; 20 april:&#039;&#039;&#039;<br /> * Tussen de 2 bakken een moerrooster plaatsen en de koningin in de lage honingkamer (de rensonkamer) boven het moerrooster brengen.<br /> * Vervolgens boven de rensonkamer nogmaals een moerrooster leggen en een broedkamer als honingkamer plaatsen.<br /> ** In deze broedkamer 5 tot 6 vellen kunstraat hangen. <br /> ** Bij goede dracht dient tijdig (voordat de rensonkamer wordt volgedragen met honing, want dat kan je zelfs de moer gaan kosten) direct boven het bovenste moerrooster (dus onder de dan reeds volle honingkamer) een 2e honingkamer bijgeplaatst worden.<br /> ** Bij het [[honing oogsten|oogsten van de honing]] opletten dat er voldoende voer voor de bijen zelf overblijft want in de rensonkamer zit normaal gesproken nauwelijks honing. Zo nodig voeren.<br /> * Na de voorgaande handelingen heeft het volk dus 3 kamers waarvan alleen de middelste (de rensonkamer met dus ongeveer 30.000 cellen) beschikbaar is voor broed.<br /> &#039;&#039;&#039;Negen dagen na de vorige stap:&#039;&#039;&#039;<br /> * De onderste kamer controleren op moerdoppen. Meestal zijn deze er niet aangezien de onderste kamer nu alleen nog door de haalbijen wordt gebruikt als opslagkamer voor stuifmeel en tijdelijke opslag van honing. Haalbijen zijn geen bouwers, dus ook niet van moerdoppen. <br /> * Eveneens de middelste kamer op doppen controleren, en dit vervolgens om de 10 dagen herhalen.<br /> ** In deze kamer bevinden zich vooral jonge rustige bijen hetgeen het controleren vergemakkelijkt.<br /> ** Indien in deze middenkamer doppen worden gevonden, deze verwijderen. Als een volk na enige controles doppen blijft aanzetten dan deze koningin opruimen en na 5 dagen een jonge bevruchte koningin invoeren.<br /> ** Bij deze 10-daagse controles, zo veel mogelijk de darren van de rensonkamer naar de onderbak vegen, dit ter voorkoming van het verstoppen van het moerrooster.<br /> &#039;&#039;&#039;Na het weghalen van de honingkamers na de laatste dracht eind juni (begin juli):&#039;&#039;&#039;<br /> * Direct enkele kilo&#039;s [[voer|voeren]] in 3:2 verhouding. Dit voer komt in en boven de rensonkamer en bovenin de onderste broedbak terecht<br /> &#039;&#039;&#039; Op 1 juli:&#039;&#039;&#039;<br /> * Het moerrooster tussen bak 1 en 2 wegnemen waardoor de koningin naar de onderste broedkamer (met inmiddels veel stuifmeel) kan afzakken.<br /> &#039;&#039;&#039;Op 10 juli:&#039;&#039;&#039;<br /> * Het moerrooster opnieuw plaatsen tussen onderbak en rensonkamer. De koningin moet nu in de onderbak zitten of worden geplaatst. <br /> &#039;&#039;&#039;Op 21 juli:&#039;&#039;&#039;<br /> * Rensonkamer wegnemen en evt. onder de onderste broedbak een lege nieuwe broedbak plaatsen, dit bij overwintering op 2 broedbakken. <br /> &#039;&#039;&#039;Op 25 juli:&#039;&#039;&#039;<br /> * Laatste honingkamer wegnemen en 5 kg voeren.<br /> &#039;&#039;&#039;Op 1 augustus:&#039;&#039;&#039;<br /> * Begin [[inwintering]] <br /> <br /> ==Aanpak bij grotere broedkamers==<br /> In het bovenstaande werkschema is uitgegaan van een rensonkamer ter grootte van een simplex-broedkamer met 10 broedramen.<br /> <br /> Indien er gewerkt wordt met kasten die grotere broedkamers hebben, dan kan de broedruimte tot een rensonkamer (van zo&#039;n 30.000 cellen) worden beperkt door het plaatsten van [[kantraam|vulblokken]], maar de overtollige ruimte kan ook worden gebruikt om het darrenprobleem op te lossen&lt;ref&gt;Met dank aan Marc Missotten op http://www.bieenkorf.be/forum1/viewtopic.php?t=236 &lt;/ref&gt;. Immers, niet alleen de moer, maar ook de darren zullen niet uit de rensonkamer kunnen. Dit kan leiden tot het verstoppen van de moerroosters aangezien deze darren zich toch (tevergeefs) door de moerroosters zullen trachten te wringen, en daar vast komen te zitten.<br /> <br /> Als oplossing voor dit probleem moeten er bij de 10-daagse controles zoveel mogelijk darren naar de onderbak worden geveegd, maar een grotere broedkamer biedt een betere oplossing door de mogelijkheid om niet alleen onder en boven, maar ook naast het broednest een moerrooster te plaatsen. Hierdoor hoeven er aan de buitenzijde van de rensonkamer geen vulblokken meer te worden geplaatst, en kan deze ruimte nuttig worden gebruikte voor stuifmeelopslag of om er een darrenraam in te hangen. Om de 2 zwermcontrolebeurten kan het darrenbroed uit de rensonruimte worden genomen en simpel aan de buitenzijde van een moerroosterraam worden gehangen. De darren kunnen hier nu ongehinderd naar beneden en buiten. Hierbij is er uiteraard wel voor gezorgd dat het onderste moerrooster buiten de rensonkamer wèl doorlaatbaar is voor darren.<br /> <br /> Bij de zwermcontrolebeurten dient de verticale ruimte naast de rensonkamer tijdelijk te worden afgesloten met een plankje om te voorkomen dat de koningin die ruimte induikt (en dan juist overal kan komen behalve ín de rensonkamer).<br /> <br /> <br /> ==Voetnoten==<br /> &lt;references /&gt;</div> Bart Kimmel https://www.imkerpedia.nl/wiki/index.php?title=Apis_mellifera_capensis&diff=6940 Apis mellifera capensis 2012-05-20T12:49:19Z <p>Bart Kimmel: </p> <hr /> <div>__NOTOC__<br /> [[image:African-mellifera.JPG|thumb|352px|right|Ondersoorten mellifera in Afrika (m = monticola).]]<br /> [[image:Capensis01.JPG|thumb|352px|right|Een capensis-werkster nabij een (omcircelde) moerdop met daarin meerdere werkstereitjes.]]<br /> ==Introductie==<br /> &#039;&#039;&#039;&#039;&#039;Apis mellifera capensis&#039;&#039;&#039;&#039;&#039; (ook wel Kaapse honingbij) is één van de vele ondersoorten&lt;ref&gt;Binnen Imkerpedia onderscheiden we [[soorten, ondersoorten (rassen), stammen en lijnen]].&lt;/ref&gt; van de &#039;&#039;Apis mellifera&#039;&#039;, en zou dus ook met [[onze honingbij]] kunnen worden gekruist.<br /> <br /> &#039;&#039;Apis mellifera capensis&#039;&#039;, verder met capensis aangeduid, komt van nature voor aan de kust van Zuid Afrika. Het is een zachtaardige bij, robuust, zwermtraag en resistent tegen [[varroa]]. Deze resistentie wordt vooral veroorzaakt door de korte broedtijd (van ei tot bij) van de capensis-werksterbij. Deze is slechts 18 dagen in plaats van de 21 dagen bij [[onze honingbij]].<br /> <br /> <br /> Uiterlijk is deze ondersoort, hoewel iets donkerder, nauwelijks van haar buren (de [[Apis mellifera scutellata]]) te onderscheiden. De volgende eigenschappen van de capensis zijn echter duidelijk anders dan die van de scutellata (en voor een groot deel ook anders dan die van andere ondersoorten):<br /> * de capensis heeft kleinere broednesten dan de scutellata,<br /> * de capensis regeert veel minder sterk op verstoringen dan de scutellata,<br /> * De capensis-koningin produceert veel meer [[koninginnenstof]] dan de koninginnen van de andere ondersoorten.<br /> * veel [[werkbijen]] van de capensis kunnen, als de omstandigheden (zoals [[moerloos|moerloosheid]]) het toelaten, [http://nl.wikipedia.org/wiki/Diplo%C3%AFde diploïde] eitjes leggen waaruit dus weer werksters en jonge koninginnen kunnen komen,<br /> ** De werkbijen van de andere ondersoorten kunnen (als [[eierleggende werksters]]) alleen onbevruchte ([http://nl.wikipedia.org/wiki/Haplo%C3%AFde haploïde]) eitjes leggen waaruit dus alleen [[darren]] kunnen komen.<br /> ** Niet alle capensis-werkbijen kunnen diploïde eitjes leggen aangezien de betreffende eigenschap [http://nl.wikipedia.org/wiki/Recessief_(genetica) recessief] is.<br /> * Capensis-werkbijen die diploide eitjes kunnen leggen vertonen bovendien andere fysieke eigenschappen die je bij de andere ondersoorten alleen bij de koningin aantreft&lt;ref name=hybrid&gt;M.Beekman, M.H.Allsopp, T.C. Wossler and B.P. Oldroyd. Factors affecting the dynamics of the honeybee (Apis mellifera) hybrid zone of South Africa. Nature Publishing Group, Heredity (2007), 1–6&lt;/ref&gt;. Betreffende capensis-werkbijen:<br /> ** hebben 10 tot 20 [[eierstokken van de koningin|ovarioles]] (de werksters van de andere ondersoorten hebben er hooguit 3 tot 5).<br /> ** hebben een duidelijk aanwezige [[spermatheca]].<br /> ** kunnen koninginachtige [[feromonen]] afscheiden.<br /> *** In een moerloos volk zullen er hierdoor minder eierleggende werksters ontstaan dan bij de andere ondersoorten&lt;ref&gt;R.F.A.Moritz, U.E.Simon, R.M. Crewe. Pheromonal contest between honeybee workers (Apis mellifera capensis). Naturwissenschaften (2000) 87:395–397&lt;/ref&gt;.<br /> *** De eierleggende capensis-werkbij kan de geur van de eigen eitjes op die van de bestaande koningin laten lijken.<br /> * In de zwermtijd zullen de werksters die dat kunnen eitjes in [[moerdoppen]] proberen te leggen zodat een kloon van henzelf koningin kan worden&lt;ref&gt;Michael J. Holmes, Benjamin P. Oldroyd, Michael H. Allsopp, Julianne Lim, Theresa C. Wossler, Madeleine Beekman. Maternity of emergency queens in the Cape honey bee, Apis mellifera capensis. Molecular Ecology, Volume 19, Issue 13&lt;/ref&gt;. Je kunt dan meerdere eitjes in een (beginnende) moerdop aantreffen.<br /> * Capensis werkbijen [[vervliegen]] meer dan de andere Apis mellifera ondersoorten. Naast het &quot;gewone&#039; vervliegen is er echter tevens sprake van &quot;vervliegen&quot; op grotere afstanden. Dit gedrag lijkt daarom meer op het actief verlaten van het moedervolk op zoek naar een ander volk, dan op het pure vervliegen&lt;ref name=neuman&gt;P.Neumann, S.E.Radloff, R.F.A.Moritz, H.Randall Hepburn and S.L. Reece. Social parasitism by honeybee workers (Apis mellifera capensis Escholtz): host finding and resistance of hybrid host colonies. Behavioral Ecology (2001) 12 (4): 419-428.&lt;/ref&gt;.<br /> <br /> <br /> Vanwege de mogelijkheid tot voortplanting via de werkbij valt er bij de capensis een grotere concurentie te verwachten tussen de verschillende groepen halfzusters&lt;ref&gt;In een bijenvolk hebben alle werkbijen immers dezelfde moeder (de koningin), maar tot wel 20 verschillende vaders&lt;/ref&gt;, en dat is ook het geval:<br /> * De larven van de ene halfzustergroep hebben een grotere kans om het tot koningin te schoppen dan de larven van een andere halfzustergroep.<br /> * De eierleggende werksters van de ene halfzustergroep kunnen zo gaan domineren dat die van de andere halfzusters worden onderdrukt.<br /> <br /> <br /> ==Het Capensis-complex==<br /> De combinatie van het kunnen leggen van diploïde eitjes, het hebben van meer ovarioles, het hebben van een spermatheca, en het kunnen produceren van koninginachtige feromonen wordt aangeduid als het capensis-complex en lijkt een genetisch geheel te vormen. Een capensis werkster heeft dit complex dus geheel (een capensis-complex-werkster), of geheel niet (een &quot;gewone&quot; capensis-werkster).<br /> <br /> <br /> [[image:Capensis02.jpg|thumb|199px|left|Close-up capensis-werkster.]]<br /> ==Capensis-complex-werksters parasiteren op pure scutellatavolken==<br /> In 1992 transporteerden bijenhouders capensis-volken naar het scutellata-gebied in het noorden van Zuid-Afrika. Zoals uit experimenten uit 1977-1979 al bekend was, pakt dit voor de Apis mellifera scutellata dramatisch uit.<br /> <br /> Door vervlieging kan een capensis-complex-werkster in een scutellata volk belanden. Deze werkster treft daar vervolgens een moer aan die veel minder feromonen afgeeft dan ze gewend is (maar die veronderstelde moerloosheid kan voor de capensis-werkbij juist ook de reden zijn om zo&#039;n volk binnen te trekken&lt;ref name=neuman /&gt;), en wordt door dit lagere niveau van feromonen een eierleggende werkster. Ze geeft haar diploïde eitjes vervolgens bovendien de geur mee van de bestaande scutellata-koningin waardoor de capensis-eitjes zonder problemen door de scutellata-werkbijen worden geaccepteerd.<br /> <br /> Op de een of andere manier &quot;vragen&quot; en krijgen capensis-[[larven]] van de scutellata-werkbijen meer voedsel dan scutellata larven&lt;ref name=hybrid /&gt;. Hierdoor wordt het capensis-broed ook nog eens extra koningin-achtig (en loopt bijvoorbeeld ook sneller uit).<br /> <br /> Al doende komen er steeds meer diploïde eitjes leggende capensis-complex-werksters die niet deelnemen aan de [[buitendienst]]. Dit resulteert op de langere termijn aan gebrek aan voedsel en de ondergang van het volk als geheel.<br /> <br /> Zo&#039;n scutellata-volk gaat ten gronde, en wordt niet &#039;gewoon&#039; een capansis-volk met een capensis-koningin zoals het wel bij moerloze capensis-volken gebeurt doordat er geen &quot;gewone&quot; capensis-werkbijen zijn. Er zijn weliswaar wel eierleggende capensis-complex-werkbijen die een diploïde eitje in een moerdop zouden kunnen leggen, maar er zijn simpelweg geen werkbijen die die moerdoppen bouwen. De scutellata-werkbijen voelen zich in aanwezigheid van de eigen moer (maar ook later met de feromonen van de eierleggende capensis-complex-werksters) tot en met het einde niet moerloos en de eierleggende capensis-complex-werksters bouwen simpelweg geen moerdoppen, dat is hun taak niet. Alleen &quot;gewone&quot; capensis-werkbijen zouden zich in dezelfde situatie moerloos gaan voelen, en moerdoppen gaan bouwen, maar die zijn er dus niet.<br /> <br /> In het algemeen kan dus worden gesteld dat een bijenvolk alleen ten gronde gaat aan capensis-complex-werkbijen als onvoldoende &quot;gewone&quot; capensis-werkbijen zijn. <br /> <br /> Zodra het voedsel op is verlaten de capensis-complex-werkbijen het volk en gaan op zoek gaan naar een ander volk. Als dat weer een scutellata-volk is (of preciezer: een volk met te weinig &quot;gewone&quot; capensis-werkbijen) dan herhaalt de geschiedenis zich.<br /> <br /> <br /> Alleen door mensenhand komen pure scutellata in contact met pure capensis. Tussen beide soorten bestaat namelijk een zichzelf in stand houdende [[zone met capensis-scutellata-hybriden]].<br /> <br /> <br /> ==Capensis houdt het hier in de winter niet vol==<br /> In Duitsland (te Oberursel) is geprobeerd om de varroaresistentie van de capensis in onze noordelijke ondersoorten in te kruisen&lt;ref&gt;Wilma Bohlmeijer-Mans. De Kaapse honingbij. [[Maandbladen voor bijenteelt sinds 1898|Bijen]], juni 1993&lt;/ref&gt;. Als je je de gevaren van een besmetting met capensis voorstelt, dan is dat toch wel even schrikken. Gelukkig is de pure capensis (als volk) helemaal niet tegen onze winters bestand. Met kunst en vliegwerk lukte het slechts ternauwernood om capensis koninginnen in noordelijker volken te laten overwinteren.<br /> <br /> <br /> ==Navigatie==<br /> * naar [[Ondersoorten van de Apis mellifera|Overzicht ondersoorten van de Apis mellifera]]<br /> <br /> <br /> ==Voetnoten==<br /> &lt;references /&gt;</div> Bart Kimmel https://www.imkerpedia.nl/wiki/index.php?title=Apis_mellifera_capensis&diff=6939 Apis mellifera capensis 2012-05-20T12:49:08Z <p>Bart Kimmel: </p> <hr /> <div>__NOTOC__<br /> [[image:African-mellifera.JPG|thumb|352px|right|Ondersoorten mellifera in Afrika (m = monticola).]]<br /> [[image:Capensis01.JPG|thumb|352px|right|Een capensis-werkster nabij een (omcircelde) moerdop met daarin meerdere werkstereitjes.]]<br /> ==Introductie==<br /> &#039;&#039;&#039;&#039;&#039;Apis mellifera capensis&#039;&#039;&#039;&#039;&#039; (ook wel Kaapse honingbij) is één van de vele ondersoorten&lt;ref&gt;Binnen Imkerpedia onderscheiden we [[soorten, ondersoorten (rassen), stammen en lijnen]].&lt;/ref&gt; van de &#039;&#039;Apis mellifera&#039;&#039;, en zou dus ook met [[onze honingbij]] kunnen worden gekruist.<br /> <br /> &#039;&#039;Apis mellifera capensis&#039;&#039;, verder met capensis aangeduid, komt van nature voor aan de kust van Zuid Afrika. Het is een zachtaardige bij, robuust, zwermtraag en resistent tegen [[varroa]]. Deze resistentie wordt vooral veroorzaakt door de korte broedtijd (van ei tot bij) van de capensis-werksterbij. Deze is slechts 18 dagen in plaats van de 21 dagen bij [[onze honingbij]].<br /> <br /> <br /> Uiterlijk is deze ondersoort, hoewel iets donkerder, nauwelijks van haar buren (de [[Apis mellifera scutellata]]) te onderscheiden. De volgende eigenschappen van de capensis zijn echter duidelijk anders dan die van de scutellata (en voor een groot deel ook anders dan die van andere ondersoorten):<br /> * de capensis heeft kleinere broednesten dan de scutellata,<br /> * de capensis regeert veel minder sterk op verstoringen dan de scutellata,<br /> * De capensis-koningin produceert veel meer [[koninginnenstof]] dan de koninginnen van de andere ondersoorten.<br /> * veel [[werkbijen]] van de capensis kunnen, als de omstandigheden (zoals [[moerloos|moerloosheid]]) het toelaten, [http://nl.wikipedia.org/wiki/Diplo%C3%AFde diploïde] eitjes leggen waaruit dus weer werksters en jonge koninginnen kunnen komen,<br /> ** De werkbijen van de andere ondersoorten kunnen (als [[eierleggende werksters]]) alleen onbevruchte ([http://nl.wikipedia.org/wiki/Haplo%C3%AFde haploïde]) eitjes leggen waaruit dus alleen [[darren]] kunnen komen.<br /> ** Niet alle capensis-werkbijen kunnen diploïde eitjes leggen aangezien de betreffende eigenschap [http://nl.wikipedia.org/wiki/Recessief_(genetica) recessief] is.<br /> * Capensis-werkbijen die diploide eitjes kunnen leggen vertonen bovendien andere fysieke eigenschappen die je bij de andere ondersoorten alleen bij de koningin aantreft&lt;ref name=hybrid&gt;M.Beekman, M.H.Allsopp, T.C. Wossler and B.P. Oldroyd. Factors affecting the dynamics of the honeybee (Apis mellifera) hybrid zone of South Africa. Nature Publishing Group, Heredity (2007), 1–6&lt;/ref&gt;. Betreffende capensis-werkbijen:<br /> ** hebben 10 tot 20 [[eierstokken van de koningin|ovarioles]] (de werksters van de andere ondersoorten hebben er hooguit 3 tot 5).<br /> ** hebben een duidelijk aanwezige [[spermatheca]].<br /> ** kunnen koninginachtige [[feromonen]] afscheiden.<br /> *** In een moerloos volk zullen er hierdoor minder eierleggende werksters ontstaan dan bij de andere ondersoorten&lt;ref&gt;R.F.A.Moritz, U.E.Simon, R.M. Crewe. Pheromonal contest between honeybee workers (Apis mellifera capensis). Naturwissenschaften (2000) 87:395–397&lt;/ref&gt;.<br /> *** De eierleggende capensis-werkbij kan de geur van de eigen eitjes op die van de bestaande koningin laten lijken.