Winterbijen

Winterbijen zijn de bijen die het volk door de winter helpen. Ze leven langer doordat ze verschillende taken - door het afnemen van de hoeveelheid broed, en het afnemen van de dracht - niet hebben hoeven uit te voeren, te weten:

• voederen (voedsterbij)
• was zweten (bouwbij)
• vliegen (haalbij).

Het ontstaan van voldoende winterbijen van goed kwaliteit is sterk afhankelijk van het aanbod aan stuifmeel. De eerste winterbijen ontstaan in Nederland eind augustus en in gezonde volken ontstaan de meeste winterbijen tussen half september en half oktober.

In het voorjaar staan zij juist weer aan de basis van de volksopbouw, waarna ook hun leven weer snel ten einde is. Hun succes bij de volksopbouw is daarbij ook weer sterk afhankelijk vn de hoeveelheid vers te vinden stuifmeel. Er zijn ongeveer 7 winterbijen nodig zijn voor één zomerbij. Zo'n (laten we gemiddeld zeggen) 15.000 winterbijen zijn dus goed voor ongeveer 2.000 zomerbijen. Dit is ontoereikend. De overige eiwitten moeten worden geleverd door vers stuifmeel.

Begin april is de aanwas van nieuwe bijen even groot als de sterfte van de winterbijen. Pas daarna begint het volk weer te groeien.