Eicontrole

Uit Imkerpedia
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Bij de eicontrole controleren de werkbijen de eitjes:

  • Op levensvatbaarheid.
    • Eitjes met een te lage levensvatbaarheid worden meestal al binnen een paar uur verwijderd (vooral opgegeten).
  • Op diploïde darren.
    • Ook eitjes die zouden leiden tot diploïde darren worden direct geruimd.
  • Op eitjes van eierleggende werksters.
    • In een normaal functionerend volk worden meestal ook de eitjes van eventuele eierleggende werksters verwijderd. In een normaal functionerend volk komen deze eitjes namelijk niet alleen weinig voor, ze zijn bovendien (door de onderdrukte eierstokken van de betreffende werkbijen) van een slechtere kwaliteit dan de eitjes voortkomende uit de eierstokken van de koningin.
    • In een volk zonder koningin en zonder broed worden de eierstokken van de werkbijen niet meer onderdrukt. Hierdoor wordt niet alleen de hoeveelheid, maar ook de de kwaliteit van de eierleggende-werkster-eitjes groter. Er komen er dan veel meer door de eicontrole.


Worker policing

Het door de werkbijen verwijderen van de eitjes van andere werkbijen is in eerste instantie onder de engelstalige term 'worker policing' bekend geworden, en komt ook voor bij andere eusociale soorten van de orde van de vliesvleugelen (hymenoptera) (zoals mieren en eusociale wespen).

De term 'policing' komt daarbij voort uit de veronderstelling dat dit gedrag vooral een zoektocht is naar "illegale" (niet door de koningin gelegde) eitjes, met als veronderstelde (evolutionair ontstane) doelstelling: het bevoordelen van de eitjes waarmee de werkbij de grootste genetische overeenkomst heeft. Zo zouden de verschillende halfzustergroepen (werkbijen met dezelfde vader) ook vooral elkaars (en niet de eigen) eitjes verwijderen.

Echter, als je een raam met zowel onbevruchte eitjes van de koningin als van eierleggende werksters in een ander volk hangt, dan worden ook in dat andere volk vooral de eitjes van de werksters verwijdert[1]. Aldus kan worden geconcludeerd dat de mate van genetische relatie niet door de bijen kan worden waargenomen, en dat dit dus niet regelrecht de basis van 'worker policing' kan zijn.

Als alternatieve verklaring wordt sindsdien uitgegaan van andere door de werkbijen waargenomen kenmerken. Een belangrijke kandidaat is daarbij het eimarkeringsferomoon dat door de koningin aan haar eitjes wordt meegegeven. Onderzoek - naar de rol van dat feromoon bij het verwijderen van eitjes - levert echter geen eenduidige resultaten op[2].


Niet genetische verwantschap, maar de levensvatbaarheid van eitjes

In 2002 vonden Hayo Velthuis e.a.[3] dat in een broedmachine (op 35 °Celsius, 50% relatieve vochtigheid, en zonder de aanwezigheid van verwijderende werksters) de overleving van door werksters gelegde eitjes (uit normaal functionerende volken) veel kleiner is dan die van eitjes van de betreffende koningin. Dit resultaat is een sterke aanwijzing dat het door werksters verwijderen van door eierleggende werksters gelegde eitjes vooral wordt veroorzaakt door de matige levensvatbaarheid van die eitjes. Deze verklaring ondergraaft uiteraard de op basis van genetische overenkomst uitgevoerde 'worker policing'. In 2004 komt ook Sugden[4] tot dit oordeel. Vandaar dat het begrip 'Worker policing' op Imkerpedia is vervangen door het (neutralere) begrip 'eicontrole'.


Voetnoten

  1. F.L.W.Ratnieks, P.K.Visscher P. Worker policing in the honeybee. Nature (London) (342, 1989), blz. 796–797.
  2. Raghavendra Gadagkar. Why do honey bee workers destroy each other’s eggs? Journal of Biosciences, Vol.29, september 2004, blz. 213-217.
  3. H.H.W.Velthuis, D.de Aroujo Alves, V.Imperatriz-Fonseca, M.J.Duchateau. Worker bees and the fate of their eggs. Proc. Exp. Appl. Entomol. NEV Amsterdam 13, blz.97–102.
  4. A.M.Sugden. Long Live the Queen’s Eggs. Science 304, blz.1719.