<br /> * In de zwermtijd zullen de werksters die dat kunnen eitjes in [[moerdoppen]] proberen te leggen zodat een kloon van henzelf koningin kan worden&lt;ref&gt;Michael J. Holmes, Benjamin P. Oldroyd, Michael H. Allsopp, Julianne Lim, Theresa C. Wossler, Madeleine Beekman. Maternity of emergency queens in the Cape honey bee, Apis mellifera capensis. Molecular Ecology, Volume 19, Issue 13&lt;/ref&gt;. Je kunt dan meerdere eitjes in een (beginnende) moerdop aantreffen.<br /> * Capensis werkbijen [[vervliegen]] meer dan de andere Apis mellifera ondersoorten. Naast het &quot;gewone&#039; vervliegen is er echter tevens sprake van &quot;vervliegen&quot; op grotere afstanden. Dit gedrag lijkt daarom meer op het actief verlaten van het moedervolk op zoek naar een ander volk, dan op het pure vervliegen&lt;ref name=neuman&gt;P.Neumann, S.E.Radloff, R.F.A.Moritz, H.Randall Hepburn and S.L. Reece. Social parasitism by honeybee workers (Apis mellifera capensis Escholtz): host finding and resistance of hybrid host colonies. Behavioral Ecology (2001) 12 (4): 419-428.&lt;/ref&gt;.<br /> <br /> <br /> Vanwege de mogelijkheid tot voortplanting via de werkbij valt er bij de capensis een grotere concurentie te verwachten tussen de verschillende groepen halfzusters&lt;ref&gt;In een bijenvolk hebben alle werkbijen immers dezelfde moeder (de koningin), maar tot wel 20 verschillende vaders&lt;/ref&gt;, en dat is ook het geval:<br /> * De larven van de ene halfzustergroep hebben een grotere kans om het tot koningin te schoppen dan de larven van een andere halfzustergroep.<br /> * De eierleggende werksters van de ene halfzustergroep kunnen zo gaan domineren dat die van de andere halfzusters worden onderdrukt.<br /> <br /> <br /> ==Het Capensis-complex==<br /> De combinatie van het kunnen leggen van diploïde eitjes, het hebben van meer ovarioles, het hebben van een spermatheca, en het kunnen produceren van koninginachtige feromonen wordt aangeduid als het capensis-complex en lijkt een genetisch geheel te vormen. Een capensis werkster heeft dit complex dus geheel (een capensis-complex-werkster), of geheel niet (een &quot;gewone&quot; capensis-werkster).<br /> <br /> <br /> [[image:Capensis02.jpg|thumb|199px|left|Close-up capensis-werkster.]]<br /> ==Capensis-complex-werksters parasiteren op pure scutellatavolken==<br /> In 1992 transporteerden bijenhouders capensis-volken naar het scutellata-gebied in het noorden van Zuid-Afrika. Zoals uit experimenten uit 1977-1979 al bekend was, pakt dit voor de Apis mellifera scutellata dramatisch uit.<br /> <br /> Door vervlieging kan een capensis-complex-werkster in een scutellata volk belanden. Deze werkster treft daar vervolgens een moer aan die veel minder feromonen afgeeft dan ze gewend is (maar die veronderstelde moerloosheid kan voor de capensis-werkbij juist ook de reden zijn om zo&#039;n volk binnen te trekken&lt;ref name=neuman /&gt;), en wordt door dit lagere niveau van feromonen een eierleggende werkster. Ze geeft haar diploïde eitjes vervolgens bovendien de geur mee van de bestaande scutellata-koningin waardoor de capensis-eitjes zonder problemen door de scutellata-werkbijen worden geaccepteerd.<br /> <br /> Op de een of andere manier &quot;vragen&quot; en krijgen capensis-[[larven]] van de scutellata-werkbijen meer voedsel dan scutellata larven&lt;ref name=hybrid /&gt;. Hierdoor wordt het capensis-broed ook nog eens extra koningin-achtig (en loopt bijvoorbeeld ook sneller uit).<br /> <br /> Al doende komen er steeds meer diploïde eitjes leggende capensis-complex-werksters die niet deelnemen aan de [[buitendienst]]. Dit resulteert op de langere termijn aan gebrek aan voedsel en de ondergang van het volk als geheel.<br /> <br /> Zo&#039;n scutellata-volk gaat ten gronde, en wordt niet &#039;gewoon&#039; een capansis-volk met een capensis-koningin zoals het wel bij moerloze capensis-volken gebeurt doordat er geen &quot;gewone&quot; capensis-werkbijen zijn. Er zijn weliswaar wel eierleggende capensis-complex-werkbijen die een diploïde eitje in een moerdop zouden kunnen leggen, maar er zijn simpelweg geen werkbijen die die moerdoppen bouwen. De scutellata-werkbijen voelen zich in aanwezigheid van de eigen moer (maar ook later met de feromonen van de eierleggende capensis-complex-werksters) tot en met het einde niet moerloos en de eierleggende capensis-complex-werksters bouwen simpelweg geen moerdoppen, dat is hun taak niet. Alleen &quot;gewone&quot; capensis-werkbijen zouden zich in dezelfde situatie moerloos gaan voelen, en moerdoppen gaan bouwen, maar die zijn er dus niet.<br /> <br /> In het algemeen kan dus worden gesteld dat een bijenvolk alleen ten gronde gaat aan capensis-complex-werkbijen als onvoldoende &quot;gewone&quot; capensis-werkbijen zijn. <br /> <br /> Zodra het voedsel op is verlaten de capensis-complex-werkbijen het volk en gaan op zoek gaan naar een ander volk. Als dat weer een scutellata-volk is (of precieser: een volk met te weinig &quot;gewone&quot; capensis-werkbijen) dan herhaalt de geschiedenis zich.<br /> <br /> <br /> Alleen door mensenhand komen pure scutellata in contact met pure capensis. Tussen beide soorten bestaat namelijk een zichzelf in stand houdende [[zone met capensis-scutellata-hybriden]].<br /> <br /> <br /> ==Capensis houdt het hier in de winter niet vol==<br /> In Duitsland (te Oberursel) is geprobeerd om de varroaresistentie van de capensis in onze noordelijke ondersoorten in te kruisen&lt;ref&gt;Wilma Bohlmeijer-Mans. De Kaapse honingbij. [[Maandbladen voor bijenteelt sinds 1898|Bijen]], juni 1993&lt;/ref&gt;. Als je je de gevaren van een besmetting met capensis voorstelt, dan is dat toch wel even schrikken. Gelukkig is de pure capensis (als volk) helemaal niet tegen onze winters bestand. Met kunst en vliegwerk lukte het slechts ternauwernood om capensis koninginnen in noordelijker volken te laten overwinteren.<br /> <br /> <br /> ==Navigatie==<br /> * naar [[Ondersoorten van de Apis mellifera|Overzicht ondersoorten van de Apis mellifera]]<br /> <br /> <br /> ==Voetnoten==<br /> &lt;references /&gt;</div> Bart Kimmel https://www.imkerpedia.nl/wiki/index.php?title=Mierenzuurbehandeling&diff=6938 Mierenzuurbehandeling 2012-05-20T12:44:56Z <p>Bart Kimmel: </p> <hr /> <div>__NOTOC__<br /> Bij een &#039;&#039;&#039;mierenzuurbehandeling&#039;&#039;&#039; wordt er [[mierenzuur]] in de bijenwoning gebracht ter bestrijding van de [[varroamijt]]. Het mierenzuur doodt de varroamijt middels aantasting van diens ademhalingsstelsel. Omdat mierenzuur deel uitmaakt van de stofwisseling van de varroamijt is de kans gering dat de varroamijt een resistentie tegen mierenzuur zal ontwikkelen.<br /> <br /> In tegenstelling tot veel andere bestrijdingsmiddelen tegen de varroamijt dringt mierenzuur ook door tot in het [[gesloten broed]] zodat ook daar de mijt wordt gedood.<br /> <br /> <br /> ==Gevolgen voor de bijen==<br /> Voor een effectieve bestrijding van de varroamijt is het van belang dat er een &#039;&#039;&#039;voldoende hoge concentratie&#039;&#039;&#039; van de mierenzuurdamp &#039;&#039;&#039;voldoende lang&#039;&#039;&#039; in de kast aanwezig is. Helaas ligt die concentratie niet erg ver van de concentratie die gezonde volwassen bijen kunnen tolereren. Juist een effectieve (varroa-dodende) mierenzuurbehandeling gaat daarom helaas vaak ook gepaard met sterfte van [[open broed]] (met name bijenlarven) en (de zwakste) volwassen bijen.<br /> <br /> Een te hoge concentratie mierenzuur gaat gepaard met het leeglopen van de bijenkast (de bijen vluchten). Dit kan ook het (al dan niet tijdelijke) gevolg zijn van het niet geleidelijk maar plotsklaps toedienen van een wel juiste dosering mierenzuur.<br /> <br /> Nabij de bron van het mierenzuur zal de concentratie mierenzuur het grootst zijn. Om de sterfte aan bijenlarven te minimaliseren is het verstandig om zoveel mogelijk afstand te hebben tussen die bron en het [[broednest]]&lt;ref&gt;Aan de andere kant, voor een optimale verdamping van het mierenzuur moet de gekozen verdampingsconstructie vaak juist boven het broednest worden geplaatst, omdat het daar het warmst is. Dit geldt overigens niet (in gelijke mate) voor alle verdampingsconstructies.&lt;/ref&gt;<br /> <br /> <br /> ==Factoren die de effectiviteit van een mierenzuurbehandeling beïnvloeden==<br /> De volgende factoren zijn van invloed op de verdamping en/of de concentratie van mierenzuur in de bijenkast: <br /> * De temperatuur.<br /> ** Mierenzuur verdampt bij 30°Celsius zo&#039;n 15x sneller dan bij 10°Celsius.<br /> ** Zowel de warmte van gesloten broed (dat door de bijen op 35° Celsius wordt gehouden) als een voldoende hoge buitentemperatuur dragen bij aan een grotere verdamping van het mierenzuur. Buitentemperaturen van boven de 25°C zijn daarentegen te hoog. De acceptabele minimale buitentemperatuur verschilt afhankelijk van de toegepaste manier van mierenzuurbehandeling.<br /> ** Als het warm is zullen de bijen meer ventileren (en dus mierenzuur naar buiten transporteren). In dat geval kun je de behandeling wellicht beter even uitstellen. In plaats daarvan kunt je ook de dagelijks te verdampen hoeveelheid mierenzuur naar boven bijstellen.<br /> * De relatieve&lt;ref&gt;Warme lucht kan meer vocht bevatten dan koude lucht en zal bij een gelijke hoeveelheid vocht in de lucht dus droger zijn dan koude lucht. Het begrip &#039;relatieve luchtvochtigheid&#039; geeft weer hoeveel vocht er in de lucht zit is relatie tot de hoeveelheid vocht die er - bij die temperatuur - in zou kunnen zitten.&lt;/ref&gt; luchtvochtigheid.<br /> **Bij een hogere relatieve luchtvochtigheid is de verdamping minder dan bij een lagere relatieve luchtvochtigheid.<br /> *De grootte van de bijenwoning<br /> ** Om dezelfde concentratie te verkrijgen moet er in een grotere bijenkast uiteraard meer mierenzuur worden verdampt dan in een kleinere.<br /> * De grootte van het verdampingsoppervlak van de gebruikte verdamper.<br /> ** Verschillende verdampers hebben een verschillend verdampingsoppervlakte. Zo heeft de Liebig verdamper een klein verdampingsoppervlakte zodat deze verdamper een hogere binnentemperatuur nodig heeft dan verdampers met een groter verdampingsoppervlakte.<br /> * De gebruikte concentratie mierenzuur.<br /> ** In de handel zijn zowel oplossingen met 65% als met 85% mierenzuur te koop. Uiteraard hoef je, onder verder gelijke omstandigheden, van een oplossing met 85% mierenzuur minder te verdampen dan van een oplossing met 65% mierenzuur. Met behulp van een oplossing met een hogere concentratie mierenzuur zal sneller meer mierenzuur verdampen. De verschillen tussen de bij de verschillende mierenzuurbehandelingen verdampers voorgeschreven hoeveelheden zijn ten dele op deze verschillende concentraties terug te voeren.<br /> * De aanvoer van nectar of [[suikerwater]].<br /> ** Als de bijen de bijen nectar of suikerwater moeten indikken zullen ze ook veel ventileren. Ook dan is het beter om even met de mierenzuurbehandeling te wachten totdat het meeste suikerwater is verzegeld.<br /> * De aanwezigheid van nog niet verzegelde honing/nectar/suikerwater. Mierenzuur lost in water op. Zolang honing/nectar/suikerwater nog niet luchtdicht is verzegeld&lt;ref&gt;Broed wordt in het popstadium ook verzegeld, maar dat is niet luchtdicht.&lt;/ref&gt; zal er dus ook mierenzuur in deze honing/nectar/suikerwater trekken. Dit heeft de volgende nadelen:<br /> ** De (varroa dodende) concentratie in de lucht vermindert, waardoor de bestrijding minder effectief is. Een effectieve mierenzuurbehandeling start dus pas enige dagen na [[dracht]] of voeren van suikerwater zodat de bijen het meeste voer verzegeld zullen hebben voordat de mierenzuurbehandeling begint. <br /> ** Een mierenzuurbehandeling kan de smaak van eventueel nog te oogsten honing beïnvloeden. De smaakgrens voor mierenzuur is per persoon verschillend&lt;ref&gt;De minimaal geproefde dosis verschilt maar liefst van 150 - 600 mg/kg.&lt;/ref&gt;, maar er zijn mensen die de aanwezigheid van mierenzuur al kunnen opmerken als deze boven de 150 mg/kg komt. Dat is een concentratie die gehaald kan worden als de honingbak direct ná de mierenzuurbehandeling wordt geplaatst. Om deze redenen wordt voorgeschreven om een mierenzuurbehandeling pas na de laatste [[honing oogsten|honingoogst]] te doen&lt;ref&gt;Bij de eerstvolgende honingoogst in het nieuwe jaar zal het mierenzuur inmiddels nagenoeg geheel zijn verdwenen.&lt;/ref&gt; of anders de betreffende honing niet te oogsten.<br /> <br /> <br /> ==Verschillende werkwijzen en/of hulpmiddelen==<br /> Er bestaan verschillende manieren waarop een mierenzuurbehandeling kan worden uitgevoerd. Onderstaand een opsomming:<br /> * [[Bierviltjesmethode]]<br /> * [[Liebig verdamper]]<br /> * [[Nassenheider verdamper]]<br /> * [[Sponsdoekmethode]]<br /> * [[Zelfbouw met PVC buisjes]]<br /> <br /> <br /> Welke mierenzuurbehandeling er ook wordt toegepast, in alle gevallen:<br /> * dient de onderkant van de kast gedurende de behandeling gesloten te zijn om te snelle vervlieging van het mierenzuur te voorkomen,<br /> * dient de [[vliegopening]] wel gewoon geopend te zijn, en<br /> * dient men zichzelf tegen het mierenzuur af te schermen (middels handschoenen en maatregelen ter voorkoming van inademing).<br /> <br /> [[image:Mierenzuurbehandeling.gif|thumb|right|574px|Om een langere periode boven de maximum tolerantie van de varroa te blijven moet een schokbehandeling een paar keer vlak na elkaar worden herhaald.]]<br /> <br /> <br /> Bij de verschillende werkwijzen en/of middelen worden meestal verschillende hoeveelheden te verdampen mierenzuur voorgeschreven. Dit lijkt raar, maar heeft meestal (een van) de volgende verklaringen:<br /> * Er bestaan zowel zogenaamde schokbehandelingen met herhaaldelijk een hogere concentratie mierenzuur van wel 30 milliliter per volle broedkamer, als langer durende behandelingen met een continue lagere concentratie mierenzuur van 10 tot 20 milliliter per volle broedkamer per dag. <br /> * In verschillende mierenzuurbehandelingen wordt gewerkt met verschillende concentraties mierenzuur. Ogenschijnlijke verschillen (zoals een voorgeschreven verdamping van zo&#039;n 10-15 milliliter versus een voorgeschreven verdamping van 15-20 milliliter) komen zo vaak neer op ongeveer dezelfde hoeveelheid puur mierenzuur.<br /> <br /> <br /> Ook in verschillende maanden worden vaak verschillende hoeveelheden te verdampen mierenzuur voorgeschreven. Dit hangt waarschijnlijk samen met de in verschillende maanden heersende verschillende temperaturen, drachtomstandigheden, etc. (waardoor de bijen bijvoorbeeld meer of minder ventileren). Het is waarschijnlijk beter om de verdamping regelrecht op dergelijke factoren te baseren. Verschillende jaren laten immers nogal eens verschillende klimatologische omstandigheden en drachtomstandigheden zien.<br /> <br /> <br /> ==Wanneer?==<br /> Bij het bepalen welk moment het beste is voor een mierenzuurbehandeling moeten we onder andere rekening houden met de volgende tegenstrijdigheden:<br /> * Het liefst geef je de varroapopulatie een opdoffer voordat de winterbijen worden gevormd, maar bovendien voer je de behandeling het liefst uit in een periode met minder bijenlarven.<br /> * Met een langer durende behandeling dood je meer varroa, maar ook meer bijenlarven.<br /> * De verdamping van mierenzuur gaat het best met voldoende hoge buitentemperaturen, maar de laatste honingoogst is meestal pas na de warmste perioden van het jaar.<br /> * Na de laatste honingoogst wil je het volk voeren en wellicht zelfs inwinteren, maar dan is een mierenzuurbehandeling minder effectief omdat het mierenzuur dat via de ventilatie sneller wordt afgevoerd of in het nog niet verzegelde voer gaat zitten.<br /> <br /> <br /> Op grond van deze overwegingen wordt vaak de volgende aanpak aanbevolen:<br /> # Na de laatste honingoogst voer je het volk snel en genoeg om eventuele verhongering te voorkomen.<br /> # Je geeft de bijen een paar dagen om het voer te verzegelen.<br /> # Je voert een korte mierenzuurbehandeling van hooguit een week uit met continu een voldoende hoge concentratie mierenzuur.<br /> # Je wintert het volk in.<br /> # Je geeft de bijen een paar dagen om het voer te verzegelen.<br /> # Je voert een langer durende mierenzuurbehandeling van zo&#039;n twee weken uit met continu een voldoende hoge concentratie mierenzuur. Inmiddels profiteer je van de voerkoepel die er is ontstaan tussen de bron van het mierenzuur en het broednest dat inmiddels kleiner is dan eerder in het jaar. Bovendien zullen er inmiddels minder kwetsbare bijenlarven zijn.<br /> <br /> <br /> ==Voetnoten==<br /> &lt;references /&gt;</div> Bart Kimmel https://www.imkerpedia.nl/wiki/index.php?title=Apis_cerana&diff=6937 Apis cerana 2012-05-20T12:41:13Z <p>Bart Kimmel: hoofdletters etc</p> <hr /> <div>__NOTOC__<br /> [[image:Cerana-mandarijn.jpg|thumb|400px|right|&#039;&#039;Apis cerana&#039;&#039; foeragerend op de bloemen van de Chinese mandarijn.]]<br /> ==Inleiding==<br /> &#039;&#039;&#039;&#039;&#039;Apis cerana&#039;&#039;&#039;&#039;&#039;(ook wel Aziatische- of oosterse honingbij) is net als onze [[Apis mellifera|westerse honingbij]] één van de soorten binnen het geslacht honingbij (&#039;&#039;[[Apis]]&#039;&#039;). Dit naaste familielid van onze westerse honingbij is daarbij buitengewoon interessant omdat deze honingbij de oorspronkelijke gastheer is van de [[varroa|varroa destructor]]. Deze varroamijt is momenteel de grootste plaag voor onze westerse honingbij, terwijl de Aziatische honingbij er al eeuwen mee [[Varroabestrijding door de bijen zelf|in balans leeft]].<br /> [[image:Cerana-banaan.jpg|thumb|400px|left|&#039;&#039;Apis cerana&#039;&#039; foeragerend op de bloemen van de banaan.]]<br /> [[image:Cerana-aster.jpg|thumb|400px|right|&#039;&#039;Apis cerana&#039;&#039; foeragerend op de bloemen van een [[Aster]].]]<br /> [[image:Cerana-gesloten-broed.jpg|thumb|400px|left|Het [[gesloten broed]] van &#039;&#039;Apis cerana&#039;&#039;. &#039;&#039;Apis cerana&#039;&#039; hergebruikt waarschijnlijk zelden oude wasdeeltjes voor het afsluiten van de broedcellen (zoals de mellifera wel doet) want de dekseltjes zijn bijna net zo mooi als bij gesloten honingraat.]]