Apidae

Uit Imkerpedia
Versie door Albert Stoter (overleg | bijdragen) op 11 dec 2020 om 15:35
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
The printable version is no longer supported and may have rendering errors. Please update your browser bookmarks and please use the default browser print function instead.
Gewone Sachembij (een solitaire bijensoort binnen de Apidae).
de vliegopening naar het nest van van een volk angelloze bijen.
Een koningin aardhommel fouragerend op een linde.
Roodharige wespbij (een solitaire bijensoort - een soort koekoeksbij - binnen de Apidae).

Mellifera (soort) - Apis (geslacht) - Apidae (subfamilie) - Apoidea (superfamilie) - Hymenoptera (orde).


Apidae :

  • is de wetenschappelijk naam voor een subfamilie binnen de superfamilie Apoidea, en
  • bevat zo'n 5.700 bijensoorten, te weten:
    • de ± 10 soorten honingbijen (in het geslacht Apis),
    • de ± 250 soorten hommels
      • (Hommels kunnen worden beschouwd als bijen met een langere beharing die daardoor ook in koelere omstandigheden overleven.),
    • de ± 500 soorten angelloze bijen, en
    • ± 4940[1] soorten solitaire[2] bijen.
      • (Niet alle soorten solitaire bijen vallen binnen Apidae[3]).


De bijensoorten binnen Apidae hebben een aantal taxonomische overeenkomsten. Zo hebben ze bijvoorbeeld allemaal een korfje aan de achterpoten om verzameld stuifmeel mee te vervoeren. Alle andere bijensoorten doen dat op andere manieren (bijvoorbeeld via de buik, of via een krop).


Het is zo'n 30 miljoen jaar geleden dat sommige bijensoorten eusociaal werden, oftwel dat ze gingen samenwerken binnen één volk met een koningin en duizenden werkbijen. Deze soorten vallen allemaal onder de Apidae, maar

  • de hommels zijn maar een deel van het jaar eusociaal, en
  • de binnen de Apidea vallende solitaire bijen zijn uiteraard níet eusociaal.
    • De solitaire bij doet alles alleen: nestmaken, voedselzoeken, eileggen. Soms liggen de nesten van solitaire bijen dicht bij elkaar waardoor ze kolonies vormen, maar dat hoeft niet.


Angelloze bijen komen alleen voor in tropische gebieden. Zij kunnen zich om veel redenen niet in koudere streken handhaven. Enkele voorbeelden:

  • ze vormen geen wintertros,
  • ze kunnen onvoldoende hun uitwerpselen kunnen opsparen[4] tot een reinigingsvlucht (hun nest zou in de winter snel vervuild raken),
  • hun honing is vochtiger, en dus korter (geen lange winter) houdbaar.

In de tropen wordt er door de mens van sommige soorten angelloze bijen ook honing gewonnen.


Voetnoten

  1. Het aantal solitaire bijensoorten binnen de subfamilie Apidae is hier genomen als resultaat van de berekening = 5700 - ( 10 + 250 + 500).
  2. Solitaire bijen worden ook wel 'wilde bijen' genoemd.
  3. In oudere - cq. andere - klassifikaties werden/worden wèl alle bijensoorten in de subfamilie Apidea geplaatst.
  4. Oftewel: angelloze bijen hebben geen flexibele endeldarm zoals onze honingbij wèl heeft.