Segeberger: verschil tussen versies

Uit Imkerpedia
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
k
 
(10 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
 +
__NOTOC__
 
[[image:segeberger.jpg|thumb|right|300px|Segebergers in de bijenstal van Gerard B.W. Vos]]
 
[[image:segeberger.jpg|thumb|right|300px|Segebergers in de bijenstal van Gerard B.W. Vos]]
 
==Omschrijving==
 
==Omschrijving==
De naam van deze kast komt van de Noord Duitse plaats Bad Segeberger, waar een plaatselijke imkerschool de eerste plannen en ontwikkeling voor deze kast heeft gemaakt. De kasten zijn van Polystyreen, in de volksmond piepschuim, echter met een ander soort drijfmiddel en een dichtheid die ruim drie maal zo hoog is (te weten tussen de 90 en 100 kg/m³). Door de grote isolatiewaarde van de kast komt er minder schimmelvorming van de raten in de winter, minder voer, snellere ontwikkeling in het voorjaar. Het gewicht van de kast is een groot voordeel, vooral bij het reizen. Beschadigingen tijdens vervoer komen nauwelijks voor. De broedkamer is tevens honingkamer. Thans is ook een honingkamer formaat verkrijgbaar, en een opzetrand als voerrand met speciale raampjes uitermate geschikt om raathoning te winnen. De kasten mogen worden geschilderd.
+
De naam van deze al sinds 1971 geproduceerde kunststof-kast komt van de Noord Duitse plaats Bad Segeberg, waar een plaatselijke imkerschool aan de basis van deze kast heeft gestaan. <ref>De segeberger kast is in interactie met de praktijk ontstaan. De eerste versies werden door de imker-leraard Nico Petersen ontwikkeld en uitegeprobeerd. Zo bleek bijvoorbeeld het styropor van de eerste prototypes niet hard genoeg en kwam er een hardere versie om verder mee te proberen (dit speelde al eind jaren zestig). Massaproductie en massa-testen werden mogelijk nadat het bondsbestuur van het "[http://www.imkerschule-sh.de Landesverband Schleswig-Holsteinischer und Hamburger Imker e. V.] enthousiast werd en besloot de dure mallen te financieren uit bijdragen van de imkers (die als tegenprestatie de kasten konden aanschaffen tegen kostprijs). Genoemd bondsbestuur stelde bovendien imker-leraard Werner Schundau aan om de kast op grond van de aldus verkregen testresultaten door te ontwikkelen. Zo werd o.a. problemen met krimp opgelost, en ook aan het deksel en de bodem moesten bij herhaling verbeteringen worden aangebracht.</ref> De kasten zijn van [[styropor]] zodat je vanuit de fabriek een witte kast kast hebt die door de meeste imkers vlot in een andere kleur wordt geschilderd.
  
Afmeting van de kast is 500*500mm en geschikt voor 11 standaard ramen. De Nederlandse uitvoering wijkt enigszins af van de Duitse. Daar gebruikt men namelijk andere raampjes (Duits Normaal) iets groter en met heel kleine oortjes.
+
Sinds dat de Segeberger rechtenvrij is zijn er meerdere producenten die niet allemaal styropor van dezelfde dichtheid en korrelgrootte toepassen.
  
In een Segeberger kan men zowel [[koudbouw]] als [[warmbouw]] toepassen.
 
  
 +
Door de grote isolatiewaarde van styropor komt er minder schimmelvorming van de raten in de winter, is er minder voer nodig, en is er een snellere ontwikkeling in het voorjaar. Het geringe gewicht van de kast is ook een groot voordeel, vooral bij het [[verplaatsen van een bijenvolk|reizen]]. Beschadigingen tijdens vervoer komen nauwelijks voor.
  
