Honingmaag

Uit Imkerpedia
Versie door Albert Stoter (overleg | bijdragen) op 22 jan 2012 om 21:46
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
De honingmaag (heeft een doorzichtige wand), het honingventiel en de middendarm.

De honingmaag van onze honingbij:

  • dient vooral als tijdelijke opslagruimte voor nectar, honingdauw, honing, of water;
    • de haalbij haalt nectar, honingdauw of water op om ze vervolgens weer bij de bijenwoning af te leveren; alleen als ze onderweg wat voedsel nodig heeft zal het in de honingmaag uitstulpende honingventiel een beetje van het voedsel doorlaten tot de middendarm;
    • de honingmaag dient alleen in geval van een bijenzwerm als tijdelijke opslag van honing (voor de overbrugging van zo'n 3 dagen);
  • heeft een inhoud tot zo'n 60 µl;
    • als de honingmaag vol zit dan wordt het achterlijf langer en ook minder buigzaam, de segmenten schuiven dan iets uit elkaar; een werkbij met een volle honingmaag kan mnder goed steken;
  • zit in het achterlijf;
    • zodra de slokdarm in het achterlijf uitmondt verbreedt de slokdarm zich. Deze verbreding is de honingmaag (zie ook de anatomie van onze honingbij);
  • bevat zo'n 13 soorten goede bacteriën,
  • maakt kronkelende en pulserende bewegingen,
    • hierdoor blijven de kleine deeltjes in de nectar (zoals bijvoorbeeld stuifmeel) voortdurend gelijk over de gehele inhoud van de honingmaag verdeeld; dit helpt het honingventiel om deze deeltjes uit de honingmaag te kunnen zeven (om het vervolgens aan de middendarm door te geven),
  • is bij de werkbijen beter ontwikkeld dan bij de darren en de koningin,
  • kun je nauwelijks een echte maag noemen,
    • indien de haalbij nectar of honingdauw heeft gehaald dan voegt ze daar direct al (vanuit verschillende speekselklieren in de kop en het borststuk van de bij) de eerste enzymen aan toe. Zowel in de slokdarm als uiteindelijk in de honingmaag vindt dan een omzetting (genaamd inversie) plaats van complexere tot enkelvoudige suikers. Het overgrote deel van de (latere) vertering door en voor de betreffende honingbij vind echter plaats in de middendarm.


Het fourageerferomoon wordt bij de haalbij zowel aangetroffen in de honingmaag als op de "huid", maar waarschijnlijk wordt het geproduceerd in de honingmaag.