Berlepsch: verschil tussen versies

Uit Imkerpedia
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Regel 1: Regel 1:
 
[[image:Berlepsch01.jpg|thumb|200px|left|August Freiherr von Berlepsch]]
 
[[image:Berlepsch01.jpg|thumb|200px|left|August Freiherr von Berlepsch]]
 
[[image:Berlepsch-ständer01.JPG|thumb|209px|right|[[Berlepsch Ständerbeute]]]]
 
[[image:Berlepsch-ständer01.JPG|thumb|209px|right|[[Berlepsch Ständerbeute]]]]
Onder constructie.
+
'''August Freiherr von Berlepsch''' (1815 - 1877) werd geboren in 1815 in Slot Seebach ( Thüringen), waar zijn vader een boerenbedrijf had met vee, fruit, en bijen.
  
 +
Al op jonge leeftijd begon August's liefde voor bijen. Zo voorkwam hij soms dat het dienstmeidje hem kon pakken door midden tussen de vliegende bijen te gaan staan. Op zijn 7e verjaardag koopt zijn vader voor hem een eigen bijenvolk van imker Jacob Schulze. Deze gerenommeerde imker geeft hem vervolgens op bijengebied ook onderricht.
  
'''August Freiherr von Berlepsch''' (1815 - 1877) werd geboren in 1815 in Slot Seebach ( Thüringen), waar zijn vader een boerenbedrijf had met veeteelt, fruit, en bijen.
+
Vanaf zijn 10e levensjaar gaat August uit huis om elders les te krijgen, maar overal blijft hij bezig met (zijn eigen) bijen. Zo was er bijvoorbeeld in de plaats Gotha zijn leraar Döring (een studiegenoot van zijn grootvader) die ook bijenhouder was en waar de jonge Berlepsch 6 eigen volken mocht bijzetten. Voor Döring klom August in de hoogste bomen om zwermen te scheppen. Deze leraar legde hem het complete 4e boek van [[Vergilius]]'s ''Georgica sermone latino'' uit.
  
Al op jonge leeftijd begon August's liefde voor bijen. Hij voorkwam soms dat het dienstmeidje hem kon pakken door midden tussen de vliegende bijen te gaan staan. Op zijn 7e verjaardag koopt zijn vader hem een eigen bijenvolk van een aldaar gerenommeerde imker Jacob Schulze. Deze gerenommeerde imker geeft hem vervolgens op bijengebied ook onderricht.
+
Op 5 september 1841 overlijdt de vader van August. De dan 26 jarige August neemt het bedrijf over, richt zich vooral op de bijenteelt, en aan het eind van oktober heeft August al 100 bijenkorven op slot Seebach staan. August Freiherr von Berlepsch bestudeerde daarbij alles wat er over de bijenteelt te lezen viel, probeerde van alles uit, en maakte ook veel reizen in het kader van de bijenteelt.
  
Vanaf zijn 10e levensjaar gaat de jonge Berlepsch uit huis om elders les te krijgen, maar overal blijft hij in contact met (zijn eigen) bijen. Zo was in de plaats Gotha een oude leraar (Döring, een studiegenoot van zijn grootvader) zelf een bijenhouder waar de jonge Berlepsch 6 eigen volken mocht bijzetten. Voor hem klom Berlepsch in de hoogste bomen om zwermen te scheppen. Deze leraar legde aan Berlepsch het complete 4e boek van [[Vergilius]]'s ''Georgica sermone latino'' uit.
+
Volgens von Berlepsch was het jaar 1845 een keerpunt in de bijenhouderij omdat in dat jaar het eerste bijentijdschrift ter wereld verschijnt (de ''Eichstädter Bienen-Zeitung'') en omdat in dat tijdschrift [[Dzierzon]] voor het eerst publiekelijk optreedt. Citaat van Von Berlepsch (vrij vertaald): "''In 1845 was ik waarschijnlijk degene die van alle levende bijenhouders de meeste experimenten had gedaan, maar toch was ik niet bekend geworden met de [[uitneembare ramen|beweegbare honingraten]], en ik ontbeer Dzierzon's immense scherpzinnigheid en verbazingwekkende talent voor observatie''". <ref name=punt6en7>August Freiherr von Berlepsch. Die Biene und ihre Zucht mit beweglichen Waben in Gegenden ohne Spätsommertracht. 1869 (editie 2), punten 6 en 7 uit de inleiding.</ref>
  
Op 5 september 1841 overlijdt August's  vader. De 26 jarige August neemt het bedrijf over, en aan het eind van oktober heeft August al 100 bijenkorven op slot Seebach staan. Hij richt zich vooral op de bijenteelt, bestudeerde alles wat er over de bijenteelt te lezen viel, probeerde van alles uit, en maakte ook veel reizen in het kader van de bijenteelt.
+
In 1852 en 1853 begon hij zich met de ontwikkeling van de bijenteelt in kasten bezig te houden waarbij hij de [[Dzierzonkast|achterbehandelingskast van Dzierzon]] als basis nam. Dzierzon gebruikte alleen bovenlatjes (en had daarmee uitneembare '''raten'''), maar Von Berlepsch maakte in zijn [[Berlepsch Ständerbeute|Ständerbeute]] rondom gesloten '''ramen'''. Von Berlepsch verbreedt de oortjes van de bovenlatjes met 5 mm., zodat de 1 cm. tussen de ramen open blijft. Deze ramen bleven aldus vrij van elkaar, maar de zijlatten werden wel door de bijen vastgekit aan de wanden van de kast.
  