<br /> [[image:Cerana-leggende-koningin.jpg|thumb|400px|right|Bij de &#039;&#039;A. cerana&#039;&#039; zijn de verschillen tussen de moer, dar en werksters minder groot dan bij de mellifera. Op deze foto zie je een leggende koningin met omringende werksters.]]<br /> <br /> De Aziatische- en westerse honingbij lijken veel op elkaar. Ze hebben in het zuiden van Azië dan ook een gemeenschappelijke voorouder gehad (de eerste holenbroedende honingbijen). De Aziatische - en westerse honingbij zijn pas vanaf zo&#039;n 100.000 jaar geleden van elkaar gaan verschillen nadat de voorouders van de westerse honingbij via de hoorn van Afrika naar het Westen trokken en de voorouders van de Aziatische honingbij in Azië bleven (en daar hun gebied juist naar het oosten uitbreidden).<br /> <br /> Toch zijn deze beide soorten absoluut niet meer met elkaar te kruisen. Dit komt enerzijds door [[Reproductieve isolatie]], maar anderzijds leidt ook [[Kunstmatige inseminatie van koninginnen|kunstmatige inseminatie]] niet tot levensvatbare eitjes.<br /> <br /> <br /> De Aziatische honingbij komt voor in het Zuiden, het Zuidoosten en het Oosten van Azië&lt;ref&gt;In o.a. de landen: Afghanistan, Bangladesh, Bhutan, China, India, Myanmar, Nepal, Pakistan, Indonesië, de Korea&#039;s, Japan, Maleisië, Papoea-Nieuw-Guinea, Thailand, en Vietnam.&lt;/ref&gt; (tot in Siberië, waar zij door menselijk toedoen weer in contact kwam met onze westerse honingbij; zie de [[primorski|primorskibij]]) . Dit grote verspreidingsgebied met zowel (sub-) tropische als gematigde gebieden heeft er toe geleid dat er (net als bij de onze westerse honingbij) sprake is van verschillende ondersoorten&lt;ref&gt;Binnen Imkerpedia onderscheiden we [[soorten, ondersoorten (rassen), stammen en lijnen]].&lt;/ref&gt; met zowel een verschillend uiterlijk (met name wat betreft de grootte) als verschillende gedragingen (zoals hoeveelheid broed en neiging tot zwermen).<br /> <br /> Zo beschreef Fabricius in 1793 eerst de in o.a. China voorkomende Apis Cerana, en later in 1798 de in India voorkomende &#039;&#039;Apis indica&#039;&#039;. Toen naderhand bleek, dat het in beide gevallen om dezelfde soort ging, kreeg deze totale soort de oudere naam: &#039;&#039;Apis cerana&#039;&#039; (met daarbinnen dus respectievelijk o.a. de ondersoorten &#039;&#039;Apis cerana cerana&#039;&#039; en de &#039;&#039;Apis cerana indica&#039;&#039;).<br /> <br /> <br /> De Aziatische honingbij wordt verdeeld in 8 verschillende ondersoorten, te weten:<br /> * &#039;&#039;Apis cerana cerana&#039;&#039;<br /> * &#039;&#039;Apis cerana heimifeng&#039;&#039;<br /> * &#039;&#039;Apis cerana indica&#039;&#039;<br /> * &#039;&#039;[[Apis cerana japonica]]&#039;&#039;<br /> * &#039;&#039;[[Apis cerana javana]]&#039;&#039;<br /> * &#039;&#039;Apis cerana johni&#039;&#039;<br /> * &#039;&#039;[[Apis nuluensis|Apis cerana nuluensis]]&#039;&#039;<br /> ** Volgens recent onderzoek heeft deze &quot;ondersoort&quot; dusdanig afwijkend DNA dat deze ook als een aparte soort kan worden beschouwd. Tot op heden is dit binnen de formele classificatiesystemen echter (nog?) niet bijgewerkt.<br /> * &#039;&#039;Apis cerana skorikovi&#039;&#039;<br /> <br /> <br /> De ondersoorten die in de tropen leven zijn kleiner dan de ondersoorten in de koudere regionen.<br /> <br /> <br /> [[image:Cerana-extra-tomentum.JPG|thumb|297px|left|De &#039;&#039;A. cerana&#039;&#039; heeft ook een tomentum (haarband) op het zesde segment.]]<br /> ==Overeenkomsten en verschillen met onze mellifera==<br /> [[image:Cerana-extra-ader.JPG|thumb|297px|right|De &#039;&#039;A. cerana&#039;&#039; heeft een extra ader in de achtervleugel.]]<br /> [[image:Cerana-eitjes.jpg|thumb|400px|right|Eitjes van de &#039;&#039;Apis cerana&#039;&#039;.]]<br /> [[image:Cerana-larven.jpg|thumb|400px|right|Larven van de &#039;&#039;Apis cerana&#039;&#039;.]]<br /> <br /> In vergelijking met onze mellifera:<br /> * is de gemiddelde cerana iets kleiner en slanker dan de gemiddelde mellifera, die eveneens veel ondersoorten bevat; de grootste ondersoorten van de cerana zijn groter dan de kleinste van de mellifera.<br /> * verschillen bij de cerana de moer, de dar en werkster minder van elkaar in grootte (hierdoor heeft de bijenraat van de cerana ook overeenkomstig kleinere cellen), <br /> * heeft de werkbij van de cerana ook op het zesde segment van het achterlijf een tomentum (band met korte haartjes),<br /> * zijn de banden op het achterlijf bij de cerana scherper afgetekend,<br /> * heeft de cerana minder vleugelhaakjes ter verbinding van de voor- en achtervleugel,<br /> * zijn de vleugels van de cerana spitser met een zeer hoge [[cubitaal index]],<br /> * heeft de cerana een extra adertje in de achter vleugel, en<br /> * heeft de cerana gelige vlekjes op de kop die de mellifera mist.<br /> <br /> <br /> Beide soorten hebben (onder andere) de volgende overeenkomende gedragingen:<br /> * De cerana is ook een &quot;holbewoner&quot;.<br /> * De cerana is eveneens in staat om schommelingen in de buitentemperatuur zodanig op te vangen dat de temperatuur binnen de bijenwoning op de gewenste temperatuur (van 33 - 35,5°C) blijft. Hierdoor kan de cerana verschillende klimaatomstandigheden aan, waardoor de cerana evenals de mellifera een groot verspreidingsgebied kent.<br /> ** Ook de cerana gebruikt hierbij het van de vleugels losgekoppeld bewegen van de borstspieren om op de warmen, en het [[ventileren]] om af te koelen. Bij het ventileren staat de cerana echter met haar achterste naar de vliegopening, terwijl de mellifera met haar kop naar de vliegopening staat. <br /> * De cerana heeft ook last van de grote [[wasmot]]&lt;ref&gt;M.K.H.Bhuiyan, M.M.Hossain, M.N.Bari.Rearing and Management of Apis cerana (F.) and occurrence of pests in honeybee colonies. OnLine Journal of Biological Sciences 2 (1): 14-17, 2002.&lt;/ref&gt;<br /> * De cerana communiceert ook via een [[bijendans]] over de gevonden voedselbronnen.<br /> ** De cerana zoekt die voedselbronnen echter binnen een kleinere [[actieradius van de haalbij|actieradius]] (van slechts 1 - 2 kilometer) dan de mellifera.<br /> ** De cerana ken bovendien een zogeheten &#039;&#039;reinigingsdans&#039;&#039; waarmee een werkster andere werksters aanspoort om haar schoon te maken. Dit reinigingsgedrag is ook een (klein) aspect van de [[Varroabestrijding door de bijen zelf|varroaresistentie van de Apis cerana]].<br /> * De cerana hanteert ook een [[bijenruimte]] tussen de raten.<br /> * De cerana zwermt ook, waarbij de [[natuurzwerm|zwerm]] na vertrek vaak eerst op relatief korte afstand van de oorspronkelijke locatie neerstrijkt om daarna op aangeven van [[speurbijen]] naar een nieuwe locatie te vertrekken.<br /> * Ook bij de cerana wordt het ontstaan van [[eierleggende werksters]] voorkomen door de [[koninginnenstof]] van de koningin,<br /> * Ook de cerana heeft de broedstadia van [[ei]] / [[larven|larve]] / [[pop]], maar met de volgende dagduur&lt;ref&gt;Via email verkregen vanaf Gudrun Koeniger, die aangaf deze gegevens te hebben betrokken uit: Punchihewa, RWK. Beekeeping for honey production in Sri Lanka. Sri Lanka Department of Agriculture (1994). Blijkbaar is deze dagduur niet bij alle ondersoortven van de cerana hetzelfde aangezien M.K.H.Bhuiyan, M.M.Hossain, M.N.Bari (in hun artikel &quot;Rearing and Management of Apis cerana (F.) and occurrence of pests in honeybee colonies. OnLine Journal of Biological Sciences 2 (1): 14-17, 2002&quot;) tot ietwat andere dagduren ( ei / larve / pop ) komen: Koningin 3 / 5 / 7 - 8, werkster 3 / 4 - 5 / 11 - 12, dar 3 / 5 - 7 / 13 - 14.&lt;/ref&gt;:<br /> {| class=&quot;toccolours&quot; border=&quot;1&quot; width=&quot;50%&quot; <br /> ! style=&quot;background:#ffdead;&quot; | <br /> ! style=&quot;background:#ffdead;&quot; | eitje<br /> ! style=&quot;background:#ffdead;&quot; | larf<br /> ! style=&quot;background:#ffdead;&quot; | pop<br /> ! style=&quot;background:#ffdead;&quot; | totaal<br /> |-<br /> | Koningin: || 3 dagen || 4 - 5 dagen || 6 - 7 dagen || 14 – 15 dagen <br /> |-<br /> | werkster: || 3 dagen || 5 dagen || 12 dagen || 20 dagen <br /> |-<br /> | dar: || 3 dagen || 5 - 6 dagen || 14 - 15 dagen || 23 - 24 dagen <br /> |}<br /> <br /> <br /> ==Ventilatie voor darrenpoppen==<br /> [[image:Cerana-darcel-tunneltjes.jpg|thumb|left|152px|Tunneltjes door dekseltjes van gesloten darrenbroed.]]<br /> [[image:Cerana-stuifmeel.jpg|thumb|400px|right|Apis cerana werksters op cellen met stuifmeel. Deze cellen worden niet gesloten en zelfs niet tot aan de rand gevuld. De bovenste 20% van een cel met stuifmeel blijft standaard leeg.]]<br /> De dekseltjes van de cerana-darrencellen hebben tunneltjes. Dit heeft de mellifera niet. Men heeft wel gedacht, dat de varroa destructor deze tunneltjes maakte om in en uit de darrencel te kunnen gaan maar daarvoor zijn de tunneltjes (van nog geen halve millimeter) te klein.<br /> <br /> Nader onderzoek heeft geleerd dat de tunneltjes op de achtste dag ontstaan, nadat de cellen net zijn afgedicht. De cerana-[[strekmade]] produceert dan tijdens het begin van de verpopping een gelig vocht, waardoor er een aan de bovenkant van de cocon een opening komt in de draden. Hierdoor krijgt het celdekseltje in het midden een lichte verkleuring. Hier maken de werkbijen vervolgens een tunnelachtige opening, waardoor de leefruimte van de pop in contact blijft met de “buitenwereld”.<br /> <br /> De wanden van de darrencel zijn bijzonder dik en de tunneltjes dienen derhalve om de larve van zuurstof te voorzien.<br /> <br /> Nadat de cel is gesloten en van een opening is voorzien, bemoeien de werksters zich absoluut niet meer met de toekomstige dar, die zelf maar moet zien hoe hij zijn cel uitkomt. Als de dar bij voorbeeld te veel door Varroa is verzwakt, dan lukt het hem niet de cel te verlaten en sterft hij samen met zijn gasten (dit is één van de oorzaken van de [[Varroabestrijding door de bijen zelf|varroaresistentie]] van de cerana). <br /> <br /> <br /> ==De woning==<br /> [[image:Cerana-bijenklos-Nepal.jpg|thumb|left|227px|Bijenklos voor een ceranavolk in Nepal]]<br /> In de natuur bevindt het nest van de cerana zich in de holte van een boom of in een rotsholte. Ceranavolken zijn kleiner dan mellifera volken, en in zo&#039;n hol bouwt de cerana dan ook hooguit een zevental raten. In Thailand is het nest ter grootte van 7000 bijen wel volledig; in Japan kan het nest uitgroeien tot 10.000 à 20.000 bijen.<br /> Zo&#039;n woning in de natuur is meestal te groot voor het volk, en door de slechtere hygiëne van de cerana loopt er nogal eens iets fout. Het gebruik van [[propolis]] kent de cerana niet. Vervuilde raten worden simpelweg afgeknaagd en van een nieuwe cellenlaag voorzien. De afgeknaagde was blijft op de bodem liggen en veroorzaakt al snel een paradijs voor wasmotten. Pogingen om een volk in een Langstroth-kast onder te brengen mislukten: de vervuiling groeide sneller dan de omvang van het volk!.<br /> <br /> In Indonesië ([[Apis cerana javana]]) kun je segmenten van de kokospalm tegenkomen als behuizing. Korea kent de [[bijenklossen|bijenklos]]. In India en Birma wordt ook gewerkt met kleigebakken potten.<br /> <br /> Op de Himalaya, waar de temperatuur kouder is, brengen ze de volken wel onder in de muren van de huizen. Deze volken hebben een vliegopening naar buiten maar worden van binnen uit behandeld. Ze worden van de woonruimte gescheiden door een houten wand of simpel een gordijn of er is helemaal geen afsluiting en dan is het volk volledig tot huisdier gepromoveerd.<br /> <br /> <br /> ==Imkerij met de cerana==<br /> Ook de cerana wordt al eeuwen&lt;ref&gt;In 800 voor Christus is er al sprake van wetten inzake de bijenteelt, en honing als wettig betaalmiddel waarmee je zelfs belastingen kon betalen.&lt;/ref&gt; door de mens gehouden (voor de honing en voor bestuiving) in door de mens gemaakte [[bijen-behuizingen]].<br /> <br /> [[image:Apis-cerana-indica.jpg|thumb|right|417px|Apis cerana indica]]<br /> <br /> De hedendaagse door mens gemaakte cerana-behuizing betreft meestal nog steeds [[Losse- en vaste bouw|vaste bouw]]. Omdat de ceranavolken kleiner zijn dan die van [[onze honingbij]] zijn ook de gebruikte bijen-behuizingen en de honingoogsten kleiner.<br /> <br /> Her en der is de mellifera ingevoerd en verdringt dan meestal de cerana als door de mens gehouden bij. In China zijn 5 van de 6 volken mellifera’s.<br /> <br /> Met name de volgende eigenschappen maken het werken met de cerana lastig:<br /> * In de (sub-)tropische gebieden, waar langdurige koude ontbreekt en zelfs een klein volk gemakkelijk kan overleven, zwermt de inheemse cerana veel meer dan onze (met name noordelijkere ondersoorten) mellifera. Dit is ook een van de redenen waarom de cerana-volken kleiner zijn.<br /> * De cerana gaat ook sneller over tot [[trekzwerm]]en, dan de mellifera (die overigens ook wel tot [[hongerzwerm]]en kan overgaan).<br /> ** Een belangrijke oorzaak van dit veelvuldige trekzwermen van de cerana is waarschijnlijk de kleinere voedselvoorraad en de geringere actieradius van de haalbij waardoor een ceranavolk kwetsbaarder is voor tekorten in de [[dracht]]. Zodra die tekorten zich aandienen stopt de koningin met het leggen van [[eitje]]s. Na het uitlopen van het laatste [[broed]] vullen de volwassen bijen hun [[honingmaag]] (met de laatste restanten van de voedselvoorraad), om daarna op de wieken te gaan naar een nieuwe plek met voldoende aanbod van stuifmeel en nectar. Voor de imkerij is deze oorzaak van trekzwermen lastig te hanteren: men moet onmiddellijk na het slingeren gaan drijfvoeren, koninginnetrucs toepassen of verhuizen naar een ander drachtgebied.<br /> ** Trekzwermen ontstaan ook bij grote droogte of niet te hanteren hitte of ook wanneer de situatie onhoudbaar wordt door vijandigheden, een overvloed aan wasmotten of dreigende ziektes. Omdat de ceran-koningin alleen eitjes legt in nieuwe raat&lt;ref&gt;f.Hisashi. Profitable beekeeping with Apis cerana. Bees for Development Journal (94, 2010), blz. 8 - 11.&lt;/ref&gt; knagen de werksters regelmatig oude cellen weg om weer nieuwe cellen op te kunnen bouwen. Dit zorgt voor veel wasmul onder het broednest, met alle gevolgen vandien (ziekten, wasmotten]. Het advies aan cerana imkers is dan ook: zorg dat je altijd een schone woning klaar hebt om een ziek volk op te vangen. De [[Apis cerana japonica#De traditionele imkerij met de japonica|traditionele cerana-imkerij in japan]] biedt ook een oplossing.<br /> * De cerana-moer heeft kleinere eierstokken (ze legt in de kleinere ceranavolken minder eitjes) dan die van de mellifera en komt tot een leg van 300 tot maximaal 800 eitjes per dag. De eierstokken bij de werksters daarentegen zijn groter dan die van de mellifera en wanneer een volk moerloos wordt, zijn er na twee/drie dagen al eierleggende werksters!<br /> * De ziekten die met de mellifera het cerana-gebied zijn binnengekomen: [[EVB|Europees Vuilbroed]], [[Zakbroed]], en de [[tracheeënmijt]]. De cerana heeft even weinig verweer tegen deze ziekten als de mellifera tegen de varroa destructor.<br /> <br /> <br /> ==De verdediging van de cerana==<br /> De cerana is meer dan de mellifera geneigd om zich bij gevaar in het hol terug te trekken. De [[wachtbijen]] zullen minder snel individueel optreden dan bij de mellifera. Het angelapparaat van de cerana heeft minder gif en de angel heeft rudimentaire weerhaken. Pas zodra ook de veiligheid van dat hol in gevaar is zullen de ceranabijen uitvliegen en collectief het hol verdedigen. De cerana gebruikt daarbij vervolgens niet alleen haar angel om te [[bijensteek|steken]]), maar ook haar kaken om te bijten.<br /> <br /> <br /> Vooral de [[Apis cerana japonica]] is bekend geworden vanwege diens buitengewone verdediging tegen de &#039;&#039;Vespa mandarinia japonica&#039;&#039; (een in Japan voorkomende ondersoort van de &#039;&#039;Vespa mandarinia&#039;&#039;, dat de grootste soort [[hoornaar]] is).<br /> <br /> Ook andere cerana-ondersoorten weten zich echter te verdedigen tegen lokale soorten hoornaars (zoals tegen de in India, Indochina, China en Indonesië voorkomende &#039;&#039;Vespa velutina&#039;&#039; die per abuis in 2004 in Zuid-Frankrijk is beland, en sindsdien optrekt naar het noorden).<br /> <br /> <br /> ==Filmpje met cerana-koningin==<br /> &lt;VideoFlv&gt;/movies/cerana.flv&lt;/VideoFlv&gt;<br /> <br /> <br /> ==Voetnoten==<br /> &lt;references /&gt;</div> Bart Kimmel https://www.imkerpedia.nl/wiki/index.php?title=Hoornaar&diff=6936 Hoornaar 2012-05-20T12:31:47Z <p>Bart Kimmel: </p> <hr /> <div>[[image:Vespa-crabro.jpg|thumb|350px|right|Onze inheemse Europese hoornaar (&#039;&#039;Vespa crabro&#039;&#039;).]]<br /> [[image:Vespa-mandarinia.jpg|thumb|350px|right|De reuzenhoornaar (&#039;&#039;Vespa mandarinia&#039;&#039;). Boven: [[trophallaxis]] tussen twee reuzen hoornaars. Onder: Een reuzen hoornaar op een hand zodat je een aardig beeld van de grootte krijgt.]]<br /> &#039;&#039;&#039;Hoornaars&#039;&#039;&#039; (&#039;&#039;Vespa&#039;&#039;) zijn een geslacht van wespen die vooral qua grootte&lt;ref&gt;De hoornaars zijn niet alleen groter dan andere wespen, ook de verhouding tussen de verschillende lichaamsdelen is anders. Bij de hoornaars zijn de kop, met name het gedeelte achter de ogen, en het achterlijf in verhouding groter.&lt;/ref&gt; goed van de andere wespengeslachten is te onderscheiden.<br /> Er bestaan in dit geslacht zo&#039;n 25 soorten. Daarvan hebben de volgende 3 soorten om verschillende redenen onze speciale belangstelling:<br /> * &#039;&#039;Vespa crabro&#039;&#039; (Europese hoornaar)<br /> ** Deze soort is in de Lage landen inheems. Onze honingbij heeft van deze hoornaar niet meer last dan van de &quot;gewone&quot; wespen. Indien de hoornaar genoeg keuze heeft jaagt hij liever op kleineren insecten dan op onze honingbij.<br /> * &#039;&#039;Vespa velutina&#039;&#039; (Aziatische hoornaar)<br /> ** Deze soort is iets kleiner dan &quot;onze&quot; Europese hoornaar, en is inheems in Azië (India, Indochina, China en Indonesië ). Volgens Franse onderzoekers&lt;ref&gt;C.Villemant, J.Haxaire, J.Streito. Premier bilan de l’invasion de Vespa velutina Lepeletier en France (Hymenoptera, Vespidae). Bulletin de la Société entomologique de France, 111 (4), 2006 : 535-538.