Doppen breken

Op de 13e dag nadat een (gedeelte van een) volk moerloos is geworden (zoals bij het maken van een kunstzwerm) moeten er doppen worden gebroken.

Bij kleine volkjes hoef je meestal geen doppen te breken. Door hun minimale grootte wil het volkje zich niet splitsen en zal het na de eerste uitgelopen jonge moer de overige doppen zelf uitbreken. Een alternatief voor de ellende van het doppen breken is het toepassen van een ander type kunstzwerm, de koninginneaflegger. Ook bij de koninginnenteelt middels overlarven is er geen sprake meer van doppen breken.

Werkwijze

De kast wordt tegen de namiddag en vroege avond geopend, en raampje voor raampje zal aan beide kanten moeten worden gekeken of er (afhankelijk van de toegepaste imkermethode) moerdoppen of redcellen zijn. Deze worden dan of losgehaald zodat de koningin gedwongen wordt in het volk te lopen of ze worden uitgesneden en aldus verwijderd. Het is dus mogelijk meerdere jonge koninginnen in een volk te laten lopen. Door het late tijdstip zullen er geen zwermen afkomen en gedurende de nacht zullen de koninginnen onderling uitmaken wie de moer van het volk wordt. Er blijft er dus uiteindelijk toch maar één over!

Maar wat als je op de 13e dag niet kunt?

• Dan kun je een andere dag kiezen afhankelijk van het weer:
  • als het weer het toestaat (d.w.z. slecht regenachtig weer) dan kun je ook op de 14e of 15e dag de doppen nog breken.
  • als de weersvoorspelling echter juist mooi weer aangeeft, dan mag je ook op de 12e dag doppen breken, maar dan zullen er minder jonge moeren rijp zijn.
• Dan zet je het volk op één dop:
  • Op de 9e of 1Oe dag ga je doppen breken (zijn dan allemaal gesloten), op één (mooi exemplaar) na. Je loopt dan natuurlijk het risico dat je een verkeerde keuze hebt gemaakt (en dat er wat met de moer aan de hand is), maar in de praktijk gaat het meestal goed.
• Je volgt de methode van der Palen