Gerstungkast
Omschrijving
De Gerstungkast (Gerstungbeute) is de latere naam van wat eerder de Thüringerkast (Thüringer Beute) heette. De Gerstingbeute werd ontwikkeld door Pfarrer (predikant) Ferdinand Gerstung (1860 - 1925), en was toen groter dan alle andere bijenkasten.
Gerstung ontwikkelde deze kast omdat hij van mening was dat de toendertijd door Dzierzon gepromote achterbehandelingskasten geen recht aan de bijen deden.
Gerstung voorzag zijn Thüringer Ständerbeute van een grote broedkamer, 12 broedramen in Warme bouw met een afmeting van 25 breed bij 40cm hoog, met daarboven een honingkamer met 11 ramen van 25 cm breed bij 20 cm hoog. De voorwand is dubbel. Kast uit 1 stuk, dus geen losse bodem.
Afstandsregeling: afstandsbeugeltjes aan de rechterzijlat op de voorkant, aan de linkerzijlat op de achterkant. Achter afgesloten door ruit in lijst, stromat en los deksel.
Honingzolder enkelwandig, valt in de broedkamer en kan dus in regenen. Honingzolder alleen boven behandelbaar. Broedkamer boven en achter.
Aldus kwam Gerstung in de broedkamer tot grootte-verhoudingen die overeenkwamen met die van Langstroth alleen de hoogte en breedte andersom.
Toen Gerstung van de amerikaanse maten vernam kantelde hij het ontwerp van zijn broedraam en deed hij daarin ramen van 25 cm hoog en 40 cm breed in koude bouw. De honingkamer paste hij overeenkomstig aan. Aldus introduceerde hij dergelijke bovenbehandelingskasten in Duitsland.
Gerstung noemde deze bovenbehandelingskast verrassend een Lagerbeute omdat de broedramen veel breder dan hoog zijn. Dit was een denkfout, want ook in zijn eigen definitie is een Lagerbeute een kast waarin de broed- en honingramen achter elkaar staan (in plaat van bovenop elkaar).
Deze kasten zijn, gezien onderstaand verslag uit 1909, ook in Nederland gebruikt [1]:
De Thüringer Kast.
Van de kasten die ik, tijdens mijn stand modelstal, nu leerstal, heb gehad, kan ik den heer te Velthuis mededeelen, dat de Thüringer kast mij goed voldoet, hoewel ik uit de opzetkast nog nooit honig heb geoogst.
Sterke volken kan men er in overwinteren; het zwermen kan men er in tegengaan, door ze elke week na te zien. Kunstzwermen kan men er gemakkelijk afnemen, even zoo goed als een zwerm uit een strookorf afjagen.
Ramen met honig kan men er uit nemen, ledigen en weder inhangen.
Volle bladen kunstraat ging bij mij niet zoo goed, als een klein strookje in het begin.
De ramen vind ik wel wat groot, in plaats van 40 cm had ik ze liever 30 cm. lang.
Had men zoo 6 of 8 kasten, dan kon men ze netjes tegen elkander plaatsen, dat gaat beter dan met 1 of 2.
Zie ook de Hollandsche magazijnkast van de heer Beil.
Datering
1900
Voorkomen
Duitsland, maar ook in ons land.
Voetnoten
- ↑ A. Hartkamp, in het tijdschrift 'Bijenteelt" november 1909