Koninginnenteelt: verschil tussen versies

Uit Imkerpedia
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Regel 19: Regel 19:
  
  
Een koningin uit een redcel is daarom ook vaak kleiner omdat zo'n larfje in het begin vaak nog niet voldoende koninginnegelei heeft gehad. Zo’n redcel moer is daarom vaak ook kwalitatief minder (bijvoorbeld eerder darrenbroedig).
+
Een koningin uit een redcel is daarom ook vaak kleiner omdat zo'n larfje in het begin vaak nog niet voldoende koninginnegelei heeft gehad. De bijen zullen namelijk ook van al oudere larfjes koninginnen maken omdat er dan sneller een nieuwe koningin is. Zo’n redcel moer is daarom vaak ook kwalitatief minder (bijvoorbeeld eerder darrenbroedig).
  
  
Regel 25: Regel 25:
  
  
Deze doelstelling wordt bereikt door het verplaatsen (overlarven) van 1e dags larfjes naar kunstmatige moercellen ([[koninginnenteeltdopjes]]) die vervolgens naar een eveneens kunstmatige gecreëerde situatie met een overdaad aan voedsterbijen wordt gebracht (te weten de [[starter]]).
+
Deze doelstelling wordt bereikt door het verplaatsen ([[overlarven]]) van 1e dags larfjes naar kunstmatige moercellen ([[koninginnenteeltdopjes]]) die vervolgens naar een eveneens kunstmatige gecreëerde situatie met een overdaad aan voedsterbijen wordt gebracht (te weten de [[starter]]).
  
  
Regel 39: Regel 39:
 
* voorafgaand aan het overlarven '''kun''' je de [[koninginnenteeltdoppen]] door de bijen laten schoonmaken
 
* voorafgaand aan het overlarven '''kun''' je de [[koninginnenteeltdoppen]] door de bijen laten schoonmaken
  
* voorafgand aan het overlarven deze doppen met een klein drupje verdunde [[koninginnengelei]].
+
* voorafgaand aan het overlarven bevochtig je deze doppen met een klein drupje verdunde [[koninginnengelei]].
  
* Bij het overlarven nemen we de jongste larfjes (die totdat ze 36 uur oud zijn alleen nog koninginnengelei als voedsel hebben gehad). Deze jongste larfjes herkennen we aan het kleinere formaat en aan de vorm waarin ze op de bodem van de cel liggen. Als het larfje al "rond " ligt dan is het meestal te oud. Het moet niet al een gesloten "O" zijn, het moet nog een open "U" zijn.
+
* Na het [[overlarven]] worden de inmiddels met larfjes gevulde koninginnenteeltdopjes in een [[starter]] gedaan.
[[image:LarfjeInDop.jpg|right]]
 
  
* Het overlarven gebeurt met een overlarfnaald (die men ook zelf kan maken door een ijzerdraadje aan het uiteinde plat te slaan en in een houten handvat te plaatsen).
+
wordt vervolgd
** [[http://www.imkerpedia.nl/wiki/downloads/video/omlarven.avi Hier]]een te downloaden filmpje dat oorspronkelijk vanaf http://home.hetnet.nl/~kroese/ komt
 
* het met de overlarfnaald voorzichtig opgelepelde larfje wordt in een koninginnenteeltdopje gelegd. Omdat er al een drupje verdunde koniginnengelei op de bodem van de dop ligt, drijft het larfje gemakkelijk van de naald. Als een larfje omgekeerd komt te liggen is dat niet erg, want het kan aan twee kanten voedsel opnemen.
 
 
 
* wordt vervolgd
 

Versie van 6 mei 2009 12:15

Inleiding

Er kan om verschillende redenen aan koninginnenteelt worden gedaan:

  • het telen van reservekoninginnen,
    • er kan immers altijd iets mis gaan met de koninginnen in de productievolken
  • het verbeteren van de kwaliteit van de eigen stand door koninginnen te telen van de eigen beste volken,
    • hierbij is dus sprake van selectie / keuze op grond van eigen waarneming en eigen criteria (maar meestal zal dat gaan om criteria als zachtaardigheid, zwermtraagheid, ziektebestendigheid, haaldrift, varroa-bestendigheid).
    • de rest van de werkwijze kan hetzelfde zijn als bij de teelt van reservekoninginnen
  • het telen van een bepaald ras of buckfast
    • het telen van een bepaald ras (of buckfast) verondersteld gecontroleerde paringen via kunstmatige inseminatie of via speciaal voor dat ras opgestelde bevruchtingsstations.


In alle gevallen is het handig om een zogeheten Koninginnenteeltkalender bij te houden.


De koninginnenteelt met behulp van het overlarven

In de koninginnenteelt geldt als belangrijkste leidraad: hoe eerder en hoe meer een larfje koninginnengelei krijgt, hoe beter de koningin. Immers, alle bevruchte eitjes worden vrouwtjes. De koninginnegelei “maakt” de koningin.


Een koningin uit een redcel is daarom ook vaak kleiner omdat zo'n larfje in het begin vaak nog niet voldoende koninginnegelei heeft gehad. De bijen zullen namelijk ook van al oudere larfjes koninginnen maken omdat er dan sneller een nieuwe koningin is. Zo’n redcel moer is daarom vaak ook kwalitatief minder (bijvoorbeeld eerder darrenbroedig).


Kortom: bij optimale koninginnenteelt dient een larfje vanaf de 1e dag als aanstaande koningin te worden gevoed.


Deze doelstelling wordt bereikt door het verplaatsen (overlarven) van 1e dags larfjes naar kunstmatige moercellen (koninginnenteeltdopjes) die vervolgens naar een eveneens kunstmatige gecreëerde situatie met een overdaad aan voedsterbijen wordt gebracht (te weten de starter).


Deze methode met behulp van overlarven kan bovendien voor heel veel nateelt zorgen van die ene beste, ras, of buckfastkoningin. Dit is dan ook de methode die gebruikt wordt door de koninginnentelers waarvan men jonge carnica- of buckfast koninginnen kan verkrijgen.


Onderstaand wordt niet precies aangegeven wanneer u precies met welke activiteiten moet starten omdat deze timing is terug te vinden op de koninginnenteeltkalender.

  • Enkele weken voorafgaand aan het overlarven kunnen we het volk op schone kunstraat zetten om de verspreiding van virussen zoveel mogelijk tegen te gaan.
  • Ten gunste van de kwaliteit van de eitjes (en bijgevolg de larfjes) kan worden besloten om de teeltkoningin krap te zetten zodat het aantal eitjes wordt gemaximalisserd (op zo'n 300 eitjes per dag). Dat kan bijvoorbeeld in een zesramer waarbij steeds broed wordt weggenomen.
  • voorafgaand aan het overlarven bevochtig je deze doppen met een klein drupje verdunde koninginnengelei.
  • Na het overlarven worden de inmiddels met larfjes gevulde koninginnenteeltdopjes in een starter gedaan.

wordt vervolgd