Uitloopkooitje

Uit Imkerpedia
Versie door Albert Stoter (overleg | bijdragen) op 9 dec 2016 om 15:25
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Twee uitloopkooitjes.

Het uitloopkooitje wordt gebruikt bij de koninginnenteelt middels overlarven. Het uitloopkooitje wordt over de moerdop (op basis van een koninginnenteeltdopje) geschoven zodra deze is gesloten.

Het uitloopkooitje dient om uitlopende koninginnen tegen elkaar te beschermen. In een pleegvolk of broedstoof worden er immers meestal tegelijkertijd meerdere jonge koninginnen opgekweekt, en zonder de afscherming van de uitloopkooitjes zouden ze elkaar te lijf gaan totdat er maar één jonge koningin overblijft.

Onderin het uitloopkooitje, in de uitsparingen in het dekseltje, wordt een beetje voedsel voor de uitgelopen koningin gedaan. Suikerdeeg droogt voor deze toepassing te snel op. Een beetje honing is daarom beter. Om geklieder te voorkomen kun je dit het beste met behulp van een spuitje in de uitsparingen spuiten.


Nadat de koningin is uitgelopen wil ze nog wel eens terug de moerdop in kruipen. Dat is een risico, want ze komt hier niet weer zo snel teruglopend uit (de vleugels kunnen dan bijvoorbeeld klem komen te zitten). Het is daarom verstandig de doppen (het door de bijen van was gebouwde gedeelte) van de uitgelopen koninginnen zo snel mogelijk weg te nemen. Het kale koninginnenteeltdopje (met wellicht nog een restant koninginnengelei plaats je dan wel weer terug op het uitloopkooitje.


In het onderstaande filmpje zie je hoe de moerdoppen in een pleegvolk van uitloopkooitjes worden voorzien.