Arie Koster: verschil tussen versies

Uit Imkerpedia
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Regel 1: Regel 1:
'''Arie Koster''', (stads)ecoloog, bioloog, imker, expert op het gebied van bijvriendelijke inrichting van het openbaar groen, heeft de liefde voor plant en dier in zijn bloed zitten. Als Schiedamse jongen trad hij in zijn vaders voetsporen door het vak van hovenier te kiezen bij een firma die particuliere tuinen en gemeentelijk groen verzorgde. Na een korte periode in de chrysantenteelt sloeg hij een geheel andere weg in en werd hij vormingswerker. Maar in 1975 vatte hij de draad van flora en fauna weer op door biologie te gaan studeren aan de Utrechtse universiteit.
+
[[image:ArieKoster.JPG|thumb|right|221px|Arie Koster in zijn eigen tuin met zijn 'Planten Vademecum voor tuin, park en landschap' in de hand.]]
 +
'''Arie Koster''', (stads)ecoloog, bioloog, imker, expert op het gebied van bijvriendelijke inrichting van het openbaar groen, heeft de liefde voor plant en dier in zijn bloed zitten. Zijn vader was in Schiedam tuinman en had een volkstuin. Op zijn veertiende solliciteerde Arie bij dierentuin Blijdorp maar ze vonden hem te jong voor zondagdiensten (!). Arie trad vervolgens in zijn vaders voetsporen door hovenier te worden bij een firma die particuliere tuinen en gemeentelijk groen verzorgde. Hij besloot avondopleidingen te volgen voor gediplomeerd hovenier. Na een korte periode in de chrysantenteelt sloeg hij een geheel andere weg in en werd hij vormingswerker. Dat heeft hij acht jar met veel plezier gedaan, maar in 1975 vatte hij de draad van flora en fauna weer op door biologie te gaan studeren aan de Utrechtse universiteit.
  
 
Hij deed onderzoek naar maskerbijen, waardoor hij verzeild raakte bij steenfabrieken in het rivierenland en aan spoorlijnen, waar deze insekten veelvuldig voorkomen. Hij kwam als spoorwegbioloog bij de NS terecht, trad in dienst bij de Adviesgroep Vegetatiebeheer van het ministerie van landbouw en werkt sinds 1989 als stadsecoloog aan de Dorschkamp, instituut voor bosbouw en groenbeheer te Wageningen.
 
Hij deed onderzoek naar maskerbijen, waardoor hij verzeild raakte bij steenfabrieken in het rivierenland en aan spoorlijnen, waar deze insekten veelvuldig voorkomen. Hij kwam als spoorwegbioloog bij de NS terecht, trad in dienst bij de Adviesgroep Vegetatiebeheer van het ministerie van landbouw en werkt sinds 1989 als stadsecoloog aan de Dorschkamp, instituut voor bosbouw en groenbeheer te Wageningen.
  
Door de naspeuringen van Arie Koater konden veel planten aan de inheems flora worden toegevoegd.  
+
Door de naspeuringen van Arie Koster konden veel planten aan de inheems flora worden toegevoegd. Bijen hebben daarbij zijn speciale interesse (niet alleen [[onze honingbij]], maar ook 'Wilde bijen'). In zijn 'Planten Vademecum voor tuin, park en landschap' vermeldt hij bij elke plant de mate waarin deze door onze honingbij wordt bezocht.
 
 
 
 
 
 
 
 
Wat bezielt deze gedreven natuurvorser? Dan moeten we terug naar Schiedam, waar zijn vader tuinman was en een volkstuin had. En alles wat groeit en bloeit met de bijhorende liefde voor de natuur werd bij de toen nog jeugdige Arie met paplepels tegelijk ingegoten.
 
 
 
Op zijn veertiende solliciteerde Arie bij dierentuin Blijdorp maar ze vonden mij te jong voor zondagdiensten. Waar dat op sloeg weet ik nog niet. Toen ben ik bij een hovenier gaan werken. Ik besloot avondopleidingen te volgen voor gediplomeerd hovenier en moest daarbij duizend planten kennen. Voor het uit je hoofd leren waren diverse goede en uitgebreide bloemen en plantencatalogi een onmisbaar hulpmiddel''.
 
Twee jaar werkte Arie in de chrysantenteelt in De Lier. Het chrysantenzaad wordt in Japan radioactief bestraald om vervolgens in het Westland te worden gekweekt om te kijken welke chrysantensoorten bestonden. Met cijfertjes invullen en uitgummen werd daarvan de planning bijgehouden. Dat behoorde ook tot mijn werk''.
 
''Doordat ik toen al veel met jongeren werkte en vond dat te weinig voor hen werd gedaan besloot ik tot een opmerkelijke stap.
 
Ik liet de bloemen en planten achter en werd algemeen vormingswerker in Ede. Heel wat anders, maar ik heb het acht jaar met veel plezier gedaan. Financieel gezien ging ik er tijdelijk enorm op achter uit, maar dat gaf niet. Het werk met en voor jongeren vergoedde veel.
 
 
 
NRC:
 
  
  
Regel 43: Regel 32:
 
* Natuurlijk groenbeheer in Leiden (2003)  
 
* Natuurlijk groenbeheer in Leiden (2003)  
 
* Plantenvademecum voor tuin, park en landschap (2007)
 
* Plantenvademecum voor tuin, park en landschap (2007)
 +
  
 
==Bronnen==
 
==Bronnen==
 
* F.G. De Ruiter. Bioloog A. Koster inventariseerde flora langs spoorbaan; Groene corridor doorgelicht. NRC, Vrijdag 10 mei 1991.
 