Volgens von Berlepsch was het jaar 1845 een keerpunt in de bijenhouderij omdat in dat jaar het eerste bijentijdschrift ter wereld verschijnt (de ''Eichstädter Bienen-Zeitung'') en omdat in dat tijdschrift [[Dzierzon]] voor het eerst publiekelijk optreedt. Citaat van Von Berlepsch (vrij vertaald): "''In 1945 was ik waarschijnlijk degene die van alle levende bijenhouders de meeste experimenten had gedaan, maar toch was ik niet bekend geworden met de [[uitneembare ramen|beweegbare honingraten]], en ik ontbeer Dzierzon's immense scherpzinnigheid en verbazingwekkende talent voor observatie''". <ref>August Freiherr von Berlepsch. Die Biene und ihre Zucht mit beweglichen Waben in Gegenden ohne Spätsommertracht. 1869 (editie 2), punten 6 en 7 uit de inleiding.</ref>
+
De vondst van [[Langstroth]] (1851) om de bijenruimte ook voor de kastwanden toe te passen, zou pas naderhand tot West Europa doordringen.
 +
 
 +
De door Von Berlepsch ontwikkelde Ständerbeute heeft echter veel navolging gekregen.
 +
 
 +
[[image:Berlepsch-bijenhuis.jpg|thumb|left|350px|Von Berlepsch kon zijn achterbehandelingskasten stapelen en onderbrengen in een bijenhuis. Bovenstaand bijenhuis bood plaats aan 54 kasten en 6 korven.]]
 +
In 1853 en 1854 publiceeerde ook Von Berlepsch in de Eichstädter Bienen-Zeitung. Hierbij presenteerde hij veel bewijzen voor de tot op dat moment nog allesbehalve geaccepteerde stellingen van Dzierzon. Na de artikelen van Von Berlepsch kreeg Dzierzon ook van anderen steeds meer steun.
 +
 
 +
In 1858 doet hij het bedrijf aan zijn door hem veelgeprezen <ref name=punt6en7 /> hulp Wilhelm Günther over. Hijzelf verhuist naar het naburige Gotha en legt zich geheel op de bijenteelt toe.
 +
 
 +
Von Berlepsch heeft zich enorm beijvert om zijn kennis over te dragen; in Gotha richtte hij een stand in speciaal voor cursussen en onderricht. Uit heel Europa kwamen imkers naar Gotha om naar hem te luisteren.
 +
 
 +
Dezelfde bijenstanden beval hij aan om op scholen te plaatsen, zodat ook daar kennis en ervaring kon worden opgedaan. Zijn lijfspreuk: “zonder grondige kennis van de theorie blijft het praktisch imkeren broddelwerk” bracht hij volop in praktijk.
 +
Zijn leerboek: “Die Bienen und ihre Zucht mit beweglichen Waben im Gegenden ohne Spätsommertracht” beleefde vele herdrukken. Hij propageerde het reizen naar goede drachtgebieden, om tot een rendabele imkerij te komen en beijverde zich via wetgeving de bijen te beschermen.
 +
 
 +
De relatie tussen Von Berlepsch en Dzierzon is er een geweest vol spanningen; Dzierzon moest de ramen in de kasten van von Berlepsch niet en Von Berlepsch wees de Ligustica experimenten van Dzierzon af.
 +
 
 +
Von Berlepsch heeft maar 10 jaar kunnen genieten van zijn bijen in Gotha; in 1868 raakte hij links verlamd en moest zich terugtrekken; hij overleed in München in 1877, 62 jaar oud.
  
  
 
==Bronnen==
 
==Bronnen==
 
* August Freiherr von Berlepsch. Die Biene und ihre Zucht mit beweglichen Waben in Gegenden ohne Spätsommertracht. 1869 (editie 2)
 
* August Freiherr von Berlepsch. Die Biene und ihre Zucht mit beweglichen Waben in Gegenden ohne Spätsommertracht. 1869 (editie 2)
 +
* [http://www.bijenhouden.nl/pagina/kopstukken/Berlepsch.html Hennie Oude Essink. Kopstukken uit de imkerij: August Baron von Berlepsch]
 +
 +
  
 
==Voetnoten==
 
==Voetnoten==
 
<references />
 
<references />

Versie van 27 mrt 2010 23:39

August Freiherr von Berlepsch

August Freiherr von Berlepsch (1815 - 1877) werd geboren in 1815 in Slot Seebach ( Thüringen), waar zijn vader een boerenbedrijf had met vee, fruit, en bijen.