Andere kunststofkasten:
+
 
* De door een directe concurerent van de Segeberger onwikkelde [[Frankenbeute]] staat met behulp van hulpstukken meerdere verschillende raammaten toe.
+
De broedkamer was van oorsprong tevens honingkamer, maar inmiddels is er ook een Segeberger-honingkamer verkrijgbaar, en een opzetrand als voerrand met speciale raampjes die uitermate geschikt zijn om er raathoning mee te winnen. Daarnaast zijn er nog uiterst handige hulpmiddelen beschikbaar zoals een tussenbodem die ook bruikbaar is als bijenuitlaat of separator. Er zijn verschillende Segeberger-bodems in de handel, met vaste, losse of zonder vliegplank. Vrijwel al deze bodems hebben een ventilatierooster met daaronder een schuiflade, zo langzamerhand een bekend en noodzakelijk element van kastbodems. De Segeberger beschikt niet over een [[dekplank]]. Het afdekken gebeurt met plastic folie, hetgeen wellicht ook een voor houten kasten bruikbare toepassing is.
* De [[DB plus]] voor de raammaat van de [[Dadantkast]]
+
 
 +
 
 +
De afmeting van de kast is vierkant (500*500mm), waardoor men zowel [[koudbouw]] als [[warmbouw]] kan toepassen, en precies geschikt voor 11 Duits Normaal ramen met een hart tot hart afstand van 35 mm. Het [[Duits-Normaal|Duits-Normaal raam]] is 370 x 223 mm met korte oren van 12 mm, terwijl de (meest in Nederland gebruikte) [[Simplexraam|Simplexramen]] 360 x 218 mm meten, met oren van 38 mm. De simplexramen passen wel in de Segeberger, maar ze zijn dus eigenlijk te klein. Hierdoor wordt de ruimte tussen boven- en onderbak en tussen ramen en kastwand groter dan de [[bijenafstand]] met de bekende gevolgen van vastkitten of volbouwen.
 +
In de Segeberger ontbreken bovendien de (in Nederland gebruikelijke) afstandsstrips omdat met Hoffmanramen wordt gewerkt
 +
 
 +
 
 +
In de loop der jaren hebben verschillende Nederlandse leveranciers (maar ook imkers zelf) de Segeberger voor de simplexramen aangepast door zelf bewerkingen op die Segeberger uit te voeren (zoals het met 5 mm verlagen van de broedkamer). Het was een particulier initiatief van dhr. Postma uit Schildwolde (Gr.), die het voortouw nam en de Segeberger ook in Nederland populariseerde. Daarna volgden ook anderen.
 +
 
 +
 
 +
In 2006 heeft [[Ed Pieterse]] het initiatief genomen tot de [[Pietersekast]], een Segeberger die rechtstreeks vanuit de mal geschikt is voor simplexraampjes.
 +
 
 +
In 2008 volgde [[Warnholz' Simplex Segeberger]].
 +
 
 +
 
 +
Er bestaat ook een [[Segeberger bevruchtingskastje]].
 +
 
 +
 
 +
==Andere kunststofkasten==
 +
* De [[Frankenbeute]]
 +
** deze door een directe concurerent van de Segeberger onwikkelde kast staat met behulp van hulpstukken meerdere verschillende [[raammaten]] toe.
 +
* De [[DB plus]]
 +
** voor de raammaat van de [[Dadantkast]]
  
  
Regel 19: Regel 41:
 
==Voorkomen==
 
==Voorkomen==
 
Duitsland en Benelux.
 
Duitsland en Benelux.
 +
 +
 +
==Voetnoten==
 +
<references />
 +
 +
 +
==Navigatie==
 +
* [[Bijenkasten|Naar andere bijenkasten]]
 +
* [[Bijen-behuizingen|Naar alle bijen-behuizingen]]

Huidige versie van 29 nov 2015 om 18:55

Segebergers in de bijenstal van Gerard B.W. Vos

Omschrijving

De naam van deze al sinds 1971 geproduceerde kunststof-kast komt van de Noord Duitse plaats Bad Segeberg, waar een plaatselijke imkerschool aan de basis van deze kast heeft gestaan. [1] De kasten zijn van styropor zodat je vanuit de fabriek een witte kast kast hebt die door de meeste imkers vlot in een andere kleur wordt geschilderd.

Sinds dat de Segeberger rechtenvrij is zijn er meerdere producenten die niet allemaal styropor van dezelfde dichtheid en korrelgrootte toepassen.


