Bestuiving: verschil tussen versies

Uit Imkerpedia
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
(Nieuwe pagina aangemaakt met 'thumb|300px|Schematische voorstelling van bestuiving Bestuiving is een belangrijke stap in de voortplanting van zaadplanten: de overdracht van...')
 
 
(6 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
[[image:Bestuiving.jpg|thumb|300px|Schematische voorstelling van bestuiving]]
+
[[image:Bestuiving.jpg|thumb|500px|Schematische voorstelling van bestuiving]]
 +
[[image:Rijdende-bijenstal-Wilfred-Muis.jpg|thumb|right|500px|De rijdende bijenstal van Wilfred Muis.]]
 
Bestuiving is een belangrijke stap in de voortplanting van zaadplanten: de overdracht van (mannelijke) stuifmeelkorrels vanaf de meeldraad naar de stempel van de stamper die toegang geven tot het vruchtbeginsel dat één of meer eicellen (vrouwelijke geslachtscel) bevat. <ref> De pagina over [http://nl.wikipedia.org/wiki/Bestuiving bestuiving op wikipedia] </ref> Zie schematische voorstelling.
 
Bestuiving is een belangrijke stap in de voortplanting van zaadplanten: de overdracht van (mannelijke) stuifmeelkorrels vanaf de meeldraad naar de stempel van de stamper die toegang geven tot het vruchtbeginsel dat één of meer eicellen (vrouwelijke geslachtscel) bevat. <ref> De pagina over [http://nl.wikipedia.org/wiki/Bestuiving bestuiving op wikipedia] </ref> Zie schematische voorstelling.
  
  
[[onze honingbij]] is een heel goede bestuiver omdat:
+
In de fruitteelt is bestuiving vooral van belang voor de vruchtzetting (niet voor de zaadvorming, tenzij men nieuwe 'rassen' wil kweken). Voor een goede vruchtzetting hebben de meeste grootfruitgewassen kruisbestuiving nodig. Kruisbestuiving betreft het bestoven worden door stuifmeel van een andere plant. Aangezien een bepaald ras in een boomgaard allemaal identieke klonen betreft (en dus feitelijk dezelfde plant zijn), is het voor kruisbestuiving dus noodzakelijk:
* ze bloemvast is, d.w.z. dat de individuele bij dezelfde soort bloemen zal blijven bevliegen zo lang er sprake is van [[nectar]] of [[stuifmeel]], ze springt niet van de ene naar de andre soort zoals bijvoorbeeld een hommel wel doet.
+
* dat er in een boomgaard meerdere rassen aanwezig zijn die elkaar in bloeitijd voldoende overlappen en elkaar daadwerkelijk kunnen bevruchten ('verdraagzaam' zijn), en/of
* ze als volk overwintert zodat er in het voorjaar direct grote aantallen van zijn.
+
* dat er gebruikt wordt gemaakt van zogeheten [[BeeBooster|BeeBoosters]].
  
  
In de fruitteelt is bestuiving nauwelijks van belang voor de zaadvorming (alleen bij het willen kweken van nieuwe rassen), maar wel voor de vruchtzetting. Voor een goede vruchtzetting hebben de meeste grootfruitgewassen kruisbestuiving nodig. Kruisbestuiving betreft het bestoven worden door stuifmeel van een andere plant. Aangezien een bepaald ras in een boomgaard allemaal identieke klonen betreft (en dus feitelijk dezelfde plant zijn), is het voor kruisbestuiving dus noodzakelijk dat er in een boomgaard meerdere rassen aanwezig zijn die elkaar in bloeitijd voldoende overlappen en elkaar daadwerkelijk kunnen bevruchten ('verdraagzaam' zijn).
+
Volgens [http://www.bijen.wur.nl/ Bijen@wur] wordt ingeveer 16% van de bestuiving door bijen verricht.  Oftewel bij 'slechts' zo'n 40.000 plantensoorten. Met 'bijen' wordt hier niet alleen de sociale honingbij ([[Apis]]) bedoeld, maar ook de solitaire bijen en de hommels.
  
  
Ook zonder de inzet van bijenvolken geven appel en peer wel goede oogsten (vanwege bestuiving door andere bestuivers en windbestuiving). De meeste telers van appel en peer zien het plaatsen van bestuivingsvolken dan ook meer als een verzekeringspremie voor het geval de 'natuurlijke' bestuiving het zoulaten afweten. <ref>Christ Smeekens, secretaris NBV-commissie Bestuiving. Fruitteelt en gewasbescherming. ''bijen''houden, maart 2010</ref> <ref> Henk van der Scheer. Over de bijtjes op de bloemetjes bij grootfruit. ''bijen''houden, maart 2010</ref>
+
[[onze honingbij]] is een heel goede bestuiver omdat:
 +
* ze [[bloemvast]] is,
 +
* ze als volk overwintert zodat er in het voorjaar direct grote aantallen honingbijen zijn.
 +
** Hommelkoninginnen overwinteren solitair en starten dan zelfstandig een nieuw hommelvolkje. Voordat dat enige omvang heeft kost tijd. Met behulp van kunstmatige omstandigheden en door bijenvolken gehaald stuifmeel slagen hommeltelers er echter in om ook in het vroege voorjaar al grotere hommelvolkjes aan te kunnen bieden voor de bestuiving.
 +
 
