Maximale eileg
Versie door Albert Stoter (overleg | bijdragen) op 6 okt 2017 om 13:04
Bij de verschillende ondersoorten[1] van onze Westerse honingbij heeft de koningin ook een verschillende maximale eileg.
Bij onze noordelijke ondersoorten is dat zo'n 2000 eitjes per dag[2]. We hebben het hier dan over een koningin die al enige tijd optimaal functioneert met dus al een behoorlijk gevuld broednest.
- Onder bepaalde omstandigheden (zoals inhaalacties na een periode broedloosheid) kán een koningin tijdelijk nog veel meer eitjes leggen[3].
- In het najaar gaat de koningin steeds minder leggen.
- Na de wintertros legt de koningin in eerste instantie zoveel eitjes als de omvang van het bijenvolk, en gegeven de buitentemperaturen[4], aankan. Naarmate het volk groeit zal de koningin steeds meer eitjes kunnen leggen. Pas bij een voldoende omvang van het bijenvolk zal de koningin dan weer op haar maximale eileg terecht komen.
Voetnoten
- ↑ Binnen Imkerpedia onderscheiden we soorten, ondersoorten (rassen), stammen en lijnen.
- ↑ R.E.Page, R.A.Metcalf. A population investment sex ratio for the honey bee (Apis mellifera L.). Am Nat (124, 1984), blz.680-702.
- ↑ Walt Wright. How Many Eggs CAN a Queen Lay? Bee Culture, November, 2008.
- ↑ Soms is het bijenvolk hierbij te opportunistisch, en leggen zij een groter broednest aan dan ze warm kunnen houden. Dit biedt dan een prima omstandigheid voor het optreden van kalkbroed.