* F.G. De Ruiter. Bioloog A. Koster inventariseerde flora langs spoorbaan; Groene corridor doorgelicht. NRC, Vrijdag 10 mei 1991.
 
* Rijnpost (23-04-2009)
 
* Rijnpost (23-04-2009)
* [http://www.schrijversinfo.nlwww.schrijversinfo.nl/index.html Schrijversinfo.nl)
+
* [http://www.schrijversinfo.nlwww.schrijversinfo.nl/index.html Schrijversinfo.nl]

Versie van 31 mrt 2010 10:52

Arie Koster in zijn eigen tuin met zijn 'Planten Vademecum voor tuin, park en landschap' in de hand.

Arie Koster, (stads)ecoloog, bioloog, imker, expert op het gebied van bijvriendelijke inrichting van het openbaar groen, heeft de liefde voor plant en dier in zijn bloed zitten. Zijn vader was in Schiedam tuinman en had een volkstuin. Op zijn veertiende solliciteerde Arie bij dierentuin Blijdorp maar ze vonden hem te jong voor zondagdiensten (!). Arie trad vervolgens in zijn vaders voetsporen door hovenier te worden bij een firma die particuliere tuinen en gemeentelijk groen verzorgde. Hij besloot avondopleidingen te volgen voor gediplomeerd hovenier. Na een korte periode in de chrysantenteelt sloeg hij een geheel andere weg in en werd hij vormingswerker. Dat heeft hij acht jar met veel plezier gedaan, maar in 1975 vatte hij de draad van flora en fauna weer op door biologie te gaan studeren aan de Utrechtse universiteit.

Hij deed onderzoek naar maskerbijen, waardoor hij verzeild raakte bij steenfabrieken in het rivierenland en aan spoorlijnen, waar deze insekten veelvuldig voorkomen. Hij kwam als spoorwegbioloog bij de NS terecht, trad in dienst bij de Adviesgroep Vegetatiebeheer van het ministerie van landbouw en werkt sinds 1989 als stadsecoloog aan de Dorschkamp, instituut voor bosbouw en groenbeheer te Wageningen.

Door de naspeuringen van Arie Koster konden veel planten aan de inheems flora worden toegevoegd. Bijen hebben daarbij zijn speciale interesse (niet alleen onze honingbij, maar ook 'Wilde bijen'). In zijn 'Planten Vademecum voor tuin, park en landschap' vermeldt hij bij elke plant de mate waarin deze door onze honingbij wordt bezocht.


Bibliografie

  • Verspreiding en betekenis van de Nederlandse spoorwegflora (1984)
  • Het genus Hylaeus in Nederland (Hymenoptera, Colletidae) (1986)
  • Insektenbeheer : gewenst beheer van sterk door de mens beïnvloede levensgemeenschappen zowel in het landelijk als in het stedelijk gebied (1988)
  • Vegetatiebeheer op spoorwegemplacementen (1988)
  • Stedelijk groen natuurlijker (1989)
  • Voorstellen voor het beheer van bijzondere vegetaties langs lijngedeelten van de Nederlandse Spoorwegen (1989)
  • Uitslag enquête groenbeheer in Nederlandse gemeenten 1990 (1990)
  • Natuurlijker groenbeheer in Nederlandse gemeenten (met Mariëtte Claringbould) (1991)
  • Spoorwegen, toevluchtsoord voor plant en dier (1991)
  • "Natuurlijker groenbeheer in de gemeente Weesp" (1992)
  • Vademecum wilde planten : met determineertabellen en aanwijzingen voor groenbeheer (1993)
  • De groene omgeving : een bijdrage aan een gezonde samenleving (1994)
  • Ecologisch beheer van beplantingen in het stedelijk gebied (1998)
  • Van tegeltuin tot lusthof : een verkenning van de mogelijkheden voor groen en natuur in groenarme straten, buurten en compacte woonwijken of Vinexlocaties : een onderzoek in het kader van het programma Stad-Land van het ministerie van LNV (1998)
  • Honingwinning in relatie tot maatschappelijke aspecten (1999)
  • Ecologisch groenbeheer in Veenendaal rond het jaar 2000: een evaluatie van het beheer in de negentiger jaren (2000)
  • Wilde bijen in het stedelijk groen: een evaluatie van het ecologisch groenbeheer (2000)
  • Wilde bijen in relatie tot het groenbeheer in Barneveld en Voorthuizen: een inventarisatie van wilde bijen in het openbaar groen (2000)
  • Wilde bijen in relatie tot het groenbeheer in de stad Ede: een evaluatie van het ecologisch groenbeheer (2000)
  • Openbaar groen op ecologische grondslag (proefschrift) (2001)
  • Ontwikkeling van natuur in de Nederlandse steden (met A. Oosterbaan, J.H. Spijker) (2001)
  • Groene wensen van bedrijven: resultaten van een onderzoek op bedrijventerreinen in Veenendaal (met A. Oosterbaan) (2002)
  • Natuurlijk groenbeheer in Leiden (2003)
  • Plantenvademecum voor tuin, park en landschap (2007)


Bronnen

  • F.G. De Ruiter. Bioloog A. Koster inventariseerde flora langs spoorbaan; Groene corridor doorgelicht. NRC, Vrijdag 10 mei 1991.
  • Rijnpost (23-04-2009)
  • Schrijversinfo.nl