Tussenaflegger

Middels een tussenaflegger kan er aan zwermverhindering worden gedaan met behoud van de drachtsterkte. De tussenaflegger wordt vaak toegepast als het volk al in zwermstemming is, en dient dan als noodrem.

In de kern komt het er op neer dat binnen een volk de haalbijen van de koningin worden gescheiden. In onderstaande geschetste werkwijze gebeurt dat scheiden middels een separator.

Een werkwijze

• voorwaarde: er is sprake van vliegweer
• de honingkamer met de daarin zittende bijen wordt met 1 raam open broed vanaf boven het volk regelrecht op de bodem gezet.
• bovenop de honingkamer komt de separator
• bovenop de separator worden de overige kastdelen gezet in verder ongewijzigde volgorde.

Gevolgen:

• Alle haalbijen (en reeds geörienteerde jonge bijen) zullen de vliegopening blijven gebruiken die ze gewend zijn, dus de onderste, en komen dus allemaal terecht in de honingkamer. Daar zullen ze, door het gebrek aan contact met de koningin, redcellen gaan maken op dat ene raampje met open broed.
• Door het verlies aan alle haalbijen in het bovenste gedeelte zal daar de zwermdrift stoppen en zal de koningin weer terug aan de leg gaan. Eventueel al aangemaakt moerdoppen zullen worden afgeknaagd.
• Op de 13e dag na het maken van van de tussenaflegger zal er in de honingkamer met haalbijen een nieuwe koningin worden geboren. Dit wordt voorkomen door op de 10e dag op dat ene raam de doppen te breken waarna het volk weer zijn oorspronkelijke opbouw krijgt met de honingkamer boven en zonder separator.
• Bij het heroptreden van zwermstemming maak je opnieuw een tussenaflegger.

Bovenstaande werkwijze kan afhankelijk van bepaalde wensen verder worden aangepast. Bijvoorbeeld:

• de onderste honingkamer gebruiken als pleegvolk voor aangeblazen dopjes vanuit de koninginnenteelt middels overlarven. Deze worden dan op dag 10 geoogst voor een nieuwe bestemming.