Honing

Uit Imkerpedia
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Honing wordt door de bijen gemaakt van nectar of van de uitscheiding van bladluis. Men spreekt dan van bladhoning of Honingdauwhoning.

Volgens de wet [“Warenwetbesluit honing”] van 2003 is honing:

De natuurlijke zoete stof, bereid uit bloemennectar of uit afscheidingsproducten van levende plantendelen of uitscheidingsproducten van plantenzuigende insecten op de levende plantendelen, welke grondstoffen door de bijensoort Apis mellifera worden vergaard, verwerkt door vermenging met eigen specifieke stoffen, gedehydreerd en in de honingraten opgeslagen en achtergelaten om te rijpen.

Soorten honing volgens de wet:

Honing,

Bloemenhoning,

Nectarhoning,

Honingdauwhoning,

Raathoning,

Brokhoning,

Raatbrokken in honing,

Lekhoning,

Slingerhoning,

Gefilterde honing of bakkershoning.


In hun lichaam voegen zij aan deze grondstof nectar extra stoffen zoals enzymen toe, en in de raat wordt het vervolgens ingedikt tot honing.

Hiertoe zorgen de bijen voor voldoende luchtverversing door met hun vleugels te wapperen.

Op de vliegplang staan dan vaak ook bijen te wapperen, ook genoemd stertselen.

De smaak van honing wordt grotendeels bepaald door de oorsprong van de nectar.

Honing van de paardenbloem smaakt echt anders dan die van de linde, etc.

De opslag van de honing is altijd boven en achter het broednest dat dichtbij de vliegopening zit.


Verwante onderwerpen: