Charles Dadant

Uit Imkerpedia
Versie door Jeroenvt (overleg | bijdragen) op 25 mrt 2009 om 15:35 (Nieuwe pagina aangemaakt met 'Charles Dadant (1817 - 1902) Dadant Sinds Langstroth in 1851 de bijenruimte vond, kregen een aantal grote imkerbedrijven in de Verenigde Staten de kans hun o...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Charles Dadant (1817 - 1902)

Dadant

Sinds Langstroth in 1851 de bijenruimte vond, kregen een aantal grote imkerbedrijven in de Verenigde Staten de kans hun ondernemingen tot een groot succes te maken zowel commercieel als op het gebied van de bijenhouderij. Langstroth maakte een begin met wat wij noemen "De Nieuwe Bijenteelt". Vijf Grote bedrijven verspreidden zich over de Ver.Staten: Langstroth & zn; M.Quinby; Otis; King; Dadant & zn. Het eerste grote commerciële imkerijbedrijf werd opgericht door Mozes Quinby, die al sinds 1830 de grootste producent van raathoning was; hij imkerde met een eigen kast die ge’nspireerd was op de kast in boekvorm van Huber; hij heeft dit lang volgehouden en pas in 1890 stapte hij op de Langstroth kast over, met een kleine variant in de raampjesmaat. langstroth raat Met de kasten die voor Langstroth in gebruik waren kon men eigenlijk alleen raathoning winnen. Pas sinds het mogelijk werd de honingramen vrij van vastkitten te krijgen, werd het ook mogelijk slingerhoning te produceren. De uitvinding van de honingslinger in 1865 deed de rest. De markt voor de slingerhoning werd sinds 1870 veroverd door Dadant & Zn die met 600 volken een productie had van 20.000 kg.

Langstroth en Dadant staan aan de wieg van de moderne imkerij; zij maakten de imkerij in Amerika groot en hadden - en hebben nog steeds - een enorme invloed op het imkeren in Europa en overal elders. In zijn tragische leven sleepte Langstroth ook het bedrijf dat hij met zijn zoon oprichtte,, Langstroth & zoon, mee in de ondergang; de erfenis ging naar de firma Dadant. zie langstroth Dadant

Charles Dadant, de oervader van de bijenfamilie, is een Fransman van geboorte. In zijn jonge jaren reisde hij in Frankrijk rond als vertegenwoordiger van een lakenhandelaar; later begon hij zelfstandig een bedrijf; hij trouwde de dochter van een leerlooier en de handel zit de familie nog steeds in het bloed. Sinds 1849 vat Charles enige belangstelling voor bijen op maar daar is het bij gebleven. In 1851 wordt zijn zoon Camille geboren, die later samen met zijn vader het imkerbedrijf tot een groot succes zal maken. In 1863 vertrekken vader en zoon op politieke gronden naar de Ver. Staten en Charles begint er een wijnbouwbedrijf in Hammilton (Illinois). Lang duurde dit beroep niet; vader en zoon maakten kennis met Mozes Quinby, die hen prikkelde om de apicultuur in te gaan. In Hammilton bouwden zij een bijenstal en toen de burgeroorlog voorbij was (1866) trok Camille met 9 volken de Mississipi over en begon een grootse handel in was , slingerhoning en honing in raatsecties. kaars De 600 volken die Dadant&zn in 1875 had, leverde ook een grote hoeveelheid was op; het bedrijf werd de grootste kunstraatproducent ; daarnaast produceerden zij waskaarsen, waarvan de kerken in die jaren grote afnemers waren.

ligustica

Een enorme bijdrage heeft Dadant geleverd aan de introductie van de Ligustica in Amerika. Langstroth kende de bij door zijn contacten met Dzierzon; menige scheepszending Ligustica volken hadden evenwel de overtocht over de oceaan niet overleefd. Dadant verbeterde de leefomstandigheden voor de volken op zee door eenvoudig geen water mee te geven. Van zijn eerste aankoop van 350 volken overleefden er 69; later zullen nagenoeg alle aankopen overleven. Andere importeurs van Ligustica´s moesten weldra hun pogingen opgeven en kochten voortaan hun moeren bij Dadant, tegen vooruitbetaling! Vaak werden moeren niet geleverd of kwamen alsnog dood aan; reclameren hielp niet: voor beantwoording had de firma Dadant&zn geen tijd. Nog later werden de z.g. 10-$ moeren per vliegtuig verscheept en zo vonden miljoenen ligustica´s haar weg naar de Ver.Staten en Canada tot een importverbod wegens de tracheeënmijt er een einde aan maakte (1912). De Dadantkast Langstroth introduceerde als raammaat voor zijn Langstroth kast: 45 x 23.2 cm.; Quinby koos voor een grotere diepte: 45 x 28,5. Dadant verbeterde de Quinbykast en koos voor 46 x 27 cm.; de elfraamskast is bedoeld voor grote volken die op een grote honingproductie worden ingezet. De kast is nog steeds overal bekend en onderging eveneens veel wijzigingen. Al in 1874 bouwde de Zwitser Johann Blatt een grote bijenhal met 300 volken. Hij verbeterde de kast en nam als maat 43,5 x 30 : de Dadant-Blatt kast. Weer later ontstaat de gemodificeerd Dadant 44,8 x 28,5. Broeder Adam koos in 1925 voor een 12 raams Dadantkast. In 1874 schreef Charles zijn "Kleine leidraad voor de bijenteelt" ; Op aanraden en dringend verzoek van Langstroth neemt Dadant de verdere uitgaven en bewerkingen van het beroemde boek van Langstroth –The hive and the honeybee” over. Charles vertaalde het boek in het Frans. Zoon Camille nam in 1912 het door Samuel Wagner opgezette American Bee Journal over; de familie voert er nog steeds de redactie van. Dadant Pentekening van de pionier van het Dadant-imkersbedrijf; Charles Dadant

De fa. Dadant&zn bestaat nu 140 jaar en is aan de vijfde Dadantgeneratie toe; de wasproductie is nog steeds een van de voornaamste bedrijfsonderdelen.

Dadant & Sons Inc