&lt;/ref&gt; is een ondersoort van deze Aziatische hoornaar (de &#039;&#039;Vespa velutina nigrithorax&#039;&#039;) in 2004 per abuis in Zuid-Frankrijk beland. Van daaruit heeft deze ondersoort zich flink verspreid, en inmiddels is ze ook in de Lage landen waargenomen.<br /> *** Deze hoornaar jaagt actief op onze honingbij die (in tegenstelling tot de [[Apis cerana|Aziatische honingbij]]) geen goede verdediging tegen deze hoornaar heeft. Deze hoornaar jaagt op bijen door stationair voor de vliegopening te vliegen en dan de vertrekkende bijen te vangen. Op die manier kan zo&#039;n bijenvolk gedecimeerd worden en uiteindelijk ten gronde gaan.<br /> *** In het najaar zijn deze hoornaars ook belust op de honing van de bijenvolken en bij massale aanvallen kan de gehele kast geplunderd worden. Imkers kunnen dit laatste voorkomen door roosters, waar deze hoornaars niet door kunnen, voor de vliegopening te plaatsen.<br /> * &#039;&#039;Vespa mandarinia&#039;&#039; (reuzenhoornaar)<br /> ** Dit is de grootste soort hoornaar. Deze heeft haar verspreidingsgebied in het gematigde en tropische deel van oostelijk Azië. Deze soort hoornaar kan met gemak een geheel bijenvolk uitroeien, maar komt bij ons dus niet voor. Deze soort hoornaar is vooral bekend geworden vanwege de wijze waarop [[Apis cerana japonica|de in Japan voorkomende ondersoort Aziatische honingbij]] aanvallen van de in Japan voorkomende ondersoort reuzen hoornaar (&#039;&#039;Vespa mandarinia japonica&#039;&#039;) weet te voorkomen.<br /> <br /> <br /> In onderstaand filmpje kun je zien dat onze inheemse Europese hoornaar de iets kleinere (en donkerdere) Aziatische hoornaar goed de baas kan.<br /> &lt;VideoFlv&gt;/movies/hoornaar.flv&lt;/VideoFlv&gt;<br /> <br /> <br /> ==Voetnoten==<br /> &lt;references /&gt;</div> Bart Kimmel https://www.imkerpedia.nl/wiki/index.php?title=Soorten,_ondersoorten_(rassen),_stammen_en_lijnen&diff=6353 Soorten, ondersoorten (rassen), stammen en lijnen 2011-10-23T15:20:38Z <p>Bart Kimmel: wat erbij, rustiger tekstbeeld</p> <hr /> <div>Van de honingbij zijn vele variaties bekend, zo zijn er exemplaren die licht van kleur zijn en bijen die donker van kleur zijn. Ook het gedrag kan variëren; sommige bijen zwermen meer dan andere. Dergelijke verschillen in uiterlijk en gedrag kunnen worden teruggevoerd op de genetische afstamming van de honingbij. <br /> <br /> De honingbij heeft als wetenschappelijke naam &#039;&#039;Apis mellifera&#039;&#039;, deze eerste naam &#039;&#039;Apis&#039;&#039; is de geslachtsnaam en &#039;&#039;mellifera&#039;&#039; is de soortnaam. Er zijn meerdere soorten die tot het geslacht &#039;&#039;Apis&#039;&#039; behoren maar de soort &#039;&#039;Apis mellifera&#039;&#039; is hiervan veruit de bekendste soort. Deze wijze van naamgeving wordt &#039;binomaal&#039; ofwel tweedelig genoemd en alle organismen worden op deze manier ingedeeld in geslachten en soorten of het nu planten, schimmels of dieren betreft. <br /> <br /> De honingbij wordt verdeeld in verschillende ondersoorten. Een ondersoort is een variatie van een soort die een dusdanige genetische of geografische afwijking kent dat deze beschouwd kan worden als een onderscheidbare variant van de soort. Als de verschillen tussen ondersoorten in de loop der tijd zo groot worden dat het krijgen van gezamenlijke, levensvatbare en vruchtbare nakomelingen onmogelijk is geworden, dan is er sprake van twee verschillende &#039;&#039;&#039;soorten&#039;&#039;&#039;.<br /> <br /> De ondersoorten van de honingbij worden vaak gekenmerkt door een verschillend verspreidingsgebied. De verschillende ondersoorten hebben een andere naam, de ondersoort &#039;&#039;Apis mellifera mellifera&#039;&#039; bijvoorbeeld komt in België en Nederland voor en de ondersoort &#039;&#039;Apis mellifera iberiensis&#039;&#039; komt voor op het Iberisch Schiereiland. Zie voor een lijst van alle ondersorten van de honingbij ook de [[ondersoorten van de Apis mellifera]].<br /> <br /> Aldus is de in Azië voorkomende honingbij &#039;&#039;[[Apis cerana]]&#039;&#039; een andere soort dan onze &#039;&#039;Apis mellifera&#039;&#039; terwijl ze -in een ver verleden- gemeenschappelijke voorouders hebben.<br /> <br /> ==Ras==<br /> Een &#039;&#039;&#039;ras&#039;&#039;&#039; is een ondersoort die is ontstaan als gevolg van selectie door de mens.<br /> <br /> De [[buckfast|buckfastbij]] is een geselecteerde combinatie van verschillende ondersoorten, maar kan toch geen ras worden genoemd. Dat kan pas zodra er (o.a. tegen inteelt) geen genetisch materiaal van andere ondersoorten meer wordt ingeteelt, en de Buckfast zich bovendien stabiel vererft (dezelfde kenmerken over meerdere generaties in stand houdt).<br /> <br /> ==Stam==<br /> Een &#039;&#039;&#039;stam&#039;&#039;&#039; is een binnen een ondersoort te onderscheiden populatie die (net zoals verschillende ondersoorten) kan ontstaan door de inwerking van een plaatselijk ecosysteem&lt;ref&gt;Een ecosysteem wordt gevormd door de wisselwerkingen tussen alle bioorganismen en de abiotische omgeving - zoals klimaat en bodemgesteldheid - binnen een bepaalde geografische of anderszins afgebakende eenheid&lt;/ref&gt; en/of (net als bij een ras) door selectieteelt.<br /> <br /> Voorbeelden op grond van selectieteelt zijn de Sklenar-stam en de Troiseck-stam binnen de Apis mellifera ondersoort [[Apis mellifera carnica]]. Zo&#039;n stam heeft dan bijvoorbeeld de naam &#039;&#039;Apis mellifera carnica sklenar&#039;&#039;.<br /> <br /> Enkele voorbeelden op grond van een afgebakend geografisch gebied zijn:<br /> * de &#039;&#039;Apis mellifera carnica carpatica&#039;&#039;&lt;ref&gt;De Apis mellifera carnica uit de dalen van het Karpatengebergte.&lt;/ref&gt;, en<br /> * de &#039;&#039;Apis mellifera mellifera nigra&#039;&#039;&lt;ref&gt;De Apis mellifera mellifera uit de Zwitserse en Ooostenrijks Alpen, de zogeheten &#039;zwarte bij&#039;.&lt;/ref&gt;.<br /> <br /> Meestal onderscheidt een stam zich slechts op een of hooguit enkele kenmerken van zijn mede-ondersoort-genoten. Bij een stam op grond van selectieteelt binnen de bijenteelt gaat het dan meestal niet om uiterlijke, maar om gedragsmatige kenmerken (zoals raatvastheid, honingopbrengst, zwermdrift, etc.)<br /> <br /> ==Lijn==<br /> Een &#039;&#039;&#039;lijn&#039;&#039;&#039; (of linie) betreft en populatie met overeenkomende eigenschappen, waarvan de afstamming is terug te voeren tot één gemeenschappelijke mannelijke of vrouwelijke voorouder.<br /> <br /> ==Gerelateerde informatie==<br /> * [[taxonomie van de honingbij]]<br /> <br /> ==Voetnoten==<br /> &lt;references&gt;</div> Bart Kimmel https://www.imkerpedia.nl/wiki/index.php?title=Zwarte_bij&diff=6352 Zwarte bij 2011-10-23T14:33:37Z <p>Bart Kimmel: </p> <hr /> <div>De &#039;&#039;&#039;zwarte bij&#039;&#039;&#039; (&#039;&#039;Apis mellifera mellifera nigra&#039;&#039;) is een variatie van een ondersoort van de honingbij uit het Zwitserse en Oostenrijkse Alpen stammende ecotype (ook wel stam&lt;ref&gt;Binnen Imkerpedia onderscheiden we [[soorten, ondersoorten (rassen), stammen en lijnen]].&lt;/ref&gt; genoemd) van de [[donkere bij]] (&#039;&#039;Apis mellifera mellifera&#039;&#039;).<br /> <br /> In de Lage landen worden de term &#039;zwarte bij&#039; ook regelmatig gebezigd als de Nederlandse naam voor de &#039;&#039;Apis mellifera mellifera&#039;&#039;, maar dat is eigenlijk onjuist.<br /> <br /> <br /> ==Voetnoten==<br /> &lt;references /&gt;</div> Bart Kimmel https://www.imkerpedia.nl/wiki/index.php?title=Zwarte_bij&diff=6351 Zwarte bij 2011-10-23T14:33:10Z <p>Bart Kimmel: </p> <hr /> <div>De &#039;&#039;&#039;zwarte bij&#039;&#039;&#039; (&#039;&#039;Apis mellifera mellifera nigra&#039;&#039;) is een variatie van een ondersoort van de honingbij uit het Zwitserse en Oostenrijkse Alpen stammende ecotype (ook wel stam&lt;ref&gt;Binnen Imkerpedia onderscheiden we [[soorten, ondersoorten (rassen), stammen en lijnen]].&lt;/ref&gt; genoemd) van de [[donkere bij]] (Apis mellifera mellifera).<br /> <br /> In de Lage landen worden de term &#039;zwarte bij&#039; ook regelmatig gebezigd als de Nederlandse naam voor de &#039;&#039;Apis mellifera mellifera&#039;&#039;, maar dat is eigenlijk onjuist.<br /> <br /> <br /> ==Voetnoten==<br /> &lt;references /&gt;</div> Bart Kimmel https://www.imkerpedia.nl/wiki/index.php?title=Bijenbrood&diff=6319 Bijenbrood 2011-10-17T15:18:58Z <p>Bart Kimmel: </p> <hr /> <div>De bijen verzamelen [[stuifmeel]] en het niet direct geconsumeerde stuifmeel slaan ze in cellen op (dit kan soms om hele [[stuifmeelraam|stuifmeelramen]] met alleen stuifmeel gaan). Het opgeslagen stuifmeel ondergaat daarbij een bewerking (fermentatie) waardoor het &#039;&#039;&#039;bijenbrood&#039;&#039;&#039; ontstaat. In dit bijenbrood blijft de voedingswaarde van het stuifmeel langer in stand dan bij los stuifmeel. Het bijenbrood wordt door jonge bijen gegeten om de voedersapklieren op te bouwen en het eiwitvetlichaam. <br /> <br /> Als er een tekort aan bijenbrood ontstaat kunnen de voedsterbijen ongeveer één week interen op hun eiwitvetlichaam. Daarna worden eitjes en jonge larve gekannibaliseerd om de koningin en het overige broed van eiwit te voorzien.</div> Bart Kimmel https://www.imkerpedia.nl/wiki/index.php?title=Meiziekte&diff=6307 Meiziekte 2011-10-16T17:22:26Z <p>Bart Kimmel: </p> <hr /> <div>De &#039;&#039;&#039;meiziekte&#039;&#039;&#039; is een aandoening die kan voorkomen bij honingbijen. De ziekte manifesteert zich door een verstopping van de darmen van de honingbij als gevolg van watertekort. Het is dus geen ziekte met een duidelijke ziektekiem maar meer een ongunstige samenloop van omstandigheden die leidt tot verzwakking van het volk.<br /> <br /> In het voorjaar bij mooi weer breidt een bijenvolk de hoeveelheid [[broed]] snel uit. Er is dan veel voedersap nodig om de larven te voeren. De jonge bijen die dit voedersap produceren moeten dus veel [[stuifmeel]] eten om de productie van het voedersap op gang te houden. Het stuifmeel dat in de darm van de bij komt, zuigt daar het darmvloeistof op en de darminhoud krijgt een vastere structuur. Bij een tekort aan [[water]] kan de bij deze massa niet verdunnen en kan het leiden tot verstopping van de darm.<br /> <br /> ==Ziektebeeld==<br /> De bijen zullen proberen om schuddend met hun achterlijf tot ontlasting te komen maar dat lukt vaak onvoldoende. Uiteindelijk kan het leiden tot de dood van de jonge voedsterbijen. Dit kan op haar beurt weer gevolgen hebben voor het broed dat door een gebrek aan voedersap niet goed tot ontwikkeling kan komen. Zoals de naam al doet vermoeden komt de meiziekte voornamelijk in het voorjaar voor wanneer het volk snel<br /> groeit en een droogte in het drachtgebied kan bijdragen aan watertekort. Als een bij die verzwakt lijkt wordt opgepakt en op het achterlijf wordt geduwd dan kan de pasta-achtige inhoud uit de darm gedrukt worden. Als de fecaliën onder een microscoop worden bekeken zal blijken dat deze pasta geheel uit vastgeklonterde stuifmeelkorrels bestaat.<br /> <br /> ==Maatregelen==<br /> Voeren met [[suikerwater]] is de beste methode om de bijen te helpen over de meiziekte heen te komen. De moeite nemen om dit in eerste instantie met vernevelen te doen, is aan te raden. U kunt helpen voorkomen dat meiziekte de kop op steekt door zorg te dragen voor de aanwezigheid van een drinkplaats in de omgeving van uw bijenstand.<br /> <br /> ==Zie ook==<br /> &#039;&#039;&#039;Overzicht [[Bijenziekten en plagen]]&#039;&#039;&#039;<br /> <br /> <br /> (Bron: cursus Bijengezondheid NBV)</div> Bart Kimmel https://www.imkerpedia.nl/wiki/index.php?title=Meiziekte&diff=6306 Meiziekte 2011-10-16T17:22:13Z <p>Bart Kimmel: diverse wijzigingen</p> <hr /> <div>De &#039;&#039;&#039;meiziekte&#039;&#039;&#039; is een aandoening die kan voorkomen bij honingbijen. De ziekte manifesteert zich door een verstopping van de darmen van de honingbij als gevolg van watertekort. Het is dus geen ziekte met een duidelijke ziektekiem maar meer een ongunstige samenloop van omstandigheden die leidt tot verzwakking van het volk.<br /> <br /> In het voorjaar bij mooi weer breidt een bijenvolk de hoeveelheid [[broed]] snel uit. Er is dan veel voedersap nodig om de larven te voeren. De jonge bijen die dit voedersap produceren moeten dus veel [[stuifmeel]] eten om de productie van het voedersap op gang te houden. Het stuifmeel dat in de darm van de bij komt, zuigt daar het darmvloeistof op en de darminhoud krijgt een vastere structuur. Bij een tekort aan [[water]] kan de bij deze massa niet verdunnen en kan het leiden tot verstopping van de darm.<br /> <br /> ==Ziektebeeld.==<br /> De bijen zullen proberen om schuddend met hun achterlijf tot ontlasting te komen maar dat lukt vaak onvoldoende. Uiteindelijk kan het leiden tot de dood van de jonge voedsterbijen. Dit kan op haar beurt weer gevolgen hebben voor het broed dat door een gebrek aan voedersap niet goed tot ontwikkeling kan komen. Zoals de naam al doet vermoeden komt de meiziekte voornamelijk in het voorjaar voor wanneer het volk snel<br /> groeit en een droogte in het drachtgebied kan bijdragen aan watertekort. Als een bij die verzwakt lijkt wordt opgepakt en op het achterlijf wordt geduwd dan kan de pasta-achtige inhoud uit de darm gedrukt worden. Als de fecaliën onder een microscoop worden bekeken zal blijken dat deze pasta geheel uit vastgeklonterde stuifmeelkorrels bestaat.<br /> <br /> ==Maatregelen==<br /> Voeren met [[suikerwater]] is de beste methode om de bijen te helpen over de meiziekte heen te komen. De moeite nemen om dit in eerste instantie met vernevelen te doen, is aan te raden. U kunt helpen voorkomen dat meiziekte de kop op steekt door zorg te dragen voor de aanwezigheid van een drinkplaats in de omgeving van uw bijenstand.<br /> <br /> ==Zie ook==<br /> &#039;&#039;&#039;Overzicht [[Bijenziekten en plagen]]&#039;&#039;&#039;<br /> <br /> <br /> (Bron: cursus Bijengezondheid NBV)</div> Bart Kimmel https://www.imkerpedia.nl/wiki/index.php?title=Voedsterbij&diff=6305 Voedsterbij 2011-10-16T16:59:11Z <p>Bart Kimmel: </p> <hr /> <div>Een &#039;&#039;&#039;voedsterbij&#039;&#039;&#039; is een jonge werkbij die als taak heeft de larven te voorzien van voedsel. <br /> <br /> Een van de eerste taken van een net uit de pop geslopen werkbij is het aanmaken van voedsel voor de larven van de kolonie. Een honingbij voert de larve voedersap van de vierde tot maximaal de vijftiende dag van haar leven. Eerst wordt alleen voedersap aangeboden aan de oudere larven, maar vanaf dag 6, als de voedersapklieren volgroeid zijn, worden ook de jongere larven gevoerd. Een voedsterbij kan genoeg voedersap leveren voor 2 larven.<br /> <br /> Het eiwitrijke voedersap in de voedersapklieren wordt geproduceerd vanuit honing en [[bijenbrood]]. Alle bijen (behalve de jonge bijen in opbouw) ontvangen hun benodigde [[eiwit|eiwitten]] van de voedsterbijen. De voedsterbijen zijn dus de verdelers van de voedngsstoffen van het volk. De jonge larven ontvangen de eerste 3 á 4 dagen alleen voedersap, daarna worden ze gevoed met een mengsel van voedersap, honing en stuifmeel. Als er een tekort aan bijenbrood ontstaat kunnen de voedsterbijen ongeveer één week interen op hun eiwitvetlichaam. Daarna worden eitjes en jonge larven gekannibaliseerd om de koningin en het overige broed van eiwit te voorzien.</div> Bart Kimmel https://www.imkerpedia.nl/wiki/index.php?title=Voedsterbij&diff=6304 Voedsterbij 2011-10-16T16:52:51Z <p>Bart Kimmel: </p> <hr /> <div>Een van de eerste taken van een nieuwe werkbij is het (vanaf dag 4 tot 15) voedsterbij zijn. Ze levert dan voedersap aan larven. Eerst alleen aan oudere larven, maar vanaf dag 6 (als de voedersapklieren volgroeid zijn) ook de jongere larven. Een voedsterbij kan genoeg voedersap leveren voor 2 larven.<br /> <br /> <br /> Het eiwitrijke voedersap in de voedersapklieren wordt geproduceerd vanuit honing en [[bijenbrood]]. Alle bijen (behalve de jonge bijen in opbouw) ontvangen hun benodigde [[eiwit]] van de voedsterbijen. De voedsterbijen zijn dus de verdelers van het [[eiwit]] in het volk. De jonge larven ontvangen de eerste 3 á 4 dagen alleen voedersap, daarna worden ze gevoed met een mengsel van voedersap, honing en stuifmeel. Als er een tekort aan bijenbrood ontstaat kunnen de voedsterbijen ongeveer één week interen op hun eiwitvetlichaam. Daarna worden eitjes en jonge larve gekannibaliseerd om de koningin en het overige broed van eiwit te voorzien.</div> Bart Kimmel https://www.imkerpedia.nl/wiki/index.php?title=Binnendienst&diff=6303 Binnendienst 2011-10-16T16:52:24Z <p>Bart Kimmel: </p> <hr /> <div>Als een werkbij uit de pop sluipt wordt eerst een gemiddeld 21 dagen durende &#039;&#039;&#039;binnendienst&#039;&#039;&#039; doorlopen. Daarna gaat de bij in de [[buitendienst]] meehelpen totdat het lichaam letterlijk versleten is, dit meestal ook niet meer dan 21 dagen. Na een paar honderd vlieguren beginnen de vleugels te rafelen en uiteindelijk zullen ze scheuren. Aldus leeft een werkbij na het popstadium maar zo&#039;n 6 weken. Dit geldt niet voor de [[winterbijen]].<br /> <br /> Gedurende de binnendienst voeren de werkbijen in een min of meer vaste volgorde een aantal taken uit. Let wel: als de omstandigheden dat vereisen dan zijn ze wel degelijk in staat om van dit stramien af te wijken en bijvoorbeeld eerder haalbij (buitendienst) te worden. Ook de [[winterbijen]] laten zien dat sommige taken ook pas maanden later nog uitgevoerd kunnen worden.<br /> De volgorde van / taken in de binnendienst zijn als volgt:<br /> * rust (t/m dag 3)<br /> * [[voedsterbij]] (vanaf dag 4)<br /> * poetser (vanaf dag 4)<br /> * [[bouwbij]] (vanaf dag 8 tot dag 18)<br /> * opruimdienst (vanaf dag 8); het afvoeren van dode bijen, wasdelen, en voedselrestanten<br /> * nectarverwerker (vanaf dag 10)<br /> * [[wachtbij]]<br /> * [[verwarmingsbij]]<br /> <br /> <br /> Ook een bij in de binnendienst moet zich al regelmatig van ontlasting ontdoen en gaat daartoe (vanaf dag 4) naar buiten. Hierbij zal ook de binnenbij zich al [[oriënteren]] op de locatie van het eigen volk. In totaal (met de buitendienstbijen) is minstens twee derde van het volk georiënteerd. Dit maakt het mede mogelijk dat een bij uit de binnendienst zo nodig versneld kan omschakelen tot de buitendienst.