Broedstoof: verschil tussen versies
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Regel 1: | Regel 1: | ||
− | [[image:Broedstoof.jpg|thumb|right|300px| | + | [[image:Broedstoof.jpg|thumb|right|300px|Moerdoppen in [[uitloopkooitje|uitloopkooitjes]] in een broedstoof.]] |
− | Een broedstoof wordt gebruikt bij de [[koninginnenteelt middels overlarven]]. | + | Een '''broedstoof''' wordt gebruikt bij de [[koninginnenteelt middels overlarven]]. |
− | De | + | De [[Koninginnenteeltdoppen]] worden dan zodra ze gesloten zijn (6 dagen na het [[overlarven]]) uit het [[pleegvolk]] gehaald en in de broedstoof geplaatst waar de larven zich kunnen [[pop|verpoppen]] bij een temperatuur van 35 graden Celsius. |
Door het gebruik van een broedstoof hoeft een pleegvolk niet in verwarring te geraken zodra de jongen koninginnen (7 dagen na het sluiten van de doppen) uitlopen. | Door het gebruik van een broedstoof hoeft een pleegvolk niet in verwarring te geraken zodra de jongen koninginnen (7 dagen na het sluiten van de doppen) uitlopen. | ||
− | Het vervoer naar de broedstoof moet zeer voorzichtig gebeuren, zonder stoten. De larven kunnen makkelijk losraken van het voedersap als ze zich in de dop aan het strekken zijn. | + | Het vervoer naar de broedstoof moet zeer voorzichtig gebeuren, zonder stoten. De larven kunnen makkelijk losraken van het [[Koninginnegelei|voedersap]] als ze zich in de dop aan het strekken zijn. |
De luchtvochtigheid in een broedstoof moet op zo'n 55% relatief gehouden worden. | De luchtvochtigheid in een broedstoof moet op zo'n 55% relatief gehouden worden. |
Versie van 18 jun 2010 08:18
Een broedstoof wordt gebruikt bij de koninginnenteelt middels overlarven.
De Koninginnenteeltdoppen worden dan zodra ze gesloten zijn (6 dagen na het overlarven) uit het pleegvolk gehaald en in de broedstoof geplaatst waar de larven zich kunnen verpoppen bij een temperatuur van 35 graden Celsius.
Door het gebruik van een broedstoof hoeft een pleegvolk niet in verwarring te geraken zodra de jongen koninginnen (7 dagen na het sluiten van de doppen) uitlopen.
Het vervoer naar de broedstoof moet zeer voorzichtig gebeuren, zonder stoten. De larven kunnen makkelijk losraken van het voedersap als ze zich in de dop aan het strekken zijn.
De luchtvochtigheid in een broedstoof moet op zo'n 55% relatief gehouden worden.