Warmbouw of koudbouw

• Volken in warmbouw zijn gemakkelijker vanaf de achterkant te behandelen. Volken in koudbouw beter van opzij. In een bijenstal met allemaal kasten naast elkaar is warmbouw dus gemakkelijker.
• Koudbouw heeft meer ventilatie / meer tocht dan warmbouw. Waardering (noem je het ventilatie, of noem je het tocht) hangt af van de klimatologische omstandigheden en/of de uit te voeren handeling:
  • Een volk in warmbouw kan zich bij gemakkelijker warm houden, maar een volk in koudbouw kan bij warmte gemakkelijker lucht weg ventileren.
    • In de winter kan een volk in koudbouw op een extra kaste verder van het vlieggat worden gezet zodat tocht dan minder speelt.
  • In een kast met meer ventilatie kun je bijvoorbeeld ook gemakkelijker een varroabestrijding met een forse dosis mierenzuur doen, omdat die hoge dosis ook snel weer door de luchtstromen zal worden afgevoerd.
  • Een kast in warmbouw kun je m.b.v. een tusenschot gemakkelijker flexibel aanpassen aan de voor het volk gewenste grootte en daarna raam voor raam groter groter maken.
  • Voor het indikken van honing is warmte nodig (warmbouw), maar ook de aan- en afvoer van lucht (koudbouw).

Al met al:

een volk van voldoende omvang en met voldoende voedsel heeft geen problemen om zichzelf in koudbouw goed warm kunnen houden, waarna de voordelen van koudbouw gaan tellen. Voor de imker kan warmbouw echter gemakkelijker zijn (en voor de bijen ook niet onoverkomenlijk).