</div> Bart Kimmel https://www.imkerpedia.nl/wiki/index.php?title=Stuifmeel&diff=6302 Stuifmeel 2011-10-16T16:39:00Z <p>Bart Kimmel: </p> <hr /> <div>[[image:divers-stuifmeel.jpg|thumb|left|300px|Stuifmeel van o.a. [[zonnebloem]], [[teunisbloem]] en wonderboom]]<br /> [[image:Stuifmeelraam.jpg|thumb|right|300px|Stuifmeel in de cellen.]]<br /> &#039;&#039;&#039;Stuifmeel&#039;&#039;&#039; (in het Engels ook wel &#039;pollen&#039; genoemd) is ruwweg het plantaardig equivalent van [http://nl.wikipedia.org/wiki/Zaadcel zaadcellen], afkomstig van de [http://nl.wikipedia.org/wiki/Meeldraden meeldraden] van bloemen. Verschillende bloemen leveren uiteraard [[overzicht van pollen|verschillend stuifmeel]]. <br /> <br /> Bijen oogsten dit stuifmeel als bron van eiwitten, vetten en vitaminen. Bijenlarven hebben vanaf de derde dag nadat ze uit het ei zijn gekropen deze (plantaardige) eiwitten (en vetten en vitaminen) nodig. Een bijenvolk verzameld daartoe zo&#039;n 30 - 40 kilogram stuifmeel per jaar.<br /> <br /> Omdat het stuifmeel van verschillende planten verschilt in samenstelling is een gevarieerde consumptie van stuifmeel zeer belangrijk. Indien er slechts een eenzijdig aanbod van stuifmeel is dan kan dat in het bijenvolk leiden tot gebrekkige uitvoering van bepaalde taken. Bijen die bijvoorbeeld hoofdzakelijk zijn opgegroeid met stuifmeel van de paardenbloem zijn niet in staat was te produceren. In stuifmeel van de paardenbloem ontbreekt namelijk het essentiële eiwit Arginine.<br /> <br /> <br /> [[image:Stuifmeelkleuren.JPG|thumb|410px|right|Samengesteld door Roger De Croock: De kleur van de stuifmeelklompjes verraden op welke bloemen onze bijen het stuifmeel verzamelden]]Alleen in de eerste 10 tot 11 dagen na het popstadium kan de volgroeide [[werkbij]] stuifmeel consumeren. Als voedsterbij kan ze dat voedsel (vanaf dag 4 in de [[binnendienst]]) dan ook goed gebruiken om het verlies aan eiwit vanwege het voeden weer aan te vullen.<br /> <br /> <br /> De bijen zijn voorzien van een stuifmeelkorfje op hun achterpoten waar ze het stuifmeel verzamelen en naar de kast vervoeren. Het stuifmeel wordt eerst in cellen opgeslagen. Een bij die stuifmeel in een cel wil doen, steekt haar achterlijf inclusief de achterpoten in een cel. Vervolgens veegt ze met de ene achterpoot het stuifmeel van de andere. Als beide klompjes los zijn gekomen kruipt de bij weer uit de cel en stampt de klompjes met haar kop aan.<br /> <br /> Vervolgens ondergaat dat stuifmeel nog een fermenteringsproces waardoor het [[bijenbrood]] ontstaat. Dit proces duurt nog eens 14 dagen, vooraleer de bijen het daadwerkelijk kunnen gebruiken, want larven kunnen ruw stuifmeel niet verteren. Het gefermenteerde bijenbrood, bevat naast het stuifmeel (eiwitten en aminozuren) nog andere stoffen zoals fermenten, melkzuren, maar ook vitaminen die door het fermenteren worden aangemaakt.<br /> <br /> Vers stuifmeel is kwalitatief het beste, maar in het vroege voorjaar zullen de [[winterbijen]] het moeten doen met een voorraad stuifmeel aangelegd in het voorgaande jaar, het [[bijenbrood]]. Met een immer uitbreidend larvenbestand zal dit al snel onvoldoende zijn zodat het belang van een aantal mooie dagen in het vroege voorjaar, terwijl er al een aantal natuurlijke stuifmeelleveranciers zoals het krokusje of de wilg zijn, niet onderschat kan worden.<br /> <br /> <br /> Het stuifmeel van verschillende planten heeft voor de bijen verschillende voedingswaarde. Onderstaand worden er en paar met elkaar (en met geen stuifmeel) vergeleken:<br /> * geen stuifmeel: bijen leven 29 – 30 dagen (hier ontvangen de larven hun eiwit dus enkel op basis van het eiwitlichaam van de [[voedsterbijen]]) <br /> * mais stuifmeel: bijen leven 29 – 30 dagen (dat lijkt dus geen toegevoegde waarde te hebben!)<br /> * paardenbloem : bijen leven 39 dagen <br /> * appel stuifmeel: bijen leven 42 – 49 dagen<br /> * wilgen stuifmeel: bijen leven 46 dagen<br /> <br /> <br /> Als bijen onvoldoende stuifmeel van voldoende kwaliteit voor handen hebben om het [[broed]] te voeden dan zullen ze hun eigen lichamelijke reserves aanspreken, waardoor ze zich &quot;uitputten&quot;. Gevolg: een korter leven, een grotere vatbaarheid voor ziektes, en op termijn (bij blijvende te korten) ondervoede jonge bijen, die zelf een volgende generatie ook weer minder van dienst kunnen zijn. Dit is een neerwaartse spiraal.<br /> <br /> Tekort aan stuifmeel kan worden voorkomen door [[stuifmeelraam|stuifmeelramen]] in te hangen van een volk dat over heeft, maar als alle volken tekort hebben dan:<br /> * moet je de volken verplaatsen naar een gebied waar nog wel stuifmeeldracht is, of<br /> * is een stuifmeelvervanger zoals [http://www.feedbee.nl/ Feedbee] een oplossing.<br /> <br /> In agrarische gebieden kan een stuifmeel tekort ontstaan na de [[paardenbloem]] en [[klaver]]. In de stedelijke gebieden is de verscheidenheid in dracht veel groter en er kunnen enorme oogsten ontstaan als met name de juiste bomen veel zijn aangeplant ([[wilg]], [[acacia]], [[linde]], [[wilde wingerd]], en [[klimop]]).<br /> <br /> Als je na augustus geen raten met stuifmeel meer in het volk ziet dan kan het ook slechts onzichtbaar zijn omdat ze dan netjes door het bijenvolk zijn geconserveerd. De half tot driekwart gevulde cel met stuifmeel wordt verder afgedekt met voer (bijvoorbeeld met het ingedikte van de imker gekregen suikerwater), en dan afgesloten met een wasdeksel. Cellen binnen het broednest worden dan gebruikt voor het binnenkomende verse stuifmeel.<br /> <br /> <br /> Stuifmeel van sommige plantensoorten bevat voor bijen giftige stoffen&lt;ref&gt;Henk van der Scheer en Mari van Iersel. Fout (stuif)meel!?. [[Maandbladen voor bijenteelt sinds 1898|&#039;&#039;bijen&#039;&#039;houden]], december 2010&lt;/ref&gt;. In de Lage landen gaat het dan voornamelijk om het stuifmeel van de [[adderwortel]], de [[blauwe monnikskap]], de [[scherpe boterbloem]], de [[honingboom]], de [[pontische rhododendron]] en de [[witte paardenkastanje]]). Alleen bij het soms eenzijdig bevliegen van de scherpe boterbloem leidt dit tot opvallende bijensterfte. Meestal komt het door een bijenvolk verzamelde stuifmeel van zoveel verschillende planten, dat het effect van het stuifmeel met giftige stoffen zozeer wordt &#039;verdund&#039; dat het geen nadelige effecten sorteert.<br /> <br /> <br /> == Literatuur ==<br /> * Peter Elshout. Voedsel voor bijen. [[Maandbladen voor bijenteelt sinds 1898|&#039;&#039;Bijen&#039;&#039;houden]], mei 2008.<br /> * Wim Reybroeck. Voedingswaardebepaling van stuifmeel, vóór en na fermentatieprocessen, voor honingbijen (Apis mellifera L.) (1983):<br /> <br /> <br /> ==Voetnoten==<br /> &lt;references /&gt;</div> Bart Kimmel https://www.imkerpedia.nl/wiki/index.php?title=Nectar&diff=6301 Nectar 2011-10-16T16:35:19Z <p>Bart Kimmel: </p> <hr /> <div>[[image:Extrafloraal.jpg|thumb|left|300px|Verschillende planten (zoals deze kers) produceren ook nectar in zogeheten extraflorale nectariën om roofinsecten als mieren en wespen aan te trekken. Deze eten niet alleen de nectar, maar bestrijden ook plantenetende insecten. Hiermee wordt vraat aan de plant voorkomen. Ook [[onze honingbij]] weet deze extraflorale nectariën te vinden. In een haag [http://nl.wikipedia.org/wiki/Laurierkers laurierkers] kan het daarom soms luid zoemen door alle bijen.]]<br /> &#039;&#039;&#039;Nectar&#039;&#039;&#039; is een vloeistof die door nectarklieren (nectariën) van planten wordt geproduceerd. Nectar bevat fructose, glucose en sacharose, en kleine hoeveelheden vitamines, proteïnes en diverse smaakstoffen. De precieze samenstelling verschilt per plantensoort waardoor ook de smaak van de [[honing]] van verschillende plantensoorten verschilt.<br /> <br /> De intraflorale (binnenbloemige; er bestaat ook extraflorale, ofwel buiten-bloemige) nectar bevindt zich vaak onder in de bloem zodat de bestuiver gedwongen wordt zich langs de voortplantingsorganen van de plant te bewegen en zo het [[stuifmeel]] van de ene naar de andere bloem wordt overgebracht.<br /> <br /> <br /> [[image:Colibri-thalassinus.jpg|thumb|right|400px|Kolibrie haalt nectar.]]<br /> De nectar geproduceerd door bloemen wordt op bepaalde delen van de dag afgescheiden om zo ook specifieke bestuivers aan te trekken:<br /> * Bloemen die door vogels en vleermuizen worden bestoven scheiden meestal veel nectar uit. Als er geen bestuivers komen, dan druppelt de nectar er zelfs uit.<br /> * Bloemen die door bijen worden bestoven produceren echter veel minder nectar. Om aan voldoende voeding te komen moet een bij honderden bloemen per dag bezoeken. Hierdoor is de [[bestuiving]] buitengewoon effectief.</div> Bart Kimmel https://www.imkerpedia.nl/wiki/index.php?title=Nectar&diff=6300 Nectar 2011-10-16T16:33:29Z <p>Bart Kimmel: </p> <hr /> <div>[[image:Extrafloraal.jpg|thumb|left|300px|Verschillende planten (zoals deze kers) produceren ook nectar in zogeheten extraflorale nectariën om roofinsecten als mieren en wespen aan te trekken. Deze eten niet alleen de nectar, maar bestrijden ook plantenetende insecten. Hiermee wordt vraat aan de plant voorkomen. Ook [[onze honingbij]] weet deze extraflorale nectariën te vinden. In een haag [http://nl.wikipedia.org/wiki/Laurierkers laurierkers] kan het daarom soms luid zoemen door alle bijen.]]<br /> &#039;&#039;&#039;Nectar&#039;&#039;&#039; is een vloeistof die door nectarklieren (nectariën) van planten wordt geproduceerd. Nectar bevat fructose, glucose en sacharose, en kleine hoeveelheden vitamines, proteïnes en diverse smaakstoffen. De precieze samenstelling verschilt per plantensoort waardoor ook de smaak van de [[honing]] van verschillende plantensoorten verschilt.<br /> <br /> De intraflorale (binnenbloemige; er bestaat ook extraflorale, ofwel buiten-bloemige) nectar bevindt zich vaak onder in de bloem zodat de bestuiver gedwongen wordt zich langs de voortplantingsorganen van de plant te bewegen en zo het [[stuifmeel]] van de ene naar de andere bloem wordt overgebracht.<br /> <br /> <br /> [[image:Colibri-thalassinus.jpg|thumb|right|400px|colibri haalt nectar.]]<br /> De nectar geproduceerd door bloemen wordt op bepaalde delen van de dag afgescheiden om zo ook specifieke bestuivers aan te trekken:<br /> * Bloemen die door vogels en vleermuizen worden bestoven scheiden meestal veel nectar uit. Als er geen bestuivers komen, dan druppelt de nectar er zelfs uit.<br /> * Bloemen die door bijen worden bestoven produceren echter veel minder nectar. Om aan voldoende voeding te komen moet een bij honderden bloemen per dag bezoeken. Hierdoor is de [[bestuiving]] buitengewoon effectief.</div> Bart Kimmel https://www.imkerpedia.nl/wiki/index.php?title=Varroa&diff=6299 Varroa 2011-10-16T16:31:00Z <p>Bart Kimmel: +toc</p> <hr /> <div>[[image:broed.jpg|370px|right|thumb| Een bijenlarve met Varroa mijt en een bijenpop aangetast door virussen, dat is te zien vanwege het reeds verminkte achterlijf. foto:gbwv]]<br /> [[image:varroa04.jpg|370px|right|thumb| Zwaar besmet bijenbroed met veel varroamijten in de cellen en op de larven van de bijen. foto:gbwv]]<br /> De &#039;&#039;&#039;varroamijt&#039;&#039;&#039; (&#039;&#039;Varroa destructor&#039;&#039;) is een klein geleedpotig dier dat behoort tot de mijten (Acari). Als bijenhouders het in de Lage Landen over &#039;de varroa&#039; hebben, dan hebben zij het eigenlijk alleen over de soort &#039;&#039;Varroa destructor&#039;&#039;.<br /> <br /> __TOC__<br /> <br /> Er bestaan namelijk meerdere varroasoorten binnen &#039;&#039;&#039;het geslacht Varroa&#039;&#039;&#039;. Samen met de soorten uit het geslacht &#039;&#039;&#039;Euvarroa&#039;&#039;&#039; zijn dit stuk voor stuk uitwendig parasiterende mijten, die zich alleen in het [[broed]] van de [[honingbij]] vermeerderen, en die oorspronkelijk alleen voorkwamen bij de verschillende soorten honingbijen in Zuidoost Azië.<br /> <br /> Tot nog toe worden binnen deze beide geslachten de volgende soorten onderkend:<br /> * &#039;&#039;Euvarroa sinhai&#039;&#039;<br /> ** &quot;gastheer&quot;: &#039;&#039;[[Apis florea]]&#039;&#039;<br /> ** uit onderzoek is helaas gebleken dat deze mijt ook bij onze &#039;&#039;[[Apis mellifera]]&#039;&#039; zou kunnen overleven&lt;ref&gt; M.S.Mossadegh. Development of Euvarroa sinhai (Acarina: Mesostigmata) a parasitic mite of &#039;&#039;Apis florea&#039;&#039;, on &#039;&#039;Apis mellifera&#039;&#039; worker brood. Experimental &amp; Applied Acarology 1990 Vol. 9 No. 1-2 pp. 73-78&lt;/ref&gt;&lt;ref&gt;N.Koeniger, G.Koeniger, L.I.De Guzman and C.Lekprayoon. Survival of Euvarroa sinhai Delfinado and Baker (Acari, Varroidae) on workers of &#039;&#039;Apis cerana&#039;&#039; Fabr, &#039;&#039;Apis florea&#039;&#039; Fabr and &#039;&#039;Apis mellifera&#039;&#039; L in cages. Apidologie 24 (1993) 403-410.&lt;/ref&gt;.<br /> * &#039;&#039;Euvarroa wongsirii&#039;&#039;<br /> ** &quot;gastheer&quot;: &#039;&#039;[[Apis andreniformis]]&#039;&#039;<br /> * &#039;&#039;Varroa destructor&#039;&#039;<br /> ** had oorspronkelijk alleen de [[Aziatische honingbij]] (&#039;&#039;Apis cerana&#039;&#039;) als &quot;gastheer&quot;, maar door menselijk handelen kon deze mijt helaas ook op onze [[Europese honingbij]] overstappen<br /> * &#039;&#039;Varroa jacobsoni&#039;&#039;<br /> ** &quot;gastheer&quot;: &#039;&#039;Apis cerana&#039;&#039;, en &#039;&#039;[[Apis koschevnikovi]]&#039;&#039;<br /> * &#039;&#039;Varroa underwoodi&#039;&#039;<br /> ** &quot;gastheer&quot;: &#039;&#039;Apis cerana&#039;&#039;<br /> * &#039;&#039;Varroa rindereri&#039;&#039;<br /> ** &quot;gastheer&quot;: &#039;&#039;Apis koschevnikovi&#039;&#039;<br /> <br /> <br /> Van oorsprong heeft de ongeveer 1.6 mm brede en 1.1 mm lange varroa destructor dus de &#039;&#039;Apis cerena&#039;&#039; als gastheer, en daarmee leeft deze mijt in balans.<br /> [[Onze honingbij]] is echter nog lang niet zover. &#039;&#039;Varroa destructor&#039;&#039; voedt zich met de lichaamssappen van [[larven]], [[pop|poppen]] en volwassen bijen wat hen al extra kwetsbaar maakt, maar bovendien draagt de mijt (onder andere via de gemaakte beetwonden) ziekten als [[DWV]] en [[APV|IAPV]] op de bijen over&lt;ref&gt;Dit betreft ziekten die de bijen ook op andere manieren kunnen krijgen, maar toegang via een beet is natuurlijk een stuk gemakkelijker dan door bijvoorbeeld de afweer rond het [[spijsverteringssysteem]].&lt;/ref&gt;. Een infectie van bijenbroed door varroamijt resulteert in bijen met een lager gewicht, een lager eiwitgehalte en kortere levensduur&lt;ref&gt;Lonne Gerritsen, Tjeerd Blacquière, Bram Cornelissen, Jeroen Donders, Sjef van der Steen. Op tijd bestrijden van varroa redt de winterbijen. PPO Bijen, juni 2007.&lt;/ref&gt;. Speciaal voor winterbijen is dit van belang want zij moeten lang overleven om de winter door te komen en hebben daarvoor hun eiwitvoorraad nodig. De meeste imkers passen dan ook een of ander vorm van [[varroabestrijding]] toe.<br /> <br /> <br /> == De sprong van de varroamijt van &#039;&#039;Apis cerana&#039;&#039; naar &#039;&#039;Apis mellifera&#039;&#039;==<br /> [[image:Varroa-wereldwijd.jpg|thumb|500px|left|Wereldwijde verspreiding van de varroamijt in het rood (2010). Landen zonder de mijt doen er meestal alles aan om dat zo te houden.]]<br /> &#039;&#039;Apis cerana&#039;&#039; en &#039;&#039;Apis mellifera&#039;&#039; zijn twee verschillende soorten honingbij die dus ook niet met elkaar zijn te kruisen. Van oorsprong hielden ook natuurlijke barrières deze beide honingbijsoorten uit elkaar. Het was de mens die &#039;&#039;Apis mellifera&#039;&#039; heeft geïntroduceerd in het domein van de &#039;&#039;Apis cerana&#039;&#039;.<br /> Enkele voorbeelden:<br /> * Al sinds 1792 werden er volken &#039;&#039;Apis mellifera&#039;&#039; vanuit Oekraïne ingevoerd in het gebied Primorskiy Krai bij Vladivostok. Het is achteraf niet precies vast te stellen wanneer&lt;ref&gt;Dat is waarschijnlijk niet direct gebeurt. Er zijn aanwijzingen dat dit wel zo&#039;n 50 tot 100 jaar op zich heeft laten wachten (zie: Webster and Delaplane 2001: Webster TC, Delaplane KS. 2001. Mites of the Honey Bee. Dadant and Sons, Inc., Hamilton, Illinois).&lt;/ref&gt; de varroamijt van de Cerana is overgestapt op wat wij de [[primorski|primorskibij]] zijn gaan noemen (de aanwezigheid van de varroa op de Primorskibij is pas in 1952 vastgesteld), maar na deze besmetting heeft de varroamijt zich vlot verspreid: in 1975 werd de mijt ook in Europees Rusland vastgesteld, daarna volgde de rest van Europa, weer gevolgd door een snelle verspreiding over nagenoeg de gehele wereld&lt;ref name=solignac&gt;Michel Solignac, Jean-Marie Cornuet, Dominique Vautrin, Yves Le Conte, Denis Anderson, Jay Evans, Sandrine Cros-Arteil, and Maria Navajas. The invasive Korea and Japan types of Varroa destructor, ectoparasitic mites of the Western honeybee (&#039;&#039;Apis mellifera&#039;&#039;), are two partly isolated clones. Proceedings of the Royal Society B (2005) 272, 411–419, doi:10.1098/rspb.2004.2853, Published online 21 February 2005&lt;/ref&gt;.<br /> * In 1877 werd onze &#039;&#039;Apis mellifera&#039;&#039; geïntroduceerd in Japan. In 1957 werd het voorkomen van varroa in deze volken vastgesteld, en van hieruit werden achtereenvolgens Paraguay, Brazilië en Noord-Amerika besmet&lt;ref name=solignac /&gt;.<br /> <br /> <br /> ==Niet &#039;Varroa jacobsoni, maar &#039;Varroa destructor&#039; is de boosdoener==<br /> Tot het jaar 2000 dacht men dat het de door Edward Jacobson ontdekte, en in 1904 door de Nederlander Oudemans beschreven, &#039;&#039;&#039;varroa jacobsoni&#039;&#039;&#039; was die leidde tot de ondergang van veel &#039;&#039;Apis mellifera&#039;&#039; bijenvolken. Anderson &amp; Trueman&lt;ref&gt;Anderson, D. L. &amp; Trueman, J. W. ,Varroa jacobsoni (Acari: Varroidae) is more than one species. Journal: Experimental and Applied Acarology, Vol 24, march 2000, blz. 165–189&lt;/ref&gt; ontdekten echter dat er op de &#039;&#039;Apis cerana&#039;&#039; minstens 2 verschillende soorten varroa voorkomen:<br /> * &#039;&#039;Varroa jacobsoni&#039;&#039;,<br /> ** voorkomend in de Maleisisch-Indonesische regio,<br /> ** waarbinnen nog weer 9 [http://nl.wikipedia.org/wiki/Haplotype haplotypen] kunnen worden onderscheiden, waarvan er dus slechts één (het Java haplotype) door Oudemans is beschreven, en de<br /> * &#039;&#039;Varroa destructor&#039;&#039;,<br /> ** voorkomend op het Aziatische vasteland,<br /> ** waarbinnen nog weer 6 haplotypen kunnen worden onderscheiden<br /> * Daarnaast is van 3 haplotypen, voorkomende op de &#039;&#039;Apis cerana&#039;&#039; op de Filipijnen, nog onzeker hoe deze moeten worden geclassificeerd.