Kleine bijenkastkever

Uit Imkerpedia
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Larven van de kleine bijenkastkever in een bijenraat.

De kleine bijenkastkever (Aethina tumida Murray, ook wel genoemd: kleine kastkever, kleine afrikaanse kastkever, of kastkever) komt van oorsprong uit Afrika ten zuiden van de Sahara, en is daar alleen dodelijk voor zwakke volken.

Een samenwerkingsverband van meerdere werkbijen van de afrikaanse honingbij houdt enerzijds de kleine bijenkastkever op z'n plaats en metselt anderzijds de kever in met propolis.

In de loop der evolutie hebben de lokale ondersoorten van onze westerse honingbij geleerd hoe ze deze kever moeten aan pakken. Zo metselt de afrikaanse honingbij volwassen kevers in met propolis. Helaas is deze kever zich echter over de gehele wereld aan het verspreiden met desastreuze gevolgen voor de ondersoorten die met deze kever onbekend zijn. In Europa is de kever nog maar af en toe gesignaleerd (bijvoorbeeld in 2004 in Portugal als gevolg van importen), maar gelukkig nog niet doorgebroken. Men doet er alles aan om hem buiten Europa te houden door strenge controle op importen.


Schade:

  • Vooral de larve is het vernietigende element. De larve vreet zich door de raten op zoek naar stuifmeel, honing en broed (eitjes). De honing loopt uit en gaat gisten. Bij een ernstige besmetting blijft er van de hele kastinhoud slechts een zwart poeder (uitwerpselen vermengd met wasmul) over. De kastwanden vertonen bruine slijmsporen en korsten. De bijen zijn dan al lang vertrokken of ten gronde gegaan.