Bouwraammethode

Uit Imkerpedia
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Hier een kast met een controleraam zonder lijst.

Introductie

De bouwraammethode is ontwikkeld door Julius Paschke die er in 1937 een boek over publiceerde. Julius Paschek was in zijn tijd een bekende bijenteler die ook bekend was vanwege zijn bijenkast (de Paschke Beute) en andere bijdragen aan de bijenteelt (zo is ook het afstandsnopje in de vorm van een metalen beugeltje, van zijn hand).


De bouwraammethode gaat uit van bijenkasten in koudbouw die zodanig zijn aangepast dat er achterin, bij voorkeur in een uitneembare en omdraaibare lijst, een klein bouwraampje in warmbouw kan worden geplaatst. Dit uiteraard zodanig dat er rekening wordt gehouden met de bijenruimte.

De lijst is aan de de kant van het bijenvolk open, maar heeft aan de buitenkant een kijkvenster waardoor de imker het volk kan controleren zonder dat de kast hoeft te worden geopend. Het bouwraam functioneert zo dus als controleraam. Om verwarring met andere toepassingen van het bouwraam (zoals bij de darrenraatmethode) te voorkomen, spreken we vanaf nu over het controleraam.

Als het controleraam in een lijst zit dan kan deze in de winter worden gedraaid zodat het kijkvenster aan de kant van het bijenvolk komt. De ruimte waarin normaal het controleraam zit wordt dan gevuld met isolerend materiaal. Je kunt het lijstje ook zomer en winter gelijk houden, zodat er ook in de winter een controleraam in het volk zit, maar dan in de winter aan de kant van het kijkverster wel goede isolerende maatregelen nemen.


Op grond van wat de imker door het kijkvenster ziet, aangevuld met hetgeen de imker bij het vlieggat en op de lade ziet, neemt de imker actie. Om de controle-functie te handhaven zal de imker in het hoogseizoen waarschijnlijk om de week het uitgebouwde controleraampje moeten vervangen door een leeg controleraampje. Daarnaast kan de imker ook gemakkelijk aan eventuele bezoekers een blik in de bijenkast gunnen.


De bouwraammethode van Paschke heeft navolging gehad in de duitstalige landen, en ook in Frankrijk. In 1973 werd daar nog "Le cadre témoin" van de hand van de dochter van Paschke gepubliceerd.


In de Lage landen wordt deze methode tot nog toe nauwelijks toegepast.


Filmpje

In onderstaand filmpje zie je een controleraam ingebouwd in een Dadantkast. <VideoFlv>/movies/bouwraammethode.flv</VideoFlv>


Waarnemingen en acties

In onderdeel G. van het boek "Bij het vlieggat" van H.Storch vind je een opsomming van mogelijke waarnemingen aan het controleraam en de conclusies / acties die je daaraan kunt verbinden.

Hierop aanvullend de volgende aanwijzingen:

  • Winter (wintertros):
    • geen bijen op het raampje te bespeuren. Prima.
  • Februari:
    • de bijen eten van het voedsel van het controleraampje, maar dat is dan waarschijnlijk de laatste voorraad in de kast: de kast even aan de achterkant optillen om ook aan het gewicht te constateren of er bijgevoederd moet worden.
    • er is condensatiedamp op het doorkijkglas dus is er waarschijnlijk teveel vocht en een slechte ventilatie in de bijen woning: dit verbeteren.
  • Maart: in de (eventueel eerst uit de winterstand om te keren) lijst het eerste lege controleraampje van het nieuwe seizoen plaatsen. Een volk op 2 broedkamers, de onderste broedkamer afnemen (da's goed voor de jaarlijkse raatverversing).
    • het doorkijkglas is besmeurd met uitwerpselen: het volk is besmet met nosema: ingrijpen.
  • April/Mei: regelmatig het uitgebouwde controleraampje vervangen. Op tijd weer een extra broedkamer plaatsen.
    • werkstercellen: Prima. De darrencellen zijn blijkbaar nog tegen het broednest aangebouwd, er is nog geen zwermneiging.
    • darrencellen: het volk heeft inmiddels enige omvang; vanaf nu worden in het controleraampje telkens opnieuw darrencellen aangezet. De bouw van darrencellen is een zwermteken, dus oppassen geblazen,
    • Er zitten veel bijen op het controleraam en de cellen worden gevuld met nectar: honingkamer op het volk plaatsen.
    • geen of weinig opbouw: er is iets niet goed. In de kast de status van het volk verder onderzoeken. Heeft het broednest wel een regelmatige eierleg? Moet het volk bij het broednest ruimte krijgen? Moet de volksontwikkeling worden gestimuleerd door een à twee dm2 tegen het broednest gelegen voorraad te ontzegelen of eventueel bij te voederen?
    • als de koningin eitjes in het controleraam legt dan moet je dringend het broednest uitbreiden;
  • Juni: zwermmaand
    • speeldoppen of moerdoppen op het controleraam: zwermneiging
    • met honing gevulde cellen worden niet verzegeld: zwermneiging
    • de bijen zijn gestopt met bouwen en hangen doelloos rond: zwermneiging.
    • er is overbevolking, de bijen zitten in trossen bij elkaar klissen: ruimtegebrek.
  • Juli: De zomerdracht (o.a. linde) is nu volop in bloei.
    • als het controleraampje met nectar wordt gevuld, dan kan jet het volledig laten verzegelen, zo oogst je lekkere raathoning. Misschien een (extra) honingkamer plaatsen?
    • De bijen lopen doelloos en zoekend op het controleraampje rond en zijn zeer onrustig: onderzoek of er nog een koningin in het volk zit.
  • Augustus: het controleraampje zal nauwelijks nog (verder) worden uitgebouwd.
    • De darren verschuilen zich achter het controleraampje en worden achtervolgd door de werksters: de darrenslacht.
    • Tijdens het verkrijgen van de wintervoeding zullen de bijen het controleraampje wellicht nog een keer opbouwen. Zodra de bijen de cellen van het controleraam verzegelen, is het volk verzadigd.


Literatuur

  • Julius Paschke. Der Baurahmenimker. Leipziger Bienenzeitung, Leipzig 1937
  • C. Behets. Het bouwraam van Paschke. Maandblad van de Vlaamse Imkerbond. 2003 (jaargang 89), januari.