 +
 
 +
Ook zonder de inzet van bijenvolken geven appel en peer wel goede oogsten (vanwege bestuiving door andere bestuivers en windbestuiving). De meeste telers van appel en peer zien het plaatsen van bestuivingsvolken dan ook meer als een verzekeringspremie voor het geval de 'natuurlijke' bestuiving het zou laten afweten. <ref>Christ Smeekens, secretaris NBV-commissie Bestuiving. Fruitteelt en gewasbescherming. ''bijen''houden, maart 2010</ref> <ref> Henk van der Scheer. Over de bijtjes op de bloemetjes bij grootfruit. ''bijen''houden, maart 2010</ref>
  
  
Regel 39: Regel 46:
  
 
Als bijenvolken op het fruit worden gezet dan is het niet nodig dat de fruitteler alle [[paardenbloem|paardenbloemen]] uit de boomgaard haalt aangezien deze vooral in de ochtend wordt bevlogen en het fruit vooral in de middag wordt bevlogen. <ref>19e rassenlijst, voor groot-fruitgewassen 1999, [http://www.appelcollecties.nl/download/rl19.pdf PDF] </ref>
 
Als bijenvolken op het fruit worden gezet dan is het niet nodig dat de fruitteler alle [[paardenbloem|paardenbloemen]] uit de boomgaard haalt aangezien deze vooral in de ochtend wordt bevlogen en het fruit vooral in de middag wordt bevlogen. <ref>19e rassenlijst, voor groot-fruitgewassen 1999, [http://www.appelcollecties.nl/download/rl19.pdf PDF] </ref>
 
  
 
==Voetnoten==
 
==Voetnoten==
 
<references />
 
<references />

Huidige versie van 29 okt 2011 om 11:53

Schematische voorstelling van bestuiving
De rijdende bijenstal van Wilfred Muis.

Bestuiving is een belangrijke stap in de voortplanting van zaadplanten: de overdracht van (mannelijke) stuifmeelkorrels vanaf de meeldraad naar de stempel van de stamper die toegang geven tot het vruchtbeginsel dat één of meer eicellen (vrouwelijke geslachtscel) bevat. [1] Zie schematische voorstelling.


In de fruitteelt is bestuiving vooral van belang voor de vruchtzetting (niet voor de zaadvorming, tenzij men nieuwe 'rassen' wil kweken). Voor een goede vruchtzetting hebben de meeste grootfruitgewassen kruisbestuiving nodig. Kruisbestuiving betreft het bestoven worden door stuifmeel van een andere plant. Aangezien een bepaald ras in een boomgaard allemaal identieke klonen betreft (en dus feitelijk dezelfde plant zijn), is het voor kruisbestuiving dus noodzakelijk:

  • dat er in een boomgaard meerdere rassen aanwezig zijn die elkaar in bloeitijd voldoende overlappen en elkaar daadwerkelijk kunnen bevruchten ('verdraagzaam' zijn), en/of
  • dat er gebruikt wordt gemaakt van zogeheten BeeBoosters.


Volgens Bijen@wur wordt ingeveer 16% van de bestuiving door bijen verricht. Oftewel bij 'slechts' zo'n 40.000 plantensoorten. Met 'bijen' wordt hier niet alleen de sociale honingbij (Apis) bedoeld, maar ook de solitaire bijen en de hommels.


onze honingbij is een heel goede bestuiver omdat:

  • ze bloemvast is,
  • ze als volk overwintert zodat er in het voorjaar direct grote aantallen honingbijen zijn.
    • Hommelkoninginnen overwinteren solitair en starten dan zelfstandig een nieuw hommelvolkje. Voordat dat enige omvang heeft kost tijd. Met behulp van kunstmatige omstandigheden en door bijenvolken gehaald stuifmeel slagen hommeltelers er echter in om ook in het vroege voorjaar al grotere hommelvolkjes aan te kunnen bieden voor de bestuiving.


Ook zonder de inzet van bijenvolken geven appel en peer wel goede oogsten (vanwege bestuiving door andere bestuivers en windbestuiving). De meeste telers van appel en peer zien het plaatsen van bestuivingsvolken dan ook meer als een verzekeringspremie voor het geval de 'natuurlijke' bestuiving het zou laten afweten. [2] [3]


Aantal volken per hectare: [4]

Appel en peer: 2
Pruim en kers: 4-6
Bessen m.n. blauwe bes: 4-6
Braam en framboos: 2
Aardbei: 2
Courgette: 3
Zaadteelt 2-5


Als bijenvolken op het fruit worden gezet dan is het niet nodig dat de fruitteler alle paardenbloemen uit de boomgaard haalt aangezien deze vooral in de ochtend wordt bevlogen en het fruit vooral in de middag wordt bevlogen. [5]

Voetnoten

  1. De pagina over bestuiving op wikipedia
  2. Christ Smeekens, secretaris NBV-commissie Bestuiving. Fruitteelt en gewasbescherming. bijenhouden, maart 2010
  3. Henk van der Scheer. Over de bijtjes op de bloemetjes bij grootfruit. bijenhouden, maart 2010
  4. Christ Smeekens, commissie Bestuiving van de NBV. Richtlijen voor het plaaatsen van bijenvolken voor bestuiving. bijenhouden, maart 2010
  5. 19e rassenlijst, voor groot-fruitgewassen 1999, PDF