Broedloze periode: verschil tussen versies

Uit Imkerpedia
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
k
k
 
Regel 1: Regel 1:
Een broedloze periode is uiteraard een periode zonder [[broed]]. Dit treedt in de Lage landen op in de volgende situaties:
+
Een broedloze periode is uiteraard een periode zonder [[broed]].
* Vanaf het einde van de herfst (zodra het volk voldoende goede winterbijen heeft gevormd<ref>Een volk met een hogere varroabesmetting gaat langer volop door met broeden, met dan dus naast de besmetting ook nog eens een grotere kans op gebrek aan stuifmeel (zie de PPO-folder "Op tijd bestrijden van varroa redt de winterbijen" uit juni 2007).</ref> en/of 21 dagen na de eerste [[koudeprik]]) tot aan de eerste weken van januari.
+
 
 +
Het onderkennen van een broedloze periode is in de imkerpraktijk vooral van belang bij de varroabestrijding met behulp van middelen (zoals [[oxaalzuur]]) die niet werken in [[broed|gesloten broed]].
 +
 
 +
In de Lage landen treden in de volgende situaties broedloze perioden op:
 +
* Vanaf het einde van de herfst (zodra het volk voldoende goede winterbijen heeft gevormd<ref>Een volk met een hogere varroabesmetting gaat langer volop door met broeden, met dan dus naast de besmetting ook nog eens een grotere kans op gebrek aan stuifmeel (bij volken die pas eind september een effectieve varroabehandeling krijgen kun je nadien zelfs nog een toename van het broed zien). Volken met een lage besmetting kunnen daarentegen juist al vanaf eind oktober broedloos zijn (zie de PPO-folder "Op tijd bestrijden van varroa redt de winterbijen" uit juni 2007).</ref> en/of 21<ref>De [[broedduur]] van werksterbroed. In het najaar zal er normaal gesproken geen sprake meer zijn van darrenbroed.</ref> dagen na de eerste [[koudeprik]]) tot aan de eerste weken van januari<ref>In de praktijk betekent dit meestal dat de winterse oxaalbehandeling (afhankelijk van de eerste koudeprik) ergens tussen medio december en medio januari wordt uitgevoerd.</ref><ref>Als er in de herfst - tot aan de kortste dag - geen koudeprik is, dan is het mogelijk dat het volk nimmer geheel broedloos is. In dergelijke omstandigheden is de effectiviteit van oxaalzuur een stuk geringer.</ref>.
 
* in de zwermperiode:
 
* in de zwermperiode:
 
** bij een pas geschepte [[zwerm]]
 
** bij een pas geschepte [[zwerm]]

Huidige versie van 20 jan 2017 om 13:38

Een broedloze periode is uiteraard een periode zonder broed.

Het onderkennen van een broedloze periode is in de imkerpraktijk vooral van belang bij de varroabestrijding met behulp van middelen (zoals oxaalzuur) die niet werken in gesloten broed.

In de Lage landen treden in de volgende situaties broedloze perioden op:

  • Vanaf het einde van de herfst (zodra het volk voldoende goede winterbijen heeft gevormd[1] en/of 21[2] dagen na de eerste koudeprik) tot aan de eerste weken van januari[3][4].
  • in de zwermperiode:
    • bij een pas geschepte zwerm
    • in de periode totdat de jonge moer heeft gepaard en begint met eitjes leggen:
      • bij een volk dat zwerm(en) heeft afgegeven, 24 dagen na het vertrekken van de voorzwerm[5]
      • bij een volk waar een kunstzwerm en dus de oude koningin is afgenomen; ook hier begint de broedloze periode dan 24 dagen na het maken van de kunstzwerm[5].


Voetnoten

  1. Een volk met een hogere varroabesmetting gaat langer volop door met broeden, met dan dus naast de besmetting ook nog eens een grotere kans op gebrek aan stuifmeel (bij volken die pas eind september een effectieve varroabehandeling krijgen kun je nadien zelfs nog een toename van het broed zien). Volken met een lage besmetting kunnen daarentegen juist al vanaf eind oktober broedloos zijn (zie de PPO-folder "Op tijd bestrijden van varroa redt de winterbijen" uit juni 2007).
  2. De broedduur van werksterbroed. In het najaar zal er normaal gesproken geen sprake meer zijn van darrenbroed.
  3. In de praktijk betekent dit meestal dat de winterse oxaalbehandeling (afhankelijk van de eerste koudeprik) ergens tussen medio december en medio januari wordt uitgevoerd.
  4. Als er in de herfst - tot aan de kortste dag - geen koudeprik is, dan is het mogelijk dat het volk nimmer geheel broedloos is. In dergelijke omstandigheden is de effectiviteit van oxaalzuur een stuk geringer.
  5. 5,0 5,1 Op de dag van het vertrek van de voorzwerm of het maken van de kunstzwerm kan de oude koningin nog eitjes hebben gelegd, zodat daarna de broedloze periode pas begint als van die eitjes de bijen zijn uitgekomen, dat is dus maximaal de broedperiode van de dar (3 dagen ei + 6 dagen larve + 15 dagen pop = 24 dagen).