Apis mellifera adami: verschil tussen versies
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
k (Apis mellifera adamii hernoemd naar Apis mellifera adami) |
k |
||
| (3 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
| Regel 1: | Regel 1: | ||
| − | '''Apis mellifera adami''' ( | + | [[Image:Griekse-amfoor.JPG|thumb|500px|right|Deze oude Griekse amfoor stamt uit 540 voor Christus en toont een mythische scene met honingbijen die zich op Kreta afspeelt. In telegramstijl verloopt de mythe als volgt: De pas geboren Zeus wordt door zijn moeder in een grot op het eiland Kreta verborgen. Daar wordt hij door goddelijke honingbijen grootgebracht. Vier mannen wilden de honing uit de grot stelen, en betraden met veilige kleding de grot. Toen Zeus hen zag viel de kleding echter van hun lijf en woedende bijen vielen hen aan. In de heilige grot mochter er geen doden valen en daarom veranderde Zeus de mannen in vogels waardoor zij aan de bijen konden ontsnappen.]] |
| + | '''Apis mellifera adami''' (in het nederlands: de Kretenzische bij) is in de Latijnse naam vernoemd naar [[Broeder Adam]]. Uit onderzoek op door hem in 1952 vanaf het eiland Kreta meegebrachte bijenmonsters bleek dat de Kretenzische bij een afzonderlijke ondersoort<ref>Binnen Imkerpedia onderscheiden we [[soorten, ondersoorten (rassen), stammen en lijnen]].</ref> is (of was?). | ||
| − | De Kretenzische bij heeft geen algehele broedstop<ref>A.Schotanus. Over bijensoorten, -rassen, -stammen, en -lijnen. Maandblad Vlaamse Imkersbond, 1998, nummer 12</ref>, maar vanaf het late najaar tot aan januari wel een teruggang. Vanaf februari breidt het [[broednest]] weer sterk uit. In juni is het volk dan buitengewoon groot, en heeft dan ook een zeer grote zwermlust (er kunnen dan maar liefst 60 - 2000 | + | De Kretenzische bij heeft geen algehele broedstop<ref>A.Schotanus. Over bijensoorten, -rassen, -stammen, en -lijnen. Maandblad Vlaamse Imkersbond, 1998, nummer 12</ref>, maar vanaf het late najaar tot aan januari wel een teruggang. Vanaf februari breidt het [[broednest]] weer sterk uit. In juni is het volk dan buitengewoon groot, en heeft dan ook een zeer grote zwermlust (er kunnen dan maar liefst 60 - 2000 [[zwermcel]]len worden opgetrokken. |
De Kretenzische bij is verbluffend zachtaardig, en bij een voorzichtig uitgevoerde inspectie blijft het volk heel rustig. Eenmaal gealarmeerd is het Kretenzische bijenvolk echter niet zo gauw weer kalm. | De Kretenzische bij is verbluffend zachtaardig, en bij een voorzichtig uitgevoerde inspectie blijft het volk heel rustig. Eenmaal gealarmeerd is het Kretenzische bijenvolk echter niet zo gauw weer kalm. | ||
| Regel 7: | Regel 8: | ||
In 1975 telde men op Kreta maar liefst 75.000 bijenvolken. De Kretenzische tijmhoning heeft al sinds lang een grote reputatie. | In 1975 telde men op Kreta maar liefst 75.000 bijenvolken. De Kretenzische tijmhoning heeft al sinds lang een grote reputatie. | ||
| − | Uit genetisch onderzoek in 2003<ref>P.HARIZANIS, M.BOUGA, Genetic structure of the Bee from Crete Island (Greece). XXVIIIth International Apicultural Congress (2003), Final Programme and Book of Abstracts, Ljubljana, Slovenia, p. 696.</ref> komt naar voren dat er inmiddels dankzij allerlei importen, geen pure Kretenzischer bijenvolken meer bestaan. | + | Uit genetisch onderzoek in 2003<ref>P.HARIZANIS, M.BOUGA, Genetic structure of the Bee from Crete Island (Greece). XXVIIIth International Apicultural Congress (2003), Final Programme and Book of Abstracts, Ljubljana, Slovenia, p. 696.</ref> komt naar voren dat er inmiddels dankzij allerlei importen, geen pure Kretenzischer bijenvolken meer bestaan. De overeenkomst met de bijenvolken in Griekenland is groot. |
| + | |||
| + | |||
| + | ==Navigatie== | ||
| + | * naar [[Ondersoorten van de Apis mellifera|Overzicht ondersoorten van de Apis mellifera]] | ||
==Voetnoten== | ==Voetnoten== | ||
<references /> | <references /> | ||
Huidige versie van 7 nov 2015 om 16:24
Deze oude Griekse amfoor stamt uit 540 voor Christus en toont een mythische scene met honingbijen die zich op Kreta afspeelt. In telegramstijl verloopt de mythe als volgt: De pas geboren Zeus wordt door zijn moeder in een grot op het eiland Kreta verborgen. Daar wordt hij door goddelijke honingbijen grootgebracht. Vier mannen wilden de honing uit de grot stelen, en betraden met veilige kleding de grot. Toen Zeus hen zag viel de kleding echter van hun lijf en woedende bijen vielen hen aan. In de heilige grot mochter er geen doden valen en daarom veranderde Zeus de mannen in vogels waardoor zij aan de bijen konden ontsnappen.
Apis mellifera adami (in het nederlands: de Kretenzische bij) is in de Latijnse naam vernoemd naar Broeder Adam. Uit onderzoek op door hem in 1952 vanaf het eiland Kreta meegebrachte bijenmonsters bleek dat de Kretenzische bij een afzonderlijke ondersoort[1] is (of was?).
De Kretenzische bij heeft geen algehele broedstop[2], maar vanaf het late najaar tot aan januari wel een teruggang. Vanaf februari breidt het broednest weer sterk uit. In juni is het volk dan buitengewoon groot, en heeft dan ook een zeer grote zwermlust (er kunnen dan maar liefst 60 - 2000 zwermcellen worden opgetrokken.
De Kretenzische bij is verbluffend zachtaardig, en bij een voorzichtig uitgevoerde inspectie blijft het volk heel rustig. Eenmaal gealarmeerd is het Kretenzische bijenvolk echter niet zo gauw weer kalm.
In 1975 telde men op Kreta maar liefst 75.000 bijenvolken. De Kretenzische tijmhoning heeft al sinds lang een grote reputatie.
Uit genetisch onderzoek in 2003[3] komt naar voren dat er inmiddels dankzij allerlei importen, geen pure Kretenzischer bijenvolken meer bestaan. De overeenkomst met de bijenvolken in Griekenland is groot.
Voetnoten
- ↑ Binnen Imkerpedia onderscheiden we soorten, ondersoorten (rassen), stammen en lijnen.
- ↑ A.Schotanus. Over bijensoorten, -rassen, -stammen, en -lijnen. Maandblad Vlaamse Imkersbond, 1998, nummer 12
- ↑ P.HARIZANIS, M.BOUGA, Genetic structure of the Bee from Crete Island (Greece). XXVIIIth International Apicultural Congress (2003), Final Programme and Book of Abstracts, Ljubljana, Slovenia, p. 696.