Raad-kast
Omschrijving
De Raad-kast werd ontwikkeld door de heer Chr.H.J.Raad. [1] Het betreft een eenvoudige tienraamskast (hart op hart 37 mm), bestaande uit een broedkamer, een honingkamer, een losse bodem met opklapbare vliegplank, en een plat dak.
De raampjes worden gemaakt van zogeheten duivenlatten van 20mm breed en 10mm dik. De toplat bestaat uit twee helften waar een vel kunstraat tussen kan worden vastgezet.
De broedkamer is 220mm hoog en wordt gemaakt van 25mm dik hout met een vierkant binnenwerk van 375x375mm. Hierdoor kunnen de broedraampjes zowel in koud- als in warmbouw worden gehangen.
Aan de bovenzijde is een lijst van 10x10mm als een sponning waarop de nokken der raampjes kunnen rusten, die dan dus in twee richtingen in de broedkamer kunnen hangen.
In de onderzijde van de broedkamer is een sleuf als vlieggat aangebracht. Met de scharnierende vliegplank kan dit vlieggat worden gesloten.
De honingkamer is gelijk aan de broedkamer, echter zonder vlieggat.
Het dak is eenvoudig plat en valt over de honingkamer heen.
Tussen broedkamer en honingkamer wordt een moerrooster gelegd voor broed onder en honing boven het rooster.
Datering en Voorkomen
Nederland. Periode 1907 - 1940. Gedurende die periode zijn er wel telkens verbeteringen aangebracht zodat de Raad-kast van 1907 niet dezelfde is als die van 1940.
Voetnoten
- ↑ C.H.J.Raad. Imkeren. Beknopte gids voor den bijenliefhebber. Amsterdam, W. Versluys, 1907.