Door de grote isolatiewaarde van styropor komt er minder schimmelvorming van de raten in de winter, is er minder voer nodig, en is er een snellere ontwikkeling in het voorjaar. Het geringe gewicht van de kast is ook een groot voordeel, vooral bij het reizen. Beschadigingen tijdens vervoer komen nauwelijks voor.


De broedkamer was van oorsprong tevens honingkamer, maar inmiddels is er ook een Segeberger-honingkamer verkrijgbaar, en een opzetrand als voerrand met speciale raampjes die uitermate geschikt zijn om er raathoning mee te winnen. Daarnaast zijn er nog uiterst handige hulpmiddelen beschikbaar zoals een tussenbodem die ook bruikbaar is als bijenuitlaat of separator. Er zijn verschillende Segeberger-bodems in de handel, met vaste, losse of zonder vliegplank. Vrijwel al deze bodems hebben een ventilatierooster met daaronder een schuiflade, zo langzamerhand een bekend en noodzakelijk element van kastbodems. De Segeberger beschikt niet over een dekplank. Het afdekken gebeurt met plastic folie, hetgeen wellicht ook een voor houten kasten bruikbare toepassing is.


De afmeting van de kast is vierkant (500*500mm), waardoor men zowel koudbouw als warmbouw kan toepassen, en precies geschikt voor 11 Duits Normaal ramen met een hart tot hart afstand van 35 mm. Het Duits-Normaal raam is 370 x 223 mm met korte oren van 12 mm, terwijl de (meest in Nederland gebruikte) Simplexramen 360 x 218 mm meten, met oren van 38 mm. De simplexramen passen wel in de Segeberger, maar ze zijn dus eigenlijk te klein. Hierdoor wordt de ruimte tussen boven- en onderbak en tussen ramen en kastwand groter dan de bijenafstand met de bekende gevolgen van vastkitten of volbouwen. In de Segeberger ontbreken bovendien de (in Nederland gebruikelijke) afstandsstrips omdat met Hoffmanramen wordt gewerkt


In de loop der jaren hebben verschillende Nederlandse leveranciers (maar ook imkers zelf) de Segeberger voor de simplexramen aangepast door zelf bewerkingen op die Segeberger uit te voeren (zoals het met 5 mm verlagen van de broedkamer). Het was een particulier initiatief van dhr. Postma uit Schildwolde (Gr.), die het voortouw nam en de Segeberger ook in Nederland populariseerde. Daarna volgden ook anderen.


In 2006 heeft Ed Pieterse het initiatief genomen tot de Pietersekast, een Segeberger die rechtstreeks vanuit de mal geschikt is voor simplexraampjes.

In 2008 volgde Warnholz' Simplex Segeberger.


Er bestaat ook een Segeberger bevruchtingskastje.


Andere kunststofkasten

  • De Frankenbeute
    • deze door een directe concurerent van de Segeberger onwikkelde kast staat met behulp van hulpstukken meerdere verschillende raammaten toe.
  • De DB plus


Datering

sinds 1971 tot heden.


Voorkomen

Duitsland en Benelux.


Voetnoten

  1. De segeberger kast is in interactie met de praktijk ontstaan. De eerste versies werden door de imker-leraard Nico Petersen ontwikkeld en uitegeprobeerd. Zo bleek bijvoorbeeld het styropor van de eerste prototypes niet hard genoeg en kwam er een hardere versie om verder mee te proberen (dit speelde al eind jaren zestig). Massaproductie en massa-testen werden mogelijk nadat het bondsbestuur van het "Landesverband Schleswig-Holsteinischer und Hamburger Imker e. V. enthousiast werd en besloot de dure mallen te financieren uit bijdragen van de imkers (die als tegenprestatie de kasten konden aanschaffen tegen kostprijs). Genoemd bondsbestuur stelde bovendien imker-leraard Werner Schundau aan om de kast op grond van de aldus verkregen testresultaten door te ontwikkelen. Zo werd o.a. problemen met krimp opgelost, en ook aan het deksel en de bodem moesten bij herhaling verbeteringen worden aangebracht.


Navigatie