Het huisvesten van een zwerm
Na het scheppen van een zwerm kun je die zwerm nog dezelfde avond of de volgende ochtend het volk in een kast storten of erin laten lopen. Als het al donker is verdient de volgende ochtend de voorkeur.
Ben je bang dat de koningin de kast niet meteen accepteert hang er dan naast het kunstraat enkele uitgebouwde ramen in. Die uitgebouwde ramen moeten (ter voorkoning van de overdracht van allerlei ziektes) lieft nimmer bebebroed zijn geweest.
De eerste dag kun je ook een stukje moerrooster voor de ingang doen zodat de de koningin (en daarmee de zwerm) niet weg kan. Doe dit nooit langer dan één dag want is het een jonge koningin dan zal deze de eerste 3 weken regelmatig op bruidsvlucht gaan om te paren.
Je doet pas na een dag of drie voer in de kast. Doe je dit eerder, dan loop je een grote kans dat de zwerm (met nieuwe voorraad) weer vertrekt. Niet te veel voeren om te voorkomen dat een voorzwerm in juli nog eens gaat zwermen. Al dan niet voeren hang uiteraard af van de beschikbare dracht.
Als je een voorzwerm schept (die al na een paar dagen eitjes heeft), dan moet je na een paar dagen ter bestrijding van de varroa benevelen met oxaalzuuroplossing en als je een nazwerm schept, dan kun je twee weken wachten, totdat het moertje net aan de leg is.
Hang bij voorzwermen desnoods na een tijdje een leeg raampje voor de darrenraat. Als je deze dan verwijdert zodra het gesloten is beheers je de varroapopulatie en vertraag je de zwermdrift. Bij nazwermen is het gevaar van opnieuw zwermen veel kleiner, maar toch kan het uitnemen van darrenraat ook daar zinvol zijn.
Na drie weken vindt je in een voorzwerm al een flink broednest. Bij een nazwerm zal de jonge koningin dan pas net beginnen met het leggen van eieren, als je die vindt dan is het goed, na enkele weken zul je ook in zo'n nazwerm dan een aardig broednest vinden. Schep je een grote zwerm (meestal in mei) dan is de kans dat je een voorzwerm hebt erg groot de kleinere (meestal in juni) zijn meestal nazwermen.