<br /> <br /> Volgens Anderson geeft dit grote aantal haplotypen aan dat er een lange periode van co-evolutie (=ontwikkeling door wederzijdse aanpassing) is geweest.<br /> <br /> Van de genoemde 18 haplotypen hebben er slechts 2 de overstap naar onze &#039;&#039;Apis mellifera&#039;&#039; gemaakt. Beide van de soort varroa destructor.<br /> <br /> Het meest voorkomend is het Korea haplotype (zo genoemd omdat deze voor het eerst - ook - op de &#039;&#039;Apis cerana&#039;&#039; in Korea is gevonden - dit is natuurlijk dicht in de buurt van de Primorskibij!). Dit haplotype is voor onze &#039;&#039;Apis mellifera&#039;&#039; het meest dodelijk en is op onze &#039;&#039;Apis mellifera&#039;&#039; gevonden in Europa, het Midden Oosten, Afrika, Azië, en de Amerika&#039;s.<br /> <br /> Het Japan haplotype (zo genoemd omdat deze voor het eerst - ook - op de &#039;&#039;Apis cerana&#039;&#039; in Japan is gevonden) is minder schadelijk (virulent) en komt veel minder voor. Het is alleen op &#039;&#039;Apis mellifera&#039;&#039; in Japan, Thailand en de Amerika&#039;s gevonden.<br /> <br /> Binnen elk van deze twee op de &#039;&#039;Apis mellifera&#039;&#039; aangetroffen haplotypen is er maar een geringe genetische variatie die je kwasi-kloonachtig zou kunnen noemen&lt;ref name=solignac /&gt;. Dit heeft waarschijnlijk te maken met 2 oorzaken:<br /> * de incestueuze voorplanting van de mijt waarbij meestal broers met zussen paren, en<br /> * waarschijnlijk stammen, per op de &#039;&#039;Apis mellifera&#039;&#039; aangetroffen haplotypen, alle varroa van maar één (of enkele) stammoeder(s).<br /> <br /> Het lijkt erop dat kruising tussen deze 2 typen wel kan, maar slechts zelden leidt tot vruchtbare nazaten (postzygotische isolatie) en dat bij confrontatie tussen de 2 typen het Korea type uiteindelijk altijd de overhand krijgt en het Japan type verdringt.<br /> <br /> <br /> ==Voortplanting van de varroa destructor==<br /> Een bevrucht varroa destructor vrouwtje betreedt daartoe een broedcel met een 6-daagse bijenlarve vlak voordat deze gesloten wordt (dus vlak voor het [[pop|verpoppen]]). De mijt werkt zich dan naar de bodem van de cel, naar het voedersap. Pas zodra de bijenlarve het voedersap op heeft wordt de mijt actief, zuigt zich vast aan de larve en voedt zich met het haemolymphe van de larve.<br /> <br /> Zestig uur na het sluiten van de cel legt het varroa destructor vrouwtje haar eerste ei. Dat eerste eitje is onbevrucht en hieruit ontwikkelt zich een mannelijke mijt. Na het leggen van dat eerste eitje wordt om de 25-30 uur ook een bevrucht eitje gelegd waaruit zich een vrouwelijke mijt ontwikkelt. Als de vrouwelijke mijten in de cel (in 7 tot 8 dagen) volgroeid zijn paren zij met het mannetje. Normaal vindt de paring dus tussen broer en zus plaats. Inteelt is de regel. Alleen als er meerdere varroamijten in één broedcel stappen kan er uitwisseling van genetisch materiaal plaats vinden.<br /> <br /> &#039;&#039;Varroa destructor&#039;&#039; heeft een &quot;voorkeur&quot; voor vermenigvuldiging in darrenbroed. Deze voorkeur is waarschijnlijk ontstaan in de al eeuwenlange interactie met de &#039;&#039;Apis cerana&#039;&#039;&lt;ref&gt;Ook bij de &#039;&#039;Apis cerana&#039;&#039; duurt de [[pop]]-fase van de dar (die 14 - 15 dagen duurt) langer die van de werksterbij (die 12 dagen duurt) zodat er in het darrenbroed meer varroa destructor tot volle wasdom kunnen komen. Bovendien verwijdert de &#039;&#039;Apis cerana&#039;&#039; wel aangetast werksterbroed, maar geen aangetast darrenbroed&lt;/ref&gt;.<br /> <br /> Een varroa destructor vrouwtje legt tot maximaal 4 bevruchte eitjes in werksterbroed en maximaal 7 eitjes in darrenbroed. Vanwege de al genoemde 7 tot 8 dagen benodigde tijd tot volwassenheid zullen de laatste eitjes niet meer volwassen worden. In werksterbroed zullen zo’n 2 vrouwelijke mijten geslachtsrijp en bevrucht worden en (samen met de moeder) de werksterbroedcel verlaten. Omdat darrenbroed 3 dagen langer gesloten is kunnen hierin tot 3 vrouwelijke nakomelingen volgroeien.<br /> <br /> <br /> In onderstaand filmpje zie je een varroamijt op een pop van een koningin. Deze werd (24-08-2011) ontdekt bij het breken van [[redcellen]] (n.a.v. een [[moerloosheidsproef]]). Het is tamelijk onverwacht om varroa in een redcel aan te treffen aangezien de varroa in een redcel niet tot volwassen nageslacht kan komen. Het popstadium van een koningin duurt immers slechts 7 dagen.<br /> &lt;VideoFlv&gt;/movies/varroa.flv&lt;/VideoFlv&gt;<br /> <br /> <br /> Een vrouwelijke &#039;&#039;Varroa destructor&#039;&#039; stapt in haar leven 2 tot 3 keer in een broedcel om voort te planten. In ons gematigde klimaat kunnen er per jaar 10-14 generaties opgroeien.<br /> <br /> <br /> ==Verspreiding==<br /> De verspreiding van de varroa destructor vindt zowel door de imker als door de bijen zelf plaats:<br /> * door de imker:<br /> ** via het tussen verschillende volken uitwisselen van broedramen<br /> ** door het van elders betrekken van volken<br /> ** door het over flinke afstanden verplaatsen van volken (via verhuizing van of handel door de imker)<br /> * door de bijen:<br /> ** door het roven bij andere volken<br /> ** door rondtrekkende darren<br /> ** door vervlieging van bijen<br /> ** door het zwermen.<br /> <br /> <br /> ==Voetnoten==<br /> &lt;references /&gt;</div> Bart Kimmel https://www.imkerpedia.nl/wiki/index.php?title=Varroa&diff=6298 Varroa 2011-10-16T16:29:45Z <p>Bart Kimmel: </p> <hr /> <div>[[image:broed.jpg|370px|right|thumb| Een bijenlarve met Varroa mijt en een bijenpop aangetast door virussen, dat is te zien vanwege het reeds verminkte achterlijf. foto:gbwv]]<br /> [[image:varroa04.jpg|370px|right|thumb| Zwaar besmet bijenbroed met veel varroamijten in de cellen en op de larven van de bijen. foto:gbwv]]<br /> De &#039;&#039;&#039;varroamijt&#039;&#039;&#039; (&#039;&#039;Varroa destructor&#039;&#039;) is een klein geleedpotig dier dat behoort tot de mijten (Acari). Als bijenhouders het in de Lage Landen over &#039;de varroa&#039; hebben, dan hebben zij het eigenlijk alleen over de soort &#039;&#039;Varroa destructor&#039;&#039;.<br /> <br /> <br /> Er bestaan namelijk meerdere varroasoorten binnen &#039;&#039;&#039;het geslacht Varroa&#039;&#039;&#039;. Samen met de soorten uit het geslacht &#039;&#039;&#039;Euvarroa&#039;&#039;&#039; zijn dit stuk voor stuk uitwendig parasiterende mijten, die zich alleen in het [[broed]] van de [[honingbij]] vermeerderen, en die oorspronkelijk alleen voorkwamen bij de verschillende soorten honingbijen in Zuidoost Azië.<br /> <br /> Tot nog toe worden binnen deze beide geslachten de volgende soorten onderkend:<br /> * &#039;&#039;Euvarroa sinhai&#039;&#039;<br /> ** &quot;gastheer&quot;: &#039;&#039;[[Apis florea]]&#039;&#039;<br /> ** uit onderzoek is helaas gebleken dat deze mijt ook bij onze &#039;&#039;[[Apis mellifera]]&#039;&#039; zou kunnen overleven&lt;ref&gt; M.S.Mossadegh. Development of Euvarroa sinhai (Acarina: Mesostigmata) a parasitic mite of &#039;&#039;Apis florea&#039;&#039;, on &#039;&#039;Apis mellifera&#039;&#039; worker brood. Experimental &amp; Applied Acarology 1990 Vol. 9 No. 1-2 pp. 73-78&lt;/ref&gt;&lt;ref&gt;N.Koeniger, G.Koeniger, L.I.De Guzman and C.Lekprayoon. Survival of Euvarroa sinhai Delfinado and Baker (Acari, Varroidae) on workers of &#039;&#039;Apis cerana&#039;&#039; Fabr, &#039;&#039;Apis florea&#039;&#039; Fabr and &#039;&#039;Apis mellifera&#039;&#039; L in cages. Apidologie 24 (1993) 403-410.&lt;/ref&gt;.<br /> * &#039;&#039;Euvarroa wongsirii&#039;&#039;<br /> ** &quot;gastheer&quot;: &#039;&#039;[[Apis andreniformis]]&#039;&#039;<br /> * &#039;&#039;Varroa destructor&#039;&#039;<br /> ** had oorspronkelijk alleen de [[Aziatische honingbij]] (&#039;&#039;Apis cerana&#039;&#039;) als &quot;gastheer&quot;, maar door menselijk handelen kon deze mijt helaas ook op onze [[Europese honingbij]] overstappen<br /> * &#039;&#039;Varroa jacobsoni&#039;&#039;<br /> ** &quot;gastheer&quot;: &#039;&#039;Apis cerana&#039;&#039;, en &#039;&#039;[[Apis koschevnikovi]]&#039;&#039;<br /> * &#039;&#039;Varroa underwoodi&#039;&#039;<br /> ** &quot;gastheer&quot;: &#039;&#039;Apis cerana&#039;&#039;<br /> * &#039;&#039;Varroa rindereri&#039;&#039;<br /> ** &quot;gastheer&quot;: &#039;&#039;Apis koschevnikovi&#039;&#039;<br /> <br /> <br /> Van oorsprong heeft de ongeveer 1.6 mm brede en 1.1 mm lange varroa destructor dus de &#039;&#039;Apis cerena&#039;&#039; als gastheer, en daarmee leeft deze mijt in balans.<br /> [[Onze honingbij]] is echter nog lang niet zover. &#039;&#039;Varroa destructor&#039;&#039; voedt zich met de lichaamssappen van [[larven]], [[pop|poppen]] en volwassen bijen wat hen al extra kwetsbaar maakt, maar bovendien draagt de mijt (onder andere via de gemaakte beetwonden) ziekten als [[DWV]] en [[APV|IAPV]] op de bijen over&lt;ref&gt;Dit betreft ziekten die de bijen ook op andere manieren kunnen krijgen, maar toegang via een beet is natuurlijk een stuk gemakkelijker dan door bijvoorbeeld de afweer rond het [[spijsverteringssysteem]].&lt;/ref&gt;. Een infectie van bijenbroed door varroamijt resulteert in bijen met een lager gewicht, een lager eiwitgehalte en kortere levensduur&lt;ref&gt;Lonne Gerritsen, Tjeerd Blacquière, Bram Cornelissen, Jeroen Donders, Sjef van der Steen. Op tijd bestrijden van varroa redt de winterbijen. PPO Bijen, juni 2007.&lt;/ref&gt;. Speciaal voor winterbijen is dit van belang want zij moeten lang overleven om de winter door te komen en hebben daarvoor hun eiwitvoorraad nodig. De meeste imkers passen dan ook een of ander vorm van [[varroabestrijding]] toe.<br /> <br /> <br /> == De sprong van de varroamijt van &#039;&#039;Apis cerana&#039;&#039; naar &#039;&#039;Apis mellifera&#039;&#039;==<br /> [[image:Varroa-wereldwijd.jpg|thumb|500px|left|Wereldwijde verspreiding van de varroamijt in het rood (2010). Landen zonder de mijt doen er meestal alles aan om dat zo te houden.]]<br /> &#039;&#039;Apis cerana&#039;&#039; en &#039;&#039;Apis mellifera&#039;&#039; zijn twee verschillende soorten honingbij die dus ook niet met elkaar zijn te kruisen. Van oorsprong hielden ook natuurlijke barrières deze beide honingbijsoorten uit elkaar. Het was de mens die &#039;&#039;Apis mellifera&#039;&#039; heeft geïntroduceerd in het domein van de &#039;&#039;Apis cerana&#039;&#039;.<br /> Enkele voorbeelden:<br /> * Al sinds 1792 werden er volken &#039;&#039;Apis mellifera&#039;&#039; vanuit Oekraïne ingevoerd in het gebied Primorskiy Krai bij Vladivostok. Het is achteraf niet precies vast te stellen wanneer&lt;ref&gt;Dat is waarschijnlijk niet direct gebeurt. Er zijn aanwijzingen dat dit wel zo&#039;n 50 tot 100 jaar op zich heeft laten wachten (zie: Webster and Delaplane 2001: Webster TC, Delaplane KS. 2001. Mites of the Honey Bee. Dadant and Sons, Inc., Hamilton, Illinois).&lt;/ref&gt; de varroamijt van de Cerana is overgestapt op wat wij de [[primorski|primorskibij]] zijn gaan noemen (de aanwezigheid van de varroa op de Primorskibij is pas in 1952 vastgesteld), maar na deze besmetting heeft de varroamijt zich vlot verspreid: in 1975 werd de mijt ook in Europees Rusland vastgesteld, daarna volgde de rest van Europa, weer gevolgd door een snelle verspreiding over nagenoeg de gehele wereld&lt;ref name=solignac&gt;Michel Solignac, Jean-Marie Cornuet, Dominique Vautrin, Yves Le Conte, Denis Anderson, Jay Evans, Sandrine Cros-Arteil, and Maria Navajas. The invasive Korea and Japan types of Varroa destructor, ectoparasitic mites of the Western honeybee (&#039;&#039;Apis mellifera&#039;&#039;), are two partly isolated clones. Proceedings of the Royal Society B (2005) 272, 411–419, doi:10.1098/rspb.2004.2853, Published online 21 February 2005&lt;/ref&gt;.<br /> * In 1877 werd onze &#039;&#039;Apis mellifera&#039;&#039; geïntroduceerd in Japan. In 1957 werd het voorkomen van varroa in deze volken vastgesteld, en van hieruit werden achtereenvolgens Paraguay, Brazilië en Noord-Amerika besmet&lt;ref name=solignac /&gt;.<br /> <br /> <br /> ==Niet &#039;Varroa jacobsoni, maar &#039;Varroa destructor&#039; is de boosdoener==<br /> Tot het jaar 2000 dacht men dat het de door Edward Jacobson ontdekte, en in 1904 door de Nederlander Oudemans beschreven, &#039;&#039;&#039;varroa jacobsoni&#039;&#039;&#039; was die leidde tot de ondergang van veel &#039;&#039;Apis mellifera&#039;&#039; bijenvolken. Anderson &amp; Trueman&lt;ref&gt;Anderson, D. L. &amp; Trueman, J. W. ,Varroa jacobsoni (Acari: Varroidae) is more than one species. Journal: Experimental and Applied Acarology, Vol 24, march 2000, blz. 165–189&lt;/ref&gt; ontdekten echter dat er op de &#039;&#039;Apis cerana&#039;&#039; minstens 2 verschillende soorten varroa voorkomen:<br /> * &#039;&#039;Varroa jacobsoni&#039;&#039;,<br /> ** voorkomend in de Maleisisch-Indonesische regio,<br /> ** waarbinnen nog weer 9 [http://nl.wikipedia.org/wiki/Haplotype haplotypen] kunnen worden onderscheiden, waarvan er dus slechts één (het Java haplotype) door Oudemans is beschreven, en de<br /> * &#039;&#039;Varroa destructor&#039;&#039;,<br /> ** voorkomend op het Aziatische vasteland,<br /> ** waarbinnen nog weer 6 haplotypen kunnen worden onderscheiden<br /> * Daarnaast is van 3 haplotypen, voorkomende op de &#039;&#039;Apis cerana&#039;&#039; op de Filipijnen, nog onzeker hoe deze moeten worden geclassificeerd.<br /> <br /> Volgens Anderson geeft dit grote aantal haplotypen aan dat er een lange periode van co-evolutie (=ontwikkeling door wederzijdse aanpassing) is geweest.<br /> <br /> Van de genoemde 18 haplotypen hebben er slechts 2 de overstap naar onze &#039;&#039;Apis mellifera&#039;&#039; gemaakt. Beide van de soort varroa destructor.<br /> <br /> Het meest voorkomend is het Korea haplotype (zo genoemd omdat deze voor het eerst - ook - op de &#039;&#039;Apis cerana&#039;&#039; in Korea is gevonden - dit is natuurlijk dicht in de buurt van de Primorskibij!). Dit haplotype is voor onze &#039;&#039;Apis mellifera&#039;&#039; het meest dodelijk en is op onze &#039;&#039;Apis mellifera&#039;&#039; gevonden in Europa, het Midden Oosten, Afrika, Azië, en de Amerika&#039;s.<br /> <br /> Het Japan haplotype (zo genoemd omdat deze voor het eerst - ook - op de &#039;&#039;Apis cerana&#039;&#039; in Japan is gevonden) is minder schadelijk (virulent) en komt veel minder voor. Het is alleen op &#039;&#039;Apis mellifera&#039;&#039; in Japan, Thailand en de Amerika&#039;s gevonden.<br /> <br /> Binnen elk van deze twee op de &#039;&#039;Apis mellifera&#039;&#039; aangetroffen haplotypen is er maar een geringe genetische variatie die je kwasi-kloonachtig zou kunnen noemen&lt;ref name=solignac /&gt;. Dit heeft waarschijnlijk te maken met 2 oorzaken:<br /> * de incestueuze voorplanting van de mijt waarbij meestal broers met zussen paren, en<br /> * waarschijnlijk stammen, per op de &#039;&#039;Apis mellifera&#039;&#039; aangetroffen haplotypen, alle varroa van maar één (of enkele) stammoeder(s).<br /> <br /> Het lijkt erop dat kruising tussen deze 2 typen wel kan, maar slechts zelden leidt tot vruchtbare nazaten (postzygotische isolatie) en dat bij confrontatie tussen de 2 typen het Korea type uiteindelijk altijd de overhand krijgt en het Japan type verdringt.<br /> <br /> <br /> ==Voortplanting van de varroa destructor==<br /> Een bevrucht varroa destructor vrouwtje betreedt daartoe een broedcel met een 6-daagse bijenlarve vlak voordat deze gesloten wordt (dus vlak voor het [[pop|verpoppen]]). De mijt werkt zich dan naar de bodem van de cel, naar het voedersap. Pas zodra de bijenlarve het voedersap op heeft wordt de mijt actief, zuigt zich vast aan de larve en voedt zich met het haemolymphe van de larve.<br /> <br /> Zestig uur na het sluiten van de cel legt het varroa destructor vrouwtje haar eerste ei. Dat eerste eitje is onbevrucht en hieruit ontwikkelt zich een mannelijke mijt. Na het leggen van dat eerste eitje wordt om de 25-30 uur ook een bevrucht eitje gelegd waaruit zich een vrouwelijke mijt ontwikkelt. Als de vrouwelijke mijten in de cel (in 7 tot 8 dagen) volgroeid zijn paren zij met het mannetje. Normaal vindt de paring dus tussen broer en zus plaats. Inteelt is de regel. Alleen als er meerdere varroamijten in één broedcel stappen kan er uitwisseling van genetisch materiaal plaats vinden.<br /> <br /> &#039;&#039;Varroa destructor&#039;&#039; heeft een &quot;voorkeur&quot; voor vermenigvuldiging in darrenbroed. Deze voorkeur is waarschijnlijk ontstaan in de al eeuwenlange interactie met de &#039;&#039;Apis cerana&#039;&#039;&lt;ref&gt;Ook bij de &#039;&#039;Apis cerana&#039;&#039; duurt de [[pop]]-fase van de dar (die 14 - 15 dagen duurt) langer die van de werksterbij (die 12 dagen duurt) zodat er in het darrenbroed meer varroa destructor tot volle wasdom kunnen komen. Bovendien verwijdert de &#039;&#039;Apis cerana&#039;&#039; wel aangetast werksterbroed, maar geen aangetast darrenbroed&lt;/ref&gt;.<br /> <br /> Een varroa destructor vrouwtje legt tot maximaal 4 bevruchte eitjes in werksterbroed en maximaal 7 eitjes in darrenbroed. Vanwege de al genoemde 7 tot 8 dagen benodigde tijd tot volwassenheid zullen de laatste eitjes niet meer volwassen worden. In werksterbroed zullen zo’n 2 vrouwelijke mijten geslachtsrijp en bevrucht worden en (samen met de moeder) de werksterbroedcel verlaten. Omdat darrenbroed 3 dagen langer gesloten is kunnen hierin tot 3 vrouwelijke nakomelingen volgroeien.<br /> <br /> <br /> In onderstaand filmpje zie je een varroamijt op een pop van een koningin. Deze werd (24-08-2011) ontdekt bij het breken van [[redcellen]] (n.a.v. een [[moerloosheidsproef]]). Het is tamelijk onverwacht om varroa in een redcel aan te treffen aangezien de varroa in een redcel niet tot volwassen nageslacht kan komen. Het popstadium van een koningin duurt immers slechts 7 dagen.