Raat

Bijenraat bestaat uit een middenwand met haaks daarop (in V-vorm) aan beide zijden cellen in een zeshoekige vorm, en wordt door de bouwbijen gemaakt met bijenwas.
De raat dient als kraamkamer voor het broed of als opslagplaats voor nectar / honing of bijenbrood / stuifmeel. Cellen met rijpe honing of poppen (gesloten broed) worden afgesloten met een wasdekseltje.
Bij natuurbouw zijn de bovenste cellen in een raat groter zijn dan de cellen onderin[1].
Er bestaat daarnaast een onderscheid tussen werksterraat en darrenraat. Onder bepaalde omstandigheden zijn er op de raat tijdelijk ook nog moerdoppen of redcellen aan te treffen.
Verse raat is wit. Later wordt het geel door opslag van honing of stuifmeel, en nadat er een flink aantal malen broed in heeft gezeten wordt de raat steeds donkerder bruin tot bijna zwart van kleur. Dit komt doordat elke uitlopende bij een dun vliesje van de verpopping achterlaat. Bovendien wordt het celletje voorafgaand aan het volgende gebruik met behulp van propolis weer proper gemaakt. Hierdoor worden de cellen niet alleen steeds donkerder, maar uiteraard ook steeds kleiner. Tussen die alsmaar toenemende laag vliesjes kunnen zich ook steeds meer potentiële ziekteverwekkers ophopen. Zonder ingrijpen van de bijenhouder resulteert dit in steeds kleinere bijen en bijenziekten.
Bijenvolken met jongere raat hebben in totaal meer broed, meer gesloten broed, en de bijen (inclusief darren en koninginnen) hebben meer gewicht. Dat laatste komt dus doordat cellen van jongere raat groter zijn[2]. Grotere werkbijen hebben een grotere actieradius dan kleinere[3], en halen wellicht daardoor meer stuifmeel en honing[4][5] dan bijen uit oudere raat.
Broed in oudere raten heeft echter een grotere kans om volwassen te worden[4]. Dit zou kunnen komen door broedferomoon dat zich steeds meer in steeds oudere raat ophoopt. Wellicht dat de voedsterbijen zich daardoor meer opgeroepen voelen om vooral de larven in oude raat te voeden[6].
Dat in oudere raat volop aanwezige broedferomoom zou tevens de reden kunnen zijn dat een koningin liever legt in jongere raat (met daar dus grotere broednesten): door het hoge gehalte broedferomoon in oudere raat lijkt het voor de koningin alsof de cellen gevuld zijn met broed, ook als ze in werkelijkheid leeg zijn.
Het zal duidelijk zijn dat bij steeds oudere raat uiteindelijk de nadelen groter zijn dan de voordelen, en dat de bijenvolken aan te oude raat ten gronde gaan. In de natuur wordt dit bijvoorbeeld opgelost doordat de volken kunnen kaalzwermen. De te slechte kwaliteit van de raten kan daar zelfs de reden zijn tot trekzwermen[7].
Voordat de varroamijt zijn intrede deed overleefden bijenvolken in de USA gemiddeld niet langer dan zes jaar op dezelfde lokatie[8].
Van het bijenloze nest worden de raten vervolgens opgepeuzeld door de larven van de wasmot, muizen, en andere nest aaseters, waarna uiteindelijk weer een mooie schone holte resteert voor een eventuele volgende bijenbewoning[9].
De bijenhouder voorkomt bovenstaand scenario via het tijdig toepassen van raatvernieuwing.
Een en ander betekent niet dat de bijenhouder elk raam dat de bijen niet meer direct nodig hebben (zoals een geslingerd honingraam na afloop van de dracht) zomaar weggooit of smelt. Overtollige, maar nog niet of nauwelijks bebroede ramen worden met enig beleid opgeslagen en hergebruikt.
Gerelateerde informatie
Voetnoten
- ↑ http://beenatural.wordpress.com/observations/natural-comb/
- ↑ Zhang L, Shao L, Raza MF, Han R, Li W. The Effect of Comb Cell Size on the Development of Apis mellifera Drones. Life (Basel). 2024 Feb 4;14(2):222. doi: 10.3390/life14020222. PMID: 38398731; PMCID: PMC10890408.
- ↑ Greenleaf S.S., Williams N.M., Winfree R., Kremen C. Bee foraging ranges and their relationship to body size. Oecologia. 2007;153:589–596. doi: 10.1007/s00442-007-0752-9.
- ↑ 4,0 4,1 Berry, J. A., & Delaplane, K. S., Effects of comb age on honey bee colony growth and brood survivorship. Journal of Apicultural Research, 2001, 40(1), 3–8.
- ↑ El-Kazafy A. Taha, Osama M. Rakha, El-Said M. Elnabawy, Mohamed M. Hassan, Dalia M.B. Shawer, Comb age significantly influences the productivity of the honeybee (Apis mellifera) colony, Journal of King Saud University – Science, Volume 33, Issue 4, 2021, 101436
- ↑ Free, J. B. and Winder, M. E. 1983. Brood recognition by honeybee (apis-mellifera) workers. Animal Behaviour. 31 (MAY), pp. 539-545. https://doi.org/10.1016/s0003-3472(83)80077-3
- ↑ Trekzwermen komen bij onze noordelijke ondersoorten echter veel minder voor dan bij de zuidelijker ondersoorten van onze Apis mellifera.
- ↑ Seeley, T.D. Life history strategy of the honey bee, Apis mellifera. Oecologia 32, 109–118 (1978).
- ↑ Gilliam, M; Taber, S (1991) Diseases, pests, and normal microflora of honeybees, Apis mellifera, from feral colonies. Journal of Invertebrate Pathology 58: 286–289.