EVB

Uit Imkerpedia
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

EVB (Europees vuilbroed) tast, net zoals bij AVB (Amerikaans vuilbroed), het broed van een bijenvolk aan. EVB wordt echter veroorzaakt door de bacterie Melissococcus pluton.


Besmetting en herbesmetting

De larve wordt geïnfecteerd via de voeding vanaf de voedsterbijen. De darmholte van de larve biedt vervolgens een goed klimaat voor de bacterie om zich te vermenigvuldigen. Hierbij scheiden de bacteriën een gifstof af, en voeden ze zich ten koste van de larve.

Een aantal larven sterft door deze besmetting al voordat het popstadium is bereikt[1]. Deze resten worden door de bijen verwijderd of drogen in (zodat er geen draad van kan worden getrokken zoals bij AVB wel het geval is).

Van de larven die zich nog wel kunnen verpoppen sterven er een aantal alsnog direct na het sluiten van de cel af. Ook de resten van deze larven drogen in en zijn gummi-achtig. De celdeksels drogen in en scheuren.

De geïnfecteerde larven die wel overleven, vertonen dwerggroei.

Als een larve zich gaat verpoppen ontlast ze zich. In deze ontlasting zitten veel Melissococcus pluton bacteriën. Bij het schoonmaken van de cellen worden deze bacteriën opgenomen door de poetsbijen en overgedragen op de voedsterbijen. Zij infecteren vervolgens weer het broed. Voor de bacterie is de cirkel weer rond.


Het herkennen van EVB

  • Hagelschot. Verschillende broedstadia dwars door elkaar.
  • Het broed kan zurig of bedorven ruiken.
  • Sommige larven liggen in een afwijkende houding in de cel (scheef, gedraaid, overlangs), en zijn beweeglijk.
  • Gestorven larven lijken gesmolten. Ze worden geelbruin.
  • Gesloten broed met verzonken deksels, sommige met perforaties.
  • De aanwezigheid van dwergbijen.


Maatregelen

Bij een goede dracht kan EVB spontaan verdwijnen, maar daar kun je natuurlijk niet vanuit gaan.

EVB kun je actief op de volgende wijzen bestrijden:


Navigatie


Voetnoten

  1. In de resten van deze larven kunnen ook andere bacteriën - zoals Bacillus laterosorus, Bacterium eurydice, Paenibacillus alvei en Streptococcus faecalis- tot ontwikkeling komen.