<br /> &lt;VideoFlv&gt;/movies/varroa.flv&lt;/VideoFlv&gt;<br /> <br /> <br /> Een vrouwelijke &#039;&#039;Varroa destructor&#039;&#039; stapt in haar leven 2 tot 3 keer in een broedcel om voort te planten. In ons gematigde klimaat kunnen er per jaar 10-14 generaties opgroeien.<br /> <br /> <br /> ==Verspreiding==<br /> De verspreiding van de varroa destructor vindt zowel door de imker als door de bijen zelf plaats:<br /> * door de imker:<br /> ** via het tussen verschillende volken uitwisselen van broedramen<br /> ** door het van elders betrekken van volken<br /> ** door het over flinke afstanden verplaatsen van volken (via verhuizing van of handel door de imker)<br /> * door de bijen:<br /> ** door het roven bij andere volken<br /> ** door rondtrekkende darren<br /> ** door vervlieging van bijen<br /> ** door het zwermen.<br /> <br /> <br /> ==Voetnoten==<br /> &lt;references /&gt;</div> Bart Kimmel https://www.imkerpedia.nl/wiki/index.php?title=Varroa&diff=6297 Varroa 2011-10-16T16:28:54Z <p>Bart Kimmel: </p> <hr /> <div>[[image:broed.jpg|370px|right|thumb| Een bijenlarve met Varroa mijt en een bijenpop aangetast door virussen, dat is te zien vanwege het reeds verminkte achterlijf. foto:gbwv]]<br /> [[image:varroa04.jpg|370px|right|thumb| Zwaar besmet bijenbroed met veel varroamijten in de cellen en op de larven van de bijen. foto:gbwv]]<br /> De &#039;&#039;&#039;varroamijt&#039;&#039;&#039; (&#039;&#039;Varroa destructor&#039;&#039;) is een klein geleedpotig dier dat behoort tot de mijten (Acari). Als bijenhouders het in de Lage Landen over &#039;de varroa&#039; hebben, dan hebben zij het eigenlijk alleen over de soort &#039;&#039;Varroa destructor&#039;&#039;.<br /> <br /> <br /> Er bestaan namelijk meerdere varroasoorten binnen &#039;&#039;&#039;het geslacht Varroa&#039;&#039;&#039;. Samen met de soorten uit het geslacht &#039;&#039;&#039;Euvarroa&#039;&#039;&#039; zijn dit stuk voor stuk uitwendig parasiterende mijten, die zich alleen in het [[broed]] van de [[honingbij]] vermeerderen, en die oorspronkelijk alleen voorkwamen bij de verschillende soorten honingbijen in Zuidoost Azië.<br /> <br /> Tot nog toe worden binnen deze beide geslachten de volgende soorten onderkend:<br /> * &#039;&#039;Euvarroa sinhai&#039;&#039;<br /> ** &quot;gastheer&quot;: [[Apis florea]]<br /> ** uit onderzoek is helaas gebleken dat deze mijt ook bij onze [[Apis mellifera]] zou kunnen overleven&lt;ref&gt; M.S.Mossadegh. Development of Euvarroa sinhai (Acarina: Mesostigmata) a parasitic mite of &#039;&#039;Apis florea&#039;&#039;, on &#039;&#039;Apis mellifera&#039;&#039; worker brood. Experimental &amp; Applied Acarology 1990 Vol. 9 No. 1-2 pp. 73-78&lt;/ref&gt;&lt;ref&gt;N.Koeniger, G.Koeniger, L.I.De Guzman and C.Lekprayoon. Survival of Euvarroa sinhai Delfinado and Baker (Acari, Varroidae) on workers of &#039;&#039;Apis cerana&#039;&#039; Fabr, &#039;&#039;Apis florea&#039;&#039; Fabr and &#039;&#039;Apis mellifera&#039;&#039; L in cages. Apidologie 24 (1993) 403-410.&lt;/ref&gt;.<br /> * &#039;&#039;Euvarroa wongsirii&#039;&#039;<br /> ** &quot;gastheer&quot;: &#039;&#039;[[Apis andreniformis]]&#039;&#039;<br /> * &#039;&#039;Varroa destructor&#039;&#039;<br /> ** had oorspronkelijk alleen de [[Aziatische honingbij]] (&#039;&#039;Apis cerana&#039;&#039;) als &quot;gastheer&quot;, maar door menselijk handelen kon deze mijt helaas ook op onze [[Europese honingbij]] overstappen<br /> * &#039;&#039;Varroa jacobsoni&#039;&#039;<br /> ** &quot;gastheer&quot;: &#039;&#039;Apis cerana&#039;&#039;, en &#039;&#039;[[Apis koschevnikovi]]&#039;&#039;<br /> * &#039;&#039;Varroa underwoodi&#039;&#039;<br /> ** &quot;gastheer&quot;: &#039;&#039;Apis cerana&#039;&#039;<br /> * &#039;&#039;Varroa rindereri&#039;&#039;<br /> ** &quot;gastheer&quot;: &#039;&#039;Apis koschevnikovi&#039;&#039;<br /> <br /> <br /> Van oorsprong heeft de ongeveer 1.6 mm brede en 1.1 mm lange varroa destructor dus de &#039;&#039;Apis cerena&#039;&#039; als gastheer, en daarmee leeft deze mijt in balans.<br /> [[Onze honingbij]] is echter nog lang niet zover. &#039;&#039;Varroa destructor&#039;&#039; voedt zich met de lichaamssappen van [[larven]], [[pop|poppen]] en volwassen bijen wat hen al extra kwetsbaar maakt, maar bovendien draagt de mijt (onder andere via de gemaakte beetwonden) ziekten als [[DWV]] en [[APV|IAPV]] op de bijen over&lt;ref&gt;Dit betreft ziekten die de bijen ook op andere manieren kunnen krijgen, maar toegang via een beet is natuurlijk een stuk gemakkelijker dan door bijvoorbeeld de afweer rond het [[spijsverteringssysteem]].&lt;/ref&gt;. Een infectie van bijenbroed door varroamijt resulteert in bijen met een lager gewicht, een lager eiwitgehalte en kortere levensduur&lt;ref&gt;Lonne Gerritsen, Tjeerd Blacquière, Bram Cornelissen, Jeroen Donders, Sjef van der Steen. Op tijd bestrijden van varroa redt de winterbijen. PPO Bijen, juni 2007.&lt;/ref&gt;. Speciaal voor winterbijen is dit van belang want zij moeten lang overleven om de winter door te komen en hebben daarvoor hun eiwitvoorraad nodig. De meeste imkers passen dan ook een of ander vorm van [[varroabestrijding]] toe.<br /> <br /> <br /> == De sprong van de varroamijt van &#039;&#039;Apis cerana&#039;&#039; naar &#039;&#039;Apis mellifera&#039;&#039;==<br /> [[image:Varroa-wereldwijd.jpg|thumb|500px|left|Wereldwijde verspreiding van de varroamijt in het rood (2010). Landen zonder de mijt doen er meestal alles aan om dat zo te houden.]]<br /> &#039;&#039;Apis cerana&#039;&#039; en &#039;&#039;Apis mellifera&#039;&#039; zijn twee verschillende soorten honingbij die dus ook niet met elkaar zijn te kruisen. Van oorsprong hielden ook natuurlijke barrières deze beide honingbijsoorten uit elkaar. Het was de mens die &#039;&#039;Apis mellifera&#039;&#039; heeft geïntroduceerd in het domein van de &#039;&#039;Apis cerana&#039;&#039;.<br /> Enkele voorbeelden:<br /> * Al sinds 1792 werden er volken &#039;&#039;Apis mellifera&#039;&#039; vanuit Oekraïne ingevoerd in het gebied Primorskiy Krai bij Vladivostok. Het is achteraf niet precies vast te stellen wanneer&lt;ref&gt;Dat is waarschijnlijk niet direct gebeurt. Er zijn aanwijzingen dat dit wel zo&#039;n 50 tot 100 jaar op zich heeft laten wachten (zie: Webster and Delaplane 2001: Webster TC, Delaplane KS. 2001. Mites of the Honey Bee. Dadant and Sons, Inc., Hamilton, Illinois).&lt;/ref&gt; de varroamijt van de Cerana is overgestapt op wat wij de [[primorski|primorskibij]] zijn gaan noemen (de aanwezigheid van de varroa op de Primorskibij is pas in 1952 vastgesteld), maar na deze besmetting heeft de varroamijt zich vlot verspreid: in 1975 werd de mijt ook in Europees Rusland vastgesteld, daarna volgde de rest van Europa, weer gevolgd door een snelle verspreiding over nagenoeg de gehele wereld&lt;ref name=solignac&gt;Michel Solignac, Jean-Marie Cornuet, Dominique Vautrin, Yves Le Conte, Denis Anderson, Jay Evans, Sandrine Cros-Arteil, and Maria Navajas. The invasive Korea and Japan types of Varroa destructor, ectoparasitic mites of the Western honeybee (Apis mellifera), are two partly isolated clones. Proceedings of the Royal Society B (2005) 272, 411–419, doi:10.1098/rspb.2004.2853, Published online 21 February 2005&lt;/ref&gt;.<br /> * In 1877 werd onze &#039;&#039;Apis mellifera&#039;&#039; geïntroduceerd in Japan. In 1957 werd het voorkomen van varroa in deze volken vastgesteld, en van hieruit werden achtereenvolgens Paraguay, Brazilië en Noord-Amerika besmet&lt;ref name=solignac /&gt;.<br /> <br /> <br /> ==Niet &#039;Varroa jacobsoni, maar &#039;Varroa destructor&#039; is de boosdoener==<br /> Tot het jaar 2000 dacht men dat het de door Edward Jacobson ontdekte, en in 1904 door de Nederlander Oudemans beschreven, &#039;&#039;&#039;varroa jacobsoni&#039;&#039;&#039; was die leidde tot de ondergang van veel &#039;&#039;Apis mellifera&#039;&#039; bijenvolken. Anderson &amp; Trueman&lt;ref&gt;Anderson, D. L. &amp; Trueman, J. W. ,Varroa jacobsoni (Acari: Varroidae) is more than one species. Journal: Experimental and Applied Acarology, Vol 24, march 2000, blz. 165–189&lt;/ref&gt; ontdekten echter dat er op de &#039;Apis cerana&#039; minstens 2 verschillende soorten varroa voorkomen:<br /> * &#039;&#039;Varroa jacobsoni&#039;&#039;,<br /> ** voorkomend in de Maleisisch-Indonesische regio,<br /> ** waarbinnen nog weer 9 [http://nl.wikipedia.org/wiki/Haplotype haplotypen] kunnen worden onderscheiden, waarvan er dus slechts één (het Java haplotype) door Oudemans is beschreven, en de<br /> * &#039;&#039;Varroa destructor&#039;&#039;,<br /> ** voorkomend op het Aziatische vasteland,<br /> ** waarbinnen nog weer 6 haplotypen kunnen worden onderscheiden<br /> * Daarnaast is van 3 haplotypen, voorkomende op de &#039;&#039;Apis cerana&#039;&#039; op de Filipijnen, nog onzeker hoe deze moeten worden geclassificeerd.<br /> <br /> Volgens Anderson geeft dit grote aantal haplotypen aan dat er een lange periode van co-evolutie (=ontwikkeling door wederzijdse aanpassing) is geweest.<br /> <br /> Van de genoemde 18 haplotypen hebben er slechts 2 de overstap naar onze &#039;&#039;Apis mellifera&#039;&#039; gemaakt. Beide van de soort varroa destructor.<br /> <br /> Het meest voorkomend is het Korea haplotype (zo genoemd omdat deze voor het eerst - ook - op de &#039;&#039;Apis cerana&#039;&#039; in Korea is gevonden - dit is natuurlijk dicht in de buurt van de Primorskibij!). Dit haplotype is voor onze &#039;&#039;Apis mellifera&#039;&#039; het meest dodelijk en is op onze &#039;&#039;Apis mellifera&#039;&#039; gevonden in Europa, het Midden Oosten, Afrika, Azië, en de Amerika&#039;s.<br /> <br /> Het Japan haplotype (zo genoemd omdat deze voor het eerst - ook - op de &#039;&#039;Apis cerana&#039;&#039; in Japan is gevonden) is minder schadelijk (virulent) en komt veel minder voor. Het is alleen op &#039;&#039;Apis mellifera&#039;&#039; in Japan, Thailand en de Amerika&#039;s gevonden.<br /> <br /> Binnen elk van deze twee op de &#039;&#039;Apis mellifera&#039;&#039; aangetroffen haplotypen is er maar een geringe genetische variatie die je kwasi-kloonachtig zou kunnen noemen&lt;ref name=solignac /&gt;. Dit heeft waarschijnlijk te maken met 2 oorzaken:<br /> * de incestueuze voorplanting van de mijt waarbij meestal broers met zussen paren, en<br /> * waarschijnlijk stammen, per op de &#039;&#039;Apis mellifera&#039;&#039; aangetroffen haplotypen, alle varroa van maar één (of enkele) stammoeder(s).<br /> <br /> Het lijkt erop dat kruising tussen deze 2 typen wel kan, maar slechts zelden leidt tot vruchtbare nazaten (postzygotische isolatie) en dat bij confrontatie tussen de 2 typen het Korea type uiteindelijk altijd de overhand krijgt en het Japan type verdringt.<br /> <br /> <br /> ==Voortplanting van de varroa destructor==<br /> Een bevrucht varroa destructor vrouwtje betreedt daartoe een broedcel met een 6-daagse bijenlarve vlak voordat deze gesloten wordt (dus vlak voor het [[pop|verpoppen]]). De mijt werkt zich dan naar de bodem van de cel, naar het voedersap. Pas zodra de bijenlarve het voedersap op heeft wordt de mijt actief, zuigt zich vast aan de larve en voedt zich met het haemolymphe van de larve.<br /> <br /> Zestig uur na het sluiten van de cel legt het varroa destructor vrouwtje haar eerste ei. Dat eerste eitje is onbevrucht en hieruit ontwikkelt zich een mannelijke mijt. Na het leggen van dat eerste eitje wordt om de 25-30 uur ook een bevrucht eitje gelegd waaruit zich een vrouwelijke mijt ontwikkelt. Als de vrouwelijke mijten in de cel (in 7 tot 8 dagen) volgroeid zijn paren zij met het mannetje. Normaal vindt de paring dus tussen broer en zus plaats. Inteelt is de regel. Alleen als er meerdere varroamijten in één broedcel stappen kan er uitwisseling van genetisch materiaal plaats vinden.<br /> <br /> &#039;&#039;Varroa destructor&#039;&#039; heeft een &quot;voorkeur&quot; voor vermenigvuldiging in darrenbroed. Deze voorkeur is waarschijnlijk ontstaan in de al eeuwenlange interactie met de &#039;&#039;Apis cerana&#039;&#039;&lt;ref&gt;Ook bij de &#039;&#039;Apis cerana&#039;&#039; duurt de [[pop]]-fase van de dar (die 14 - 15 dagen duurt) langer die van de werksterbij (die 12 dagen duurt) zodat er in het darrenbroed meer varroa destructor tot volle wasdom kunnen komen. Bovendien verwijdert de &#039;&#039;Apis cerana&#039;&#039; wel aangetast werksterbroed, maar geen aangetast darrenbroed&lt;/ref&gt;.<br /> <br /> Een varroa destructor vrouwtje legt tot maximaal 4 bevruchte eitjes in werksterbroed en maximaal 7 eitjes in darrenbroed. Vanwege de al genoemde 7 tot 8 dagen benodigde tijd tot volwassenheid zullen de laatste eitjes niet meer volwassen worden. In werksterbroed zullen zo’n 2 vrouwelijke mijten geslachtsrijp en bevrucht worden en (samen met de moeder) de werksterbroedcel verlaten. Omdat darrenbroed 3 dagen langer gesloten is kunnen hierin tot 3 vrouwelijke nakomelingen volgroeien.<br /> <br /> <br /> In onderstaand filmpje zie je een varroamijt op een pop van een koningin. Deze werd (24-08-2011) ontdekt bij het breken van [[redcellen]] (n.a.v. een [[moerloosheidsproef]]). Het is tamelijk onverwacht om varroa in een redcel aan te treffen aangezien de varroa in een redcel niet tot volwassen nageslacht kan komen. Het popstadium van een koningin duurt immers slechts 7 dagen.<br /> &lt;VideoFlv&gt;/movies/varroa.flv&lt;/VideoFlv&gt;<br /> <br /> <br /> Een vrouwelijke &#039;&#039;Varroa destructor&#039;&#039; stapt in haar leven 2 tot 3 keer in een broedcel om voort te planten. In ons gematigde klimaat kunnen er per jaar 10-14 generaties opgroeien.<br /> <br /> <br /> ==Verspreiding==<br /> De verspreiding van de varroa destructor vindt zowel door de imker als door de bijen zelf plaats:<br /> * door de imker:<br /> ** via het tussen verschillende volken uitwisselen van broedramen<br /> ** door het van elders betrekken van volken<br /> ** door het over flinke afstanden verplaatsen van volken (via verhuizing van of handel door de imker)<br /> * door de bijen:<br /> ** door het roven bij andere volken<br /> ** door rondtrekkende darren<br /> ** door vervlieging van bijen<br /> ** door het zwermen.<br /> <br /> <br /> ==Voetnoten==<br /> &lt;references /&gt;</div> Bart Kimmel https://www.imkerpedia.nl/wiki/index.php?title=Varroa&diff=6296 Varroa 2011-10-16T16:26:06Z <p>Bart Kimmel: div wzgn, oa wet namen schuin</p> <hr /> <div>__TOC__<br /> [[image:broed.jpg|370px|right|thumb| Een bijenlarve met Varroa mijt en een bijenpop aangetast door virussen, dat is te zien vanwege het reeds verminkte achterlijf. foto:gbwv]]<br /> [[image:varroa04.jpg|370px|right|thumb| Zwaar besmet bijenbroed met veel varroamijten in de cellen en op de larven van de bijen. foto:gbwv]]<br /> <br /> <br /> ==Introductie==<br /> De varroamijt is een klein geleedpotig dier dat behoort tot de mijten (Acari). Als bijenhouders het in de Lage Landen over &#039;de varroa&#039; hebben, dan hebben zij het eigenlijk alleen over de soort &#039;&#039;&#039;Varroa destructor&#039;&#039;&#039;.<br /> <br /> Er bestaan namelijk meerdere varroasoorten binnen &#039;&#039;&#039;het geslacht Varroa&#039;&#039;&#039;. Samen met de soorten uit het geslacht &#039;&#039;&#039;Euvarroa&#039;&#039;&#039; zijn dit stuk voor stuk uitwendig parasiterende mijten, die zich alleen in het [[broed]] van de [[honingbij]] vermeerderen, en die oorspronkelijk alleen voorkwamen bij de verschillende soorten honingbijen in Zuidoost Azië.<br /> <br /> Tot nog toe worden binnen deze beide geslachten de volgende soorten onderkend:<br /> * &#039;&#039;Euvarroa sinhai&#039;&#039;<br /> ** &quot;gastheer&quot;: [[Apis florea]]<br /> ** uit onderzoek is helaas gebleken dat deze mijt ook bij onze [[Apis mellifera]] zou kunnen overleven&lt;ref&gt; M.S.Mossadegh. Development of Euvarroa sinhai (Acarina: Mesostigmata) a parasitic mite of &#039;&#039;Apis florea&#039;&#039;, on &#039;&#039;Apis mellifera&#039;&#039; worker brood. Experimental &amp; Applied Acarology 1990 Vol. 9 No. 1-2 pp. 73-78&lt;/ref&gt;&lt;ref&gt;N.Koeniger, G.Koeniger, L.I.De Guzman and C.Lekprayoon. Survival of Euvarroa sinhai Delfinado and Baker (Acari, Varroidae) on workers of &#039;&#039;Apis cerana&#039;&#039; Fabr, &#039;&#039;Apis florea&#039;&#039; Fabr and &#039;&#039;Apis mellifera&#039;&#039; L in cages. Apidologie 24 (1993) 403-410.&lt;/ref&gt;.<br /> * &#039;&#039;Euvarroa wongsirii&#039;&#039;<br /> ** &quot;gastheer&quot;: &#039;&#039;[[Apis andreniformis]]&#039;&#039;<br /> * &#039;&#039;Varroa destructor&#039;&#039;<br /> ** had oorspronkelijk alleen de [[Aziatische honingbij]] (&#039;&#039;Apis cerana&#039;&#039;) als &quot;gastheer&quot;, maar door menselijk handelen kon deze mijt helaas ook op onze [[Europese honingbij]] overstappen<br /> * &#039;&#039;Varroa jacobsoni&#039;&#039;<br /> ** &quot;gastheer&quot;: &#039;&#039;Apis cerana&#039;&#039;, en &#039;&#039;[[Apis koschevnikovi]]&#039;&#039;<br /> * &#039;&#039;Varroa underwoodi&#039;&#039;<br /> ** &quot;gastheer&quot;: &#039;&#039;Apis cerana&#039;&#039;<br /> * &#039;&#039;Varroa rindereri&#039;&#039;<br /> ** &quot;gastheer&quot;: &#039;&#039;Apis koschevnikovi&#039;&#039;<br /> <br /> <br /> Van oorsprong heeft de ongeveer 1.6 mm brede en 1.1 mm lange varroa destructor dus de &#039;&#039;Apis cerena&#039;&#039; als gastheer, en daarmee leeft deze mijt in balans.<br /> [[Onze honingbij]] is echter nog lang niet zover. De varroa destructor voedt zich met de lichaamssappen van [[larven]], [[pop|poppen]] en volwassen bijen wat hen al extra kwetsbaar maakt, maar bovendien draagt de varroa destructor (onder andere via de gemaakte beetwonden) ziekten als [[DWV]] en [[APV|IAPV]] op de bijen over&lt;ref&gt;Dit betreft ziekten die de bijen ook op andere manieren kunnen krijgen, maar toegang via een beet is natuurlijk een stuk gemakkelijker dan door bijvoorbeeld de afweer rond het [[spijsverteringssysteem]].&lt;/ref&gt;. Een infectie van bijenbroed door varroamijt resulteert in bijen met een lager gewicht, een lager eiwitgehalte en kortere levensduur&lt;ref&gt;Lonne Gerritsen, Tjeerd Blacquière, Bram Cornelissen, Jeroen Donders, Sjef van der Steen. Op tijd bestrijden van varroa redt de winterbijen. PPO Bijen, juni 2007.