Natuurzwerm: verschil tussen versies

Uit Imkerpedia
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Regel 11: Regel 11:
  
  
Meestal gaan honingbijen zwermen in het kader van de natuurlijke [[volksvermeerdering]], maar er zijn ook andere [[oorzaken van het zwermen]]. Aan de [[zwermtekenen]] kun je van te voren zien dat het bijenvolk wil gaan zwermen. Het natuurzwermen verloopt vervolgens als volgt:
+
Meestal gaan honingbijen zwermen in het kader van de natuurlijke [[volksvermeerdering]], maar er zijn ook andere [[oorzaken van het zwermen]]. Aan de [[zwermtekenen]] kun je van te voren zien dat het bijenvolk wil gaan zwermen<ref> In de Lage landen is dat meestal ergens in mei of juni.</ref>. Het natuurzwermen verloopt vervolgens als volgt:
 
# Eerst verlaat de oude koningin met een gedeelte van het volk de oorspronkelijke woonplaats op zoek naar een nieuwe woonplaats. Dit noemen we de [[voorzwerm]]. De oude koningin vertrekt zodra (en als klimatologische omstandigheden het toelaten) de aankomende jonge koninginnen zich in hun [[zwermcellen]] gaan [[pop|verpoppen]].
 
# Eerst verlaat de oude koningin met een gedeelte van het volk de oorspronkelijke woonplaats op zoek naar een nieuwe woonplaats. Dit noemen we de [[voorzwerm]]. De oude koningin vertrekt zodra (en als klimatologische omstandigheden het toelaten) de aankomende jonge koninginnen zich in hun [[zwermcellen]] gaan [[pop|verpoppen]].
 
# Na hun geboorte<ref>Hier wordt bedoeld het moment waarop de inmiddels volwassen koningin uit de zwermcel kruipt.</ref> verlaten de jonge koninginnen een voor een het volk. Het zogeheten [[tuten en kwaken]] voorkomt dat er tegelijkertijd twee jonge koninginnen in het volk rondlopen. Dit is van belang omdat deze koninginnen elkaar anders zouden bestrijden. Ook deze vertrekkende jonge koninginnen nemen telkens weer een gedeelte van het volk mee, en deze zwermen noemen we de [[nazwerm|nazwermen]]. Het nazwermen houdt aan totdat de achterblijvende bijen het welletjes vinden (voor overlevering te gering in getale worden) en, uiteraard op één na, alle resterende jonge koninginnen doodmaken.
 
# Na hun geboorte<ref>Hier wordt bedoeld het moment waarop de inmiddels volwassen koningin uit de zwermcel kruipt.</ref> verlaten de jonge koninginnen een voor een het volk. Het zogeheten [[tuten en kwaken]] voorkomt dat er tegelijkertijd twee jonge koninginnen in het volk rondlopen. Dit is van belang omdat deze koninginnen elkaar anders zouden bestrijden. Ook deze vertrekkende jonge koninginnen nemen telkens weer een gedeelte van het volk mee, en deze zwermen noemen we de [[nazwerm|nazwermen]]. Het nazwermen houdt aan totdat de achterblijvende bijen het welletjes vinden (voor overlevering te gering in getale worden) en, uiteraard op één na, alle resterende jonge koninginnen doodmaken.

Versie van 9 jan 2012 12:24

Een zwermtros aan een tak

Natuurzwermen moeten onderscheiden worden van kunstzwermen:

  • Een natuurzwerm is een zwerm op initiatief van de bijen. Een kunstzwerm is een zwerm op initiatief van de imker.
  • Een natuurzwerm bepaalt zelf de nieuwe woonplaats, en is vaak voor de imker verloren (tenzij deze de zwerm zelf weer schept), een kunstzwerm krijgt zijn nieuwe woonplaats van de imker.
  • Een natuurzwerm neemt zelf voedsel mee om een dag of drie te kunnen overbruggen en/of om op de nieuwe locatie direct met nieuwe raatbouw te kunnen starten. Bij de kunstzwerm zorgt de imker er zo nodig voor dat er voer mee komt.
  • In een natuurzwerm is er sprake van een zodanige mix van bijen dat op de nieuwe locatie alle benodigde taken (van zowel de binnendienst als de buitendienst) goed kunnen worden uitgevoerd. Bij een kunstzwerm is er bij aanvang meestal een mismatch die zich pas na verloop van tijd weer herstelt.


Meestal gaan honingbijen zwermen in het kader van de natuurlijke volksvermeerdering, maar er zijn ook andere oorzaken van het zwermen. Aan de zwermtekenen kun je van te voren zien dat het bijenvolk wil gaan zwermen[1]. Het natuurzwermen verloopt vervolgens als volgt:

  1. Eerst verlaat de oude koningin met een gedeelte van het volk de oorspronkelijke woonplaats op zoek naar een nieuwe woonplaats. Dit noemen we de voorzwerm. De oude koningin vertrekt zodra (en als klimatologische omstandigheden het toelaten) de aankomende jonge koninginnen zich in hun zwermcellen gaan verpoppen.
  2. Na hun geboorte[2] verlaten de jonge koninginnen een voor een het volk. Het zogeheten tuten en kwaken voorkomt dat er tegelijkertijd twee jonge koninginnen in het volk rondlopen. Dit is van belang omdat deze koninginnen elkaar anders zouden bestrijden. Ook deze vertrekkende jonge koninginnen nemen telkens weer een gedeelte van het volk mee, en deze zwermen noemen we de nazwermen. Het nazwermen houdt aan totdat de achterblijvende bijen het welletjes vinden (voor overlevering te gering in getale worden) en, uiteraard op één na, alle resterende jonge koninginnen doodmaken.

Meestal zal een natuurzwerm zich eerst (enkele malen) op een tussentijdse locatie in een zwermtros verzamelen voordat het (uiteindelijk) zijn intrek neemt in de nieuwe woning. De met de natuurzwerm meegekomen speurbijen (zo'n 3% - 5% van de zwerm) spelen daarbij een grote rol in de nestselectie.


Het zwermen is een zeer risicovolle onderneming. Uit waarnemingen bij bijenvolken die zich gevestigd hadden in de bossen van Ithaca, USA bleek dat slecht 24% van de volken die zich nieuw gevestigd hadden, de eerste winter overleefden, terwijl 78% van de reeds in voorgaande jaren gevestigde volken het voorjaar haalden[3].


In het geval van een nazwerm volgt na het vinden van een nieuwe woning nog een extra spannende periode. Een nazwerm heeft immers een jonge koningin die eerst nog moet paren voordat zij eitjes kan leggen. De jonge koningin zal zich daartoe eerst op de nieuwe locatie oriënteren om daarna, zodra ze bronstig is, op bruidsvlucht te gaan. Hierbij kan nog van alles mis gaan.


De meeste bijenhouders proberen (het vertrek van) natuurzwermen te voorkomen.


Filmpje van een vertrekkende zwerm

<VideoFlv>/movies/zwerm.flv</VideoFlv>


Voetnoten

  1. In de Lage landen is dat meestal ergens in mei of juni.
  2. Hier wordt bedoeld het moment waarop de inmiddels volwassen koningin uit de zwermcel kruipt.
  3. T.D.Seeley. Life history strategy of the honey bee, Apis mellifera. Oecologia (32, 1978), blz. 108-118.