Al op jonge leeftijd begon August's liefde voor bijen. Zo voorkwam hij soms dat het dienstmeidje hem kon pakken door midden tussen de vliegende bijen te gaan staan. Op zijn 7e verjaardag koopt zijn vader voor hem een eigen bijenvolk van imker Jacob Schulze. Deze gerenommeerde imker geeft hem vervolgens op bijengebied ook onderricht.

Vanaf zijn 10e levensjaar gaat August uit huis om elders les te krijgen, maar overal blijft hij bezig met (zijn eigen) bijen. Zo was er bijvoorbeeld in de plaats Gotha zijn leraar Döring (een studiegenoot van zijn grootvader) die ook bijenhouder was en waar de jonge Berlepsch 6 eigen volken mocht bijzetten. Voor Döring klom August in de hoogste bomen om zwermen te scheppen. Deze leraar legde hem het complete 4e boek van Vergilius's Georgica sermone latino uit.

Op 5 september 1841 overlijdt de vader van August. De dan 26 jarige August neemt het bedrijf over, richt zich vooral op de bijenteelt, en aan het eind van oktober heeft August al 100 bijenkorven op slot Seebach staan. August Freiherr von Berlepsch bestudeerde daarbij alles wat er over de bijenteelt te lezen viel, probeerde van alles uit, en maakte ook veel reizen in het kader van de bijenteelt.

Volgens von Berlepsch was het jaar 1845 een keerpunt in de bijenhouderij omdat in dat jaar het eerste bijentijdschrift ter wereld verschijnt (de Eichstädter Bienen-Zeitung) en omdat in dat tijdschrift Dzierzon voor het eerst publiekelijk optreedt. Citaat van Von Berlepsch (vrij vertaald): "In 1845 was ik waarschijnlijk degene die van alle levende bijenhouders de meeste experimenten had gedaan, maar toch was ik niet bekend geworden met de beweegbare honingraten, en ik ontbeer Dzierzon's immense scherpzinnigheid en verbazingwekkende talent voor observatie". [1]

In 1852 en 1853 begon hij zich met de ontwikkeling van de bijenteelt in kasten bezig te houden waarbij hij de achterbehandelingskast van Dzierzon als basis nam. Dzierzon gebruikte alleen bovenlatjes (en had daarmee uitneembare raten), maar Von Berlepsch maakte in zijn Ständerbeute rondom gesloten ramen. Von Berlepsch verbreedt de oortjes van de bovenlatjes met 5 mm., zodat de 1 cm. tussen de ramen open blijft. Deze ramen bleven aldus vrij van elkaar, maar de zijlatten werden wel door de bijen vastgekit aan de wanden van de kast.

De vondst van Langstroth (1851) om de bijenruimte ook voor de kastwanden toe te passen, zou pas naderhand tot West Europa doordringen.

De door Von Berlepsch ontwikkelde Ständerbeute heeft echter veel navolging gekregen.

Von Berlepsch kon zijn achterbehandelingskasten stapelen en onderbrengen in een bijenhuis. Bovenstaand bijenhuis bood plaats aan 54 kasten en 6 korven.

In 1853 en 1854 publiceeerde ook Von Berlepsch in de Eichstädter Bienen-Zeitung. Hierbij presenteerde hij veel bewijzen voor de tot op dat moment nog allesbehalve geaccepteerde stellingen van Dzierzon. Na de artikelen van Von Berlepsch kreeg Dzierzon ook van anderen steeds meer steun.

In 1858 doet hij het bedrijf aan zijn door hem veelgeprezen [1] hulp Wilhelm Günther over. Hijzelf verhuist naar het naburige Gotha en legt zich geheel op de bijenteelt toe.

Von Berlepsch heeft zich enorm beijvert om zijn kennis over te dragen; in Gotha richtte hij een stand in speciaal voor cursussen en onderricht. Uit heel Europa kwamen imkers naar Gotha om naar hem te luisteren.

Dezelfde bijenstanden beval hij aan om op scholen te plaatsen, zodat ook daar kennis en ervaring kon worden opgedaan. Zijn lijfspreuk: “zonder grondige kennis van de theorie blijft het praktisch imkeren broddelwerk” bracht hij volop in praktijk. Zijn leerboek: “Die Bienen und ihre Zucht mit beweglichen Waben im Gegenden ohne Spätsommertracht” beleefde vele herdrukken. Hij propageerde het reizen naar goede drachtgebieden, om tot een rendabele imkerij te komen en beijverde zich via wetgeving de bijen te beschermen.

De relatie tussen Von Berlepsch en Dzierzon is er een geweest vol spanningen; Dzierzon moest de ramen in de kasten van von Berlepsch niet en Von Berlepsch wees de Ligustica experimenten van Dzierzon af.

Von Berlepsch heeft maar 10 jaar kunnen genieten van zijn bijen in Gotha; in 1868 raakte hij links verlamd en moest zich terugtrekken; hij overleed in München in 1877, 62 jaar oud.


Bronnen


Voetnoten

  1. 1,0 1,1 August Freiherr von Berlepsch. Die Biene und ihre Zucht mit beweglichen Waben in Gegenden ohne Spätsommertracht. 1869 (editie 2), punten 6 en 7 uit de inleiding.