&lt;/ref&gt;. Speciaal voor winterbijen is dit van belang want zij moeten lang overleven om de winter door te<br /> komen en hebben daarvoor hun eiwitvoorraad nodig. De meeste imkers passen dan ook een of ander vorm van [[varroabestrijding]] toe.<br /> <br /> <br /> == De sprong van de varroa van &#039;&#039;Apis cerana&#039;&#039; naar &#039;&#039;Apis mellifera&#039;&#039;==<br /> [[image:Varroa-wereldwijd.jpg|thumb|500px|left|Wereldwijde verspreiding van de varroamijt in het rood (2010). Landen zonder de mijt doen er meestal alles aan om dat zo te houden.]]<br /> &#039;&#039;Apis cerana&#039;&#039; en &#039;&#039;Apis mellifera&#039;&#039; zijn twee verschillende soorten honingbij die dus ook niet met elkaar zijn te kruisen. Van oorsprong hielden ook natuurlijke barrières deze beide honingbijsoorten uit elkaar. Het was de mens die &#039;&#039;Apis mellifera&#039;&#039; heeft geïntroduceerd in het domein van de &#039;&#039;Apis cerana&#039;&#039;.<br /> Enkele voorbeelden:<br /> * Al sinds 1792 werden er volken &#039;&#039;Apis mellifera&#039;&#039; vanuit Oekraïne ingevoerd in het gebied Primorskiy Krai bij Vladivostok. Het is achteraf niet precies vast te stellen wanneer&lt;ref&gt;Dat is waarschijnlijk niet direct gebeurt. Er zijn aanwijzingen dat dit wel zo&#039;n 50 tot 100 jaar op zich heeft laten wachten (zie: Webster and Delaplane 2001: Webster TC, Delaplane KS. 2001. Mites of the Honey Bee. Dadant and Sons, Inc., Hamilton, Illinois).&lt;/ref&gt; de varroamijt van de Cerana is overgestapt op wat wij de [[primorski|primorskibij]] zijn gaan noemen (de aanwezigheid van de varroa op de Primorskibij is pas in 1952 vastgesteld), maar na deze besmetting heeft de varroamijt zich vlot verspreid: in 1975 werd de mijt ook in Europees Rusland vastgesteld, daarna volgde de rest van Europa, weer gevolgd door een snelle verspreiding over nagenoeg de gehele wereld&lt;ref name=solignac&gt;Michel Solignac, Jean-Marie Cornuet, Dominique Vautrin, Yves Le Conte, Denis Anderson, Jay Evans, Sandrine Cros-Arteil, and Maria Navajas. The invasive Korea and Japan types of Varroa destructor, ectoparasitic mites of the Western honeybee (Apis mellifera), are two partly isolated clones. Proceedings of the Royal Society B (2005) 272, 411–419, doi:10.1098/rspb.2004.2853, Published online 21 February 2005&lt;/ref&gt;.<br /> * In 1877 werd onze &#039;&#039;Apis mellifera&#039;&#039; geïntroduceerd in Japan. In 1957 werd het voorkomen van varroa in deze volken vastgesteld, en van hieruit werden achtereenvolgens Paraguay, Brazilië en Noord-Amerika besmet&lt;ref name=solignac /&gt;.<br /> <br /> <br /> ==Niet &#039;Varroa jacobsoni, maar &#039;Varroa destructor&#039; is de boosdoener==<br /> Tot het jaar 2000 dacht men dat het de door Edward Jacobson ontdekte, en in 1904 door de Nederlander Oudemans beschreven, &#039;&#039;&#039;varroa jacobsoni&#039;&#039;&#039; was die leidde tot de ondergang van veel &#039;&#039;Apis mellifera&#039;&#039; bijenvolken. Anderson &amp; Trueman&lt;ref&gt;Anderson, D. L. &amp; Trueman, J. W. ,Varroa jacobsoni (Acari: Varroidae) is more than one species. Journal: Experimental and Applied Acarology, Vol 24, march 2000, blz. 165–189&lt;/ref&gt; ontdekten echter dat er op de &#039;Apis cerana&#039; minstens 2 verschillende soorten varroa voorkomen:<br /> * &#039;&#039;Varroa jacobsoni&#039;&#039;,<br /> ** voorkomend in de Maleisisch-Indonesische regio,<br /> ** waarbinnen nog weer 9 [http://nl.wikipedia.org/wiki/Haplotype haplotypen] kunnen worden onderscheiden, waarvan er dus slechts één (het Java haplotype) door Oudemans is beschreven, en de<br /> * &#039;&#039;Varroa destructor&#039;&#039;,<br /> ** voorkomend op het Aziatische vasteland,<br /> ** waarbinnen nog weer 6 haplotypen kunnen worden onderscheiden<br /> * Daarnaast is van 3 haplotypen, voorkomende op de &#039;&#039;Apis cerana&#039;&#039; op de Filipijnen, nog onzeker hoe deze moeten worden geclassificeerd.<br /> <br /> Volgens Anderson geeft dit grote aantal haplotypen aan dat er een lange periode van co-evolutie (=ontwikkeling door wederzijdse aanpassing) is geweest.<br /> <br /> Van de genoemde 18 haplotypen hebben er slechts 2 de overstap naar onze &#039;&#039;Apis mellifera&#039;&#039; gemaakt. Beide van de soort varroa destructor.<br /> <br /> Het meest voorkomend is het Korea haplotype (zo genoemd omdat deze voor het eerst - ook - op de &#039;&#039;Apis cerana&#039;&#039; in Korea is gevonden - dit is natuurlijk dicht in de buurt van de Primorskibij!). Dit haplotype is voor onze &#039;&#039;Apis mellifera&#039;&#039; het meest dodelijk en is op onze &#039;&#039;Apis mellifera&#039;&#039; gevonden in Europa, het Midden Oosten, Afrika, Azië, en de Amerika&#039;s.<br /> <br /> Het Japan haplotype (zo genoemd omdat deze voor het eerst - ook - op de &#039;&#039;Apis cerana&#039;&#039; in Japan is gevonden) is minder schadelijk (virulent) en komt veel minder voor. Het is alleen op &#039;&#039;Apis mellifera&#039;&#039; in Japan, Thailand en de Amerika&#039;s gevonden.<br /> <br /> Binnen elk van deze twee op de &#039;&#039;Apis mellifera&#039;&#039; aangetroffen haplotypen is er maar een geringe genetische variatie die je kwasi-kloonachtig zou kunnen noemen&lt;ref name=solignac /&gt;. Dit heeft waarschijnlijk te maken met 2 oorzaken:<br /> * de incestueuze voorplanting van de mijt waarbij meestal broers met zussen paren, en<br /> * waarschijnlijk stammen, per op de &#039;&#039;Apis mellifera&#039;&#039; aangetroffen haplotypen, alle varroa van maar één (of enkele) stammoeder(s).<br /> <br /> Het lijkt erop dat kruising tussen deze 2 typen wel kan, maar slechts zelden leidt tot vruchtbare nazaten (postzygotische isolatie) en dat bij confrontatie tussen de 2 typen het Korea type uiteindelijk altijd de overhand krijgt en het Japan type verdringt.<br /> <br /> <br /> ==Voortplanting van de varroa destructor==<br /> Een bevrucht varroa destructor vrouwtje betreedt daartoe een broedcel met een 6-daagse bijenlarve vlak voordat deze gesloten wordt (dus vlak voor het [[pop|verpoppen]]). De mijt werkt zich dan naar de bodem van de cel, naar het voedersap. Pas zodra de bijenlarve het voedersap op heeft wordt de mijt actief, zuigt zich vast aan de larve en voedt zich met het haemolymphe van de larve.<br /> <br /> Zestig uur na het sluiten van de cel legt het varroa destructor vrouwtje haar eerste ei. Dat eerste eitje is onbevrucht en hieruit ontwikkelt zich een mannelijke mijt. Na het leggen van dat eerste eitje wordt om de 25-30 uur ook een bevrucht eitje gelegd waaruit zich een vrouwelijke mijt ontwikkelt. Als de vrouwelijke mijten in de cel (in 7 tot 8 dagen) volgroeid zijn paren zij met het mannetje. Normaal vindt de paring dus tussen broer en zus plaats. Inteelt is de regel. Alleen als er meerdere varroamijten in één broedcel stappen kan er uitwisseling van genetisch materiaal plaats vinden.<br /> <br /> &#039;&#039;Varroa destructor&#039;&#039; heeft een &quot;voorkeur&quot; voor vermenigvuldiging in darrenbroed. Deze voorkeur is waarschijnlijk ontstaan in de al eeuwenlange interactie met de &#039;&#039;Apis cerana&#039;&#039;&lt;ref&gt;Ook bij de &#039;&#039;Apis cerana&#039;&#039; duurt de [[pop]]-fase van de dar (die 14 - 15 dagen duurt) langer die van de werksterbij (die 12 dagen duurt) zodat er in het darrenbroed meer varroa destructor tot volle wasdom kunnen komen. Bovendien verwijdert de &#039;&#039;Apis cerana&#039;&#039; wel aangetast werksterbroed, maar geen aangetast darrenbroed&lt;/ref&gt;.<br /> <br /> Een varroa destructor vrouwtje legt tot maximaal 4 bevruchte eitjes in werksterbroed en maximaal 7 eitjes in darrenbroed. Vanwege de al genoemde 7 tot 8 dagen benodigde tijd tot volwassenheid zullen de laatste eitjes niet meer volwassen worden. In werksterbroed zullen zo’n 2 vrouwelijke mijten geslachtsrijp en bevrucht worden en (samen met de moeder) de werksterbroedcel verlaten. Omdat darrenbroed 3 dagen langer gesloten is kunnen hierin tot 3 vrouwelijke nakomelingen volgroeien.<br /> <br /> <br /> In onderstaand filmpje zie je een varroamijt op een pop van een koningin. Deze werd (24-08-2011) ontdekt bij het breken van [[redcellen]] (n.a.v. een [[moerloosheidsproef]]). Het is tamelijk onverwacht om varroa in een redcel aan te treffen aangezien de varroa in een redcel niet tot volwassen nageslacht kan komen. Het popstadium van een koningin duurt immers slechts 7 dagen.<br /> &lt;VideoFlv&gt;/movies/varroa.flv&lt;/VideoFlv&gt;<br /> <br /> <br /> Een vrouwelijke &#039;&#039;Varroa destructor&#039;&#039; stapt in haar leven 2 tot 3 keer in een broedcel om voort te planten. In ons gematigde klimaat kunnen er per jaar 10-14 generaties opgroeien.<br /> <br /> <br /> ==Verspreiding==<br /> De verspreiding van de varroa destructor vindt zowel door de imker als door de bijen zelf plaats:<br /> * door de imker:<br /> ** via het tussen verschillende volken uitwisselen van broedramen<br /> ** door het van elders betrekken van volken<br /> ** door het over flinke afstanden verplaatsen van volken (via verhuizing van of handel door de imker)<br /> * door de bijen:<br /> ** door het roven bij andere volken<br /> ** door rondtrekkende darren<br /> ** door vervlieging van bijen<br /> ** door het zwermen.<br /> <br /> <br /> ==Voetnoten==<br /> &lt;references /&gt;</div> Bart Kimmel https://www.imkerpedia.nl/wiki/index.php?title=Simplexkast&diff=6295 Simplexkast 2011-10-16T16:13:33Z <p>Bart Kimmel: diverse wijzigingen</p> <hr /> <div>De &#039;&#039;&#039;simplexkast&#039;&#039;&#039; is een bijenkast die gebaseerd is op de reeds in 1890 in Engeland ontwikkelde [[WBC-kast]], en is naast de [[spaarkast]] en de [[dadantkast]] een van de meest gebruikte kasten in Nederland. Evenals de WBC-kast is de simplexkast dubbelwandig middels buitenbakken die om binnenbakken passen.<br /> <br /> <br /> ==Historie==<br /> Al in het [[Maandbladen voor bijenteelt sinds 1898|Maandschrift voor Bijenteelt]] van 15 augustus 1903 wordt melding gemaakt van de door de firma KELTING &quot;gewijzigde W.B.C. kast met dubbele wanden voor en achter&quot;&lt;ref&gt;F.C. van Brussel. Uit de brievenbus. Maandschrift voor bijenteelt, augustus 1903&lt;/ref&gt;. De firma KELTING was ooit begonnen met het vlechten en in de handel brengen van boogkorven (dus ook reeds [[Losse- en vaste bouw|losse bouw]], maar later ging men over op de fabricage van bijenkasten (in 1874 paste Kelting &#039;&#039;&quot;voor het eerst den lossen bouw toe in een door hem zelf gebouwde [[dzierzonkast]], met staafjes&quot;&#039;&#039;)&lt;ref name=bijenstand&gt;H. Stienstra. De Handels-Bijenstand van den heer F. August Kelting te Santpoort. Maandschrift voor Bijenteelt. augustus 1909&lt;/ref&gt;.<br /> <br /> [[image:Simplex-Kelting-Uitwendig.jpg|thumb|left|200px|Kelting&#039;s simplexkast uit Maandschrift voor Bijenteelt in 1909]]<br /> Wanneer de omgebouwde WBC-kast precies is omgedoopt tot de simplexkast is vooralsnog ongewis, maar in het Maandschrift voor Bijenteelt wordt voor het eerst in april 1909 melding gemaakt van een &quot;simplexkast&quot; als te winnen prijs (voor de grootste inzending van korven) in een &#039;Korfvlechtwedstrijd te Haaksbergen&#039;&lt;ref&gt;J. Spijker. Korfvlechtwedstrijd te Haaksbergen. Maandschrift voor Bijenteelt, april 1909&lt;/ref&gt;.<br /> <br /> Na deze eerste vermelding komen we de simplexkast al gauw steeds vaker tegen zoals bijvoorbeeld in het augustusnummer van hetzelfde jaar. We zien de simplexkast dan in het ene artikel tegen als prijswinnaar op &quot;De Deventer tenoontstelling&quot; (als &quot;het beste volk in lossen bouw&quot;)&lt;ref&gt;H. Stienstra. De Deventer tentoonstelling. Maandschrift voor Bijenteelt, aug 1909&lt;/ref&gt;, en wordt in een ander artikel de (&quot;al aardig bekend en in gebruik zijnde&quot;) simplexkast uitgebreid beschreven &lt;ref name=bijenstand /&gt; als verbetering van &quot;Keltings Hollandsche W.B.C. kast&quot;. Onderstaand een gedeelte van de omschrijving:<br /> <br /> &#039;&#039;Deze raampjes hebben de afmeting van het Engelsche standaardraam. De bovenlat is 17 Engelsche duim is 17 x 2.54 cM. = 43 cM. ruim, de onderlat is 35.5 cM., de hoogte van bovenkant bovenlat tot onderkant benedenlat 21.6 cM. De kast is dubbelwandig, d.w.z. er is een kast, die de broedruimte vormt en hieromheen een andere kast, zoo is het ook met de honigruimte, die half zoo hoog is als de broedruimte. De raampjes worden op afstand gehouden door de uitstekende W.B.C. blikjes.&#039;&#039;<br /> <br /> Als reden voor het ontstaan van de simplexkast wordt het volgende vermeld:<br /> <br /> &#039;&#039;De simplex kast is door den drang der omstandigheden ontstaan. Men wil een goedkoope kast, een kast waarmede gereisd kan worden en tegelijkertijd een goede kast. De heer Kelting heeft getracht aan deze drie voorwaarden, die elkander eigenlijk uitsluiten, te voldoen, en men kan gerust zeggen, dat hij hierin is geslaagd. De kast heeft in ‘t geheel geen uitsteeksels. De vliegplank is los en kan op zeer eenvoudige wijze gebruikt worden om het vlieggat te verkleinen. Het vlieggat zelf kan gemakkelijk gesloten worden, zooals dit bij het reizen noodig is, de sluiting van het vlieggat gaat hoogst eenvoudig maar is niettemin een ware verdienste, bij geen kast werd deze sluiting tot heden toegepast.&#039;&#039;<br /> <br /> <br /> ==Een misvatting?==<br /> Soms wordt gesteld dat de simplex is ontstaan als gevolg van de grote uitval van bijenvolken te Engeland vanwege de tracheemijt. Hierdoor ontstond er in Engeland veel vraag naar bijenvolken. Ook vanuit Nederland werden er volken naar Engeland uitgevoerd. Handelstechnisch was het handig om deze volken op Engelse ramen aan te bieden. Nadien zou zich deze raammaat ook verder in Nederland hebben verspreid en daar de naam &#039;simplex&#039; hebben gekregen.<br /> <br /> Om de volgende redenen is dit verhaal niet aannemelijk:<br /> * De eerste uitval van bijenvolken te Engeland vond plaats in 1904, en pas in 1921 ontdekte men de tracheemijt als grote boosdoener. Kelting was echter al in 1903 bezig met het ombouwen van de WBC-kast (die vervolgens in 1909 al redelijk bekend was als simplexkast).<br /> * Pas in juni 1933 valt er in het Maandschrift Bijenteelt m.b.t. &#039;&#039;&quot;Invoering van de Engelsche raammaat in verband met onze Bijenmarkten en den handel in bijenvolken op Engeland in de toekomst.&quot;&#039;&#039; het volgende te lezen: &#039;&#039;&quot;In Engeland bestaat en bestond reeds veel eerder groote vraag naar Hollandsche bijen tengevolge van de mijtziekte, die in Engeland het ergst, doch over vrijwel geheel Europa verspreid is, doch waar blijkens uitspraken van zeer nauwkeurige onderzoekers in ons land, Nederland nog geheel bevrijd van blijkt te zijn, en onze bijen er wellicht imuun voor zijn. Ondanks er een bestrijdingsmiddel voor is gevonden, blijft er toch in Engeland nog veel vraag bestaan voor onze bijen ... Tengevolge van het door onzen grooten Kelting niet strikt houden aan de Engelsche maat ontstond de simplexraammaat, waarvan feitelijk die van de W.B.C.-kast de grondslag is. Nu heeft Afd. Amersfoort het besluit genomen, de Eng. raammaat in te voeren en doet zich de vraag voor, of het voor ons noodzakelijk is, al onze ramen in die maat te veranderen&quot;&#039;&#039;&lt;ref&gt;W.E.Asbeek Brusse. Afdeelingsberichten. Maandschrift voor Bijenteelt, juni 1933&lt;/ref&gt;.<br /> <br /> <br /> ==De hedendaagse kast==<br /> [[image:simplexkast.jpg|thumb|right|368px]]<br /> De simplexkast is genormaliseerd onder [http://www.imkerpedia.nl/downloads/NEN-1061-simplexkast.pdf de hier te downloaden NEN 1061 gedateerd maart 1975, inclusief werktekeningen]. Conform die NEN is een toplat (inclusief oren) 435 mm, is de hoogte van het broedraam is 218 mm (van de broedkamer 228 mm), en is de hoogte van het honingraam 140 mm (van de honingkamer 150 mm).<br /> <br /> Waarschijnlijk zijn de verschillen tussen het [[WBC-kast|Engelse standaardraam]] en onze Nederlandse simplex ontstaan als gevolg van afrondingen bij de omrekening van de Engelse (inch) maten naar centimeters. <br /> <br /> Wanneer we twee bakken op elkaar plaatsen, bedraagt de afstand tussen de ramen van de bovenste bak en de ramen van de onderste bak 10 mm. Hiervan zit 7 mm boven de onderste ramen en 3 mm onder de bovenste ramen.<br /> <br /> <br /> De simplexkast kan met zijn binnenbreedte van 385 mm per kastdeel 10 simplexramen van ([[raatafstand|hart op hart]]) 38 mm bevatten. De extra ruimte van 5 mm is conform de extra benodigde [[bijenruimte]].<br /> <br /> De laatste jaren zijn er steeds meer bijenhouders die 11 ramen ([[raatafstand|hart op hart]] 35 mm) in hun simplex- of spaarkast doe. Hierdoor ontbreekt bij de buitenste ramen aan de kant van de kastwand een halve [[bijenruimte]]. In de praktijk lost zich dat dan wel weer op, maar het is niet optimaal.<br /> <br /> <br /> De simplexkast heeft een losse bodem, en (meestal) een opklapbare vliegplank, die tevens als afsluiting van het vlieggat kan functioneren.<br /> <br /> <br /> Bij simplexkasten heeft met één broedbak niet voldoende ruimte voor het maximale broednest. Daarom moet er, zodra er ruimtegebrek in de broedkamer gaat ontstaan, een broedbak of honingkamer bijgeplaatst worden. Dit is niet uniek voor de simplexkast (het geldt bijvoorbeeld ook voor de de [[Smith kast]] en vanzelfsprekend ook voor de Spaarkast).<br /> <br /> <br /> ==Verwante kasten==<br /> De verbeterde simplexkast, ook bekend als de [[VS-kast]], vloeide voort uit een in 1925 genomen initiatief van [[VBBN|VBBN-]] Hoofdbestuurslid H.C.Versteeg. <br /> <br /> <br /> Er zijn nog veel meer andere kasten ontwikkeld waar de ramen van de simplexkast in passen <br /> <br /> Enkele voorbeelden:<br /> * [[HCV-kast]],<br /> * [[Pietersekast]],<br /> * [[Raad-kast]],<br /> * [[Spaarkast]], <br /> * [[Succeskast]], en de<br /> * [[Tickner Edwardes-kast]]. <br /> <br /> Een kast met simplexramen is daardoor dus niet automatisch een simplexkast.<br /> <br /> <br /> ==Datering:==<br /> 1908 - heden<br /> <br /> <br /> ==Voorkomen:==<br /> in geheel Nederland<br /> <br /> <br /> ==Voetnoten==<br /> &lt;references /&gt;<br /> <br /> <br /> ==Navigatie==<br /> * [[Bijenkasten|Naar andere bijenkasten]]<br /> * [[Bijen-behuizingen|Naar alle bijen-behuizingen]]</div> Bart Kimmel