Voedersapklieren: verschil tussen versies
(Nieuwe pagina aangemaakt met 'thumb|right|400px|Links een deel van een volop ontwikkelde hypopharyngeale klier van een voedsterbij, rechts die van een [[haalbij....') |
|||
| (2 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
| Regel 2: | Regel 2: | ||
De '''voedersapklieren''' zijn de klieren waarmee de [[voedsterbij]] de [[voedersappen]] produceert. | De '''voedersapklieren''' zijn de klieren waarmee de [[voedsterbij]] de [[voedersappen]] produceert. | ||
| − | Dit gebeurt door | + | Dit gebeurt door de hypopharyngeale klier (ook wel voorste voedersapklier genoemd) en door de mandibulaire klieren (ook wel boven- en achterkaakklieren genoemd). |
| + | |||
| + | De hypopharyngeale klieren produceren de eiwitrijke voedersappen, en de mandibulaire klieren produceren de vetrijke voedersappen. De mandibelklieren voegen aan de voedersappen bovendien een conserveringsmiddel toe zodat deze minder snel bederft. | ||
Zowel de hypopharyngeale klier als de mandibelklieren bevinden zich in het kopgedeelte van de honingbij<ref>Zie de [[Anatomie van onze honingbij]].</ref> | Zowel de hypopharyngeale klier als de mandibelklieren bevinden zich in het kopgedeelte van de honingbij<ref>Zie de [[Anatomie van onze honingbij]].</ref> | ||
| − | In de voedsterbij is de hypopharyngeale klier volop ontwikkeld, maar daarna zal deze klier degenereren | + | In de voedsterbij is de hypopharyngeale klier volop ontwikkeld, maar daarna zal deze klier degenereren. |
| + | |||
| + | De voedersapklieren van de voedsterbij zullen niet tot optimale ontwikkeling kunnen komen als de voedsterbij zelf als [[larve]] onvoldoende eiwit- en vetrijke voedersappen heeft gehad. Ze heeft dan geen volwaardige [[vetlichaampjes]] kunnen opbouwen die van wezenlijk belang zijn voor het goed kunnen functioneren als voedsterbij. | ||
==Voetnoten== | ==Voetnoten== | ||
<references /> | <references /> | ||
Huidige versie van 9 dec 2011 om 10:10
De voedersapklieren zijn de klieren waarmee de voedsterbij de voedersappen produceert.
Dit gebeurt door de hypopharyngeale klier (ook wel voorste voedersapklier genoemd) en door de mandibulaire klieren (ook wel boven- en achterkaakklieren genoemd).
De hypopharyngeale klieren produceren de eiwitrijke voedersappen, en de mandibulaire klieren produceren de vetrijke voedersappen. De mandibelklieren voegen aan de voedersappen bovendien een conserveringsmiddel toe zodat deze minder snel bederft.
Zowel de hypopharyngeale klier als de mandibelklieren bevinden zich in het kopgedeelte van de honingbij[1]
In de voedsterbij is de hypopharyngeale klier volop ontwikkeld, maar daarna zal deze klier degenereren.
De voedersapklieren van de voedsterbij zullen niet tot optimale ontwikkeling kunnen komen als de voedsterbij zelf als larve onvoldoende eiwit- en vetrijke voedersappen heeft gehad. Ze heeft dan geen volwaardige vetlichaampjes kunnen opbouwen die van wezenlijk belang zijn voor het goed kunnen functioneren als voedsterbij.
Voetnoten
- ↑ Zie de Anatomie van onze honingbij.